Met de halve finale van de beker in de ene en een 4-1-overwinning tegen Brussels in de andere hand probeert Club Brugge nog iets van zijn seizoen te maken. ‘In zekere zin speelt iedereen op proef’, zegt Sven Vermant.

Sven Vermant nipt van zijn glas en wikt zijn woorden.

“De sfeer is in zekere zin goed. We hebben ons gekwalificeerd voor de halve finales van de beker en dat is een belangrijke stap. Maar natuurlijk is het niet zo dat alles nu ineens goed is. Dat we geen goed seizoen spelen, sleep je nog wel tot het eind mee. Alles hangt samen met de resultaten. Zitten die tegen, dan krijg je alles over je heen. Maar ik ben nog niet bereid mij erbij neer te leggen dat we geen Europees voetbal zullen halen. We hebben nog twee wedstrijden om de finale te bereiken. Voor mij is daar geen weg naast.”

De vlucht met bestemming landstitel is dit seizoen in Brugge echter nooit goed van de grond gekomen en iedereen hunkert naar een verklaring, want de passagiers worden ongeduldig. Wat heeft de aanvoerder daarover te zeggen ? Of zoals het op de website van Club Brugge heet : this is your captain speaking. “Ik denk niet dat mijn analyse belangrijk is voor Club Brugge”, zegt Sven Vermant. “Ik denk dat er met de sportief directeur en de technische staf mensen genoeg zijn om te oordelen waar het fout zit en waar er iets moet gebeuren.”

Maar je bent aanvoerder, Sven, die mag iets meer zeggen.

Sven Vermant : “Er heeft nooit een constante in onze prestaties gezeten en dat is het probleem. Zo goed als het gaat in de toppers, zo slecht gaat het in de andere wedstrijden. Het is heel moeilijk om daar een verklaring voor te vinden. Concentratie, kwaliteit, gemakzucht ? Ik weet het niet. Het heeft met individuele kwaliteiten te maken en ook mentale problemen zijn al aangehaald. Je moet met druk kunnen omgaan om elke week bovenaan te staan.

“Het besef moet er bij iedereen zijn en een zekere zelfkritiek. Als dat het geval is, dan zullen we er ook uit komen. Maar alles wordt niet gelaten zoals het is : er worden intern genoeg dingen aangekaart. Iedereen kan een minder seizoen hebben, maar je moet zo snel mogelijk die ommekeer proberen te krijgen. In zekere zin speelt iedereen op proef.”

Niet alle spelers hebben dezelfde profmentaliteit.

“Mja. Ik kan natuurlijk niet spreken over iemand anders. Iedereen die een contract heeft, heeft de verplichting ten opzichte van de club om als een prof te leven. Je hebt maximaal vijftien jaar om er alles uit te halen. Die ambitie moet je ook voor jezelf hebben, om voor Club Brugge te spelen en om eventueel een stap hoger te kunnen zetten.”

Dat mis je dit seizoen bij sommigen wel eens ?

“Doordat het seizoen niet goed is, begin je je daar natuurlijk wel vragen over te stellen. Het niveau op training mag best wat hoger, dat uit zich ook in de wedstrijden. Dat gaat dan niet altijd over inzet. Er zijn genoeg wedstrijden waarin we niet sterk genoeg zijn in balbezit, in het bijhouden van de bal. Dat zie je ook in sommige oefeningen op training terug. Als niet iedereen elke dag goed zou proberen te trainen, is het aan de trainer om daarop te reageren. En dat zal Janevski wel doen, daar moet je niet aan twijfelen ( glimlacht).”

Kevin Roelandts heeft het, zegt hij, nodig om af en toe eens te kunnen lachen. Emilio Ferrera had daar een andere mening over. Er zijn, beaamde Janevski, nog van die verhalen.

“Ja. Ondertussen zijn er zoveel verhalen dat je niet meer weet waar ze ze eerst halen. Ik hou mij daar niet mee bezig. Het is al moeilijk genoeg je te concentreren op voetbal en het niveau te halen dat je moet halen.”

Leider

Je bent aanvoerder en je zit in de spelersraad. Wat hebben jullie, de ervaren spelers, zelf gedaan om een en ander bij te sturen ?

“Zelf het voorbeeld zijn en hopen dat je op die manier de rest wat kan meesleuren. Dat is het enige wat je kan doen. Want uiteindelijk bestaat een ploeg uit meer dan één speler. Je hebt als ploeg successen en tegenslagen.”

Hebben jullie als spelers niet voelen aankomen wat nu gebeurt en al veel eerder is begonnen ?

“Dit is mijn tweede seizoen en ik heb het nog niet echt rustig geweten. Leuk is anders.”

Zo kan het niet verder, heb je een paar keer laten optekenen dit seizoen, maar verder ben je in de media als aanvoerder niet de man geweest met de scherpe terechtwijzing.

“Dat hoeft voor mij ook niet. Wat voor mij belangrijk is, is dat ik een heel seizoen op een zo degelijk mogelijk niveau probeer te spelen. Als ik uitspraken doe, doe ik dat binnenskamers tegen die personen die het aanbelangt. En ja, ik vind wel dat dat effect heeft. Onlangs is een jonge speler mij nog komen vragen : ‘Hoe doe je dat, om er elke week zo te staan ?’ Ik zie het als een teken van ambitie.”

Frappant is dat er in de moeilijke omstandigheden niet echt één speler als leider is opgestaan.

“Ja. Maar ik denk dat dat in de gegeven omstandigheden heel moeilijk is. Ik probeer altijd om mijn wedstrijd te spelen en daardoor een constante in mijn prestaties te leggen, maar je hebt elkaar als ploeg nodig.”

Je was een van de meest constante spelers dit seizoen.

“En het is ook frustrerend dat je de ploeg niet méér hebt kunnen voort trekken. Er waren er gewoon te veel die niet op een aanvaardbaar niveau speelden.”

Plus : als een groep verdeeld is in groepjes is het moeilijker om één leider te hebben.

“Groepen zijn er altijd in elke spelersgroep. Door de slechte resultaten wordt dat natuurlijk leven in geblazen en wordt daarop gespeculeerd. Vandaar ook dat wij wat minder met de pers gesproken hebben om als groep wat meer rust te creëren. Het zijn te belangrijke weken nu. Elke wedstrijd zal een bekerwedstrijd zijn nu.”

Jij en Philippe Clement vormen een duo.

“Ik vorm met niemand een duo. Ik spreek met iedereen en ik heb met niemand problemen. Zoals het hoort voor een aanvoerder.”

We hebben eigenlijk nog nergens gehoord of gelezen dat de vermeende rotte appel, Gaëtan Englebert, wél goed in de groep zou liggen.

“Je kan op dit moment reageren zoals je wil, dat zal geen effect hebben. De enige manier om te reageren, is op het veld. Presteren. De tijd van praten is helemaal voorbij. In zekere zin hebben we nu niks te vertellen.”

Maar je zegt ook niet : Englebert ligt wel goed in de groep.

“Zo wordt het ook een verhaal zonder einde, hé, als je op álles moet reageren wat er verschijnt, is dat het begin van het einde, denk ik. Het is een open deur, ik weet het, maar er is maar één waarheid en die ligt op het veld. Dáár moet je eenheid tonen. Met alles wat gezegd en geschreven wordt, hou ik mij in zekere zin niet veel bezig. We hebben samen als groep de beslissing genomen om niet te reageren en afstand te houden, iedereen tegen zichzelf te beschermen.”

Op die manier hoeft niemand zich ongemakkelijk te voelen om voor de schone schijn de waarheid te moeten ontkennen.

“Ik herhaal het, mijn idee daarover is : wij moeten presteren op het veld. Met die dingen bezig zijn, vind ik niet goed. Alle spelers moeten presteren, anders zullen er wel conclusies aan vastgemaakt worden. Dat geldt voor iedereen. Ik ben ook een deel van de kern en ik kan in zekere zin niet leven met de positie waar we nu staan en met de manier waarop we spelen. Dat moet dringend veranderen.”

Op en neer

Cedomir Janevski sprak van faalangst, schrik om te scoren zelfs.

“Ik weet niet of het dat is of gebrek aan kwaliteit. De een zal het zo zeggen, de andere anders. Je kan niet in het hoofd van een ander kijken. Je kan maar proberen iemand zo goed mogelijk voor te bereiden op wat zal komen en dan hangt het heel veel af van de persoon zelf hoe die daar mee omgaat. Dit is het echte Club Brugge niet. Het gaat nu meer op mentaliteit, maar je moet natuurlijk de combinatie kunnen brengen van mentaliteit en goed voetbal.”

Janevski heeft geprobeerd een en ander bij te sturen door Club directer te laten spelen, meer naar voren, met meer mensen in het strafschopgebied van de tegenstander.

“Dat is wat hij wil, maar dat komt er niet altijd uit. Ik krijg vaak het gevoel dat er te zenuwachtig wordt gevoetbald, te gemakkelijk balverlies wordt geleden, waardoor je nooit een zekere vlotheid in je spel krijgt. Het is altijd een beetje op en neer. Om druk te kunnen zetten, heb je balbezit nodig. Het wordt alleen almaar moeilijker omdat je dat al een heel seizoen meesleept. Het is geen gemakkelijke situatie om mee om te gaan. Dieper kan je bijna niet vallen. De beker biedt nog veel hoop. Een seizoen zonder Europees voetbal kan ik mij heel moeilijk voorstellen.”

Als Janevski even nerveus is voor als tijdens de wedstrijd, zet die nervositeit zich dan niet over op de groep ?

“Als ik jonger was, had ik misschien ook net iets meer schrik om fouten te maken. De groep móét daar mee overweg kunnen. Wij moeten presteren. Of er dan iemand naast de lijn gesticuleert of er gewoon staat : wíj moeten het uiteindelijk doen. Ik weet niet of hij in die mate nerveus wordt omdat hij bij een topclub zit. Ik denk dat hij gewoon zo ís. Hij is nu eenmaal een wat nerveuzer type. Dat is zijn eigenheid, de aard van het beestje. Ik denk dat hij op dit moment niet veel anders zal zijn dan hij bij de beloften was. En hij is in Griekenland een serieuze ervaring rijker geworden.”

Club kan volgend seizoen doorgaan met Janevski of een andere trainer nemen. Bert van Marwijk bijvoorbeeld.

“Die naam circuleert al een tijdje. Het is aan het bestuur om daarover te oordelen wie dan de man moet zijn, Cedo of iemand anders.”

Maar Van Marwijk lijkt je geen slechte keuze ?

“Neen. Ik heb veel goeds over hem gehoord, van bij Feyenoord en Dortmund. Maar je kan zo nog tien namen noemen die je niet zou moeten overtuigen om naar Club te komen. Ik denk dat Club Brugge nog altijd een mooi en bekend adres is in Europa. Cedo zou misschien ook geen slechte keuze zijn. Maar die moet door anderen gemaakt worden.”

Moed

Michel D’Hooghe hebben we de jongste weken niet veel gehoord in de pers. Jullie wel ?

“Voor de wedstrijd tegen Westerlo is hij in de kleedkamer geweest. En ? De tijd van praten is gedaan. Met dáden moet je er staan.”

Hij noemde Philippe Clement onlangs een echte modelprof. Vond je het niet jammer dat hij jou niet vermeldde ?

“( glimlacht) Ik ken de voorzitter zijn mening over mij. Een naam die geschreven wordt, is altijd wel leuk, maar voor mij hoeft het niet voor de buitenwereld. Als de appreciatie van de mensen met wie ik werk er maar is. Dus ik heb daar geen probleem mee. Ik ben niet naar hier gekomen om uit te bollen. Ik word er in april 34.”

Je zou moeten kunnen genieten van het metier dat je in de loop der jaren hebt opgedaan, maar in plaats daarvan moet je lopen vloeken.

“Vloeken doe je uiteraard wel en je probeert dat zo weinig mogelijk mee naar huis te nemen. Maar je hebt in elke carrière wel betere en mindere momenten die je moet proberen te relativeren en waaruit je moed moet halen om er weer tegenaan te gaan. En dat lukt mij.”

Frustreert het je als je dat niet kan overbrengen op sommige anderen ?

“Ja, het is niet omdat ik zo ben dat anderen ook zo zijn, maar ik kan niet voor anderen spreken. Ik probeer dat wel over te brengen, uit te stralen, een zekere rust. In het algemeen is het alleen zo dat er te veel scheef loopt en je kan niet overal tezelfdertijd zijn. Je kan alleen met je ingesteldheid proberen de rest mee te trekken. We moeten beseffen dat iedereen iedereen nodig heeft. Om individueel succes te hebben moet je eerst als ploeg succes hebben.”

Voel je je niet ondergewaardeerd ? Je bent een van de constantere spelers dit seizoen, maar het valt nauwelijks op.

“Ja, het valt nauwelijks op, maar je geeft je elke week tweehonderd procent en dat dat niet altijd tot het gewenste resultaat leidt, is best wel frustrerend. Maar nogmaals : je hebt succes als groep en ook de nederlagen incasseer je als groep.”

Schalke

Als je Club Brugge vergelijkt met Schalke, wat denk je dan ?

“Club moet zo snel mogelijk terug naar zijn echte waarde. In mijn eerste periode zaten er heel wat meer namen in de ploeg : Verlinden, Medved, Okon, Renier, Borkelmans, Franky ( Van der Elst, nvdr), Lorenzo ( Staelens, nvdr), Verheyen, Eijkelkamp, Van der Heyden, ikzelf …”

Slechts twee niet-Belgen …

“Volgens mij is er nog genoeg kwaliteit in België, maar we moeten dat wel wat meer gaan waarderen. Dat is een noodzaak. Buitenlanders moeten absoluut een surplus brengen. Of ze dat nu doen, daar zal ik me niet over uitspreken. Maar ik kan begrijpen dat mensen zeggen : liever een Belg dan een buitenlander die niet het grote verschil maakt. Er is op korte tijd heel veel veranderd. Zoveel wissels heb ik in mijn vorige periode bij Club niet meegemaakt. In Schalke heb ik in vier seizoenen wel een trainer of zes, zeven meegemaakt, wat ook onvoorstelbaar is.”

Ook situaties zoals nu bij Club Brugge het geval is ?

“Ja, ook periodes dat het moeilijk ging. Er zijn toen ook heel veel gesprekken geweest. Maar dan zat je wel meer afgeschermd van de buitenwereld.”

Hoe hebben ze de problemen daar opgelost ?

“De zaterdag, op het veld ( grijnst).”

door Raoul De Groote

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content