Dirk Demol analyseert het parcours van de Tour 2009.

“Het grote verschil met andere jaren is dat de klassementsrijders geen aanloopperiode hebben”, zegt Dirk Demol, volgend jaar opnieuw ploegleider van Lance Armstrong en Alberto Contador bij Astana. “In Monaco moeten ze er meteen staan voor die eerste tijdrit van vijftien kilometer, met drie kilometer klimmen tot 300 meter boven zeeniveau. Drie dagen later volgt al de ploegentijdrit. Maar doordat die met 38 kilometer relatief kort is, zullen de tijdsverschillen niet al te hoog oplopen.”

Na een ommetje langs Barcelona trekken de renners naar de Pyreneeën, waar ze in Andorra meteen een aankomst op de Arcalis (2240 m) krijgen voorgeschoteld. Daarna volgen nog twee Pyreneeënritten, met onder meer de Aspin (1490 m) en de Tourmalet (2115 m). “Die klim naar Arcalis kennen we heel goed van de Ronde van Catalonië. Het is een zeer zware klim: als je een superdag hebt, kan je de anderen hier pijn doen. Bovendien hebben we op dit ogenblik al negen lastige dagen achter de rug, dus ik verwacht dat er al renners met klassementsambities in het verweer zitten en hier tijd proberen goed te maken. Die hele week tussen de twee rustdagen is overigens lastig, met geen enkele rit die korter is dan 190 kilometer.”

Net voor de tweede rustdag duikt het peloton de Alpen in, met een aankomst bergop in Verbier (1468 m). Na de rustdag gaat het eerst over de Col du Grand-Saint-Bernard (2473 m) en de Col du Petit-Saint-Bernard (2184 m), daarna volgt de etappe naar Le Grand Bornand met de Col de la Colombière (1618 m) als scherprechter. De dag nadien volgt meteen de laatste tijdrit van de Tour, 40 kilometer lang. En twee dagen later, op de voorlaatste dag, moet iedereen over de Mont Ventoux(1912 m). “Het zwaartepunt van deze Tour ligt in de derde week, en toch moet je in de eerste week al pieken omwille van dat lastige begin”, zegt Demol. “Dat is moeilijk voor klassementsrenners, die meestal hun vorm verder opdrijven naar de derde week. Nu komt het eropaan om de eerste week in topvorm aan de start te staan en dan maar hopen dat je de derde week niet kraakt. Anderzijds: als je de eerste week goed presteert, dan geeft dat zowel jezelf als de ploeg een mentale opkikker en kan je ook meer aan.

“Die tijdrit de dag na Le Grand Bornand zal enorm zwaar zijn. Je moet heel bruusk omschakelen naar een groot verzet na al dat klimwerk. En dan moet je twee dagen later opnieuw dat klimritme vinden voor de Ventoux. Op Le Grand Bornand wordt het een tactisch steekspel. Wie daar te uitbundig tekeergaat, krijgt ’s anderendaags de rekening gepresenteerd in de tijdrit. Maar je mag ook niet te veel op reserve rijden, want dan verlies je misschien te veel tijd om het nog goed te maken. Het zal eropaan komen om je eigen krachten en die van de tegenstand zeer goed in te schatten. Ik vind het prachtig om de Ventoux zo laat in de Tour in te lassen, maar ik denk niet dat de Tour daar nog beslist zal worden.”

Rijdt Lance Armstrong deze Tour? “Vijftig procent kans”, weet Demol. “Hij is onder de indruk van alle tegenwind die hij krijgt, vooral langs Franse zijde. De Giro zal een goede graadmeter zijn. Als hij goed genoeg is, zie ik hem niet wegblijven uit de koers die hem zoveel gaf. En als hij meedoet, zal hij er vol voor gaan. Gewoon deelnemen staat niet in zijn woordenboek.” Valt dat te rijmen met de ambities van Alberto Contador? “Het verleden bewees dat het niet werkt om met verschillende kopmannen te vertrekken, dus wij zullen niet te lang wachten om de hiërarchie te bepalen. Na die eerste week zal al veel duidelijk zijn.” S

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content