Aan de hand van 20 levensvragen willen we de mens achter de voetballer beter leren kennen.
1. Welk nieuws maakte je recent bang of boos?
‘De aanslag in Zaventem pakte me. Een dag eerder zat ik met de nationale beloften op dezelfde plaats en hetzelfde tijdstip daar. Het had ons evengoed kunnen overkomen.’
2. Waarover zullen we ons over vijftig jaar schamen?
‘Dat kan je nu toch nog niet weten?’
3. Heb je een concreet idee of voorstel om de wereld te verbeteren?
‘Je wil natuurlijk overal vrede. En geen armoede. Aan dat laatste kunnen we misschien nog iets doen. Alle rijken kunnen een deeltje afstaan. Maar tussen droom en werkelijkheid gaapt op dat vlak nog een grote kloof.’
4. Bid je weleens? Tot wie?
‘Ik ben christelijk opgevoed, maar geen kerkganger. Vaak ga ik naar het kerkhof, naar de graven van mijn overleden grootvaders. Dan praat ik even met hen, ik heb dat af en toe nodig.’
5. Wat is je grootste prestatie?
‘Dat ik na mijn ziekte (de ziekte van Crohn, nvdr) kon terugkeren en als profvoetballer op het hoogste niveau kan blijven spelen.’
6. Wat is je grootste mislukking?
‘Geen.’
7. Heb je al eens overwogen te emigreren? Wanneer? Waarnaartoe?
‘Ik ben een familiemens, maar ik zou na mijn loopbaan graag een wereldreis maken. Een inhaalbeweging, voor al wat je nu mist.’
8. Waaraan ben je het meest gehecht?
‘De unieke band met mijn naasten, die ik absoluut wil behouden. Ik heb vijf toffe jeugdvrienden. Elk jaar gaan we rond de winterstop ergens samen naartoe, vaak naar Center Parcs. Even een vlucht uit de werkelijkheid.’
9. Had je ooit geldproblemen?
‘Niet echt. Wij waren met drieën thuis en moesten alles leren delen. Dankzij mijn vader, een selfmade man, leerde ik aandacht te besteden aan de waarde van geld.’
10. Wat is het ergste dat je over jezelf op de sociale media las?
‘Mijn neusbreuk zorgt nog altijd voor commentaar. Nochtans onderging ik daarvoor al een paar operaties. Na mijn actieve carrière laat ik hem definitief goed zetten.’
11. Praat je weleens tegen je huisdier?
‘Ik heb er geen, maar zou graag een hondje hebben. Ik vind een pomsky, de kruising van een pomeriaan en een husky, wel schattig.’
12. Wat zou je absoluut niet willen dat je kinderen ooit zouden doen?
‘Drugs nemen, want dat kan veel kapotmaken.’
13. Welk kunstwerk – boek, film, muziek, schilderij – raakte je het meest of vormde je?
‘Remember the Titans, een Amerikaans drama met Denzel Washington in de hoofdrol. Yannick Ferrera liet die op een avond afspelen bij onze jeugdploeg van Anderlecht. Het gaat over de raciale spanningen in een Americanfootballploeg. Gaandeweg zie je er een speciale dynamiek ontstaan, zonder onderscheid in huidskleur.’
14. Over welk onderwerp zou je graag meer willen weten?
‘De beurs. Mijn grootvader overleed net voor de kerst en hij verdiende er in een bepaalde periode veel geld mee.’
15. Zou je ooit overwegen om een vluchteling in huis te nemen? In welke omstandigheden?
‘Ik zou daar wel plaats voor willen maken, na een uitgebreide screening.’
16. Wat vind je het moeilijkste aan de liefde?
‘Dat weet ik eigenlijk niet. Voor een vrouw is het alleszins niet vanzelfsprekend om met een profsporter, die strak en gedisciplineerd moet leven, samen te zijn.’
17. Wat is de schuld van de media?
‘Dat alles uitvergroot wordt. Anthony Vanden Borre was het mooiste voorbeeld. De pers schreef dat hij met stoelen had gegooid richting coach Geert Emmerechts. Dat klopte helemaal niet.’
18. Hoelang is het geleden dat je je ouders zag?
‘Mijn pa is mijn vertrouwenspersoon. Ik hoor hem dagelijks, elke wedstrijd zit hij in de tribune, ik weet altijd waar hij zit. Mijn ouders zijn gescheiden. Mijn moeder kampt op amper vijftigjarige leeftijd met parkinson. Vandaar dat ik regelmatig eens stop bij haar.’
19. Doe je iets bijzonders voor je gezondheid?
‘Ja, doordat ik sukkel met de ziekte van Crohn, een ontsteking van het darmkanaal. Elke zes weken krijg ik in het ziekenhuis van Gasthuisberg, nabij Leuven, een infuus met remicade. Ooit gaat dat medicijn niet meer aanslaan, dat weet ik nu al.’
20. Wat leerde je in het leven?
‘Dat je je dierbaren moet koesteren. Het gaat zo snel als je even niet oplet. Mijn opa viel weg door asbestkanker, maar hij kon zijn leven nog drie jaar rekken. Gelukkig vonden we nog momenten om van elkaar te genieten.’
DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE
