Bijna één jaar na het overlijden van Herman Jacquemyns overleed zijn jeugdvriend en medestichter van Sportmagazine, Mick Michels.

Jonge journalisten moeten pinten drinken met de spelers”, gaf Mick Michels de jonge verslaggever als gouden raad mee. “Zij zijn de trainers van morgen en misschien de dirigenten van overmorgen.” Mick Michels was door Roulartabaas Rik De Nolf in 1979 gevraagd om, samen met zijn jeugdvriend Herman Jacquemyns,een nieuw sportblad op te richten naar het voorbeeld van het Amerikaanse Sports Illustrated. Michels en Jacquemyns hadden al een paar keer samengewerkt, als redacteurs bij Het Nieuwsblad en bij het reclamebureau dat Jacquemyns had opgericht en dat vervolgens door Roularta was opgekocht.

Op 20 maart 1980 lag het eerste exemplaar van het veertiendaagse Sportmagazine in de winkel. In november 1987 fuseerde Sportmagazine met het weekblad Sport 80. Sinds 1 januari 1992 verschijnt het wekelijks als Sport/Voetbalmagazine.

Het voetbal was Micks biotoop. De oud-speler van Ukkel Sport bewoog zich in het wereldje met de flair van een speler die op het veld langs de tegenstand dribbelt. Alles en iedereen kende hij. “Je moet van iedereen die je tegenkomt in binnen- en buitenland het telefoonnummer vragen. Je weet nooit wanneer je dat nog eens nodig hebt”, gaf hij mee. Mick kende iedereen, en iedereen kende Mick. João Havelange, toen FIFA-voorzitter en van Belgische afkomst, was een goeie vriend, net als Sepp Blatter en Michel Platini.

Mick was en kwam overal waar voetbal belangrijk was of werd. Als een van de eerste Europese journalisten werd hij in Argentinië voorgesteld aan een nog schuchtere maar veelbelovende speler aan wie een grote toekomst voorspeld werd: Diego Maradona. Wie het verhaal leest, heeft de indruk dat Diego meer onder de indruk is van Mick dan andersom.

Mick was ook op de Afrika Cup, waar hij beschreef hoe in Marokko bij de opening van het toernooi tien parachutisten gedropt werden op de grasmat. Tenminste: dat was de bedoeling. Drie landden op het veld, een paar buiten het stadion en één bleef in de lichtmasten hangen.

Vlak voor de WK-finale in 1998 waarbij thuisland Frankrijk Brazilië partij zou geven, fluisterde hij zijn collega bij aankomst in de perszaal van het Stade de France in het oor: “Ronaldo gaat toch spelen! Er komt straks een nieuw wedstrijdblad. Maar er is iets ernstigs met hem aan de hand.”Een paar uur eerder deed het gerucht de ronde dat Ronaldo niet zou spelen. Mick wist beter.

Wanneer de jonge verslaggever naar Genua trok om er een reportage te maken over Sampdoria, tegenstander van Anderlecht in zijn laatste Europese finale, en vroeg hoe hij dat moest aanpakken, gaf Mick hem een telefoonnummer mee: “Bel die man met mijn groeten.” Eén telefoontje en daar stond de man aan het hotel. Of de Belgische journalist geïnteresseerd was in een privé-interview met toenmalig Sampdoriabaas Paolo Mantovani? Micks man regelde het. Alleen het interview met Gianluca Vialli lukte niet, al had Micks vriend alles geprobeerd, en belandden we aan het tafeltje naast Vialli in diens favoriete restaurant.

Naast journalist was Mick achttien jaar secretaris-generaal van de Belgische Beroepsbond van Sportjournalisten en negen jaar secretaris-generaal van de UEPS (Europese Bond van Sportjournalisten).

Het keerpunt in Micks carrière was de invoering van computers ter vervanging van elektronische schrijfmachines. Tijdens de opleiding zuchtte Mick: “Dit is niet meer voor mij.” Met zijn adressenboekje op zak hield hij nog een paar jaar stand. Later troffen collega’s hem nog in de coulissen van de topwedstrijden van de Champions League, waar hij zich met zijn contacten en talenkennis (Mick schreef in het Nederlands en dacht in het Frans) als media officer nuttig maakte in dienst van de UEFA en de FIFA.

Vorig jaar reageerde hij geschrokken toen hij gebeld werd voor een reactie op het overlijden van Herman Jacquemyns, medestichter van Sportmagazine. Mick was met vakantie in Zuid-Afrika. “Is dat echt waar? Is mijn jeugdvriend dood?”

Tien maanden later, op 2 januari 2013 overleed Mick, 80 jaar oud geworden, in Dworp.

DOOR GEERT FOUTRÉ

“Mick kende iedereen, en iedereen kende Mick.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content