China verovert een plaats op de wielerkaart.

There are nine million bicycles in Beijing, zong Katie Melua in 2005. Op een 140-tal van die fietsen in en rond Peking rijden van vandaag/woensdag tot zondag renners uit de beste wielerteams ter wereld, onder wie Jurgen Van den Broeck en Nick Nuyens. In de Ronde van Peking hebben alle topteams startplicht. Zo werkt het in de UCI WorldTour, de Champions League waar deze nieuwe rittenkoers meteen in gekatapulteerd werd.

Samen met een lokaal organisatiecomité van de Chinese hoofdstad zette de internationale wielerunie zelf de wedstrijd op poten. Via deze opening naar China, de tweede economie ter wereld, schenkt ze de ploegen de langverwachte magneet om multinationale sponsors aan te trekken. Daarom kon de UCI nooit vermoeden dat precies die teams maandenlang zouden dreigen met een boycot van de Ronde van Peking. Officieel uit onvrede met het door de UCI opgelegde oortjesverbod. Officieus omdat een aantal teammanagers ervan droomt de wielerunie buiten spel te zetten, een privéliga op te richten en alle inkomsten naar zich toe te halen.

Om haar Chinese boreling te redden, was de UCI genoodzaakt tot een kunstgreep. De wielerunie betrok bij het evenement de ASO, de organisatie achter de Tour die al in de jaren negentig de Chinese markt prospecteerde. Welke teams zouden nu nog met vuur spelen en wegblijven uit Peking? Bij de ASO sta je als ploeg maar beter op een goed blaadje. Dat kan ooit van pas komen bij de toekenning van de starttickets in de publicitair zo belangrijke Tour.

De coalitie met de ASO, waarmee de UCI de teams pas een maand geleden in het gareel dwong, is opmerkelijk. Vier jaar lang leefden de wielerunie en de Tourorganisatie op voet van oorlog naar aanleiding van de UCI ProTour (tegenwoordig WorldTour). In het heetst van de strijd ontvouwde UCI-voorzitter Pat McQuaid eind 2007 nog zijn plannen voor “een Ronde van China, die op een dag de Tour naar de kroon moest steken”. Ironisch genoeg was het in Peking, in de zomer van 2008, dat de UCI en de ASO na alle wederzijdse pesterijen de vredespijp rookten.

Behalve de WorldTourteams rijdt in de Ronde van Peking ook een nationale selectie van China mee. De Chinese bond wil zijn renners zo progressie laten maken. Diezelfde bond was decennialang een rem op de ontwikkeling van het Chinese wielrennen. In de communistische traditie hielden de Chinese bobo’s de landsgrenzen gesloten voor hun renners. Dat ondervond ook Wang Guo Zhang, die in 2005 bij het Jartazi van Jef Braeckevelt de eerste Chinees in het Europese profpeloton wilde worden, maar zijn land niet uit mocht.

In het klimaat van de Olympische Spelen van Peking versoepelde de Chinese bond enigszins zijn beleid. Zo telt het peloton vandaag toch al twee profs uit de Volksrepubliek, allebei bij het Nederlandse Skil-Shimano. Wanneer op een dag een Chinees de Ronde van Frankrijk wint – en dat moment komt misschien vroeger dan gedacht – zal de geboorte van de Ronde van Peking een mijlpaal worden genoemd in de ontwikkeling van de Aziatische wielersport.

door Benedict Vanclooster

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content