Roland Duchâtelet: ‘Mijn communicatie was soms rampzalig’

© FILIP NAUDTS

Vijftien jaar geleden stapte Roland Duchâtelet in het voetbal. Een verkeerde beslissing, zegt hij in een openhartig gesprek, mijmerend over nieuwe stadions, emoties, straaljagers, matchfixing en Operatie Propere Handen.

Het is prettig werken, een interview op Stayen. Je parkeert de auto onder het complex op een van de duizend parkeerplaatsen, bedenkt wat je achteraf even in de Albert Heijn of de Lidl koopt en neemt dan de lift naar Brasserie Stayen, waar de locals gezellig toeven bij een kop koffie, een aperitief of een dagschotel. Terwijl je met Roland Duchâtelet praat, zie je de spelers van STVV langs het A-veld passeren. Alles mooi onder één dak. Je kunt op Stayen ook overnachten, maar zo lang loopt het gesprek nu ook weer niet uit.

Roland Duchâtelet is in een openhartige bui, met een duidelijk antwoord op elke vraag. De eerste luidt:

Welke vraag over het voetbal hebt u nooit gekregen, maar wilt u toch eens aankaarten?

ROLAND DUCHÂTELET: ‘De fans van een voetbalclub kunnen niet begrijpen dat de eigenaar van hun geliefde club daar zelf niet minstens honderd procent van zijn tijd mee bezig is. Ik heb nooit veel van mijn tijd besteed aan het voetbal, omdat ik daar gewoon geen tijd voor had. De meeste clubeigenaars hebben weinig tijd voor hun voetbalclub omdat ze ook andere economische activiteiten hebben. Zij delegeren het voetbalgebeuren naar hun management. Dat kan tot problemen leiden, zoals je in de financiële cijfers van de Belgische eersteklassers kunt zien. Maar vaak is er sprake van grote misverstanden tussen wat fans denken en wat voorzitters doen.’

Er is geen behoorlijk bestuur in de KBVB en de Profliga.

Roland Duchâtelet

Zegt u nu dat u uw communicatie naar de voetbalwereld en de fans niet goed hebt gevoerd?

DUCHÂTELET: ‘Absoluut. Mijn communicatie in het voetbal is in sommige gevallen redelijk rampzalig geweest. In het geval van Standard was dat zo, bij Charlton idem. Ik had verwacht dat dat door het management zou opgevangen worden. Communicatie is de grote uitdaging. Als ik Bruno Venanzi zie, die een jaar met mij heeft mogen meelopen voor hij de club heeft overgenomen, dan was die duidelijk beter voorbereid dan ik. Fantastisch hoe hij dat doet. In zo’n passionele club past hij ook beter dan ik.

‘Pas op: het eerste jaar bij Standard heb ik ook geen problemen gehad. Pas op het einde van mijn tweede seizoen zijn die er gekomen, door een ongelukkige communicatie. Kortom: voetbal is een business die mij niet ligt. Het was een fout van mij dat ik me er ooit heb in begeven.’

Waarom hebt u dat dan gedaan?

DUCHÂTELET: ‘Per toeval. Ik heb eerst STVV drie jaar gesponsord. Dat vond ik wel zinvol, een voetbalclub sponsoren omdat de naamsbekendheid die je als sponsor op die manier krijgt oneindig veel groter is dan met om het even welke andere besteding van je reclamebudget. Maar op een bepaald moment vroeg men me om de controle over de club over te nemen. Mijn antwoord was neen. Toen ze bleven aandringen, bedacht ik vijf voorwaarden die zo streng waren dat ik zeker was dat ze die nooit zouden aanvaarden. Eén was dat het oude bestuur het geld dat het in de club gestopt had, niet kon recupereren, behalve via ruildeals. Een andere dat het vorige bestuur niets meer te zeggen zou hebben. Nooit had ik verwacht dat ze op die voorwaarden ja zouden zeggen.’

En toen had u het zitten. Maar ook dan had u nog kunnen passen.

DUCHÂTELET: ‘Dat kun je in zo’n situatie niet meer maken, vind ik. Ik heb het dan op mij genomen. Ik heb er nooit veel tijd van mezelf in gestopt, maar ik heb er me wel iets meer mee beziggehouden dan voorzien.’

Hoogste percentage vrouwen

Het heeft wel wat opgeleverd. Dit is een van de modernste arena’s in België geworden.

DUCHÂTELET: ‘Het heeft veel gekost, maar de oude tribunes behouden zou geen goed beleid geweest zijn. ( trots) STVV heeft het hoogste percentage vrouwelijke toeschouwers in gans het Belgisch voetbal.’

Omdat men weet dat u hier na de wedstrijd wel eens de dansvloer op wilt, en dat aanstekelijk werkt?

DUCHÂTELET ( glimlacht): ‘Omdat het hier in de winter overal warm is, er voldoende toiletten zijn en het overal proper en aangenaam toeven is. De eerste keer toen ik kwam kijken, viel me het totaal gebrek aan comfort op. Er stonden tenten en koterijen waar zich nu de twee grote tribunes bevinden. Geen enkel Belgisch stadion bezit zoveel comfort als Stayen, al heeft KAA Gent zijn best gedaan om ons te volgen.’

Dit is een site die elke dag leeft, met parkings, warenhuizen, kantoren, flats.

DUCHÂTELET: ‘Wij konden ons niet permitteren alleen voor het voetbal te investeren. We moesten creatief zijn om de hele zaak multifunctioneel te maken. Als we die ondergrondse parking met 1000 plaatsen maar één keer in de twee weken zouden gebruiken, zou dat wel een heel dure parking zijn. Nu wordt die zeven dagen op zeven gebruikt. De zalen die voor het voetbal noodzakelijk zijn, gebruiken we door de week voor andere doelen. Het enige probleem is dat bijna al onze concurrenten in die business gesubsidieerd zijn. De overheid gebruikt mijn geld om mijn concurrenten te helpen.’

Hebt u vanuit de stad en de plaatselijke middenstand geen tegenkanting gekregen tegen dit project ?

DUCHÂTELET: ‘Neen, want Stayen biedt voor de stad een ongelofelijke meerwaarde, het is een van de bezienswaardigheden van Sint-Truiden geworden. Dit is ook het enige voetbalstadion ter wereld waarin een petanqueclub actief is. Er zijn negen banen, die op wedstrijddagen dichtgeklapt worden zodat de toeschouwers die er passeren niet eens weten dat ze over een petanquebaan lopen.

‘Bezoekers verbazen zich er tijdens de week over dat de ene loge ingericht is als hotelkamer, terwijl de volgende gebruikt wordt als vergaderzaal. Onze loges worden dus alle dagen gebruikt.

‘Door ons hotel is zelfs het aantal buitenlandse bezoekers in Sint-Truiden sterk gestegen. Tevoren had je in deze stad één hotel met 28 kamers en een paar B&B’s, nu stoppen Duitsers op weg naar Brussel en Brugge hier voor een overnachting. Het stadion leeft ook omdat het tegen de stadskern aanleunt, en niet zoals de meeste moderne stadions in een afgelegen industriegebied ligt. Dat maakt dat de meeste toeschouwers hier bij thuiswedstrijden gewoon vanuit het centrum te voet komen aan gewandeld. Dat moet je niet proberen in Gent. De enige club die ons in die visie gevolgd is, is KV Mechelen. Ze wilden eerst verhuizen naar de stadsrand, maar ik heb hen dat afgeraden. Laat de fans te voet komen, heb ik hen gezegd, dan creëer je geen parkeer- en fileproblemen, en het is beter voor het milieu. Een voetbaltempel hoort in de stad, zoals dat in Engeland ook nog altijd het geval is.’

Matchfixing

In hoeveel clubs bent u vandaag nog actief?

DUCHÂTELET: ‘Bij Charlton, de Spaanse tweedeklasser Alcorcón en de Duitse derdeklasser Carl Zeiss Jena. Maar ik probeer ze alle drie te verkopen. Voor mij is het voetbal een afgesloten verhaal.’

Wat was het moment waarop u besliste uit het voetbal te stappen? Was dat toen de supporters van Standard uw bureau binnenstormden?

DUCHÂTELET: ‘Neen. Ik heb dat beslist na de play-offs van 2014 waarin wij altijd kampioen hadden moeten worden en dat niet werden omdat er matchfixing is geweest. Daar ben ik nog altijd van overtuigd. Niet bij mijn spelers, maar er zijn zaken gebeurd in de arbitrage en bij de andere ploegen die wel erg vreemd waren. Ik heb dat onmiddellijk gemeld aan de speciale voetbalcel die daarvoor is opgericht. Die mensen hebben de beelden kunnen bekijken, maar tot vandaag heeft dat nog niet tot concrete gevolgen geleid.’

Waardoor komt dat, denkt u?

DUCHÂTELET: ‘Ik vrees dat het nog altijd onvoldoende een prioriteit is bij justitie. Men onderschat de schade die wordt aangericht door het probleem niet ten gronde aan te pakken. Voetbal heeft namelijk een voorbeeldfunctie. Als je toelaat dat zulke dingen allemaal kunnen, is dat een heel slecht voorbeeld voor de jeugd. Dat is zeggen: doe maar verkeerd, je komt er toch mee weg.’

Misschien komt een en ander nu in beweging naar aanleiding van het recente voetbalschandaal. Of gelooft u daar niet in?

DUCHÂTELET: ‘Operatie Propere Handen is hetzelfde verhaal als toen. Je zult ook nu weinig mensen vinden die daar iets willen over zeggen. Het is gemakkelijker om te zwijgen.’

Wie geen bewijzen heeft, moet toch zwijgen?

DUCHÂTELET: ‘Dat zal best een bepaalde terughoudendheid bij sommigen verklaren, maar er zijn er wel die harde bewijzen hebben en die ook zwijgen. Feit is dat het nu wel allemaal zeer traag gaat. De wetten en reglementen helpen de rechters niet. Er zijn te veel mogelijkheden voor mensen die willen ontsnappen aan het gerecht en niet genoeg mogelijkheden voor de onderzoeksrechters en rechters om mensen te straffen. We hebben het geluk in België een zeer integer gerecht te hebben, ik kan u verzekeren dat er veel landen zijn waar dat niet zo is. Maar onze rechters hebben het nadeel van een oeverloos complexe wetgeving. Zeker in een verhaal zoals het voetbal, met zoveel actoren. Probeer die puzzel maar eens in elkaar te krijgen.’

Ik had niet het vermoeden dat het Belgisch voetbal zo’n onderonswereldje was.

Roland Duchâtelet

Kreeg u, toen u in 2014 die zaak aankaartte, begrip van andere voetballeiders?

DUCHÂTELET: ‘Neen. De voorzitters van Belgische voetbalclubs zijn bezig met de volgende match, niet met een beleid op lange termijn. Daar schrok ik wel van, als nieuwkomer. Ik vond de manier waarop beslissingen werden genomen aan de top van het voetbal zeer merkwaardig, wegens niet professioneel. Een voorbeeld? Het probleem van ons kunstgrasveld stond niet op de agenda van de profliga voor die vergadering. Hoewel het niet op de agenda stond en er vooraf geen informatie over is gedeeld, werd het toch behandeld en heeft de raad van bestuur van de profliga unaniem beslist dat een club van de profliga met kunstgras een probleem is. Ik heb Marc Coucke opgebeld en hem gevraagd om op zijn minst professor Stijn Rambour van de UGent te vragen een uiteenzetting te geven over voor- en nadelen van kunstgrasvelden. Wat nu gebeurde was typisch voor het voetbal: emotie, niet wetenschappelijk.’

De voetbalvoorzitters zijn wel allemaal geslaagde zakenlui.

DUCHÂTELET: ‘Allemaal mensen die rationele keuzes zouden moeten maken, maar het zelden doen. Dat viel me meteen op. Daarom wou ik ook de overstap maken van STVV naar Standard, omdat ik meende dat ik als voorzitter van Standard zwaarder zou wegen op het debat, maar ook daar is het me niet gelukt om voldoende gewicht in de schaal te werpen. Er waren kleine succesjes, zoals het aanstellen van een onafhankelijke voorzitter bij de profliga én onafhankelijke bestuurders, maar dat is inmiddels alweer weggestemd.’

Is het probleem in het Belgische voetbal dat er geen scheiding der machten is?

DUCHÂTELET: ‘Absoluut. Er is geen behoorlijk bestuur in de KBVB en de profliga. Daar zouden eigenlijk geen voorzitters of clubvertegenwoordigers mogen in zitten, de beslissingen zouden door onafhankelijke mensen moeten genomen worden, zoals in de VS, Engeland en het Duitse profvoetbal. Als je tegelijkertijd voorzitter bent van een belangrijke Belgische voetbalclub, maar je bent ook verantwoordelijk voor het aanstellen van de scheidsrechters, hoe doe je dat? Aan wie rapporteert Johan Verbist? In feite aan Bart Verhaeghe en Mehdi Bayat. Ik beweer niet dat die mensen daar misbruik van maken, maar alleen al mentaal is het voor zo iemand moeilijk om neutraal te zijn. Ook de scheidsrechters weten maar al te goed wie onrechtstreeks hun bazen zijn. Er is een te grote verwevenheid tussen alle actoren in het Belgische voetbal.’

Voorbijgestreefde straaljagers

U zegt dat u een aantal dingen niet wist of verkeerd hebt ingeschat. Bent u dan naïef geweest, of had u niet voldoende vooronderzoek gedaan?

DUCHÂTELET: ‘Ik ben daar zeer naïef in geweest. Voor we met onze bedrijven in andere landen investeren, wordt de toestand daar grondig gescreend, gaan we na hoeveel corruptie er is, hoe werkbaar het gerecht is… Maar ik had niet het vermoeden dat het voetbal zo’n onderonswereldje was.’

Hebt u ook iets geleerd uit uw voetbalervaringen?

DUCHÂTELET: ‘Dat emotie veel meer een rol speelt in de maatschappij. In de politiek net als in het voetbal. De mensen verdienen te weinig, zegt men. Dat is absoluut zo, en dat is een schande, want de wereld is rijk genoeg om iedereen een menswaardig bestaan en onderdak te geven. Maar het is niet door de rijken nog meer te laten betalen dat je dat oplost. De oplossing is de overheid beter te laten functioneren, en bijvoorbeeld geen straaljagers van vier miljard te kopen, wat een voorbijgestreefd toestel is. De Chinezen hebben een nieuwe straaljager, onbemand. Een piloot in een gevechtsvliegtuig is een enorm nadeel, en gewoon dom. Vroeger was een piloot noodzakelijk, nu is een piloot een enorm nadeel omdat een mens doodgaat bij hevige versnellingen en vertragingen, zuurstof nodig heeft die er niet is, niet tegen onderdruk kan en veel minder snel beslissingen kan nemen dan computers. Anno 2019 zijn piloten in gevechtsvliegtuigen nog dommer dan de forten rond Antwerpen in 1914. Maar wat ik bedoelde is dat men emotie misbruikt om problemen uit de weg te gaan.’

Voelt u zich beschadigd door uw voetbalervaringen?

DUCHÂTELET: ‘Dat maakt niets uit. Je moet ook minder goede ervaringen kunnen plaatsen en daarmee leven. Er de interessante lessen uit trekken en het dan achter je laten. De les die ik trok, is dat ik me bewust ben geworden dat emotie meer de drijvende kracht is achter beslissingen, en niet de ratio.’

Zijn uw resterende clubs financieel in evenwicht? Kan een voetbalclub winst maken?

DUCHÂTELET: ‘Als alles goed meevalt, kun je een evenwicht bereiken, maar je kunt daar eigenlijk niet heel veel winst mee maken.’

Dacht u tevoren dat u dat wel zou kunnen?

DUCHÂTELET: ‘Toen ik erin stapte, waren die jaarcijfers nog niet bekend, had je ook nog meer vzw’s en zwart geld. Ik had geen idee of je winst of verlies zou maken. Ik dacht wel dat je met een netwerk van clubs veel zaken kunt optimaliseren.

‘De vaststelling is dat geen enkele sector van de economie zo snel in omzet groeit als het voetbal. Maar desondanks slaagt men er toch niet in om winst te maken, behalve als je makelaar of speler bent. In de VS maakt men wel winst, omdat men daar beter gestructureerd werkt. Als je de Pro League en de KBVB beter zou structureren, wordt het minder onaangenaam om een club te hebben. Bij STVV zijn we erin geslaagd om een kleine winst te maken, bij Standard viel het ook mee, maar zelfs in de Premier League met zijn enorme inkomsten maken acht van de twintig clubs verlies.’

Baart het grote aantal Belgische clubs in buitenlandse handen u geen zorgen?

DUCHÂTELET: ‘Neen. Welke Engelse eerste- en tweedeklasseclubs zijn nog in handen van Engelsen? Ik denk dat er andere zaken in het voetbal zijn waar we ons zorgen moeten over maken. Een trein die we gemist hebben, was de BeNe League. Als je tv-gelden wilt binnenkrijgen, is de BeNe League makkelijker te verkopen dan de Belgische competitie. Toen ik me ermee bezighield, was er een consensus aan Belgische kant en een vrij grote consensus aan Nederlandse kant. Ajax heeft het toen afgeblazen. Die wilden liever kampioen blijven van Nederland, terwijl PSV en Feyenoord helemaal mee waren met de idee.’

Wat gebeurt er als Operatie Propere Handen met een sisser afloopt en alles bij het oude blijft?

DUCHÂTELET: ‘Dan is er binnen tien jaar geen Belgisch voetbal van enig niveau meer. Dan wordt België op dat vlak een land als Bulgarije. Je weet buiten de eigen grenzen niet wie daar aan kop staat of kampioen wordt. Waar buiten de eigen landsgrenzen niemand zich voor interesseert omdat men weet hoe het er daar aan toe gaat. Want eerst heeft de zaak- Ye hier weinig veranderd, is veel op zijn plaats gebleven. Als op zo’n incident als dit nu niet serieus wordt gereageerd, worden wij zo’n dubieus voetballand. Dan is het signaal dat alles hier kan.

‘Spanje heeft een paar jaar geleden zo’n matchfixingschandaal aangegrepen om met de steun van de overheid alles om te vormen. Ook Real en Barcelona hebben moeten buigen – die bepaalden voordien zelf hun aandeel aan tv-geld. Maar je moet wel wíllen ingrijpen.’

Blij met Japanners bij STVV

Roland Duchâtelet woont nog bijna alle thuiswedstrijden van STVV bij en gaat nog vaak bij Standard op bezoek. Hij is best fier op wat STVV dit seizoen presteert, ook al bleef het stadion vaak half leeg, iets wat wel eens wordt verhaald op hem. Daar is hij het niet mee eens. ‘Het is een algemeen fenomeen, op uitzonderingen als KV Mechelen en Antwerp na, omdat de tv-formules zo aanslaan dat ze veel toeschouwers thuis op de bank houden.’

Spijt van de verkoop aan de Japanners heeft hij niet. ‘Er is geen andere club in Europa in handen van Japanners, drie Japanners van STVV zijn Japans international. Dit is bijna een internationale testground voor Japan. Zij hebben ook voldoende vermogen om deze club uit te bouwen, ik heb dat laten screenen. Ik zie hen volgend jaar niet plots vertrekken. In het begin vond ik hen nog niet klaar voor een overname, daarom heb ik hen zes maanden laten wachten, waarin ze 20 procent van de aandelen hadden, maar nu heb ik er een goed oog in. Het stadion is ook niet van hen, maar dan hebben ze er ook de lasten niet van. Ze huren het redelijk goedkoop.’

Roland Duchâtelet: 'Er is een te grote verwevenheid tussen alle actoren in het Belgische voetbal.'
Roland Duchâtelet: ‘Er is een te grote verwevenheid tussen alle actoren in het Belgische voetbal.’© FILIP NAUDTS
Roland Duchâtelet: 'Mijn communicatie was soms rampzalig'
© FILIP NAUDTS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content