Bij het ene geel-zwart viel hij diep, bij een ander geel-zwart hoopt hij weer naar de top te klimmen.

Na zijn donkere periode bij Lierse traint Cliff Mardulier sinds afgelopen dinsdag bij Roda JC.

De zaak-Ye zal altijd een smet op zijn blazoen blijven, maar Mardulier is daar al lang niet meer mee bezig. Toen hij bij Schoten aan de slag kon, heeft hij de knop omgedraaid. Een paar weken geleden tekende hij een driejarig contract bij de Nederlandse subtopper Roda JC Kerkrade. We ontmoeten de doelman op een terras in Schoten. Hij bestelt een watertje. Het is duidelijk dat Mardulier de kans die de club uit Kerkrade hem biedt met beide handen wil grijpen. Ambitie en opluchting nemen in het gesprek beurtelings de bovenhand.

Was je voor het begin van de training al vaak in Kerkrade geweest?

Cliff Mardulier : “Ik ben eerst vier dagen op stage geweest en nadien nog eens teruggegaan om te spreken met de algemeen directeur. Na het ondertekenen van mijn contract ben ik ook al eens gaan meetrainen. Ruud Hesp belde me de avond ervoor dat hij keeperstraining gaf en die kans greep ik graag aan.”

Was het de eerste profclub waar je op stage mocht ?

“Ja, en eerst wou ik zelfs niet. Ik zei mijn makelaar dat ze zo maar moesten beslissen of ze me namen of niet. Stel dat eerst in de kranten zou staan dat Cliff Mardulier gaat testen bij Roda en vervolgens dat hij niet aangenomen wordt … Dan gaan ze zeker zeggen : zie je wel, hij kan het niet meer. Gelukkig heeft mijn manager me overtuigd om het toch te doen.”

Weet je hoe Roda bij jou terechtgekomen is ?

“Ze hebben me blijkbaar vroeger bij Lierse al gevolgd en toen wilden ze me er al bijnemen. Maar omdat ik toen net aan het doorbreken was, hebben ze nog wat gewacht. Uiteindelijk is er niks van gekomen omdat ik voor vijf jaar bijtekende bij Lierse.”

Welk gevoel heb je bij de club ?

“Schitterend. Het is opnieuw beginnen. Opnieuw het profleven, overdag trainen in plaats van ’s avonds. Er zijn veel Belgen, dat maakt het extra leuk, maar ook de Nederlanders zijn toffe jongens. Ze heetten me meteen allemaal welkom bij de club. Er heerst een heel andere mentaliteit dan in België. De spelersgroep is bovendien vrij jong. Er zitten maar een paar spelers die wat ouder zijn in de kern.”

Op de website van Roda was negentig procent van de reacties positief, maar een klein gedeelte van de supporters maakt gewag van de omkoopaffaire en is sceptisch. Heb je het gevoel je dubbel te moeten bewijzen ?

“Ik denk dat ik me bij Schoten al bewezen heb. Ik heb daar het vertrouwen moeten winnen van de trainer, van mijn verdedigers, van iedereen binnen de club. Ik ga er gewoon tegenaan. Ze kunnen niemand veiliger nemen dan ik, want ik ga zeker geen twee keer dezelfde fout maken.”

Dreigementen

Wanneer dacht je destijds voor het eerst : ik ben hier dingen aan het doen die niet kunnen ?

“In het begin was het nog om de club Lierse te redden. Die Chinees was te zien in het gezelschap van het Liersebestuur en liep in het spelershome rond. Hij had 375.000 euro geïnvesteerd, wou de club overnemen en er een Europese topclub van maken. Ons werd verteld dat de club nog wat te duur was omdat we zevende of achtste stonden en goedkoper zou worden als we een aantal plaatsen zakten in het klassement. De eerste wedstrijd veranderde die gedachte ook niet, maar vervolgens gingen we met een B-elftal spelen op Charleroi. Ik deed mee, Fassotte en Milenkovic ook, maar alle anderen waren jongeren van zestien tot achttien jaar. We moesten die match verliezen en we verloren hem ook, met 1-0. Ik was zelf de man van de match. Maar terug in Lier moesten we allemaal naar het hotel van de Chinees komen en die werd razend. Hij begon te dreigen en geld terug te eisen omdat we met 2-0 of 3-0 hadden moeten verliezen. Toen realiseerde ik me dat er meer achter zat.”

Maar er kwam toch nog een derde match.

“Nadat we de Chinees aan het werk hadden gezien, wisten we dat hij gek was en wilden we ermee stoppen. Patrick Deman is hem dat gaan vertellen, maar hij uitte opnieuw dreigementen en zei dat we nog één match moesten fiksen voor hij ons met rust zou laten. Dat hebben we dan gedaan. Nadien zijn er blijkbaar nog matchen vervalst geweest, maar daar heb ik geen weet van.”

Besefte je niet dat hij heel je carrière kon kapotmaken ?

“Ja, natuurlijk, maar op dat moment stond ik met mijn rug tegen de muur en wist ik niet wat gedaan. Mensen zeiden me achteraf wel dat ik de politie had moeten waarschuwen of de club had moeten inlichten, maar naar mijn gevoel was de club er ook bij betrokken. Ik zeg niet dat het zo was, maar alles wees erop. De voorzitter liep rond samen met de Chinees en dus dacht ik : als ik er iets van zeg, gaat hij toch bevestigen dat hij op de hoogte is en dan gaat hij net argwaan koesteren ten opzichte van mij.”

Zeg je nu : ik had dit of dat anders moeten doen ?

“Goh, tenslotte was het Paul Put, mijn trainer, mijn sportieve baas, die ermee afkwam, dus ik moest wel luisteren. Ik had toen beter mijn middelvinger opgestoken en gezegd : trek je plan, ik doe er niet aan mee. Maar ik was nog zo jong toen, ik dacht dat iemand met zoveel ervaring wel geen fouten zou maken. Ik ben hem blindelings gevolgd.”

Ben je nog terug geweest op Lierse ?

“Op Lierse zelf niet. Ik ga wel geregeld iets drinken in de supporterscafés. Aanvankelijk vonden de mensen daar dat ik hen in de zak had gezet, maar nadat ik mijn verhaal had gedaan, begrepen ze me beter. Voor sommigen zal ik wel altijd de slechterik blijven, maar ook vóór heel de zaak waren er mensen tegen mij. Dat heb je altijd.”

Harde dobber

Wat heeft de zaak je geleerd over het voetbal of over het leven ?

“Vroeger dacht ik dat omkoping in het voetbal niet bestond. Dan rol je er zelf in en dat doet je toch wel nadenken. Ik ga in de toekomst twee keer nadenken voor ik iets beslis. Mijn naaste vrienden vertrouw ik nog wel, maar als er mij daarbuiten iemand een voorstel doet, dan ga ik niet meer blindelings toehappen.”

Van de ene dag op de andere stond je op de keien. Geen werk, geen club. Hoe moeilijk was die periode op het menselijke vlak ?

“De eerste weken waren heel moeilijk. Mijn gsm was in beslag genomen door de federale politie. Niemand kon mij bereiken, ik kon niemand bereiken. Ik heb toen twee à drie weken vooral thuis zitten piekeren. Mijn familie, mijn vriendin en mijn vrienden hebben mij eruit gesleurd en weer vooruit geduwd. Het enige wat telde, was zo snel mogelijk weer een club vinden.”

Familie is duidelijk belangrijk voor jou.

“Zeker weten. Ze hebben mij doen inzien dat ik naïef geweest ben, maar dat ik verder moet. Als ik hen niet had gehad, dan was het met mij misschien wel helemaal fout gegaan en had ik het voetbal vaarwel gezegd. Ik heb in die periode nagedacht of er wat anders was dat ik zou kunnen doen, maar uiteindelijk is het voetbal altijd mijn leven geweest. Ik ben vier jaar scheidsrechter geweest, ik heb vijf jaar op de Heizelschool gezeten en mijn getuigschrift A behaald. Alles stond altijd in het teken van het voetbal.”

Was het financieel ook een harde dobber ?

“Dat viel gelukkig nog mee. Ik had het statuut van werkzoekende, maar ik had weinig kosten. Ik woonde nog thuis en mijn auto was al afbetaald.”

Het heeft een halfjaar geduurd voor er met Schoten eindelijk een club was die jou wilde. Dat duurde langer dan bij veel andere spelers.

“Dat klopt. Ik ben bij veel clubs gaan horen of ik er kon beginnen, maar overal wilden ze de afloop van de zaak-Ye afwachten. Ik heb me altijd opengesteld voor de media, alle interviews aangenomen en daardoor kwam ik meer in de schijnwerpers te staan dan andere jongens, die via een achterpoortje konden wegglippen. Door steeds met mijn kop in de kranten te verschijnen, leek het op den duur wel of ik de enige was die eraan meegedaan had.”

En dan kwam Schoten aankloppen ?

“Op een middag belde de club of ik geen zin had bij hen te komen spelen. Schoten stond toen onderaan in de vierde klasse en dat maakte het voor mij een ideale club : ik kon er veel ballen pakken.”

Geviseerd

Hoe groot was de aanpassing om in vierde te spelen ?

“Toen ik bij Schoten getekend had, dacht ik ook meteen : oei, waar ga ik nu terechtkomen ? Ik dacht dat het verschil van drie klassen heel groot zou zijn. Voetbaltechnisch viel het echter allemaal goed mee.”

In een stadion met vijfduizend mensen hoor je de individuele supporter amper, maar als er vijftig mensen langs de lijn staan, vang je elk woord op. Ik kan me voorstellen dat je het voorbije halfjaar geregeld op je tanden hebt moeten bijten.

“Neen, toen had ik me er al over gezet. Er zijn natuurlijk elke week wel een paar mensen die “Chinees” roepen, of “Hij is weer omgekocht”, maar dan antwoord ik gewoon met prestaties op het veld. Mijn plezantste match was op Eendracht Aalst, de ex-eersteklasser die dit jaar kampioen speelde. Ik werd de hele wedstrijd geviseerd maar we behaalden er toch een mooie 1-1. Een van onze spitsen kreeg een doodschop en heel het stadion zong “Het had de Cliff moeten wezen”. Mij maakt zoiets alleen maar sterker. Het is dan fijn om het een beetje mee te spelen en na de match naar die supporters te gaan en zo te doen (trekt met zijn wijsvingers zijn ogen tot spleetjes). Marc Schaessens zei ooit dat hij ervan genoot dat de bezoekende supporters op Lierse hem telkens op zijn kop zaten. De reden, zei hij, was dat hij belangrijk was. Daar trek ik me aan op. Als ze mij viseren, zal ik ook wel belangrijk zijn zeker ? Anders zouden ze mij wel links laten liggen.”

Hoe kijken ze bij Roda tegen jouw verleden aan ?

“Ze hebben duidelijk gemaakt dat ze me een tweede kans willen geven. De voorzitter zei : als hij goed genoeg is voor Roda, dan komt hij ook naar Roda. Aan de hele affaire is hooguit één zin vuilgemaakt. Ook de Nederlandse pers reageerde zo : we gaan het er één keer over hebben om onze lezers te informeren, en daarna nooit meer.”

Vlijmscherp staan

Je zei ooit dat je op je zesentwintigste bij een topclub wou zitten. Nu, op je vierentwintigste, zit je bij Roda. Een mooie stap.

“Het is inderdaad niet de eerste de beste club. Het is een club die ambitie heeft en met een hechte familiale groep zonder echte toppers goede resultaten wil halen.”

Hoe zie je je toekomst ? Bram Castro wordt normaal gezien eerste keeper.

“Ik weet niet wie eerste keeper wordt. Ze zijn nog een keeper extra aan het zoeken. Ik ga gewoon de concurrentie aan om het de trainer zo moeilijk mogelijk te maken om te kiezen.”

Is er echt nog geen hiërarchie bepaald ?

“Neen, ze hebben me gezegd dat iedereen op nul vertrekt en dat de beste zal spelen.”

De voorbereidingsperiode wordt dus cruciaal.

“Absoluut. Ik ben me ook al aan het voorbereiden want ik heb eerst zes maanden niet gespeeld en dan nu zeven maanden bij Schoten. Ik sta nog wat te zwaar maar ik ben volop aan het trainen om vlijmscherp te staan bij het begin van de voorbereiding zodat ik met gelijke wapens kan strijden.”

Hoe blik je nu vooruit ?

“Ik ga nu twee oogkleppen opzetten, elke training keihard werken en het beste uit mezelf halen. Schoten heeft me de kans gegeven me te herpakken en fit te blijven. Roda geeft me nu de kans om weer als prof te leven. Ik ga ervoor knokken zodat iedereen bij Roda het erover eens zal zijn dat ze een goede transfer gedaan hebben.”

Zie je deze transfer als eerherstel ?

“Nu kan ik wat gebeurd is inderdaad achter mij laten en bouwen aan wat ik altijd al wilde : ooit een goeie keeper worden en in een topclub spelen.”

Ben je opgelucht ?

“Enorm. Veel mensen vertelden me dat het al mooi was dat ik bij Roda op stage mocht en dat ik er nooit een contract zou versieren. Op het einde van mijn stage beloofden de mensen van Roda dezelfde avond nog iets te laten weten, maar dat gebeurde niet. Toen ze me enkele dagen later dan toch belden dat er een contract klaar lag, kreeg ik een krop in de keel. Nadat ik getekend had, tijdens de lange rit naar huis, bleef ik maar herhalen : het is me gelukt, ik ben weer prof. Dat was altijd mijn droom. Ik ben die even kwijtgeraakt, maar hij is er weer.” S

door Peter Mangelschots

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content