‘Mijn droom was om ooit één match in europa te spelen’

© belgaimage - yorick janssens

Drieënhalf jaar geleden arriveerde Danny Vukovic op zijn 32e als volslagen onbekende bij KRC Genk. Vorige week moest hij plaats maken voor het 18-jarige talent Maarten Vandevoordt. Tot dan was hij vaak de enige speler die je op het veld hoorde.

‘Bedankt voor de lange en fijne babbel, anders zat ik toch maar alleen thuis’, zegt Danny Vukovic na anderhalf uur interview.

Zijn vrouw en zoon zijn tijdelijk terug naar Australië, waar zijn vrouw straks in mei hoopt te bevallen van een tweede kind. Het maakt dat de 35-jarige doelman, met zijn no-nonsenseaanpak altijd een interessante gesprekspartner, tijd heeft voor zichzelf, voor het team en voor een interview. Op dat moment weet hij nog niet dat hij in doel plaats zal moeten maken voor Maarten Vandevoordt.

In de drieënhalf jaar werkte Vukovic zich van een complete nobody op tot de leider in de kleedkamer. Dat blijft hij, ook al heeft John van den Brom beslist dat het tijd is om het jonge talent naar voor te schuiven. Ook bij aanvang van dit seizoen was het niet duidelijk wie aan de competitie zou beginnen. Vukovic over die onduidelijkheid toen: ‘Het is simpel. Ik werk zo hard mogelijk en dan is het aan de trainers om te kiezen. Die jonge gasten zijn formidabel, ze kunnen bijna mijn zonen zijn. Ze zien groeien van bijna kids tot jongvolwassenen is fantastisch, maar ik ben me altijd bewust geweest dat ik hard moest blijven werken, of ze pakten mijn plaats.’

In Australië is dat de gewoonste zaak: schreeuwen en tieren, en daarna samen een pint drinken. Ik heb gemerkt dat je hier toch moet opletten.’ Danny Vukovic

Welke vraag zou jij aan Danny Vukovic stellen, als jij hier vandaag voor hem zat?

Danny Vukovic: ‘Wauw, wat een manier om een interview te beginnen. Moet ik nu ook al jouw job gaan doen? ( lacht) Vaak zijn interviews hetzelfde: zelfde vragen, geijkte antwoorden. Zeker na een wedstrijd. Ik vind het wel eens fijn om een vraag te krijgen die ik niet verwacht, waar ik even moet over nadenken. Wat ik niet fijn vind, is een vraag die me in een bepaalde richting duwt, waarbij ik al aanvoel welk antwoord van mij verwacht wordt. Over het algemeen kun je met mij over alles praten. Zelfs over voetbal. ( lacht) Ik herinner me mijn eerste interview ooit, voor een camera. Ik was zo nerveus dat ik niet uit mijn woorden kwam; de hele zaak moest over gedaan worden.’

Toen je hier kwam, hoopte je met Genk iets te winnen. Voelt het anders: voetballen eenmaal je kampioen bent?

Vukovic: ‘Nee. Ik wil nog altijd alles winnen, zelfs elk wedstrijdje op training. Als ik er zo één verlies, ben ik buiten mezelf. Maar afgezien daarvan heb ik wel het gevoel dat ik hier iets bereikt heb. Ik vind het nog altijd fantastisch dat ik hier in België bij Genk zit. Mijn droom was om ooit één wedstrijd in een eerste klasse in Europa te spelen, en ik zit al over de honderd. Fantastisch toch?’

Geeft zo’n landstitel extra vertrouwen?

Vukovic: ‘Absoluut. We verwachtten dat Club Brugge nog over ons zou springen, zeker toen Alejandro Pozuelo vertrok. Maar zijn vertrek maakte ons als team beter. De kantelwedstrijd was thuis tegen Club in play-off 1, toen we hen verrasten. Dat was één van de meest memorabele momenten uit mijn carrière, gevolgd door een fantastisch feest van een paar dagen. Ik was al eens kampioen geworden in Australië, maar dit was toch nog wat anders, samen met de fans in de stad.’

Beleving

Met welke verwachtingen kwam je in België aan?

Vukovic: ‘Heel mijn carrière hoopte ik op een kans om naar Europa te kunnen, maar om verschillende redenen kwam die er nooit. Net toen ik er niet meer aan dacht, was daar Genk. Ook toen ik hier aankwam dacht ik dat het alleen al fantastisch zou zijn om hier één match te spelen.’

Ben je verbaasd over de evolutie die je hier als doelman doormaakte?

Vukovic: ‘Het was niet simpel om als 32-jarige nog een compleet andere manier van keepen aan te leren. Niet voor mij, en niet voor Guy Martens, maar ik ben nu een veel betere doelman dan toen ik hier kwam. Ik had nooit gedacht dat keepen iets ingewikkelder was dan gewoon saves maken en dat mijn positiespel een enorme impact zou hebben. In het begin wist ik niet of die omslag me zou lukken. Maar Guy hield vol, en ik ook. Belangrijk is dat je openstaat voor verandering.’

Danny Vukovic: 'Als er één ding is dat men me nooit kan verwijten, is dat ik mijn truitje niet nat maak. Ik geef altijd 100 procent.'
Danny Vukovic: ‘Als er één ding is dat men me nooit kan verwijten, is dat ik mijn truitje niet nat maak. Ik geef altijd 100 procent.’© belgaimage – yorick janssens

Wat verraste je het meest in Europa?

Vukovic: ‘De beleving. In Australië is voetbal niet populair. Hier werd ik aangeklampt in de supermarkt. Ik wist niet wat me overkwam. Na de titel zag ik volwassen mannen staan huilen en mij omarmen. Dat was ik niet echt gewend. ( lacht) De voetbalpassie in Europa is ongelofelijk. Ik maakte me geen illusie over wat de fans zouden denken toen Genk me haalde: wie is dat nu weer? Wat doen ze nu? Ik wilde die mensen bewijzen dat ik hier mijn plaats waard zou zijn. Dat heb ik wel gedaan, en dat probeer ik nog elke dag te doen.’

Zorgde dat voor druk?

Vukovic: ‘Toch wel een beetje. Ze verwachten hier in Genk vooral dat je je helemaal geeft. Als er één ding is dat men me nooit kan verwijten, is dat ik mijn truitje niet nat maak. Ik geef altijd 100 procent, net zoals ik deed in Australië.

‘Nog altijd heb ik het lastig wanneer de zaken niet lopen zoals ik wil, maar ik ben al veel rustiger geworden. De andere spelers zullen het er misschien niet mee eens zijn, omdat ik af en toe nog eens ontplof, maar ze moeten niet klagen: ze zien maar een glimp van de uitbarstingen die ik vroeger had. Alles wil ik winnen, zelfs een gezelschapsspel thuis. Ik zie niet in wat er verkeerd aan is om in alles de beste proberen te zijn.’

Het wordt ook van je verwacht, als één van de leiders hier.

Vukovic: ‘Het hoort bij de job van kapitein en leider dat je ook zegt wat men niet graag hoort. Het doel is het beste uit iedereen te halen. In Australië is dat de gewoonste zaak: schreeuwen en tieren, en daarna samen een pint drinken. Ik heb gemerkt dat je hier toch moet opletten wanneer, tegen wie en hoe je iets zegt.’

Reep chocolade

Wie is hier nog van de spelers die je destijds bij Genk verwelkomden?

Vukovic: ‘Alleen Jere Uronen, Bryan Heynen en Dries Wouters. De beste vrienden die ik hier maakte, zijn intussen vertrokken: Bojan Nastic en Jakub Brabec. Zo zit het voetbal in Europa in mekaar. In Australië heb je veel minder verschuivingen in de teams.’

Is dat moeilijk, op menselijk vlak: anderen zien komen, dromend van een nog grotere club en weer gaan, terwijl jij achterblijft?

Vukovic: ‘Nee. Voor velen is dit een springplank; zij dromen van de topcompetities. Mijn droom heb ik al gerealiseerd door naar hier te komen, op een moment dat ik niet meer geloofde dat het nog zou gebeuren. Ik beschouw Genk niet als een springplank, een club uit een van de vijf grote competities zit echt niet op mij te wachten. I’m perfectly happy here. ‘

Hoe creëer je een goeie teamsfeer in een kleedkamer waar de meerderheid droomt van Atalanta, Sheffield of Leverkusen?

Vukovic: ‘Dat is een minder groot probleem dan men door mensen van buitenaf denkt. Het is heel simpel: wie hier niet presteert, krijgt nooit de kans om hogerop te gaan.’

Werk jij harder dan voorheen?

Vukovic: ‘Ik werk anders. Dit was dé kans waar ik op zat te wachten en het was geen optie om niet alles te doen wat in mijn mogelijkheden lag. Ik ben vooral anders gaan leven. Rust nemen overdag deed ik nooit, ik trainde maar door. Op mijn voeding letten evenmin. Ik hoefde maar naar een reep chocolade te kijken of ik was al verdikt. Vooral mijn mentaliteit is veranderd. Als ik hier op een dag vertrek, zal ik me niets moeten beklagen.’

Heb je de afgelopen vijftien jaar van iets spijt gehad?

Vukovic: ‘Toch wel. Dat ik ooit als jonge doelman in een finale een scheidsrechter duwde. Ik noemde het licht aanraken. ( lacht) Dat was dé match van het jaar, om dan met de spotlights erop als jonge gast zwaar in de fout gaan… dat was heavy. Eerst zou ik negen maanden geschorst worden, vervolgens zou men die schorsing uitstellen zodat ik toch mee naar de Spelen kon, en daarop werd het een maatschappelijk debat: hoe kon men de regels veranderen en iemand belonen die iets verkeerds had gedaan? Voetbal is niet belangrijk in Australië, maar toen stond ik wel drie dagen na elkaar op de voorpagina van de sportpagina’s, die weliswaar helemaal achteraan de krant beginnen. Eén stom moment van mij kostte me de Olympische Spelen.

We werkten ons te pletter voor Thorup en hij had niet eens het respect om afscheid te nemen. Vooral van hem had ik dat niet verwacht.’ Danny Vukovic

‘Eerst was ik kwaad op die ref: hoe kon hij zo’n fout maken? Daarna besefte ik dat ík de grootste fout had gemaakt. Ik was amper 21, en op dat moment niet de meest volwassen 21-jarige. Het ging beter zodra de straf vaststond; vanaf dan kon ik met mijn leven verder. Gelukkig zijn mijn ouders me toen blijven steunen, en liet mijn toenmalige vriendin, nu mijn vrouw, me niet vallen. Het was een ervaring die me veranderd heeft, ten goede. Ik wilde niet herinnerd worden als die kerel die een scheidsrechter ooit een duw gaf, maar om positieve prestaties. Daar ben ik me vanaf dan op gaan focussen. Ik ben er best trots op dat ik daarin ben geslaagd, hoewel men zich in Australië dat incident nog wel herinnert. Het is op YouTube al 200.000 keer bekeken.’

Danny Vukovic lacht: 'Over het algemeen kun je met mij over alles praten. Zelfs over voetbal.'
Danny Vukovic lacht: ‘Over het algemeen kun je met mij over alles praten. Zelfs over voetbal.’© belgaimage – yorick janssens

Nooit gezien.

Vukovic: ‘Kijk maar, dan ben jij nummer 200.001. ( lacht) Het geeft ook aan wat ik bedoel als ik zeg dat ik veel rustiger geworden ben. I was a lot more on fire when I was young. ‘

Trainerswissels

Wat is het hoogste aantal trainers dat je in eenzelfde seizoen hebt meegemaakt?

Vukovic: ‘Drie. ( lacht) In Australië heb je een salarisplafond en omdat de meeste clubs verlieslatend zijn, wagen ze het niet om een trainer te ontslaan. Als een club daar drie trainers in één seizoen heeft, zijn ze ofwel heel rijk of failliet. In heel mijn Australische voetballoopbaan heb ik welgeteld één trainerswissel meegemaakt, in vijftien jaar. Maar ik was amper hier en het was al zover. Het voelt niet goed: zo intens met iemand samenwerken, dag in dag uit, en ineens is-ie weg. In vier jaar ben ik al aan mijn zesde trainer toe, interim-trainers niet inbegrepen. Toch went het nooit.’

Hadden die trainerswissels impact op jullie seizoen?

Vukovic: ‘Het vertrek van Jess Thorup was een klap. In geen tijd had hij met iedereen een goeie band, we werkten ons te pletter voor hem en hij had niet eens het respect om afscheid te nemen. Vooral van hem had ik dat niet verwacht. Ik hoorde het die maandagochtend op weg naar training op de radio. Ik was kwaad en ontgoocheld. Ik zou het nooit zo doen, al gunde ik hem die kans wel, bij de grootste club in zijn land. Ikzelf zou desnoods een dag vrij regelen en het vliegtuig op en neer pakken om afscheid te nemen.

‘Een trainerswissel houdt elke keer weer veranderingen in en dat is niet goed, altijd alles omgooien. Belangrijk voor een nieuwe trainer is niet te veel veranderen; wijzigingen stap voor stap doorvoeren.’

Waar liep het verkeerd met Hannes Wolf? Aanvankelijk was iedereen razend enthousiast over hem, en ineens was het op.

Vukovic: ‘Ik kon goed met hem opschieten, hij maakte me kapitein. Het was niet dat we niet hard genoeg werkten. We werkten erg hard, toen.’

Wat heeft John van den Brom veranderd?

Vukovic: ‘De rust die hij uitstraalde toen hij de kleedkamer binnenkwam. Hannes was ernstig, één en al voetbalpassie en alles moest van de eerste keer goed gebeuren, maar dat is niet altijd het geval. Toen John kwam, was hij erg relaxed. Er werd opgelucht ademgehaald. We amuseerden ons weer, lachten al eens. Dat was wat deze groep nodig had. Hij veranderde niet zo veel, maar de trainingen werden plezanter, er was meer sfeer en we zaten minder vaak voor de video. De spelers reageerden beter op die aanpak. Eindelijk konden we het voetbal dat we op training lieten zien ook in de wedstrijd brengen. Maar het blijft op en neer gaan.’

Geen Champions League

Je was een jaar uit met een gescheurde achillespees. Dacht je dat je ooit terug zou kunnen komen, na zo’n blessure?

Vukovic: ‘Ik wist dat ik maar één kans had, ook door mijn leeftijd. Daarvoor moest ik alles geven. Ik héb alles gegeven, ik ben trots dat ik zo hard gewerkt heb. Al mijn testen zijn beter dan voor mijn blessure.’

Maar je miste wel de hele Champions League.

Vukovic: ‘Daarom schreeuwde ik ook zo hard toen ik neerviel op training, met die blessure. Niet omdat ik zo veel pijn voelde, ik schreeuwde alles bijeen omdat ik meteen besefte wat dit betekende: geen Champions League. Om negen uur blesseerde ik me, om één uur ’s middags lag ik op de operatietafel voor een ingreep van drie uur. Vervolgens haalde de club Thomas Didillon die het goed deed. Dat was een onzekere periode. Kom ik nog terug?, vroeg ik mij af. En als dat lukt: rekenen ze dan nog op mij?’

Net toen je de training hervatte, brak corona uit.

Vukovic: ‘Tot midden december revalideerde ik in Australië, op trainingskamp kon ik alweer joggen. Ik zou half maart op een maandag voor het eerst met de beloften spelen, maar op zondag besliste men alles te annuleren. Ik was er aanvankelijk niet kwaad om, want ik voelde nog iets, misschien was het iets te vroeg geweest. Nu kon ik volop revalideren, en ik had plots tijd voor mijn gezin. Dat waren de twee positieve zaken in die moeilijke periode.’

Wat wil je dat ze later van je onthouden?

Vukovic: ‘De fijne samenwerking die we de afgelopen jaren hadden. En misschien dat ik op mijn 35e nog zo hard ga en zo een voorbeeld kan zijn waar ze later aan terugdenken.’

Eind dit seizoen loopt je contract af. Heb je nog een carrièreplan?

Vukovic: ‘Ik wil graag nog eens een WK meemaken. Dat in Rusland vond ik fantastisch. Daarvoor zou het goed zijn als ik nog twee jaar in Europa kan blijven. Hier of bij een andere Europese club, met het oog op de nationale ploeg – mits we ons plaatsen. De concurrentie in Azië wordt steeds groter. Vroeger had je daar enkel Japan, Zuid-Korea en een land uit het Midden-Oosten, nu is bijna ieder Aziatisch land sterk.’

Je hebt veel ploegmaats naar topcompetities zien verhuizen. Is er iemand wiens parcours je verrast heeft?

Vukovic: ‘Nee. Ik ben wel trots dat ik met zo veel grote talenten gevoetbald heb. Ik kijk ernaar uit om over een paar jaar in Australië in een pub met mijn vrienden naar de Champions League te kijken en en te wijzen: met die en die heb ik nog gevoetbald. Dat wordt fijn.’

Fan van Rode Ster Belgrado

Wat is je favoriete club?

Danny Vukovic: ‘Rode Ster Belgrado. Altijd al geweest, een deel van mijn familie komt uit Novi Sad. Ik spreek geen Servo-Kroatisch, maar ik versta het wel goed, we zijn ginder al met vakantie geweest. Daar ooit eens spelen, was een droom, maar het zal er niet meer van komen, denk ik.’

Wie waren je voetbalhelden?

Vukovic: ‘ Mark Bosnich als doelman en Harry Kewell en bij uitbreiding alle Australiërs die het toen maakten in Europa. Ik weet niet of ik het als jonge gast had gekund, zoals zij het deden: thuis vertrekken op je zestiende.’

Spreek je al een beetje Nederlands?

Vukovic: ‘Helaas niet. In het begin volgde ik Nederlandse les, tot ik vaststelde dat iedereen – op de club maar ook in de stad – Engels praat.’

Keer je na je carrière terug of open je hier een Australian Icecreambar?

Vukovic: ‘We gaan zeker terug. Er is namelijk al een goed Australisch ijssalon in Hasselt. Mijn ouders worden ouder en het is tijd dat mijn vrouw straks weer kan werken als juriste, wat hier door de taal en de andere wetgeving wat moeilijk lag. Ik denk dat ik in het voetbal blijf; ik ga proberen mijn trainersdiploma op het hoogste niveau te halen. Keepertrainer in eerste klasse lijkt me wel wat, maar het kan ook anders uitpakken.’

Het heeft niets met het klimaat te maken?

Vukovic: ‘Ik geraak maar niet gewend aan de kou hier. Toen ik onlangs in Moeskroen op dat half besneeuwde en modderige veld stond, kon ik amper mijn schoenen zien in die modder. Even dacht ik: wat sta ik hier te doen, terwijl ik gewoon thuis op het strand een biertje had kunnen pakken?’ ( lacht)

Je gaat dus nog eens verhuizen.

Vukovic: ‘Dat hebben we al minstens vijftien keer gedaan. Ik kijk er naar uit om eens voor lange tijd op eenzelfde plaats te leven, maar ik weet amper nog hoe dat is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content