Voor het seizoen begon, gaf hij zichzelf een kans om wereldkampioen te worden. Na vijf races weet Ralf Schumacher : het zal niet voor dit jaar zijn.

Zes grote prijzen prijken er intussen op zijn erelijst. Het zou Ralf Schumacher (28) met voorsprong tot de beste Duitse Formule-1-rijder aller tijden promoveren – ware daar natuurlijk niet zijn broer Michael. Verdere commentaar hoeft daar eigenlijk niet bij. Zeven jaar toert Ralf rond in de Formule 1 en grof gemeten kun je die tijdspanne herleiden tot één strijd om weg te raken uit de schaduw van zijn grote broer.

Voor aanvang van de campagne 2004 had de jongste Schumacher goede hoop dat het deze keer wel eens zou kunnen lukken. De nieuwe Williams-BMW, de FW26, beloofde veel goeds. Ralf : “Het verschaft me onnoemelijk veel plezier om met deze wagen te rijden. Hij voelt zeer goed aan, hij is in alles beter dan zijn voorganger.” De voorbereiding op het seizoen verliep onberispelijk. Ralf : “De beste voorbereiding die ik ooit gekend heb bij Williams-BMW. Na de laatste race van vorig seizoen in Suzuka laste ik een ultrakorte pauze in om vervolgens zeer vlug opnieuw met de training aan te knopen. Veel fitness gedaan ook.”

Kortom, de wagen liep gesmeerd, de rijder voelde zich kiplekker, de verwachtingen werden opgekrikt. Ter hoogte van de wereldtitel zowaar. Ralf : “Je kunt geen ijzer breken met je handen, natuurlijk. Maar toch. De jongste jaren moesten we allemaal de heerschappij van Ferrari ondergaan. We moesten eerst leren om wedstrijden te winnen. 2003 was voor ons het eerste jaar waarin we dat konden. Als we daar in 2004 geen verlengstuk aan zouden kunnen breien, zou dat zeer teleurstellend zijn. Eerlijk, ik geloof dat ik een kans heb om wereldkampioen te worden. We moeten gewoon iets constanter presteren in de races. En de kleine foutjes die we vroeger maakten, kunnen zowel de rijders als het team zich niet langer meer veroorloven.”

Amper vier grote prijzen in het seizoen 2004 ver mag Ralf Schumacher de hoop op een wereldtitel ongeveer begraven. In de openingsrace (in Australië) schoot hij nog goed uit de startblokken. Een vierde plaats, dat bood perspectieven. Nadien greep de jongste Schumacher in Maleisië naast de punten en moet hij zich zowel in Bahrein als in San Marino vergenoegen met een schamele zevende positie. Na vier races totaliseert Ralf Schumacher negen punten en vat hij post op een al bij al bescheiden zevende positie. Bovendien weet hij zich al ver achteruitgeslagen tegenover grote broer Michael, die het maximum van veertig punten achter zijn naam heeft staan. En, misschien nog erger, hij ligt al behoorlijk achter op zijn ploegmaat bij Williams-BMW, de Colombiaan JuanPablo Montoya, die achttien punten telt. Diezelfde Montoya zorgde nog voor het seizoen voor onrust door aan te kondigen dat hij in 2005 naar McLaren-Mercedes verhuist.

Ralf Schumacher : “Ik geloof niet dat er momenteel veel rijders aan de kwaliteiten van Juan Pablo kunnen tippen. Het eerste jaar dat we samen reden, moesten we nog wennen aan elkaar. Dat heeft wat tijd gevraagd. Nadien verliep de samenwerking tussen ons rimpelloos en het is doodzonde dat die wordt onderbroken.”

Bestaat het gevaar niet dat Montoya straks geheime informatie naar McLaren-Mercedes smokkelt ?

“Zo een vaart zal het zeker niet lopen. Wij zijn rijders, geen technici. Natuurlijk hebben we de jongste jaren een proces van constante verbetering en vernieuwing doorgevoerd, en daar steek je als rijder wel een en ander van op. Juan Pablo komt bij McLaren echter in een stabiel team terecht. Zo veel verschil zal er wel niet op zitten.”

Hij zou nog tijdens dit seizoen de tankstopstrategie kunnen verraden.

“Waarom zou hij dat doen ? Welk belang zou hij daarbij hebben ? Ik ken geen enkele Formule-1-coureur die vrijwillig zijn eigen kansen op een zege opoffert. Dat kan ik me ook van Montoya niet voorstellen.”

Maar kan je dit seizoen nog op zijn hulp rekenen ?

“Ik hoop natuurlijk dat ik zijn hulp niet nodig zal hebben, zoals hij ook vorig jaar mijn hulp niet nodig had. Maar ik kan niet zeggen in welke mate hij met zijn gedachten nog bij BMW dan wel al bij Mercedes is.”

Jij krijgt volgend seizoen in ieder geval een nieuwe ploegmaat. Wat zal dat veranderen ?

“Ik heb al zoveel verschillende ploegmaats meegemaakt, één meer of minder zal het verschil niet maken. Het laat me eigenlijk totaal koud wie er volgend seizoen bijkomt.”

Jacques Villeneuve ?

“Volgens mij wil het team zich verbeteren, niet verslechteren. Dus geloof ik niet dat Villeneuve in aanmerking komt.”

Vind je dat je zelf nog vooruitgang boekt ?

“Dat kan je moeilijk van jezelf zeggen. Met de jaren ben ik rustiger geworden, kan ik me beter concentreren op wat belangrijk is. Ik probeer nog beter te rijden. Toch maak je als rijder ook slechts deel uit van de hele organisatie errond. Formule 1 is een proces dat je samen met je team uitvoert.”

Zijn er grondige analyses na elke race ?

“Zeker. Na elke wedstrijd vergaderen we meermaals om het werk te analyseren : wat hebben we gepresteerd, wat kunnen we nog verbeteren ? De communicatie tussen de rijders en het team is het allerbelangrijkste.”

Wordt er tijdens zulke meetings wat afgeroepen ?

“Er wordt bij ons niet gebruld en gescholden. Teamchef Patrick Head is wat luidruchtiger dan de rest en heeft soms problemen om zich te beheersen. Dat is de aard van het beestje. Alles blijft echter constructief.”

Hoe nerveus word je van fouten ?

“Fouten zijn ergerlijk, maar niemand begaat ze vrijwillig. Het team maakt fouten, ik maak fouten. Dat moeten we wederzijds van elkaar aanvaarden. Ik bedoel : het werkt in beide richtingen. We moeten er vooral proberen uit te leren. Als ik echter zelf faal in een wedstrijd, heb ik toch een dag nodig om daar bovenop te raken. Op maandag ben ik doorgaans weer helemaal mezelf.”

Vlieg je zelf naar de plaats van de wedstrijden ?

“Ik heb een eigen vliegtuig, ja, het staat in Salzburg. Ik bezit ook een pilotenbrevet, maar ik heb nog niet de vergunning om met mijn toestel te vliegen. Bovenop je algemene pilotenbrevet moet je voor elk type toestel – in mijn geval is dat een Gulfstream G-100 – een specifieke opleiding volgen. Zo een cursus duurt twee, drie weken en ik moet ervoor naar Dallas. Ik heb daar nog geen tijd voor gevonden.”

Een eigen vliegtuig, dat klinkt wel luxueus.

“Mijn afkomst zal ik nooit vergeten, maar de Formule 1, dat is geen normaal leven. Reizen hoort er nu eenmaal bij. We gebruiken voor onze verplaatsingen privé-vliegtuigen of helikopters. Door de tijdsdruk kunnen we vaak niet anders. Thuis houd ik het echter liefst gewoon. We doen onze inkopen zelf en u mag het best weten, we gaan daarvoor naar de Aldi. En we koken zelf.”

Word je dan aangesproken in de Aldi ?

“Dat gebeurt natuurlijk. Bij ons in Salzburg is dat normaal. De mensen kennen je en ze spreken ook voortdurend achter je rug. Niet noodzakelijk kwaad, maar het gebeurt wel. Het is een beetje een dorp, eigenlijk.”

Klopt het dat je een exemplaar hebt van elke raceauto waarmee je gereden hebt ?

“Ja, ze staan op mijn kartbaan in Bispingen. Alleen de McLaren waarmee ik in Japan in de GT heb gereden, ontbreekt nog in mijn collectie. Die kost echter zoveel geld, dat heb ik er momenteel niet voor over. Ik wacht liever wat af dan een fortuin te spenderen aan wat per slot van rekening toch maar een verzameling is.”

door Anne Schildmacher

‘Villeneuve bij BMW-Williams ? Volgens mij wil het team zich verbeteren, niet verslechteren.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content