Bind jij op een trouwfeest rond drie uur ’s ochtends ook meestal je das rond je voorhoofd? “Ik ben nog nooit naar een trouwfeest geweest. Mijn twee oudere broers, Gunther en Jurgen, zijn 32 en 35. Miranda, mijn zus, is 36. Die trouwden allemaal nog vóór ik vijftien was.

“Op feestjes hou ik me kalm, ik laat mij alleen vanbinnen gaan. Soms drink ik mij zat, maar ik steek dat goed weg. Meestal bestel ik Hoegaarden, dat is het enige bier waarvan ik na vijftien glazen niet moet overgeven.

“Op de dansvloer vind je me nooit, daar ben ik veel te verlegen voor. Als ik vroeger op café een cola wilde, stuurde ik mijn jongere broer, Dimitri, naar de toog. Als we naar een koers gingen en niet wisten waar de inschrijving was, vroeg hij de weg. Ik zette me er dan wel dicht genoeg bij om mee te luisteren, Dimitri kon de uitleg nooit onthouden.”

Had jij vroeger een tamagotchi?

“Dat is zo’n beestje op een computertje, hè? Nee, ik had dat niet. Ik moest daar zelf voor sparen en toen ik eindelijk genoeg geld had, was dat al uit de mode.

“Een PlayStation kreeg ik wel, maar eigenlijk was ik al van kind af vooral met fietsen bezig. Op mijn BMX stond een koersstuur. Dat kwam van Jurgen, die vroeger ook wielrenner was. Waarschijnlijk is het dankzij hem dat ik nu koers.

“Een tijd voetbalde ik ook, maar koersen vond ik plezanter, omdat het een individuele sport is. Als je als voetballer goed speelt maar je ploeg verliest, dan verdwijnt je prestatie in het niets. Als je als coureur een hele dag voorop rijdt maar er wint niemand van jouw team, dan spreken ze toch nog over je vlucht.”

Strijk jij je ondergoed of trek jij gekreukelde slips aan?

“Mijn schoonmoeder strijkt die. Enfin, dat denk ik, ze zien er toch netjes uit. Strijken kan ik zelf ook, maar ik doe het niet gauw. Van bepaalde stoffen weet ik niet goed hoe ik ze moet behandelen. Mijn eigen kleren, dat lukt wel, maar leg geen katoenen of satijnen dingen voor mijn neus.”

Van welke stof zijn jouw kleren dan gemaakt?

“Wat is dat, jong? T-shirtstof.”

Trokken ze op school bij dictees een punt af als jij een dt-fout maakte in je naam?

“Nee, meestal moest ík de leraar verbeteren. In gewone teksten maak ik nu nog altijd veel dt-fouten. Er bestaat zo’n zinnetje waarmee je kunt onthouden hoe het moet, maar ik vergeet dat altijd. Hoe gaat het nu weer? ‘Ik altijd, jij nooit.’ Of omgekeerd? Ik weet het niet juist.

“In Beveren volgde ik vanaf het tweede middelbaar houtbewerking en bouw. Daar maakte ik vroeger nog houten asbakken. Vanaf het vierde middelbaar ging ik naar de wielerschool, in Ronse. Daar leerde ik lassen. Dat was saai, zeker in het begin. De leraar vroeg elke keer om op een plaatje vijf lijntjes te trekken, altijd weer opnieuw, tot ze perfect waren. Je moest elk lijntje in één trok lassen, ze moesten mooi blinken, allemaal even dik zijn en kaarsrecht.”

Zeiden je ouders vroeger tegen jou ook dat kauwgommen inslikken gevaarlijk was, omdat daardoor op den duur je darmen zouden aaneenplakken?

“Mij maakten ze wijs dat daardoor mijn gat zou gaan dichtplakken, maar ik trok me daar niks van aan. Tegenwoordig steek ik alleen nog achter het stuur kauwgommen in mijn mond, dat helpt als ik stress krijg van een file. En ik slik ze nog altijd in.”

Stel dat je met een dichtgeplakt gat in het ziekenhuis belandt, welke knappe juffrouw zou je daar dan graag in verpleegsterstenue voor je bed zien verschijnen?

“Miss België 2010: Cilou Annys. Ik kwam die eens tegen op een persvoorstelling. In het echt ziet ze er nog tien keer beter uit dan op foto.”

Hoe vaak liet jij je bad al overlopen?

“Nog nooit. Maar toen ik op een keer de kraan had opengedraaid en een halfuur later ging kijken of het bad al vol was, zag ik dat ik vergeten was om de tsjoep in te steken. Dat is even erg zeker?”

In deze rubriek komen dit seizoen Belgische sportfiguren uit verschillende disciplines aan bod.

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content