Hij voelde zich niet langer de baas bij Oostende. Dus stapte Rudolf Vanmoerkerke na 31 jaar op als voorzitter. “Ik beleefde er geen plezier meer aan.”

Wie Oostende zegt, zegt Rudolf Vanmoerkerke. Zo was het althans ruim drie decennia. Goed voor negen landstitels, elf nationale bekers en een groeiend Europees succes. En toch werd het een afscheid in mineur voor de 76-jarige Vanmoerkerke. De transfer van minister Johan Vande Lanotte gaf de club een nieuwe financiële impuls, maar tastte tegelijk de autoriteit van Vanmoerkerke aan. En daar kon de voorzitter maar niet aan wennen. “Langer dan twee jaar had ik het toch niet meer kunnen doen, en dit is gewoon het beste voor de club.”

Uw ontslag zorgde voor heel wat deining in de basketbalwereld. Toch lijkt u zelf niet echt aangeslagen.

Rudolf Vanmoerkerke : Dat komt omdat mijn ontslag eigenlijk een opluchting is. In de huidige structuur voelde ik me gewoon niet goed meer. Ik ben niet goed in het vervullen van een rol die ik niet echt vertegenwoordig. Ik ben altijd een voorzitter geweest die de club volledig onder controle had, op alle gebieden, en dat is nu niet meer het geval. Vroeger bracht ik het meeste geld aan en dwong ik daardoor leiding en autoriteit af, maar vooral sinds vorig jaar komt het geld uit een andere hoek. En daar bestonden toch wrijvingen over. Ik functioneer niet als ik niet meer alle verantwoordelijkheid draag en als ik geen schoppen onder mijn broek krijg als ik het slecht doe. De meeste mensen hebben er last mee om dat te begrijpen, maar ik had niet meer het gevoel dat ik mijn functie als voorzitter nog goed kon uitoefenen. Ik beleefde er geen plezier meer aan en dan hou ik er liever mee op. Ik heb ook nog geen minuut spijt gehad van mijn beslissing.

Vorig seizoen trad meneer Vande Lanotte al meer op de voorgrond. Hij haalde bijvoorbeeld Praskevicius naar Oostende, normaal toch een te dure vogel ?

Voor Praskevicius hadden we inderdaad geld nodig en dat heeft hij gevonden. En de spelers zien dan meteen waar het geld vandaan komt, hé. Ze zijn een beetje zoals vlinders die op siroop afgaan. Tot een jaar geleden wist iedereen dat er niks gebeurde zonder mijn zegen. Maar als ze vorig seizoen iets niet kregen van mij, dan stapten ze gewoon naar meneer Vande Lanotte. Niet dat ze alles van hem kregen, hoor, maar het zegt toch genoeg. En dat stoorde me wel.

Bij het ontslag van Lucien Van Kersschaever in februari werd nog meer duidelijk dat de erevoorzitter zijn stempel begon te drukken.

Van Kersschaever heeft die beslissing altijd in de schoenen geschoven van meneer Vande Lanotte. Maar ik wil hier niet de hypocriet uithangen : over die zaak bestond wel degelijk een consensus, ik stond daar volledig achter. Zowel de erevoorzitter als ikzelf vreesden dat we geen kampioen zouden worden met Van Kersschaever. Ons gelijk zullen we nooit kunnen bewijzen, maar daar hebben we wel samen onze verantwoordelijkheid genomen. Over zijn vervanging waren we het volledig eens.

Toch wordt gezegd dat een verschil in visie tot uw ontslag heeft geleid ?

Ik denk nochtans dat er zeer weinig verschil in visie is. We willen allebei winnen, we willen allebei de beste zijn in België en een club uitbouwen die zo goed mogelijk gestructureerd is. Het is meer in de uitvoering van die visie dat de verschillen zitten.

Wanneer en waardoor werd de situatie dan stilaan onhoudbaar voor u ?

Tot na het kampioenschap was er eigenlijk geen vuiltje aan de lucht. Vorig seizoen hebben we echt in totale harmonie gewerkt, samen de spelers gekozen. De wrijvingen zijn pas begonnen met de samenstelling van de ploeg voor dit seizoen. Het eerste twistpunt was de keuze van de coach : ik had vorig seizoen Aaron McCarthy geëngageerd en hem beloofd dat hij mocht aanblijven als hij een prijs zou winnen. Dat stond niet op papier, maar als ik iets beloof, doe ik dat ook. Johan Vande Lanotte wilde echter liever Dirk Bauermann. Toen heb ik hem gezegd, als je hier een crisis wil vermijden, dan moeten we voor McCarthy kiezen. Doe maar, heeft hij daarop geantwoord.

Moet McCarthy dan nu niet beginnen vrezen voor zijn job ?

De job van een coach is altijd gevaarlijk. Je gaat me toch niet in de steek laten, is McCarthy me al komen vragen. Ik zal hem ook niet in de steek laten. Ik hoop ook voor de club en voor hem dat hij wint. Maar elke coach die verliest, zit nu eenmaal op de wip. Zo gaat dat in de sport.

Andere twistpunten waren de aanwervingen van Andrius Giedraitis en Michael Huger ?

Hoe je het ook draait of keert : iemand engageren die geblesseerd is, dat is een verkeerde beslissing. Giedraitis is natuurlijk een goeie speler, maar wanneer gaat hij over al zijn mogelijkheden beschikken ? Dokter Martens had vooropgesteld dat hij speelklaar zou zijn op 1 september, maar wanneer zal hij weer die vechtlust hebben, wanneer zal hij weer risico’s durven nemen ? Voor januari moet je zeker geen daverende dingen van hem verwachten. En dat is toch een speler die veel geld gekost heeft. Met Michael Huger als spelverdeler was meneer Vande Lanotte dan weer niet gelukkig. Maar ik vond dat we na JR Holden iemand nodig hadden die het spel kon maken. Een ploeg rendeert volgens mij nog altijd beter met een typische spelmaker. McCarthy was ermee akkoord en we hebben een contract afgesloten. Tot er bij Huger hartritmestoornissen werden vastgesteld. Drie dokters gaven daarover een negatief advies. Ik had hem liever gehouden, maar wilde het bestuur ook niet verantwoordelijk stellen voor eventuele ongevallen met Huger. Daarom hebben we de transfer afgeblazen. Kwatongen zouden kunnen beweren dat het Vande Lanotte nu goed uitkomt, maar hij zit er voor niks tussen, hoor.

Was de vervanging van Michael Huger dan de spreekwoordelijke druppel ?

Dat was alleszins een groot discussiepunt. Meneer Vande Lanotte wou de Amerikaan Eric Elliott vorig seizoen al, maar ik vond en vind nog altijd dat hij zijn geld niet waard is. Ik had het meer voor Cross en wou hem laten overkomen voor een try-out. Niet nodig, vond meneer Vande Lanotte, we zouden toch nog andere pistes moeten nagaan. “Heb je het geld daarvoor”, vroeg ik, want een week voordien had ik in het bestuur een budget van 100.000 dollar voorgesteld voor de vervanger van Huger. “Mocht het kunnen voor 75.000, dan zou dat beter zijn voor het budget”, had de schatbewaarder toen gezegd. In het bijzijn van meneer Vande Lanotte, hé. En dan wordt een speler aangetrokken die minstens 135.000 dollar kost. Elliott is een degelijke speler, hoor, maar ik vind hem niks speciaal, niet spectaculair. Voor hetzelfde geld hadden we beter kunnen doen. In basketbal moet je nu wel veel geld hebben, maar ook weer niet teveel, hé. En dat is misschien wel de druppel geweest, ja. Al overdrijf ik misschien wel een beetje in mijn gevoeligheid, want had ik gezegd, Cross komt, dan stond Cross hier. Maar als iemand niet wil collaboreren, dan voel ik dat ook.

De erevoorzitter brengt niet alleen het geld binnen, hij bepaalt ook mee het sportieve beleid. Was dat de oorspronkelijke bedoeling ?

Dat was eigenlijk niet zo voorzien, nee, hij is er vanzelf ingerold. Enkele jaren geleden begon ik hem geregeld op wedstrijden te zien, en toen heb ik hem gevraagd om erevoorzitter te worden. Dat verhoogt toch een beetje het prestige van de club. We vonden dat hij dan ook aan vergaderingen kon deelnemen, wat hij meteen heeft gedaan. Meneer Vande Lanotte is nu eenmaal iemand die recht op zijn doel afgaat, ook in de politiek. Omdat we in die tijd moeite hadden om sponsors te vinden, heeft hij dat op zich genomen. En werd hij dus degene die het geld binnenbracht. Vanaf dat moment is hij ook het budget gaan controleren, want een van zijn bekommernissen was, dat we zeker geen schulden mochten maken. Nu, als je spelers engageert, kom je automatisch bij de budgetbeheerder terecht. Omdat hij ook een man is van cijfertjes en statistieken, is hij het internet beginnen afschuimen, op zoek naar goeie spelers. Van elke speler kent hij alle statistieken. Dus telkens ik een speler moest aanwerven, heb ik hem daarbij betrokken, en zo is dat geëvolueerd.

U heeft hem uw beste transfer ooit genoemd. Blijft u daar bij ?

Hij blijft mijn beste transfer ooit, ja. De laatste jaren heeft niemand harder gewerkt voor de club dan meneer Vande Lanotte. Ik weet niet in welke toestand we nu zouden gezeten hebben zonder zijn inspanningen. We zouden misschien nog meegedaan hebben, maar dan als een goeie middenmotor met minder geld. Dat heeft natuurlijk ook zijn charmes, maar de resultaten die we vorig jaar behaald hebben, zijn gewoonweg schitterend. En ook voor dit seizoen staat er een sterk team. De ploeg weegt zwaarder door en zou het normaal beter moeten doen op Europees niveau.

Op 11 september wordt een nieuwe voorzitter gekozen. Wie lijkt u de meest geschikte persoon om u op te volgen ?

Meneer Vande Lanotte heeft me al gevraagd of hij nu voorzitter moet worden. Ik heb hem aangeraden iemand te vinden die bereid is uit te voeren wat hij en de mensen rondom hem denken. Als Vande Lanotte echter niemand vindt die de politiek van de club wil omzetten, dan lijkt ondervoorzitter Arthur Goethals mij de meest geschikte kandidaat. Hij is een topman van Delhaize en kent ook iets van basketbal. Hij behoort een beetje tot de clan van Vande Lanotte, maar laat zich niet makkelijk manoeuvreren, denk ik. Maar als je gemeenschappelijke commerciële belangen hebt, worden er toch dikwijls gemeenschappelijke practische regelingen getroffen.

Is het toch geen bitter afscheid voor u, na al die jaren ?

Ik had niet gedacht dat alles zich de voorbije maanden zo zou ontwikkelen. Vorig seizoen had ik eigenlijk al min of meer laten verstaan dat ik niet wist of ik nog wel zou voortdoen. Maar in de euforie na de landstitel heb ik beslist om er toch nog een jaartje bij te doen. Daarmee heb ik me misschien te ver gewaagd, dat heb ik nu in elk geval moeten vaststellen. Meneer Vande Lanotte heeft er nog alles aan gedaan om mij tegen te houden, hij wilde het spelersbeleid zelfs volledig aan mij overlaten, maar daarover ging het uiteindelijk niet. Als je je niet goed voelt van in het park te wandelen, moet je aan zee gaan wandelen. Elke dag krijg ik brieven en telefoontjes. Jij gaat eeuwig onze voorzitter zijn, klinkt het dan. Sommigen worden zelfs sentimenteel. Meneer Vande Lanotte is nu even de gebeten hond, en daar is hij heel ongelukkig over, maar de mensen vergeten snel. Als Oostende straks opnieuw kampioen van België wordt, staat de boel toch weer in brand, en dan gaan ze roepen : “Haleluja, Vande Lanotte is groot !” Zo zijn de mensen. Anderzijds, als het vanaf het begin niet goed draait, zal hij er nog van langs krijgen. Dan zullen de supporters niet tevreden zijn, zoals ze ook nu niet tevreden zijn.

Het bestuur wil u nu tot erevoorzitter benoemen, zou u dat aanvaarden ?

Misschien wel, maar dan niet een erevoorzitter à la Vande Lanotte, hé ( lacht), één in de echte zin van het woord. Op voorwaarde ook dat ik geen lid meer ben van de club, dat ik er boven sta. Ik wil me er volledig uit lostrekken, ik wil geen roet meer in het eten gooien.

Onder meer Rik Samaey zou het dom vinden mocht er geen beroep meer gedaan worden op uw ervaring. Zou u daar voor openstaan ?

Ik zou mijn mening geven als daar om gevraagd wordt, maar dat gaan ze niet doen, hoor. Ze hebben nu te veel last met mij, ze krijgen te veel kritiek. En dan is het moeilijk om net aan mij advies te komen vragen. Trouwens, toen ik drie jaar geleden Sunair verkocht aan de Engelsen, heb ik ook de deur achter mij dichtgetrokken. Ik mocht de burelen nog houden, en alles wat er bijhoorde, maar daarvoor heb ik vriendelijk bedankt. Ik heb dat hoofdstuk afgesloten en ben er nooit meer teruggekeerd. Dat is voor mij de beste manier om dat te verwerken. De Engelsen wilden me nog graag twee jaar houden als adviseur, maar dat wilde ik alleen op voorwaarde dat ik geen verantwoordelijkheid meer zou dragen. En dat is toen niet doorgegaan. Het Belgische basketbal is mij veel verschuldigd, zegt Lucien van Kersschaever nu. Maar het basketbal is mij niks verschuldigd, ik heb dat allemaal graag gedaan. Ik heb er veel miserie mee gehad en het heeft me veel geld gekost, maar ik heb nog altijd veel meer teruggekregen dan ik ooit gegeven heb.

Zien we u dan ook niet meer in de Mister V Arena ?

De eerste maanden toch niet, denk ik. Ik wil de bestuursleden eerst wat tot zichzelf laten komen, daarna zien we wel. Misschien wordt het voor mij ook wel moeilijk, hoor, ik zal het moeten gewend raken om als gewone toeschouwer te gaan kijken. Maar laat alles maar even bezinken nu. Of ik het dan niet zal missen ? Ik heb basketbal altijd een mooie sport gevonden, maar het was toch vooral de drang om iets te realiseren, die me al die jaren heeft voortgestuwd. De kick van het waar te maken. Maar ik heb nog veel andere interesses : ik volg zowat alle sporten en hou erg veel van muziek, opera, theater, boeken, kunst. Dat is ook mijn geluk op mijn leeftijd : ik sta niet stil bij het verleden, ik kan nog altijd uitkijken naar morgen.

door Inge Van Meensel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content