Nu hij 28 is en aan zijn derde seizoen bij AA Gent begon, voelt Dario Smoje zich beter dan ooit. De klappen die eraan vooraf gingen, liegen er nochtans niet om : hij mislukte bij AC Milan en verloor daarna zijn broer. ‘Ik ben serieuzer en rijper geworden.’

Als Dario Smoje door het raam kijkt van het appartement dat hij met zijn vrouw betrekt, ziet hij een van de mooiste parken in de Kuip van Gent. Moeders wandelen er met kinderen, verliefde paartjes komen er knuffelen, vrienden trappen er een balletje. Zoals ook hij vroeger het voetballen niet kon laten.

Het bracht hem van Rijeka via AC Milan, Monza, Dinamo Zagreb en NK Zagreb tot bij AA Gent, waar hij door zijn overzicht, positiespel en persoonlijkheid behalve een centrum van rust voor de ploegmaats, evenzeer een bron van opwinding is door zijn soms onzorgvuldige passing. Maar Dario Smoje blijft hoe dan ook een van de beste centrale verdedigers in de Belgische competitie.

Een glimlach opent het gesprek als hij voor het raam in de sofa heeft plaatsgenomen.

Je lijkt je goed in je vel te voelen.

Dario Smoje : “Is ook zo. Ik voel me hier van in het begin al goed omdat iedereen mij accepteert. Ik heb het respect van de trainer, de voorzitter, de directeur, de fans, dus dat is goed voor de spelers. Als je je belangrijk voelt, krijg je het vertrouwen dat je nodig hebt.”

Alsof jij nog vertrouwen nodig hebt.

“( lacht) Soms moet je al eens met wat minder zelfvertrouwen op het veld staan, ja. Maar dat is nu eenmaal mijn manier van spelen. Dat zal ik niet meer veranderen.”

Toch lijk je dit seizoen minder risico’s te nemen, val je minder op nonchalance te betrappen. Er zit blijkbaar een evolutie in.

“De trainer blijft er tegen mij maar op hameren dat ik niet mag tonen dat ik kan voetballen, omdat je dat aan mijn bewegingen volgens hem zo ook al genoeg ziet. Het simpel houden, dat vraagt iedereen van verdedigers. Als je het met één goede pass kan oplossen, is het altijd beter.”

Misschien bekijken we het nogal stereotiep, maar hoe moeilijk was dat met je Kroatische achtergrond, simpel leren voetballen ?

“Dat was altijd het probleem : al van kindsbeen af heb ik met de bal getraind, altijd op het gemak, nooit erg fysiek. Maar als je het Europees voetbal van vandaag bekijkt, is het fysieke heel belangrijk geworden, meer nog dan de techniek. Tenzij je ze allebei hebt, natuurlijk ( lacht). Maar eens ik buiten Kroatië ging voetballen, merkte ik dat de traditie daar anders was. Toen ik uit Italië terug in Kroatië kwam voetballen, realiseerde ik mij dat wat ik deed, niet goed was. Ik speelde als a nice boy, op techniek alleen, en dat paste niet in het moderne voetbal. Dus ik besefte dat het tijd was om iets te doen. Sinds ik in België ben, heb ik een nieuwe stap gezet. Maar ik ben er nu 28, ik voel me rijper nu.”

Als je jou bezig ziet op het veld, krijg je soms de indruk dat het bij Gent wat te gemakkelijk is voor jou, alsof je speelt met de handen in de zakken.

Michel Louwagie vertelde mij dat ik vorig seizoen alleen goed speelde in de grote wedstrijden, tegen Anderlecht, Brugge en zo. Maar ik denk dat ik nu constanter ben. Je moet er in álle wedstrijden staan. Als we tegen Anderlecht of Standard spelen, hoeft de trainer tegen geen enkele speler iets te zeggen, want iedereen is gemotiveerd. Maar tegen kleinere ploegen moet je ook top zijn. Dat realiseer ik me. De motivatie was bij mij vroeger niet altijd honderd procent. Maar dit seizoen verwacht iedereen iets meer van ons. Er zijn geen gemakkelijke wedstrijden meer voor Gent. Tegenover ons wil iedereen zich bewijzen.”

Op training moeten ze je al eens opjagen.

“Ik zeg altijd : wedstrijden zijn belangrijker. Ik weet wel dat de mensen soms zeggen dat trainen mij te weinig interesseert, maar ik ben elke training honderd procent. Alleen : er zo invliegen zoals sommige anderen, neen, dat kan ik niet. Ik hou liever wat de controle. In het begin van de week doe ik méér dan op het eind : als de wedstrijd eraan komt, bereid ik me rustiger voor. De trainer kent mij ondertussen, hij weet wat ik nodig heb.”

Voor iemand met jouw lengte scharnier je redelijk soepel. Naar het schijnt kan je een mondje meepraten als het over stabilisatieoefeningen en bewegingen vanuit de heup gaat.

“Dat programma heeft de trainer er nu ook in gebracht om blessures te verhinderen. Ik ken het van in Italië en in Kroatië ging ik vaak bij een atletiekcoach die alle grote sportteams in Zagreb begeleidt. Ik ben daardoor trouwens altijd als eerste op training en als laatste weg, dus met de goesting om te trainen valt het nog wel mee ( grijnst).”

Reputatie

Je hoort wel eens zeggen : “Smoje is aan een sterk seizoen bezig, want hij speelt voor een transfer.”

“Ja, dat is waar. Ik denk dat het tijd is om weer een stap te zetten. Ik heb er de leeftijd voor. Maar het heeft ook te maken met het feit dat we nu voor Europees voetbal kunnen gaan. Dat is eerder nog niet veel gebeurd. Iedereen speelt goed : ik kan geen slecht bezette positie opnoemen in de ploeg. Straks zal ik hier tweeënhalf seizoen spelen, dus ik denk dat er op het eind van het seizoen een transfer van komt. Je weet het natuurlijk nooit, maar … Louwagie zei mij : ‘ No selling this winter, maar we zullen er alles aan doen om je van de zomer te helpen verkopen omdat je op de leeftijd bent gekomen dat we je niet meer kunnen houden. ‘ Maar dan moeten alle partijen tevreden zijn. Ik heb al wat contacten, maar in voetbal is niks zeker natuurlijk.”

Er was tijdens de winterstop al sprake van een transfer.

“Ik zat onlangs op een avond ook met Gunther Schepens, die een goede band heeft met de voorzitter, te praten en hij verzekerde mij ook dat ze mij van de winter wilden houden. Maar ze zullen gezien mijn leeftijd eerlijk met mij moeten zijn. Bovendien komen er straks, over anderhalf jaar, door mijn Kroatische afkomst vijftig procent belastingen bij voor mij. Ik wil het graag nog eens proberen in een betere competitie. Gunther zei ook dat dit mijn niveau niet is, dat ik hogerop moet spelen. Maar hij ziet mij eigenlijk wel liever voor altijd in Gent spelen ( grijnst).”

Waar zou je naartoe willen ?

“Sinds vorige zomer heb ik contacten in Spanje. Maar ik zou heel graag in Engeland spelen. Alleen zal dat moeilijk worden omdat Kroatië geen deel uitmaakt van de Europese Unie en ik daarom 75 procent van de interlands moet hebben gespeeld om in Engeland te mogen voetballen. Ik hou nochtans van hun voetbal, hoewel iedereen mij zegt dat het niks voor mij is, omdat ik te veel vóétbal ( lachje).”

Heb je er al bij stilgestaan dat je in een grotere ploeg minder controle over de verdediging zal hebben dan nu bij Gent het geval is ?

“Ja, uiteraard. Ik zal het moeilijker hebben dan nu. Ik zal weer van nul af aan moeten bewijzen wat ik kan, een reputatie opbouwen. Maar zoals ik me hier voel, heb ik me nog nooit gevoeld.”

De vraag is : hoe goed ben je als het tempo omhoog gaat ?

“In Italië speelde ik al in een hoger tempo. Als iedereen rond je daarin meekan, lijkt mij dat geen probleem. Misschien zal het mij ook scherper maken. Ik stond op mijn 18de met AC Milan tegen Lazio Roma in de beker. Dus dan denk ik dat ik op mijn 28ste zeker in een liga met beter voetbal mee moet kunnen. Zeker nu ik meer ervaring heb.”

AC Milan

In elk interview vraagt iedereen altijd naar je periode bij AC Milan en dan leg je telkens geduldig uit dat je nog jong was en een beetje te veel van het leven genoot, maar we hebben je eigenlijk nog nergens horen zeggen hoe frustrerend het is om telkens te moeten beseffen wat een gemiste kans het is geweest.

“Ik hoorde de mensen altijd maar vertellen dat ik niet gelukkig meer was, dat ik in Milan mijn kans gemist had en daarom niet meer gemotiveerd zou zijn of zou willen werken om elders te voetballen. In de Kroatische tweede klasse was ik niet altijd even gelukkig, dus ze dachten dat ik er niet meer om gaf. Maar het is niet frustrerend voor mij. Het leven gaat voort : ik ben daar niet geslaagd, misschien lukt het ergens anders. Maar Milan is een goede leerschool geweest. Je krijgt niet zoveel kansen als buitenlander bij Milan : ze wachten niet op je. Je moet eigenlijk al rijper zijn als je daar begint. Het zal altijd een van de beste periodes uit mijn leven blijven. En wie weet, misschien krijg ik ooit nog een andere kans. Ik kon in Italië blijven, er waren aanbiedingen, maar ik had een goede band met de vicevoorzitter van Dinamo Zagreb. Dus ik ben daar een seizoen gaan spelen. Alleen kreeg ik te maken met veel kleine blessures, waardoor ik niet vaak in de ploeg stond. Het tweede jaar werden we kampioen, maar kwamen er problemen met de betalingen. Nadat ik bij de andere club uit Zagreb speelde, heb ik zes maanden zonder gezeten. In Kroatië wilde ik niet meer spelen. Ik voelde te weinig respect.”

Dus je kwam met Eric Depireux, die je via Branko Gracanin op video bezig had gezien, eerst bij Mechelen testen en daarna met La Louvière tegen Gent.

“Ik zat achter in de auto zonder te weten waar ze mij naartoe zouden brengen. We konden het stadion niet vinden ( lachje). Dertig minuten voor de wedstrijd kwam ik aan in het stadion. Iedereen was al aan het opwarmen.”

Eerst loop je te voetballen bij AC Milan en een paar jaar later moet je gaan testen bij La Louvière. Hoe vernederd kan een mens zich voelen ?

“Ik accepteerde het. Ik voelde me niet zo slecht dat ik moest komen testen in België, maar ik kreeg wel de indruk dat het met mijn carrière bergaf ging. Gelukkig zei Gilbert De Groote aan Branko dat ze mij wilden bij Gent en achteraf belde Leekens mij daarvoor nog eens. Je merkte meteen dat hij een groot charisma heeft.”

Intelligente groep

Leekens schreef ooit een boek over dat charisma : ‘Winnen door teambuilding.’

“Ja. Hij heeft mij, zoals ik al zei, geleerd eenvoudiger te spelen, zonder risico’s te nemen. Hij coacht mij veel en wijst mij erop dat ik de verdediging moet organiseren. Daar is hij heel goed in. Hij heeft mensenkennis. Want eigenlijk was ik vroeger niet zo : ik speelde gewoon mijn wedstrijd. En dat was het. Nu sta ik Gillet te coachen. Hij is sterk, snel, heeft loopvermogen, maar hij is ook nog jong en heeft voordien nooit als rechtsachter gespeeld, dus hij wil altijd naar voren lopen omdat hij een offensieve speler is. Georges zegt dan altijd dat ik hem onder controle moet houden. ‘Laat hem niet gaan !’ (lacht) Hij heeft ook aan de anderen gezegd dat ze moeten luisteren als ik iets zeg. Naar links of rechts bewegen, bijvoorbeeld, omdat ik het spel beter zie. Ik voel me nu rijper om dat te doen.”

Is dat niet een van de sterke punten van Gent dit seizoen : de stille leiders waarop Leekens zijn ploeg gestoeld heeft ? Jijzelf, Herpoel, Foley …

“Niet alleen dat, maar ook het respect dat de hele groep voor elkaar heeft. Ik heb nog in geen enkele andere ploeg gezien dat een groep zo aan elkaar kan hangen. Georges zijn boek moet waarschijnlijk heel goed zijn ( lacht). Maar zoals hij zegt : wij zijn niet de beste of de snelste of wat, maar we zijn een groep én intelligent.”

Je vrouw studeert psychologie. Heb je daar in deze context trouwens iets aan ?

“Nee, ik ben gewoon het onderwerp van haar studies ( lacht). Maar zij is mijn zesde zintuig : zij houdt mij rustig.”

Veel Kroaten hebben de neiging nogal explosief te kunnen reageren. Daar lijk jij minder last van te hebben.

“Mwa, ik kan ook wel eens ontploffen. Maar ik probeer mijzelf onder controle te houden, want met mijn lengte kan ik mij niet wegsteken ( grijnst).”

Maar we hadden het over Gent. Jullie voetballen goed, maar toch ook vaak met lange ballen richting Foley.

“De trainer weet dat we ook de spelers hebben voor een goede vrije trap, met Foley, Pavlovic, Lombaerts, Svetlicic … Qua lengte komen we niets te kort. Maar tegen Lokeren speelden we een hele slechte eerste helft omdat we niet over onze flanken beschikten en zij speelden met vijf middenvelders, dus we raakten niet door het centrum. Het is goed dat we af en toe meerdere mogelijkheden hebben in een wedstrijd, dat we het over een andere kant kunnen. Elke keer als je een lange bal naar Foley speelt, heeft hij hem. En dan ben je in de zestien en gevaarlijk.”

Na de wedstrijd tegen Lokeren ontkende Georges Leekens niet dat Gent stilaan de ambitie koestert om kampioen te spelen. Hij minimaliseerde de vraag door te overdrijven. “Wij willen álles winnen. Wij willen wereldkampioen worden”, zei hij. Begint het onder de spelers niet stilaan te leven ?

“Eerlijk : neen. We praten niet over kampioen worden. We kijken echt nog altijd maar wedstrijd per wedstrijd en we vechten voor dat Europees ticket. Alles is mogelijk, maar zo euforisch dat we kampioen kunnen worden, zijn we niet. Er staan een paar goede ploegen vóór ons. Maar we kunnen ons eigenlijk ook niet blijven verstoppen. Ik zou liegen als ik zei dat we er niet in geïnteresseerd zijn. Het is alleen geen obsessie zoals het dat voor Anderlecht of Standard is. Voor hen is het een prioriteit.”

Auto-ongeluk

Je vader was een professioneel basketbalspeler, je moeder een handbalspeelster. Op wie van de twee lijk je als voetballer ?

“Mijn moeder. Zegt iedereen. Ze was een groot talent, maar een beetje easy going op het veld. Mijn vader was harder, sneller. Maar ik heb hen nooit zien spelen. Ze wisten wat het is om sporter te zijn, maar ze hebben mij nooit in de sport gepusht. Alleen kwamen ze mij na de wedstrijd altijd van alles vertellen : ‘Waarom deed je dit of dat ? Hou het simpel ( lacht). Don’t fool around.‘ Maar als je jong bent en je verdient veel geld stijgt uiteindelijk alles toch naar je hoofd. Zeker als je op je achttiende al bij AC Milan zit.

You know, in Kroatische kranten staan spelers die in landen spelen waar je nog niet eens van gehoord hebt, maar bij mij is het misschien al twee jaar geleden, sinds ik bij Gent speel, dat ik er nog een interview heb gegeven. Niemand vraagt erom. Ik heb van in het begin eigenlijk niet zo’n goede band gehad met de pers. Ik was niet de meest aantrekkelijke speler voor hen. Maar ik mis het niet, hoor. Ik wil niet overal en altijd in het spotlight staan. Zeker niet als het zoals in Kroatië voortdurend over andere zaken dan de sport gaat. Over je privéleven bijvoorbeeld.”

Hoe moeilijk zal 16 februari daarin worden ?

( haalt diep adem en blijft stil)

Vrijdag is het vijf jaar geleden dat je broer Dag verongelukte.

“Ik belde er net nog met mijn moeder over ( zucht). Ze zijn met de familie een herdenking aan het voorbereiden. Mijn broer en ik, wij waren heel close. Vandaag ben je hier nog en morgen niet meer. ( stilte) Het is nu na vijf jaar nog altijd moeilijk voor mij om daarover te praten.”

Hoe kreeg je het nieuws te horen ?

“Ik zat thuis op hem te wachten. Ik was geblesseerd en ik was niet met de ploeg meegereisd voor een wedstrijd. Aanvankelijk dacht iedereen dat ík verongelukt was omdat de wagen waarmee hij tegen die vrachtwagen reed op mijn naam stond. Ze belden mij om te vragen waar ik was en ik antwoordde gewoon dat ik thuis zat, te wachten op mijn broer. Ze zeiden er niks over. Uren later pas begon ik het raar te vinden dat hij er nog niet was. Dan kreeg ik uiteindelijk te horen dat hij verongelukt was. Een geweldige schok. Alsof ik zelf ook bijna stierf. Op mijn appartement in Zagreb heb ik al zijn spullen bewaard. ( stilte) Ik ken die weg, het is de snelste manier om van Rijeka naar Zagreb te rijden, maar het is er heel gevaarlijk. Er zijn al veel ongelukken gebeurd. Maar ik ben niet naar de plaats van het ongeval gaan kijken, neen. Het is ook niet iets waar ik elke dag met om het even wie over praat en dat ben ik na dit interview ook niet van plan.”

Heb je je ooit schuldig gevoeld omdat het met jouw auto gebeurde ?

“Neen. Ik had gevraagd vroeger te komen, maar hij wou een dag later komen omdat hij eerst nog zijn vriendin, die ook in het ongeluk is omgekomen, naar Zagreb wou voeren, waar ze studeerde. Ik reed toen met een sportauto en een gewone. Ik had hem juist die sportauto geleend. Maar het is niemands schuld. Het was het noodlot.”

Hoe moeilijk is het om je voluit te geven in het voetbal als je hebt gevoeld hoe vergankelijk het eigenlijk allemaal maar is ?

“Daar heb ik al vaak bij stilgestaan. Soms denk ik wel eens : waar maken we ons eigenlijk veel zorgen over ? Er zijn belangrijker dingen in het leven dan voetbal. Het is maar één periode in je leven. Er is ook een leven daarna. Zeker als je ziet wat er nu in Italië gebeurd is. Maar ik blijf het voetbal toch serieus nemen omdat ik het een manier blijf vinden om een inkomen te hebben. Het is mijn leven. Mijn job. Mijn ouders werken niet meer, dus ik wil hen ook financieel kunnen helpen.”

Hoe heeft dat ongeluk je veranderd ?

“Ik geniet nu met mate, terwijl ik vroeger honderd keer zotter was. Mijn leven draaide rond de lol. Niemand kon mij stoppen. Ik had vierentwintig uur per dag, zeven dagen op zeven plezier. Het nachtleven was voor mij … you know. Mijn broer was ook altijd voor plezier te vinden. Voetbal was bijzaak. Voordien leefde ik er maar op los, you know, en het is niet dat ik nu leef alsof ik elke week naar de kerk ga, maar ik ben toch serieuzer geworden. Je bent je er opeens van bewust dat het leven van de ene minuut op de andere afgelopen kan zijn. Ik heb mij een jaar uit mijn lood geslagen gevoeld. Ik trainde amper. Maar op een gegeven moment heb ik tegen mijzelf gezegd : be cool en verander wat je nog kan veranderen, want straks is het misschien te laat. Ik voel me nu, ook omdat ik ondertussen getrouwd ben, veel rijper. Het zit beter in mijn hoofd. Kunnen lachen is nog altijd belangrijk in het leven, maar er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan mijn broer denk. Niemand kan zoiets vergeten. ( zwijgt)”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content