De chouchou van eerst het Luikse en dan het Brusselse publiek stopte op zijn 32e met voetballen, keerde terug naar Servië en werd spelersmakelaar. Hij blikt vooruit naar de klassieker van komend weekend.

1 Hoe vaak heb je er al spijt van gehad dat je op een hoogtepunt en in de fleur van je leven bent gestopt met voetballen?

‘Nog geen moment! Het was voor mij tijd om te stoppen. Dat was geen kwestie van fysiek: ik speel nog dagelijks zaalvoetbal met profs, ik heb nog een prima conditie en met een maandje voorbereiding zou ik zo weer in eerste klasse meekunnen. Dat is gewoon zo, je weet dat ik nooit lieg! Ik ben gestopt omdat de motivatie me ontbrak. Mentaal was ik op. Ik heb een woelige carrière gehad, altijd in de aandacht gestaan als een van de beste en ook best betaalde spelers: dat zorgt voor een verschrikkelijke druk. Die druk verdroeg ik niet meer en na twee titels met Anderlecht leek het me best om het daarbij te laten.’

2 Okaka doet het zo goed bij Anderlecht dat men Frutos, Mbokani, Mitrovic en zelfs Jovanovic begint te vergeten. Is dat onterecht?

‘Ik zou geen slecht woord kunnen zeggen over Stefano Okaka, hij is goed en heeft een neus voor goals. Het is logisch dat de supporters dol op hem zijn. Nieuwkomers die slagen, dat ziet men altijd graag. Maar men moet ernstig blijven: men vergist zich als men hem op dezelfde hoogte plaatst als Dieumerci Mbokani. Dat is een van de beste spelers die de laatste twintig jaar in België gevoetbald hebben. Zo ver staat Okaka nog niet.’

3 Heb je voor Standard-Anderlecht nog een goede raad voor Steven Defour, dat hij niet meer over de rooie gaat zoals vorig seizoen?

You must stay a gentleman! Ik ben in dezelfde situatie geweest als Steven Defour. De fans van Standard verteerden het niet dat ik voor de aartsvijand ging voetballen. Maar ik ben daar altijd goed mee omgegaan. Voor ik naar Anderlecht ging, had ik nooit een slecht woord gezegd over die club. Toen ik daar was, heb ik ook nooit kritiek gehad op Standard. Telkens als ik in een paars shirt op Sclessin speelde, bleef ik kalm. Ik vierde ook nooit mijn goals tegen Standard. Dat is allemaal een kwestie van psychologie, van self control. Als je je in alle omstandigheden als een gentleman gedraagt, dan zullen je voormalige supporters in de eerste plaats de goals onthouden die je voor hen hebt gescoord.’

4 Standard won vorig seizoen thuis tegen Anderlecht doordat de fans Defour uit zijn evenwicht haalden, tien dagen geleden won het op Charleroi door zijn fans… Het voetbal bij Standard is als in Servië: er wordt met z’n twaalven gespeeld.

‘Ik ken dat natuurlijk van Rode Ster tegen Partizan. Die clubs hebben ‘Zuid-Amerikaanse fans’, zoals Standard soms. Ik hield van een heet sfeertje – dat maakt voor mij deel uit van het voetbal – maar ik keur het niet goed dat men over de schreef gaat en de tegenstander beledigt, bedreigt en met geweld en voetzoekers belaagt. Ik heb liever een positief publiek, mensen die met hun gezin en kinderen naar het stadion gaan en respect hebben voor de tegenstander. De supporters van Standard helpen vaak hun club, maar er zijn ook momenten dat ze de ploeg nerveus maken en zelfs verlammen.’

5 Club Brugge doet het niet goed dit seizoen en vooral: Preud’homme is niet meer de Preud’homme die jij hebt gekend. Hij windt zich minder op voor de bank en is eerlijk geworden in zijn analyses. Moet hij naar een psycholoog om weer zichzelf te worden?

‘Hij heeft geen medische hulp nodig. Hij heeft gewoon een goeie ploeg nodig! Ik heb de match van Brugge op Gent gezien. Michel Preud’homme heeft geen spelers meer die het verschil kunnen maken. Ik ben er zeker van dat hij dit seizoen niet veel verwacht van deze ploeg en dat dit meteen zijn gedrag, zijn berusting verklaart.’

DOOR PIERRE DANVOYE

‘Telkens als ik in een paars shirt op Sclessin speelde, bleef ik kalm. Defour moet rustig blijven, niet reageren zoals vorig jaar.’ – MILAN JOVANOVIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content