Nergens zijn er zoveel topclubs als in Londen. Dat heeft te maken met traditie. En met geld.
Voor voetbalsupporters is Londen een paradijs. Nergens zijn er op het hoogste niveau zoveel clubs als in de Britse hoofdstad. Zes van de twintig verenigingen in de Premier League zijn gehuisvest in Londen: Chelsea, Arsenal, Tottenham Hotspur, Crystal Palace, West Ham United en Fulham.
Voetbal is in Londen een miljardenbusinnes. In een ranking die het bedrijf Deloitte ieder jaar over de rijkste clubs ter wereld opstelt, staan vier clubs uit Londen: Arsenal, Chelsea, Tottenham en West Ham. Ze hebben samen een omzet van 1,5 miljard euro. Dat uitgerekend in Londen veel mogelijk is, heeft veel te maken met traditie en historie: daar stond ooit de wieg van het voetbal. In 1863 werd in Londen de Football Associaton opgericht, de oudste voetbalfederatie ter wereld. Ook de clubs aan de oevers van de Theems kijken op een lange geschiedenis terug. De meest traditierijke is FC Fulham, dat in 1879 werd gesticht. In Londen werden amateurs bovendien al snel vervangen door spelers die van voetbal hun hoofdberoep maakten. Arsenal was in 1891 de eerste profclub, andere verenigingen volgden snel.
Ook het geld rolde al snel in Londen. De zakenman Henry Augustus Mears kocht in 1904 het atletiekstadion Stamford Bridge, om met sportmanifestaties geld te verdienen. Daaruit groeide, als economische consequentie, een voetbalclub. Intussen is Chelsea uit financieel oogpunt de topclub in Londen, zeker sinds de Russische miljardair Roman Abramovitsj vijftien jaar geleden de controle over de vereniging overnam. Tot dusver pompte hij 1,3 miljard euro in Chelsea. Voor de oliebaron (met een geschat vermogen van 10,5 miljard euro) is het geen economisch project maar een hobby. De mogelijkheden lijken onbegrensd. Tijdens het tussenseizoen kocht Chelsea als opvolger van Thibaut Courtois de internationaal weinig bekende Spaanse doelman Kepa Arrizabalaga van Athletic de Bilbao. Het betaalde daarvoor 80 miljoen euro. Voor Chelsea, dat deficitair is, heeft die gulheid twee kanten: wat als Abramovitsj zich terugtrekt? Dit jaar al heeft de Rus de plannen om een nieuw stadion te bouwen opgeborgen, al had dat ook te maken met de moeilijkheden bij de verlenging van zijn visum.
Heel anders gaat het eraan toe bij Arsenal. De 71-jarige eigenaar Stan Kroenke is een Amerikaanse zakenman die ook al investeerde in American football en basket. Hij leidt de club volgens economische criteria, Kroenke wil geld verdienen. Onder hem maakt Arsenal winst: tijdens het laatste boekjaar 50 miljoen euro op een omzet van net geen 500 miljoen. Supporters zouden liever zien dat hij geld uitgeeft voor topspelers, maar sinds de Russische mede-eigenaar Alisher Usmanov zich terugtrok, ligt dat moeilijker. Stan Kroenke is meer geïnteresseerd in rendement dan in doelpunten.
