Spirou Charleroi, de sterrenparade uit Henegouwen, moest het in de finales van de play-offs afleggen tegen het Breese collectief. Marcus Faison, een van die sterren, weet waarom.

Met twee MVP-titels mag Marcus Faison (27) zich definitief bij de beste buitenlanders rekenen die ooit in België actief waren. Eerst speelde de Amerikaan twee seizoenen voor Pepinster, waar hij snel naam en faam verwierf als spectaculaire vliegenier op het parket. Ondertussen zit hij al drie jaar bij Spirou Charleroi en manifesteerde hij zich als een onmisbare pion in de sterrenparade van coach Savo Vucevic.

Vucevic glundert als hij over zijn poulain mag vertellen. “Ik heb nooit eerder met zo’n professionele speler samengewerkt. Hij geeft elke wedstrijd het volle pond, durft verantwoordelijkheid op te nemen, vuurt zijn ploegmaats aan en gaat ook op training altijd voluit.”

Maar de voorbeeldige Faison – dit seizoen voor een tweede maal verkozen tot beste speler uit onze competitie – baalt als een stekker na de verloren play-off-finales tegen Bree. “Ik ben erg ontgoocheld, niet alleen in de ploeg, maar ook en vooral in mezelf. Ik heb bijlange niet het niveau gehaald dat zou moeten. Het is bijzonder hard om een seizoen waarbij je de hele tijd aan de kop van het klassement hebt gestaan zo te moeten afsluiten. Ik voel mij verantwoordelijk voor de afgang in de finales. Als het goed gaat en Charleroi wint, claim ik die verantwoordelijkheid, dus dan doe ik dat ook wanneer het niet draait.”

Het was frappant om zien hoe een individueel sterk Charleroi een lesje kreeg in gretigheid van het collectief hechte Bree.

“Bree won verdiend, zij toonden elke wedstrijd meer inzet en samenhorigheid dan wij. Bij ons was de cohesie ver te zoeken. Al lag de sleutel niet zozeer in de verdediging, want wie zijn tegenstander beperkt tot 67 punten en nog niet kan winnen, laat het vooral in de aanval afweten. Bij Bree zie je dat er systemen uitgetekend worden en dat iedere speler perfect weet wat hij moet doen en wat van hem verwacht wordt. Bij ons zie je dat zelden. Iedereen doet maar wat : als je tot een shot wil komen, moet je daar zelf voor zorgen. Dat gebrek aan aanvallende systemen is al drie jaar ons zwakke punt, maar door de makkelijke overwinningen in de Belgische competitie werd dat verdoezeld.”

Was je verrast dat Bree jullie het vanaf wedstrijd één zo lastig maakte ?

“Ik niet, de buitenwereld misschien wel. Ik had al voor aanvang van de play-offs in de pers verklaard dat Bree het beste basketbal speelde. Je ziet dat er veel op tactiek getraind wordt bij hen. Dat zorgt voor makkelijker basketbal en daardoor voelt een speler zich beter in zijn vel op het terrein. In onze ploeg wordt er elke wedstrijd van tactiek gewisseld, dan is het logisch dat je geen groep vormt op het veld. Na de eerste verloren match dachten we : oké, we zijn eraan begonnen. Get ready ! Na de tweede match was er al iets meer onrust, maar we geloofden er nog steeds in dat we wel kampioen konden worden. De derde match wonnen we in eigen huis en voor de vierde match vertrokken we richting Bree met de heilige overtuiging dat we de stand wel in evenwicht zouden brengen, maar helaas.”

Charleroi heeft er bijgevolg een teleurstellend seizoen op zitten. Geen enkele prijs gewonnen en een groep die niet meer voor elkaar wil vechten. De vraag die zich dan meteen opdringt : is Marcus Faison nog tevreden in Charleroi ?

“Ja, ik heb beslist om zeker nog volgend seizoen in Charleroi te blijven, zodoende krijg ik mijn Europees paspoort. Daarna zien we wel. Ik had aanbiedingen uit Spanje ( Málaga, nvdr), maar dat zal later misschien ook nog kunnen.”

Je hebt nu al enkele jaren een Antwerpse vriendin en vorig jaar ben je de trotse vader geworden van een zoontje, Jalen. Dat speelt ook een rol ?

Jalen heeft de dubbele Amerikaans-Belgische nationaliteit. Ik heb nu voor de rest van mijn leven een band met België. Ik zal later zeker nog vaak terugkeren naar jullie land, mijn zoon moet zijn familie geregeld kunnen zien.”

Je kan soms driftig tekeergaan tijdens een wedstrijd. Vorig jaar verloor je de pedalen in de Europese confrontatie met Varese. Je ging er op de vuist met een tegenstander. Is dat incident een zwarte bladzijde in je loopbaan ?

“Zo zie ik het niet. Als dezelfde situatie zich opnieuw voordoet, dan zou ik ervoor zorgen dat ik mijn ploeg niet op eenzelfde manier in de steek laat door geschorst te worden. Maar tegelijkertijd zal ik mij nooit van mijn leven laten doen. Wanneer iemand mij aanvalt, zal ik niet braaf blijven zitten en de klappen incasseren. In die wedstrijd nam Tyrone Nesby mij opeens vast en schudde me door elkaar. Ik zei dat hij zijn handen thuis moest houden en toen hij dat niet meteen deed, duwde ik hem over de reclamepanelen. Hij veerde recht en het kwam tot een gevecht. Zo ben ik opgegroeid : als je mensen van je laat profiteren, zullen ze dat blijven doen tot je hen stopt. Ik ben nu al enkele jaren weg van de plek waar ik ben opgegroeid, maar sommige dingen verleer je niet.”

Dit seizoen was jullie Europese campagne succesvoller dan vorig jaar, jullie haalden de kwartfinale van de Ulebcup. Maar daarin werden jullie van de vloer geveegd door Pamesa Valencia. Een anticlimax voor Charleroi ?

“Dat vond ik niet, want we toonden dat Charleroi een zeer goede ploeg heeft in Europees verband. We kenden enkel de pech dat we Valencia in de kwartfinale troffen, zij waren immers een van de grote favorieten voor de eindzege. De Spanjaarden beschikten over twee zeer sterke insidespelers, waar bij ons juist het pijnpunt lag, en dat hebben zij zeer duidelijk aangetoond. Hun grote jongens waren beter dan de onze : dat was onze zwakte en hun sterkte.”

Naar verluidt ben je constant bezig alle mogelijke competities te analyseren. Zowel Europees als het Amerikaanse collegebasketbal. Waarom steek je daar zoveel tijd in ?

“Om mijn plaats in de basketwereld te kennen en mijn niveau te meten. Ik zoek naar spelers tegen wie ik ooit gespeeld heb en bekijk waar zij nu spelen en hoe ze het daar doen. Op die manier kan ik voor mezelf uitmaken op welk niveau ik thuishoor.”

En ?

“Ik weet dat ik het niveau van de Euroliga aankan. Ik weet ook dat ik bepaalde kwaliteiten heb die volstaan voor de NBA. Ik speelde destijds tegen Mike Bibby ( nu Sacramento Kings, nvdr) en vorig seizoen nog tegen Quinton Ross ( ex-Oostende en dit seizoen basisspeler bij de LA Clippers, nvdr). Ik ben oprecht blij voor Quinton Ross, maar ik wéét dat ik hetzelfde kan als hij. Misschien zelfs meer. Maar daar gaat het niet om. Hij zit daar en ik zit hier : dat is de realiteit.”

Drie jaar geleden zei je in een interview met ons dat je jezelf nog enkele jaren gaf om de NBA te halen. Lukte dat niet, dan moest je een knop omdraaien en voor een Europese carrière kiezen. Ben je nu op dat kruispunt ?

“Ik heb dat punt inderdaad bereikt. Als er deze zomer niets meer uit de bus komt, moet ik de NBA uit mijn hoofd zetten. Ik ben een realistische sportmens : ik ben 27 en je ziet heel weinig nieuwkomers van mijn leeftijd in de NBA. Zeker niet wanneer ze geen 2,10 meten. Ik wil deze zomer nog één poging doen. Lukt het niet, dan richt ik me op de Europese top en de Euroliga.”

Je bent enorm veeleisend voor jezelf. Ben je dat ook voor anderen ?

“Ik heb leren aanvaarden dat niet iedereen even gedreven is, maar wanneer iemand met veel potentieel er niet alles voor doet, zeg ik dat ook. Ik haat verspilling van talent. Dit seizoen leerde ik mij minder op te winden tijdens de match, ik heb besloten meer fun te beleven op het terrein. Minder intimideren, minder praten en meer amuseren.”

door Matthias Stockmans

‘Ik heb voor de rest van mijn leven een band met België.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content