Mini Mourinho

© belgaimage

Hij moet nog dertig worden, maar in nauwelijks één seizoen toverde Julian Nagelsmann Hoffenheim om van een club die moest vechten voor het behoud tot een kandidaat voor een Champions Leagueticket.

Sinsheim, 4 april. Een onherkenbaar Bayern buigt het hoofd met het kleinste verschil (1-0). De grote slokop, al twintig wedstrijden ongeslagen, zakt met een lege maag door de knieën, Hoffenheim gaat met het lekkers aan de haal en steekt de drie punten op zak. Andrej Kramaric, ooit Europees met het Kroatische Rijeka de killer van Standard, velt al in de 21e minuut het vonnis.

‘Hoffenheim heeft ons in de eerste helft wat verrast. We stonden niet compact genoeg’, erkent Carlo Ancelotti meteen na de match. In werkelijkheid had hij niet verwacht dat zijn plannen in de war zouden worden gestuurd door de bank ernaast en de trainer erop die 28 lentes jonger is dan hij. Bij de geboorte van Julian Nagelsmann, in 1987, had Ancelotti als speler al vier keer de Italiaanse beker en één scudetto gewonnen.

‘De club heeft hier al heel lang op gewacht’, verklaart Nagelsmann op zijn beurt. ‘Ik had mijn spelers gevraagd om lef te tonen.’ Datzelfde lef dat hém bezielt. Sinds hij in februari 2016 als hoofdcoach van Hoffenheim werd aangesteld, kan de uit Beieren afkomstige Nagelsmann een balans voorleggen om u tegen te zeggen.

Zeventien wedstrijden op rij zonder nederlaag, waarvan zeven buitenshuis (thuis nog steeds ongeslagen), een reeks van vijf opeenvolgende overwinningen. Het is simpel: sinds de aanstelling van Nagelsmann behaalden alleen Bayern en Dortmund meer punten. Half maart werd hij verkozen tot Coach van het Jaar in de Bundesliga. Op zijn 29e dus.

Schema onbelangrijk

Wanneer Nagelsmann de teugels overneemt bij Hoffenheim, bengelt de club op een troosteloze voorlaatste plaats in het klassement. De blauw-witten hebben net twee nederlagen achter de rug en in totaal nog maar twee overwinningen geboekt, waarvan de laatste al teruggaat tot december 2015. Op de persconferentie bij zijn aanstelling verrast Nagelsmann meteen: ‘Ik neem een gigantische uitdaging aan, die door de huidige situatie van de ploeg in het klassement natuurlijk nog zwaarder is. Maar dat maakt mij helemaal niet bang. Ik ben er klaar voor.’

‘We weten dat het een gewaagde zet is, maar we zien in hem een enorm talent en we willen hem zijn kans geven’, aldus zijn 38-jarige sportief directeur, Alexandre Rosen. Samen zijn ze even oud als Arsène Wenger. Ze staan voor veertien finales, te beginnen met een verplaatsing naar Werder. Na twee groepstrainingen verandert Nagelsmann het tactische schema van zijn voorganger. ‘De spelers merkten dat ik een beetje gek was en begrepen tijdens de match dat het schema niet belangrijk was’, verklaart hij op de site van de Bundesliga. Een ‘beslissende factor’ in zijn operatie behoud.

‘Ik zette de ploeg op die manier op het veld om niet alleen Bremen te verslaan, maar ook om de zintuigen van mijn spelers op scherp te stellen. En zo is er een klik in hun hoofd gekomen. Ze begrepen: wij kunnen het.’ En het lukt hen inderdaad, door zeven van hun finales te winnen. Nagelsmann mag logischerwijs aanblijven en een machine beginnen bouwen naar zijn beeld.

Rosen werft enkele jongeren uit de eigen competitie aan en opteert ook voor Kramaric in een kern zonder echte ster. Nagelsmann kneedt het geheel en geeft blijk van een nogal verrassende tactische variatie. Dit seizoen distilleert hij uit zijn elftal een 3-5-2, 4-3-3, 4-1-4-1, 4-2-3-1 of 4-4-2, soms zelfs midden in de match, zonder dat dit de prestatie van zijn mannen aantast.

En aangezien ‘de weg naar de goal niet lang is als je de bal hoog genoeg verovert’, zoals hij graag benadrukt, creëert hij zijn eigen bewerking van de door Jürgen Klopp zo geliefde Gegenpressing en legt een spel op met ultrasnelle omschakelingen. Eind oktober beëindigt hij de wedstrijd tegen Herta Berlijn met drie aanvallers, terwijl hij een 1-0 moet verdedigen. De aanval, voor alles.

‘Ik heb iedere wedstrijd altijd aangepakt met het idee dat je om wedstrijden te winnen, doelpunten moet maken. Het is relatief eenvoudig’, belijdt hij aan The Ringer. ‘Het is ook belangrijk om een evenwicht in de defensie te hebben, met twee opties: ofwel verdedig je heel laag, ofwel houd je de tegenstander zo ver mogelijk en ben je actief met de bal. Ik verkies om actief te zijn, de bal te hebben en kansen te creëren.’ De man die in de eerste plaats Villarreal als model noemt, vanwege het spel en de jeugd van die club, wil dus georganiseerd aanvallen.

En om georganiseerd te zijn, moet je schieten… ‘We proberen altijd op doel te schieten. Misschien zijn het niet altijd de beste schoten, maar het is beter om tot het einde aan te vallen dan de bal te verliezen en jezelf verdedigend werk op de hals te halen.’ Wat niet wil zeggen dat Hoffenheim de hele tijd het doel van de tegenstander bestookt. Maar aangezien tachtig procent van de goals in het strafschopgebied ontstaan, gaan Die Hoffe er zo veel mogelijk kamperen. Resultaat: de ploeg van Nagelsmann scoort veelvuldig en liet dit seizoen het scorebord zelden ongebruikt.

Leerling van Tuchel

De loopbaan van Julian Nagelsmann als speler weegt nochtans niet op tegen die van een Wenger of een Louis Van Gaal, alles bij elkaar bescheiden voetballers. Ze is eerder een mix van de spelerscarrière van Marcelo Bielsa, de robuuste verdediger die zich snel bewust was van zijn limieten, en die van de universitair José Mourinho, die niet bekwaam was om profvoetballer te worden.

Nagelsmann, geboren in het westen van Duitsland maar grootgebracht als Bayernfan in een Beiers dorp, doet ervaring op bij Augsburg en München 1860, waar zijn 1,90 meter niet voldoet om in de centrale verdediging te staan van de B-ploeg, op dat moment in vierde afdeling. Zijn avontuur in de Regionalliga Süd behelst dan ook slechts één (flauw) seizoen.

Hij keert terug naar Augsburg, twee echelons lager nog, waar hij heen en weer wordt geslingerd tussen de B-kern en de U19. Het is met die laatsten dat hij ernstig aan zijn knie geblesseerd raakt. Maar het is met de B-kern dat hij zich de veeleisendheid en detailzucht eigen maakt van zijn trainer, ene Thomas Tuchel, een in die tijd onbekende 34-jarige.

Terwijl hij aan de kant staat, trekt hij naar de universiteitsbanken en begint bedrijfsbeheer en sportwetenschappen te studeren, zoals … Mourinho. ‘Wat telt, is de honger naar kennis. Een echte voetbalfanaat heeft geen zekerheden. Hij heeft een mening, maar weet dat alles kan veranderen’, orakelt Leonardo Jardim in december in So Foot. Nagelsmann, die naar eigen zeggen geniet van de interviews vol goede raad van zijn collega’s, knoopt de les in zijn oren. Hij bekommert zich om de jeugd in Augsburg, dan opnieuw in München, om vervolgens naar Hoffenheim te trekken.

In Sinsheim wordt hij kampioen met de U19 in 2014, de enige trofee in zijn vitrinekast tot dusver. Onder de indruk van zijn snelheid van geest geeft de latere worstelaar Tim Wiese, die zijn voetbalcarrière in doel beëindigt, hem de bijnaam ‘Mini Mourinho‘. Zo vlug van begrip is Nagelsmann dat hij in 2013 weigert om T1 te worden. Hij is dan nog maar 25 en pas als assistent aangesteld, hij wil wat tijd nemen. Zijn eerste benoeming komt er uiteindelijk in oktober 2015, wanneer bekendgemaakt wordt dat hij de zomer erna Huub Stevens moet opvolgen.

Doordat Stevens ziek uitvalt, wordt Nagelsmann al eerder tot trainer van het eerste elftal gebombardeerd, op zijn 28e. Slechts twee trainers waren ooit nog jonger: Bern Stöber, op zijn 24e, voor een wedstrijd met Saarbrücken in 1974, en Lippo Hertzka, op zijn 26e, bij Real in … 1930. ‘Hij heeft een scherp tactisch inzicht en is heel snel in zijn beslissingen’, verzekert Jeff Strasser aan So Foot, de Luxemburgse coach die in maart 2016 zijn UEFA Pro Licence met Nagelsmann behaalt. ‘Ik raakte onder de indruk van hem tijdens de schriftelijke examens. We kregen telkens drie uur en hij was iedere keer in een handomdraai klaar. Ik heb me altijd afgevraagd hoe hij dat deed…’

Een vroegrijpheid die echter ook op de zenuwen kan werken. De sereniteit van Nagelsmann wasemt soms een bepaalde arrogantie uit. Nadat Bayer Leverkusen in oktober vorig jaar met 0-3 werd vernederd, springt coach Roger Schmidt uit zijn vel. Hij verwijt zijn collega voor ‘zieke’ en verzoekt hem vriendelijk zijn bek te houden: ‘Denk je dat je het voetbal hebt uitgevonden?’ Het antwoord van de betrokkene, die flegmatiek de strijdbijl begraaft: ‘Voetbal is een sport van emoties, dat is waarom we ervan houden.’

70 % mensenkennis, 30 % tactiek

Nagelsmann weet dat een mens voor alles een bom passie is. Ver weg van de hype die al enkele jaren heerst om het voetbal in al zijn opzichten te bestuderen via statistische en technisch-tactische aspecten, geeft de trainer, die zijn bureau deelt met zijn assistenten, voorrang aan het sociale. Voor hem komt het werk van een coach min of meer neer op zeventig procent mensenkennis en dertig procent tactiek.

‘Als je de beste tacticus bent maar niet om kunt met de persoonlijkheden, zal je niet slagen’, stelt hij in The Ringer. ‘Als je talent hebt om met de persoonlijkheden om te gaan maar tactisch niets te bieden hebt, zal het ook zwaar zijn. Maar als je de tactische basisconcepten genoeg kent en heel sociaal bent, dan zal je met succes bekroond worden. Als je succes wil hebben op korte termijn, is de tactiek doorslaggevend. Op lange termijn moet je de mensen begrijpen, hen doen samenwerken, ze helpen om te gaan met hun persoonlijke problemen, empathie hebben.’

Een trainer moet uitblinken in alle domeinen, in het bijzonder in het relationele. Hij mag zich echter niet beperken tot de eenvoudige rol van psycholoog, maar moet eerder een eeuwige student zijn. Nagelsmann zorgt ervoor dat zijn spelers niet in routine vervallen, hun belangrijkste vijand volgens hem, en daagt hen voortdurend uit. Hij spoort hen aan om te improviseren, te proberen, zichzelf in vraag te stellen door hen in heel uiteenlopende situaties te plaatsen, kortom, om hun hersencellen zo optimaal mogelijk te benutten.

Iedere speler, titularis of reserve, krijgt dezelfde behandeling, een aanpak die lijkt op die van Klopp. Dankzij die methode wint hij niet alleen het vertrouwen van de groep, maar installeert hij ook zijn ideeën. Kevin Vogt, die de voorbije zomer overkwam van FC Köln, in oktober aan de microfoon van Sky Sport: ‘We spelen heel goed op dit moment en dat we de wedstrijden winnen, is geen toeval. Er zit een plan achter. De ploeg krijgt veel van de staf en de trainer, die de zaken op het terrein makkelijker maken.’

En dat werkt. Hoffenheim is momenteel in strijd om het derde podiumtrapje met Dortmund. Nagelsmann praat met handbal- en ijshockeytrainers en put inspiratie uit het rugbyreglement en bedrijven die in hun werking het karakter van hun werknemers voorop plaatsen. Kwestie van ‘zijn horizon te kunnen verruimen’, zonder de basis te vergeten. ‘We mogen voetbal niet voor een wetenschap aanzien, ook al zijn er steeds meer tools waardoor we in staat zijn om bepaalde vragen beter te beantwoorden. Maar we mogen de fout niet maken om voetbal als iets technocratisch te beschouwen: het menselijke moet de kern blijven.’

DOOR NICOLAS TAIANA – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Als je succes wil hebben op korte termijn, is de tactiek doorslaggevend. Op lange termijn moet je de mensen begrijpen en hen doen samenwerken.’ – Julian Nagelsmann

Iedere speler, titularis of reserve, krijgt dezelfde behandeling, een aanpak die lijkt op die van Klopp.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content