Daniel Cruz koppelt in Antwerpen aangenaam wonen aan bedachtzaam investeren.

Verzonken in gedachten staat Daniel Cruz door het raam te turen. “Nee, het was niet op het appartement zelf dat ik verliefd werd. Wel op het uitzicht.” Een slechte smaak kan je de middenvelder van Germinal Beerschot bezwaarlijk aanwrijven. Een blik door het raam van de Colombiaan zou zelfs mensen met een spontane antipathie voor Antwerpen tot inkeer kunnen brengen. De skyline van de in slaap vallende havenstad met honderden, duizenden lichtjes en links in de verte de contouren van de kathedraal, ja, daar wordt een mens even stil van. ” It brings peace, you know.” En helemaal vooraan die tientallen, licht wiegende plezierjachten, die het postkaartgehalte nog een beetje meer de hoogte injagen. De kaai waar de kalkwitte mastodont waarin het appartement van Cruz genesteld zit, is neergepoot, geldt vannacht als hun rustplaats.

Hier, in een van de sofa’s die speciaal gericht staan op dat uitzicht, ligt Cruz af en toe. “Soms heb ik dat nodig. Voetballer zijn is een heel leuke job, maar bij momenten is het hard in het hoofd. En zoek ik hier weer de juiste balans.” In een appartement dat een bijna sacrale rust herbergt, lukt dat probleemloos.

Beredeneerde smet

De bouwwerf vlak voor het appartementsblok werpt een smet op het geheel. Maar voor Cruz is het een beredeneerde smet. Hij kocht dit appartement met het oog op het moment dat de graafmachines de aftocht blazen en rekent erop dat een volledig verfraaide omgeving de prijzen fors zal doen aandikken. Een economisch volstrekt verantwoorde aankoop dus, zo lijkt hij dit in de eerste plaats te bekijken. “Dit appartement zal me niet hier houden. Het voetbal komt altijd op de eerste plaats.” En vroeg of laat dient zich waarschijnlijk een aardige winst aan. Het interieur dat Cruz en zijn verloofde Doris (28) kozen, is sober, maar stijlvol. Er staat niets te veel. Daardoor oogt het vrij kaal, maar het voelt niet kil aan. Naast de genoemde, rode zetels aan het raam, vult een witte hoekzetel voor het televisiescherm de rechterkant van de woonruimte. In het midden, tegen de muur, staat een klein tafeltje met trendy stoel voor de computer. Centraal een ovalen witte tafel met daarboven een paar laaghangende spots in een glazen omhulsel. Links is de doorgang naar de open keuken, waarin bruin de hoofdkleur is. Helemaal rechts, achter de witte sofa, de doorgang naar de slaapkamer, waar rood overheerst. Cruz lijkt het allemaal niet veel uit te maken. “Wat voor mij belangrijk is in dit appartement ? Doris. Dat zij hier is.”

Aquarium

Ook de veelheid aan ruimte vindt Cruz niet zo belangrijk. “Met enkele tientallen vierkante meters minder, was dit voor mij ook oké geweest.” Wat ze er voor zijn part gerust hadden mogen uitlaten, is de bizarre glazen ruimte van pakweg drie op twee meter recht tegenover de computer. ” A very bad thing. Ik noem het mijn aquarium. Het is bedoeld als een indoorterras, maar …”

Dat hij op een appartement woont, blijkt geen toeval. Een uitloper van zijn Colombiaanse afkomst. “Daar heerst een enorm onveiligheidsgevoel. Als je helemaal alleen zit in een huis en er wordt ingebroken … Oké, dat kan in een appartement ook gebeuren. Maar in dat geval moeten de dieven ook rekening houden met je buren.”

En dus voelt Cruz zich hier geborgen, vijf hoog. En droog. Althans zolang hij dat aquarium niet laat vollopen.

door kristof de ryck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content