‘Als je jong bent, gebeuren er soms rare dingen in je hoofd.’ Nordin Jbari over zichzelf als persona non grata, jonge Wolven met tanden, voetballen in Wallonië en de reputatie van Marokkanen.

Op passende wijze nam Nordin Jbari (30) afscheid van de supporters van AA Gent. In zijn laatste wedstrijd, in de eerste ronde van de Intertoto, scoorde hij tegen Bohemians uit Ierland. Een paar dagen later zette hij zijn handtekening onder een contract met La Louvière. Een club in volle wederopbouw dus voor een aanvaller die faam maakt als rusteloze zwerver. Sinds 1995 is Jbari al negen keer van decor gewisseld.

Waarom ben je bij AA Gent persona non grata geworden ?

Nordin Jbari : “Ik ga niet akkoord met die uitdrukking. De mensen van Gent zeiden me dat het beter was dat we in vriendschap uit elkaar gingen en ik volgde hen in hun redenering. Maar om dan te beweren dat ik persona non grata was, gaat me een paar stappen te ver. Ik stond tot de laatste minuut in de ploeg. Als ik zo een zwaar geval zou zijn ( lacht), hadden ze me zeker op de bank gezet. Of zelfs dat niet…”

Toch hadden ze liever niet dat je bleef. Waarom ?

“Ik weet het niet. Zonder twijfel moest ik betalen voor het teleurstellende eindresultaat. Gent eindigde zesde en vooraf had men hoger gemikt. En vooral op het vlak van het spektakel hebben we een ontgoochelend seizoen achter de rug. Met de spelers die in de kern rondliepen, hadden we beter moeten kunnen presteren, zowel op het niveau van de pure resultaten als op dat van de kwaliteit.”

Gent kon toch niet verhopen dat het vóór Club Brugge, Anderlecht, Standard of Genk zou eindigen ? Een vijfde plaats leek het hoogst haalbare.

“Die vijfde plaats hadden we dan ook lange tijd in het vizier. Maar die illusies vielen begin april aan scherven toen we in Charleroi de match om de vijfde plaats verloren. Niet dat Charleroi toen zo goed speelde. Het was Gent dat die avond onkennelijk slecht was.”

Dan spreek je over één wedstrijd. Eén wedstrijd verklaart niet waarom Charleroi vijfde eindigde en Gent zesde.

“Misschien beschikte Gent over meer kwaliteit dan Charleroi, maar bij Charleroi was zeker meer spelvreugde aanwezig. Spelvreugde is een noodzakelijke factor om goede resultaten te behalen. Bij Gent was het amusement ver te zoeken.”

Wat wil een profvoetballer : zich amuseren en verliezen of zich vervelen en winnen ?

“Zich amuseren en winnen, dat is de ideale combinatie. Ik stel alleen vast dat die combinatie bij Gent niet aanwezig was. Vaak was ik het eerste slachtoffer van het systeem. Ik voel me als voortdurend geïsoleerde spits behoorlijk gefrustreerd. Niet dat ik de pretentie heb om het systeem van Georges Leekens ter discussie te stellen, maar intussen kreeg ik wel bakken kritiek over me heen. Ik was een naam, ik was een zogenaamd grote transfer, men verwachtte veel van mij. Ik heb al het mogelijke gedaan – in de mate van het mogelijke, hé. Ik was ook twee maanden geblesseerd. Om in zo’n systeem als eenzame spits te kunnen renderen moet je fysiek honderd procent zijn.”

Had je iets anders van Leekens verwacht ?

“Ik kan alleen maar zeggen dat Leekens in zijn loopbaan niet altijd zo eenzijdig voor realistisch voetbal heeft gekozen. Bij Moeskroen liet Leekens de ploeg voetballen met twee spitsen en die werden zeer goed gevoed. Enfin bon, ik wil hier vooral geen polemiek opstarten.”

Je had nochtans een perfect profiel voor Leekens. Hij doet niets liever dan mislukte voetballers opnieuw lanceren.

“Mislukte voetballer ? Ik ? Ik had het seizoen daarvoor bij Cercle Brugge elf doelpunten gemaakt. Noem je dat mislukt ?”

Maar je schoot niet bijster goed op met Jerko Tipuric.

“Bwah, weet je, Tipuric is een beetje speciaal, hé. Hij kijkt naar de maan om zijn trainingsprogramma samen te stellen ( lacht). Hij had verklaringen afgelegd die me niet bevielen en onze relatie werd wat gespannen. Maar ondertussen is alles bijgelegd.”

Met welke instelling hervatte je deze zomer nog de trainingen bij Gent ?

“Ik dacht er alleszins niet aan om in volle voorbereiding nog van club te veranderen. Ik zag al die nieuwe aanvallers wel rondlopen, maar bang was ik daar niet voor. Integendeel, ik voelde me klaar voor die scherpe concurrentie. Ik had van niemand schrik. Zodra La Louvière zich echter manifesteerde, veranderde ik het geweer van schouder. Langs de ene kant was er een club die me absoluut wilde, langs de andere kant een club die me niet echt wilde houden. Dan moet je niet aarzelen. Dat La Louvière getraind zal worden door Emilio Ferrera, speelde ook een belangrijke rol in mijn beslissing. Bovendien krijg ik eindelijk de kans om bij een Waalse club te voetballen.”

Herkende je in AA Gent nog de club waar je in 1996-97 helemaal was doorgebroken ?

“Neen. De sfeer was niet meer dezelfde, er hing niet meer die menselijke warmte van weleer. Intussen was de club veel ambitieuzer geworden. Misschien ligt daar de verklaring.”

Leekens heeft nochtans de reputatie dat hij ambiance in een groep kan brengen.

“Tja… ( stilte). Maar wat verwacht je eigenlijk van mij ? Dat ik hier Gent en Leekens afbreek ? Neem me niet kwalijk, dat zou ik misschien gedaan hebben toen ik achttien jaar was. Als je dertig bent, spreek je niet meer op dezelfde manier. Zullen we het nu eindelijk over La Louvière hebben ?”

Er was deze zomer ook sprake van Moeskroen.

“Ik weet het, maar daar was niks van aan. Er zijn nooit gesprekken geweest. Roland Louf kent en apprecieert me, maar ik veronderstel dat Geert Broeckaert geen zin had in mijn komst. Intussen schreef de Vlaamse pers wel dat Nordin Jbari een dikke nek heeft omdat hij zomaar een aanbod van Moeskroen weigerde.”

Het etiket van dure vogel kleeft al lang op je. Is dat zwaar om te dragen ?

Filippo Gaone verklaarde dat hij een grote financiële inspanning heeft geleverd om me naar La Louvière te krijgen. Laat me niet lachen. Veel geld verdien je als voetballer bij Club Brugge, Genk, Anderlecht en Standard. Niet bij La Louvière. Mijn contract bij La Louvière kan hoegenaamd niet naast dat van bij Gent liggen. Wat ervoor zorgde dat La Louvière en ik het eens konden raken, is de omslag die ik van Gent kreeg om te vertrekken vóór het einde van mijn contract. Dat gebeurt overal met spelers die een club vroegtijdig moeten verlaten. Het is door de inhoud van die envelop dat ik me kon vergenoegen met het voorstel van La Louvière. En dat men nu maar eens ophoudt me een dure voetballer te noemen, want dat irriteert me mateloos.”

La Louvière begint als een van de grote onbekenden aan het nieuwe seizoen.

“Ik ontdekte een jonge groep, maar met een enorme honger, veel levendigheid, een hoge snelheid van uitvoering en een behoorlijke techniek. Als we fysiek en mentaal scherp raken, vooral bij uitwedstrijden, kunnen we mooie dingen laten zien.”

Word je de leider van de groep ?

“Overal waar ik voetbalde, was ik een van de leidersfiguren. Zelfs toen ik nog erg jong was. Als bij Gent Frédéric Herpoel niet speelde, werd Wouter Vrancken kapitein, maar Leekens vroeg wel aan mij om in de kleedkamer het woord te voeren. Ik ben niet naar La Louvière gekomen om die jongeren uit te leggen wat voetbal is, noch om hen lastig te vallen. Ik zal er proberen te staan wanneer ze mentaal door een dip gaan.”

Hoe komt het dat La Louvière pas je eerste Waalse club is ?

“Ik weet het niet. Twee keer waren er contacten met Charleroi. De eerste keer toen Luka Peruzovic daar trainer was, de tweede keer Enzo Scifo. Maar de onderhandelingen sprongen telkens af. Enkele weken voor ik Cercle Brugge verliet, verscheen ik in beeld bij Moeskroen. Leekens wou me daar, hij wist toen nog niet dat hij zelf zou vertrekken bij Moeskroen. Toen hij voor Gent koos, trok hij me mee naar die club, dat is logisch.”

Voetballen in Wallonië, heb je dat gemist ?

“Toch wel. Ik ben een Brusselaar, maar toch veeleer francofoon dan Nederlandstalig.”

Het is je negende transfer in tien jaar tijd. Hoe kan je zo instabiel zijn ?

“Ik heb er ook geen verklaring voor. Er zijn spelers die alles plannen. Ik ben daar niet mee bezig. Spijt heb ik nooit.”

Nergens spijt van ?

“Er is misschien wel iets dat ik betreur. Dat ik na twee jaar bij Club Brugge wegging terwijl ik er voor vier jaar had getekend. Alles was aanwezig om mijn derde seizoen daar te doen slagen. Er liepen niet zoveel aanvallers meer rond. Maar ik koos om naar Troyes te vertrekken. Als je jong bent, gebeuren er soms rare dingen in je hoofd.”

Wat beschouw je als je hoogtepunt van je carrière ?

“De dag dat ik Rode Duivel werd. Als eerste Maghrebijnse voetballer in de geschiedenis van het Belgisch voetbal. Daar ben ik bijzonder trots op. Het is veel moeilijker voor een Marokkaan om Rode Duivel te worden dan bijvoorbeeld voor een Congolees.”

Waarom ?

“Omdat wij een slechte reputatie hebben, tiens.”

Stoort het je dat Marokkanen die reputatie hebben ?

“Ja. Het stoort me dat we moeten boeten voor gasten die zeggen dat er mensen moeten worden vermoord in naam van de islam. Nog vóór al die terreuraanslagen hadden Marokkanen geen goede naam in Europa, maar nu is het echt verschrikkelijk geworden.”

Je bent dertig jaar en er staan niet eens vijftig doelpunten achter je naam. Niet bepaald de balans van een doelschutter.

“Ik laat het aan anderen over om te oordelen of ik als een echte doelschutter moet worden bekeken. Ik weet alleen dat ik een goede aanvaller ben. Ik ben geen Josip Weber, maar ik heb kwaliteiten.”

Pierre Danvoye

‘De mensen van Gent zeiden dat we beter in vriendschap uit elkaar konden gaan.’

‘Het enige waarvan ik spijt heb, is dat ik geen vier jaar bij Club Brugge ben gebleven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content