Leif Hoste, de oudste kopman van Silence-Lotto, hoopt in alle rust naar zijn koersen te kunnen toeleven. ‘Kritiek werkt bij mij contraproductief.’

De weken van de waarheid komen eraan. De weken waarin Leif Hoste, het is stilaan traditie, weer eens alles of niks speelt. De drievoudige runner-up van de Ronde van Vlaanderen maakte dit seizoen nog geen fenomenale indruk en dat beseft hij trouwens zelf best. Maar het zou niet de eerste keer zijn dat het in zijn koersen alsnog in orde komt, zelfs al was de aanloop maar zo en zo. We herinneren ons bijvoorbeeld 2007, toen Hoste werkelijk nog geen platte prijs had gereden, op training een ernstige heupblessure opliep, maar in de Ronde van Vlaanderen wél tot ieders verbazing de sterkste man in koers was. Om dan op de meet geklopt te worden door de tweede sterkste, Alessandro Ballan. Ook dat was al te vaak karakteristiek voor de renner Leif Hoste.

De West-Vlaming draagt een imago van speelvogel mee, maar dat moet worden genuanceerd. Men vergeet dat diezelfde Hoste in 2005 Parijs-Roubaix uitreed met een gebroken borstbeen en een doorboorde long. Dan ben je in de eerste plaats een karakterman, geen losbandige pintenpakker.

In het peloton zegt trouwens bijna niemand Leif. Daar heet Leif Pol, sinds een geslaagde imitatie van Pol Schampers, jaren en jaren geleden. Die is zelfs zo blijven hangen dat nogal wat buitenlandse renners geeneens zijn echte voornaam kennen. Leif komt overigens van Leif Mortensen. De voormalige Deense tijdritspecialist, tegenwoordig commentator bij Eurosport, logeerde ooit een paar maanden bij de grootouders van Hoste.

Het openingsweekend is voor Silence-Lotto helemaal de soep in gedraaid. Vielen er zware woorden na Kuurne-Brussel-Kuurne?

Leif Hoste: “Er is die dag gezegd dat het niet goed was, meer niet. Maar de berichten dat het nu grote crisis is binnen de ploeg zijn overdreven. Ik heb zelfs niemand kwaad gezien na Kuurne.

“Terecht ook, ik zie niet in waarom we nu al moeten panikeren. Win je het openingsweekend niet, dan slik je als Belgische ploeg altijd kritiek. Maar niet iederéén kan winnen hè. Ik was ook ontgoocheld, maar heeft het zin dat we dit een hele lente meedragen? Eens een slecht weekend kan iedereen overkomen. We moeten dat van ons af kunnen zetten.

“Het was helemaal niet goed in Kuurne, akkoord. Maar met welke ploeg koersten we daar ook? We hadden zelfs jongens mee die nog nooit de Kwaremont waren opgereden. Dan moet je ook geen grootse prestaties verwachten. Ik zat zelf iets te ver achteraan toen de koers ontplofte. Dat kan je niet rechtzetten als de conditie nog niet super is. In die periode in het seizoen vind ik dat niet iets om me zorgen over te maken.”

Ook Jürgen Roelandts, je piepjonge medekopman, miste in Kuurne de schifting.

“Waardoor we als ploeg te rap uitgepraat waren. Tja, er móéten staan, dat is veel gevraagd voor een jongen van 23 hè. Hij heeft eens gefaald, maar ik vind dat geen ramp. Maak hem alsjeblieft nog niet af. Jürgen moet nu karakter tonen en niet te zwaar in de put zitten omdat het eens een keer misliep.”

Waar stond Leif Hoste toen hij 23 was?

“Toen reed hij op kop voor Museeuw, Steels, Tafi, Bortolami, Zanini of Van Petegem. Van kilometer nul tot zolang mijn benen meekonden.”

Het wordt nu wel eens vergeten, maar je kwam niet met grote allure over van de beloften. Het was niet voorbestemd dat jij kopman zou worden.

“Juist. Maar toen ik pas overkwam, was dat ook anders. Toen moest iedereen zich eerst drie, vier jaar kapot rijden in dienst van een grote kopman voor je zelf een beetje aan koersen toekwam. Ik ga zeker niet zeggen dat dit beter was, maar nu is de slinger wel heel hard in de andere richting omgeslagen. De jongeren gaan nu eerst allemaal zelf hun kans. Soms is dat goed, soms niet. Er zitten er zeker tussen die volgens mij iets te veel willen.”

Daar ga je geen namen op plakken zeker?

“Neen ( lacht). Ik bedoelde niemand specifiek, zie het maar als een algemene opmerking. Er zijn er veel, en waarschijnlijk te veel, die denken dat ze een klassieker kunnen winnen. Maar gemakkelijk is dat niet hè.”

Ook eerlijk

Een echte kopman moet een beetje egoïstisch zijn. Ben jij dat ook?

“Misschien te weinig. Ik zet mij gemakkelijk op kop voor een ander – misschien een overblijfsel van mijn jaren als helper, wie weet. Ik heb de andere kant van de koers gezien hè.

“Misschien laat ik me te veel doen. Maar dat zit er nu eenmaal in. Ik ben 31, ik ga mezelf niet meer veranderen.”

In de Omloop heb je je opgeofferd voor Philippe Gilbert en Greg Van Avermaet.

“Tja, je zit met drie ploegmaats in een kopgroep. Als ik nu had gevoeld dat er nog een demarrage in zat, dan offer ik mij niet op. Maar ik zat à bloc. Zoals bijna heel die kopgroep trouwens, wat sommige anderen daar achteraf ook over beweren.

“Wat moest ik anders? Laten betijen en tiende eindigen in een sprint waarin ik toch geen kans maak? Daar koopt de ploeg niks voor.”

De andere twee zijn rapper. In zulke situaties is het logisch dat jij op kop wordt gedrongen.

“Ze waren die dag ook een ietske beter. Ik ben gestart met het idee om zelf voor de overwinning te gaan, maar als in de wedstrijd blijkt dat je ploegmaats er beter voor staan … dan offer ik mij op. Dat is toch volwassen koersen, neen?”

Wanneer gaan de anderen zich eens voor jou op kop zetten?

“Dat zullen we de komende koersen zien. Als ik en Greg vooraan zitten en hij voelt zich net iets minder, dan hoop ik dat hij daar ook eerlijk in zal zijn.”

Van Avermaet is wel een erg ambitieuze kerel. Dat weet jij ook.

“Je kan hem geen ongelijk geven. In feite ben ik ook zo, maar ik ga het niet van de daken schreeuwen. Dat is het verschil. Maar ik neem het Greg niet kwalijk dat hij ambitie heeft.”

Hij heeft ook verteld: ‘Me opofferen om Hoste terug te brengen, zoals ik vorig jaar deed in de Ronde van Vlaanderen, dat wil ik nu niet meer. ‘

“( na een korte denkpauze) Ik zal eens vertellen wat er vorig jaar echt gebeurd is. Toen ik dat probleem had met mijn derailleur viel ik weg uit de eerste groep. Maar Greg zat toen pas in de vierde groep. Een Johan Vansummeren, die mee was met de koplopers, die is letterlijk teruggedraaid om mij weer naar voren te loodsen. Dát is jezelf opofferen. Wat Greg in feite niet deed; als hij mij toen niet toevallig in de achtergrond tegenkomt, dan staat hij dat jaar nooit in de uitslag. Ik weet dat hij dit verhaal in de pers anders vertelt, maar de waarheid mag ook gezegd worden. Na de Koppenberg zat Greg normaal gezien niet meer in koers. Hij heeft geluk gehad dat ik pech had.”

Marc Sergeant zei nog vóór het openingsweekend: ‘Hoste is voor mij niet meer dé kopman.’ Moeten we dat interpreteren als: je hebt je kans verkeken, nu is het aan de anderen?

“Misschien ziet hij dat zo, maar voor mij is er eigenlijk niets veranderd. Oké, woensdag voor de Omloop moet ik niet mee aanschuiven bij de persconferentie en Greg wel. Tja, dat is ook maar dat hè. Ik lig daar niet wakker van.”

Jij hebt toch ook je eer?

“Ja, maar ik krijg liever mijn gelijk na de koers dan ervoor. Je kan honderd keer zeggen: ik ga dit en ik ga dat. Eens je op de fiets zit, telt dat allemaal niet meer.”

Minder aandacht kan ook helpen.

“Het is alleszins geen nadeel.”

Krijg je minder interviewaanvragen?

“Nee, want nu willen ze allemaal weten of ik het niet ambetant vind dat ik niet langer de kopman ben.” ( glimlach)

Niet in twijfel

In het openingsweekend bleek dat er met Rabobank en Cervélo twee nieuwe sterke blokken staan voor het kasseiwerk.

“Cervélo was in de Ronde van Qatar al indrukwekkend. Vooral die Heinrich Haussler, een mannetje dat ik vorig jaar al in de gaten had. Je zag hem toen ook al manoeuvres doen waaruit bleek dat er veel inzat. En nu heeft hij duidelijk nog een stap vooruit gezet.

“Over het algemeen moet ik toch zeggen dat Rabobank er als ploeg nog boven uitstak. Maar misschien wel iets te goed, te vroeg op het jaar? Na Parijs-Roubaix zullen we de balans opmaken.”

Is dat tactisch anders koersen?

“Ja, en dat kan ons later nog goed uitkomen. We hebben nu eens een pakske slaag gekregen, maar dat wil ook zeggen dat iedereen in de volgende wedstrijden naar die andere ploegen gaat kijken.”

Deze winter heb je een personal trainer in dienst genomen. Nochtans is geweten dat jij het niet zo hebt voor hartslagmeters of trainingsschema’s.

“Nee en ik blijf daar ook bij. Die hulpmiddeltjes kunnen je intuïtie als coureur ondermijnen, vind ik. En in de koers komt het toch erg vaak aan op buikgevoel en op je vermogen om je aan te passen aan de omstandigheden. Ik vind het belangrijk dat ( met nadruk) ik de controle over mijn trainingen behoud. Ik bepaal nog altijd wat ik doe. En als ik voel dat het niet gaat, dan doe ik die dag wat anders, maakt niet uit wat Marc Lamberts zegt ( bekende rennerstrainer, werkt ook met Jurgen Van den Broeck, nvdr).

“Waarom ik dan toch een trainer heb gekozen? Omdat ik vooruit wil als renner, en je kan het maar geprobeerd hebben. Het is niet dat ik de jaren daarvoor slecht getraind heb, want dan rij je mijn resultaten niet. Maar stel nu dat ik hiermee nog twee procent win, dan kan dat al een groot verschil maken. Een ander voordeel is dat er meer variatie in de trainingen zit.”

Voel je je nu beter met die nieuwe trainingsaanpak?

“Het zal alleszins niet slechter zijn, dat voel ik wel. Ik train specifieker dan vroeger. Toen vertrok ik voor een tocht van zes uur zonder dat ik op voorhand wist wát ik die dag precies ging trainen. Nu zit er meer overzicht achter.”

Je was niet tevreden over je vorige seizoen. Is dat de reden voor de nieuwe aanpak?

“Om het eens te proberen, ja. Ik kon niet tevreden zijn over 2008: in de Omloop en Kuurne was ik vrij goed, maar had ik de koersomstandigheden tegen. Daarna volgde een terugslag en in de echt belangrijke week was ik niet langer top. De weken voor de Ronde van Vlaanderen train ik altijd extra hard. Ofwel word je daar veel beter van, ofwel niet. Wel, vorig jaar werd ik niet beter.”

Wat wordt het in de E3-prijs zaterdag?

“Ik weet het niet. Het is een koers die mij ligt, een koers die mij aanspreekt ook. En met de conditie lijkt het de goeie kant uit te gaan. Ik kijk er dus naar uit. De echt mooie koersen komen pas een week later, maar een overwinning in de E3-prijs mag er in ieder geval bij. Ik zou er veel voor geven, wees maar zeker.”

Bestaat dat nog, renners die zich in Harelbeke wegsteken met het oog op de Ronde?

“Nee, in die periode moet je dat echt niet meer doen. Verstoppertje spelen heeft geen zin, want heel het peloton heeft eind maart toch al lang gezien hoe het met je gaat.”

Ga je reageren op de kritiek door in de E3-prijs alles kapot te rijden?

“Neen. Mij motiveer je zo niet. Ik zal echt geen uur extra trainen omdat de buitenwereld kritiek heeft. Integendeel, het werkt eigenlijk zelfs een beetje contraproductief. Ik leef liever kalm naar een wedstrijd toe. Ze serveren mij en de ploeg af op basis van dat openingsweekend, maar ik ga mezelf niet in twijfel trekken.” S

door jef van baelen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content