De status van Torben Joneleit binnen Racing Genk onderging dit seizoen een opmerkelijke upgrade. Van ‘degelijke invaller’ promoveerde de Monegaskische Duitser naar ‘betrouwbare certitude achterin’. De pientere verdediger analyseert zichzelf, zijn trainer en het succes van de landskampioen.

Stel dat we binnen vijftien jaar aan een willekeurige voetballiefhebber vragen om de Genkse kampioensploeg uit 2011 op te noemen: ” Jelle Vossen! Kevin De Bruyne! Marvin Ogunjimi! En die jonge keeper: ThibautCourtois!” Misschien, als je specifiek naar de verdediging vraagt, dat een enkeling zich nog de Zuid-Afrikaanse flair van Anele of het strijdershart van Eric Matoukou zal herinneren. De kans dat iemand spontaan de naam van Torben Joneleit naar voren zal schuiven, lijkt eerder klein.

Zelf ligt hij daar niet van wakker. De spotlights zeggen Joneleit niet zoveel: “Laat de aanvallers maar in de picture staan. Zij verzorgden dit seizoen het spektakel in Genk, voor hen komen de mensen naar het stadion.” En toch speelde de blonde verdediger vanuit de schaduw zonder twijfel een belangrijke rol in het Genkse geheel.

De match die besliste over de titel, tegen Standard, was op 17 mei, toevallig ook jouw verjaardag. Zelfs een rustige kerel als jij had geen beter feestje kunnen dromen, toch?

Torben Joneleit: “Het werd het hoogtepunt uit mijn carrière tot nu toe. Allebei mijn ouders zaten in de tribune, de climax bij de goal, de ontlading achteraf, de gezellige chaos met de supporters op het veld … Op basis van het hele seizoen verdienden wij de titel, maar uiteindelijk had die ene wedstrijd nog alles kunnen veranderen. Toen Standard net voor rust op voorsprong kwam, gierde de stress nog harder door de kelen. Maar toch bleef de hele groep er ook in de tweede helft rotsvast in geloven: we wisten dat we bijna altijd hadden gescoord in ons eigen stadion, dus moest het ook die avond gebeuren.”

Champions League

Nog geen week na de titel maakte Genk zijn ambities voor volgend seizoen kenbaar, en die zijn vrij bescheiden: opnieuw play-off 1 bereiken.

“Dat vind ik prima. We mogen niet gaan zweven: in de competitie moeten we ons inderdaad gewoon opnieuw focussen op de eerste zes. We zitten met een jonge ploeg en ik denk dat we het best presteren als we onbevangen kunnen spelen zonder al te veel druk.”

Jullie pakten een voorrondeticket voor de Champions League, maar hoe realistisch is het dat Genk de groepsfase bereikt? In de eerste voorronde kunnen jullie bijvoorbeeld Glasgow Rangers of FC Kopenhagen ontmoeten en daarna wacht er nóg een ronde …

“Zolang we de tegenstander niet kennen, kan ik moeilijk een uitspraak doen over onze kansen. De eerste Europese match is al eind juli, dus we zullen vroeg in het seizoen moeten pieken. Maar als de groep samen blijft, wat toch de intentie is van de club, kunnen we hopelijk ook Europees iets tonen. Misschien krijg je dan wel hetzelfde fenomeen als in de Belgische competitie dit seizoen: dat iedereen zich op ons verkijkt en ons onderschat.”

De huidige kern viel vorige zomer wel duidelijk te licht uit tegen een Europese subtopper als Porto, ondanks de topvorm van Jelle Vossen en Kevin De Bruyne op dat moment. Zal dat nu anders zijn?

“Porto werd de uiteindelijke winnaar van de Europa League, dus dat was zeker geen schande. Thuis speelden we toen eigenlijk niet slecht, maar op dat niveau wordt ieder foutje afgestraft. Ik besef dat meer dan wie ook. In mijn debuut voor Genk, twee jaar terug in Rijsel, beging ik een blunder terwijl we op dat moment gelijkstonden, en nog één goal nodig hadden voor verlengingen. In vergelijking met een jaar geleden, de matchen tegen Porto, staat de groep wel een stuk verder. We werden kampioen en heel wat jongens zijn intussen international geworden. Ik denk niet dat we ons belachelijk zullen maken in Europa.”

Het blijft toch een ongelooflijk verhaal: vorig jaar elfde en dit jaar met nagenoeg dezelfde spelers kampioen worden. Hoe verklaar jij het succes van Racing Genk?

“In de eerste plaats is er de trainer. Vorig seizoen had FrankVercauteren ons al heel duidelijk gemaakt hoe hij met Genk wou spelen en daar plukten we dit jaar de vruchten van. Het systeem is glashelder en elke speler weet wat zijn opdrachten zijn. De tweede factor is onze collectieve kracht. Puur op individuele klasse hebben Anderlecht en Standard waarschijnlijk een sterkere kern, maar bij ons hangt de groep beter aan elkaar. Als een van de basisspelers niet kon spelen, vingen de bankzitters dat meestal prima op. Een enkele keer stonden we niet als collectief op het veld en dat voelde je meteen. Denk maar aan de wedstrijd in de play-off op bezoek bij Anderlecht. We stonden er niet als blok en konden nooit een vuist maken. En ten derde is er onze onverhoopte seizoensstart. Dat heeft ons een enorme boost gegeven. We speelden ineens met vertrouwen, wat daarvoor nooit het geval was. De spelers die pas in de wintermercato kwamen, werden meegesleept door het enthousiasme van de rest.”

Geen ‘dikke vriendjes’ met Vercauteren

Je bent erg lovend over de trainer. Hoe zou je zijn aanpak omschrijven?

“Hij is naar hier gekomen en heeft van een onzekere spelersgroep een samenhangende ploeg van winnaars gemaakt. De club heeft hem het vertrouwen gegeven om rustig iets op te bouwen. Stap voor stap, iedere week meer progressie boeken. Met veel aandacht voor tactische details: aanvalspatronen, stilstaande fases, positionering … Dat perfectionisme, gecombineerd met die geleidelijke opbouw, daar houd ik wel van.”

Vercauteren sleept het imago van een koele kikker met zich mee. Pas helemaal aan het einde van de play-off zagen we hem voor het eerst zichtbaar genieten en meevieren met de spelers …

“Voor mij was dat wel even wennen, want ik heb lang met John Collins gewerkt ( zowel bij Charleroi als bij Hibernian, nvdr). Qua psychologische aanpak zijn Vercauteren en Collins dag en nacht verschil. Collins moet het vooral hebben van zijn enthousiasme en van motivatietechnieken. Hij stond ook heel dicht bij de spelers en voetbalde nog mee in de wedstrijdjes op training. Vercauteren houdt veel meer afstand van zijn spelers. Hij is wel betrokken, maar hoeft niet per se dikke vriendjes te zijn met iedereen. Het een is niet beter of niet slechter, het is gewoon een andere aanpak. Als een speler met iets zit, zal Vercauteren het vrij snel opmerken. Maar je krijgt wel zélf eerst de kans om dat op te lossen voor hij je erover aanspreekt.”

Toen Carlos vertrok in januari, bestond de vrees dat de verdediging weleens de achillespees van Racing Genk zou kunnen worden. Terecht?

“Ik denk het niet, want ook zonder Carlos zijn we kampioen geworden. Het was natuurlijk wel een belangrijke pion die verdween, de kapitein van het elftal ook. Ik heb als verdediger veel van hem geleerd, maar een echte dirigent is hij nooit geweest. Niet op en niet naast het veld.”

Het nieuwe duo achterin, jij en Matoukou, bleek perfect complementair, zo stond achteraf in de analyses. Klopt dat?

“De mensen vergeten soms dat Eric en ik geen vreemden waren voor elkaar. We hadden de voorbije twee jaar al regelmatig samen gespeeld. Maar het klopt dat het prima lukt tussen ons. We communiceren goed en kunnen op elkaar vertrouwen. Eric is fysiek heel sterk. Als hij een duel aangaat, op de grond of in de lucht, dan weet ik dat ik me geen zorgen hoef te maken en dat hij de bal normaal wel zal ontzetten.”

Tijd voor de vraag die je ooit bestempelde als de meest vervelende die een journalist jou kan voorschotelen. Wat zijn je sterke punten volgens jezelf?

“Ik ben nog niet van mening veranderd. ( lacht) Ik ken mijn eigen sterktes en zwaktes, maar praat daar niet zo graag over.”

Probeer toch eens.

( zucht) “Ik probeer zo compleet mogelijk te zijn. Ik denk dat ik het spel goed kan lezen en daardoor kan anticiperen op wat zal gebeuren. Ik probeer intelligent te spelen en zal nooit iets doen waarvan ik niet zeker ben of het wel zal lukken.”

Matoukou zei in een interview: ‘Toen Carlos nog hier was, moest ik naast hem het vuile werk opknappen. Met Torben zijn de rollen enigszins omgedraaid: hij speelt nu wat meer in de schaduw.’

“Ik speel graag in dienst van de ploeg. Sommige centrale verdedigers houden ervan om zelf met de bal aan de voet wat op te schuiven, maar dat zul je mij nooit zien doen. Mocht ik dat willen, dan zou ik me op het veld wel meer kunnen tonen door af en toe eens mee op te rukken. Maar ik kies er bewust voor om dat niet te doen. Ik ben een centrale verdediger, dus ik moet betrouwbaar en sober zijn.”

500.000 euro losgeld

Nog eentje van Matoukou: ‘Ik ben van nature impulsief, maar de kalmte van Torben straalt op mij af.’

“Als hij het zegt. (lacht) Mensen zeggen mij soms zelfs dat ik té kalm ben. Maar ik heb Matoukou nog nooit tijdens een match tot rust moeten brengen, hoor. Hij concentreert zich sowieso meer door zijn nieuwe rol. Voor Nieuwjaar was het simpel: bal afpakken en inleveren bij Carlos en hij zette dan wel een nieuwe aanval op gang. Intussen moeten wij zelf meer oplossingen zoeken.”

Het lijkt wel relaxed verdedigen als je weet dat er een topdoelman achter je staat.

“Dat hoor je mij niet ontkennen. Thibaut Courtois is absoluut dé man van het seizoen.”

Je bent 24 nu. Verdedigers hebben op die leeftijd de top van hun kunnen meestal nog niet bereikt. Heb jij het gevoel dat je bij Genk al aan je plafond zit?

“Ik denk dat ik nog beter kan. Ik ben uiteindelijk nog jong en heb een atypisch parcours afgelegd. Alles samen heb ik al twee jaar verloren door blessures: aan mijn enkels, aan mijn hamstrings en vorig jaar sukkelde ik met die klierkoorts, waardoor ik de voorbereiding en het begin van dit seizoen gemist heb. Die blessures hebben me afgeremd, maar al bij al wil ik zeker niet klagen. Ik zit prima bij Genk.”

Zeker als je weet dat je op dit moment nog bij het gedegradeerde Charleroi had kunnen zitten …

“Inderdaad! Toen ik in 2009 door Monaco voor zes maanden uitgeleend werd aan Charleroi, was mijn contract slecht onderhandeld door mijn vorige manager. In die overeenkomst zat een aankoopoptie die eenzijdig door Charleroi gelicht kon worden en ik had daarbij niets in de pap te brokken. Zonder dat ik dat gewild had, lag ik dus plots voor drie jaar onder contract bij Charleroi. Gelukkig kon Genk mij diezelfde zomer losweken en waren ze bereid het gevraagde bedrag op tafel te leggen (500.000 euro, nvdr).”

Jouw huidige contract loopt volgend jaar af. Heb je al gesproken met Genk?

“In december hebben we even samen gezeten, maar ik wou liever verder praten na het seizoen. Als je echt begint te onderhandelen, ben je niet klaar op één dag. Na de winterstop wilde ik me liever op het voetbal concentreren en niet met andere zaken aan mijn hoofd zitten. Ik neem aan dat we de komende weken opnieuw rond de tafel gaan zitten.”

Maar Torben Joneleit is tevreden met Genk en Genk is tevreden met Torben Joneleit?

“Dat is de juiste samenvatting, denk ik.” ( lacht)

DOOR BREGT VERMEULEN

“Voor Nieuwjaar was het simpel: bal afpakken en hem inleveren bij Carlos. Intussen moeten wij zelf naar oplossingen zoeken.”

“Ik zou me op het veld wel meer kunnen tonen, maar dat wil ik eigenlijk niet.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content