Steve De Ridder is een van de vele voetballers die droomt van een grote carrière. Hij belandt bij AA Gent waar hij niet goed genoeg blijkt te zijn voor de A-kern. De Ridder wordt doorgesluisd naar VW Hamme en dompelt zich onder in de anonimiteit van de tweede klasse. Daar wordt hij ontdekt door de Nederlandse eredivisieclub De Graafschap. De Ridder, 21 jaar nog maar, draait in Doetinchem wekelijks mee. In een tegen de degradatie knokkende ploeg weliswaar, maar in een competitie die hoger aangeschreven staat dan onze eerste klasse. Het is frappant dat een Nederlandse club een jonge Belgische voetballer die hier niet meer aan de bak komt een kans geeft. De Graafschap kreeg De Ridder niet via een videoband of een tip van een of andere makelaar, het stuurt elke week vier scouts langs de velden in binnen- en buitenland. Die pikken zo veel mogelijk wedstrijden mee. Ook in de Belgische lagere afdelingen. Het is illustratief voor de manier waarop er in Nederland wordt gewerkt.

Op dit moment spelen er 33 Belgen in de Eredivisie, verdeeld over 14 clubs. Sport/Voetbalmagazine doorkruiste Nederland van zuid naar noord en ging op zoek naar de eventuele meerwaarde die deze Belgische voetballers brengen. Natuurlijk zijn het allemaal geen succesverhalen maar S/VM-redacteur Geert Foutréhoorde in zijn reis door Nederland geen onvertogen woord over de Belgen. Het zijn moderne gastarbeiders zonder de discriminatie die daar doorgaans bij hoort. Ze werken hard en mopperen niet. En vooral: ze appreciëren stuk voor stuk dat ze een kans krijgen. Natuurlijk verdwijnen ze net zo goed uit de ploeg als ze verslappen, maar er wordt hen wel een kans gegeven. Ze mogen voetballen volgens hun kwaliteiten en worden gestimuleerd om risico in hun spel te leggen. Dat is een brutale aanpassing als je uit een competitie komt waarin vooral de kracht van de tegenstander wordt benadrukt.

Het is geen toeval dat voetballers als Jan Vertonghen, Thomas Vermaelen en Moussa Dembéléhun ontwikkeling versnellen omdat ze in Nederland actief zijn. Op het juiste moment hebben zij de juiste stap gezet en zijn ze in een totaal andere voetbalwereld terechtgekomen. Met schitterende oefenvelden en nieuwe, goed bereikbare en klantvriendelijke stadions. Met een professionele structuur en een technische omkadering waarin er op alle niveaus veel plaats is voor oud-voetballers. En met heel andere accenten: zo ligt bijvoorbeeld de opleidingsvergoeding voor Nederlandse clubs hoger en wordt de jeugdwerking zo gevaloriseerd. En er is een minimumloon voor voetballers die niet uit Europa komen. Om zo ook de eigen markt mee te beschermen en een wildgroei tegen te gaan. In België bestaat die reglementering niet. In de Jupiler Pro League staan op dit moment 96 voetballers onder contract die niet uit Europa komen. Nauwelijks de helft van hen kwam vorig weekend in actie.

Werelden van verschil liggen er tussen de budgetten van Nederlandse en Belgische clubs. De achttien eersteklassers in dit land hebben samen een begroting van 184 miljoen euro, in Nederland – anderhalve keer zo groot als België – ligt dat bij de achttien verenigingen op ruim 400 miljoen euro. Natuurlijk kadert dat voor een deel in hogere televisiegelden, maar meer nog in nieuwe stadions waardoor meer inkomsten worden gegenereerd. Een subtopper als FC Twente verhoogde zijn budget dit seizoen van 16 tot 28 miljoen euro en Feyenoord, dat een nieuw stadion gaat bouwen, hoopt in de toekomst op een budget van 100 miljoen euro.

Het is verbijsterend dat alle dossiers rond nieuwe stadions hier blijven vastlopen in politieke besluiteloosheid. De storm die een paar maanden geleden nog opwaaide, blijkt inmiddels uitgeraasd. Angstvallig stil is het rond het Brugse stadionproject, geen eensgezindheid over een locatie wordt er gevonden in Antwerpen, geen nieuws is er in Brussel.

Hoe sterk ben je als land als de besluitvorming rond ieder geladen thema steeds weer wordt verschoven en vertraagd? Het is zoals op het veld: Nederlanders gaan ervoor, Belgen wachten af en dekken zich in. S

door JACQUES SYS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content