2 mei 2015, MGM Garden Arena, Las Vegas Boulevard South: Floyd Mayweather junior versus Manny Pacquiao. The Fight of the Millennium. ‘Let’s get ready to rumble!’

Beverly Hills, eind vorige maand. Manny Pacquiao (36) lijkt na maanden onderhandelen alsnog naast zijn droomhuis van 12 miljoen euro te grijpen. De eigenaar twijfelt. Verkopen aan de Filipijnse bokser of wachten? Pacman heeft een troefkaart achter de hand: vier gratis kaartjes, ringside, voor zijn kamp tegen Floyd Mayweather junior (38). Kostprijs op de zwarte markt: 94.000 euro. Per ticket. “De deal was meteen rond”, vertelde de immobiliënmakelaar aan USA Today.

Schaars goed, de 16.800 kaartjes voor het wereldtitelgevecht bij de welters (-67 kilogram), die in het officiële circuit 70 miljoen euro zullen opbrengen. Wie er niet bij kan zijn, is aangewezen op pay-per-view: 93 euro om de kamp rechtstreeks te bekijken. Bob Arum, promotor van Pacquiao, schat het aantal buys in de States op vijf miljoen en de totale inkomsten op 283 miljoen euro, waarvan 60 procent (170 miljoen) naar Mayweather en 40 procent (113 miljoen) naar Pacquiao gaat. Ter vergelijking: The Fight of the Century tussen Joe Frazier en Muhammad Ali (maart 1971) in Madison Square Garden leverde beide boksers elk 2,3 miljoen euro op. Aalmoezen van the seventies.

Vorig jaar bokste Mayweather twee kampen, maar de 99 miljoen euro inkomsten duwden hem vlot naar de eerste plaats op de lijst van Forbes, voor Cristiano Ronaldo (75 miljoen), LeBron James (67), Lionel Messi (60) en Kobe Bryant (58). Pacquiao viel met 39 miljoen euro net buiten de top tien.

Rolmodel versus bullebak

Op 2 mei 2009, een paar uur voor de kamp van Pacquiao tegen Ricky Hatton, kondigt Mayweather out of the blue een comeback aan. Elf maanden ervoor had de Amerikaan na 39 overwinningen een streep onder zijn carrière getrokken (“Ik beleef er geen plezier meer aan), maar Money heeft het moeilijk met de groeiende populariteit van Pacquiao, door Arum tot “de allergrootste uit de geschiedenis” herdoopt. Een uitspraak waar hij op zijn persconferentie om moet lachen. “Als je over boksen spreekt, dan spreek je over Floyd Mayweather.”

Sinds die dag, bijna zes jaar geleden, proberen promotoren de twee samen in de ring te krijgen, maar de onderhandelingen worden door verwijten overschaduwd: oneerlijke verdeling van de inkomsten, doping, vluchtgedrag (“Floyd, als je een echte man bent, vecht dan tegen mij”) en een racistische uitval van Mayweather, die Pacquiao een ‘gele dwerg’ noemt. (“Die klootzak mag voor mij sushi en rijst klaarmaken.”)

‘De kamp die nooit gevochten zal worden’, schrijft The Ring in december 2013. En toch: op 27 januari 2015, wanneer de twee elkaar tijdens een wedstrijd van de Miami Heat voor het eerst ontmoeten, gebeurt Het Onwaarschijnlijke. Ze wisselen telefoonnummers uit, gaan samen op de foto en leggen op een hotelkamer een datum vast.

Eindelijk! Het rolmodel tegen de bullebak. Het parlementslid tegen de man die wegens geweld op vijf verschillende vrouwen is veroordeeld en in 2012 twee maanden in de cel zat na een vechtpartij met Josie Harris, moeder van drie van zijn vier kinderen. De intellectueel tegen de straatkat, voor wie alles rond het boksen draait. Zijn vader (Floyd Mayweather senior) stond in de ring tegen Sugar Ray Leonard, oom Roger Mayweather won twee wereldtitels, een andere oom, Jeff, was ook profbokser. “Meer dan boksen heeft Floyd in zijn leven niet gekend”, zegt Joseph Santoliquito, voorzitter van de Boxing Writers Association of America. “Of toch: doffe ellende.”

Schietpartij in Grand Rapids

24 februari 1977. In Grand Rapids, een stad van 180.000 inwoners in Michigan, wordt Floyd Joy Sinclair geboren, het zoontje van Floyd Mayweather senior en Deborah Sinclair. Moeder is verslaafd aan crack, vader profbokser die met zijn inwonende schoonbroer Tony Sinclair een drugshandeltje heeft opgezet. Voor even, want amper vier maanden na de kamp tegen Sugar Ray Leonard, tegen wie Big Floyd in september 1978 tien ronden standhoudt, stormt Tony Sinclair met een geweer het flatje in Oakdale Street binnen. Vader grijpt de tweejarige Floyd bij de enkels en gebruikt hem als menselijk schild. “Als je mij wilt neerschieten, dan schiet je de baby ook dood.” Sinclair richt de loop op het onderbeen: bam!

Vaders kuitspier wordt gedeeltelijk weggeblazen, zijn bokscarrière geraakt in het slop, de familie heeft het moeilijk om rond te komen. “Andere vaders gingen met hun zoon naar de bioscoop of aten een ijsje, ik kreeg alleen maar slaag, elke dag opnieuw”, vertelde hij aan The Guardian. Vader gunstig stemmen kan alleen in de Pride Boxing Gym, beseft de tienjarige Floyd. “Ik zie hem nog altijd staan op een grote houten doos, te klein om op de speed bag te kloppen”, zei Bruce Kielty, eigenaar van de club. “Hij had moeite om op die wankele doos zijn evenwicht te vinden, maar hij heeft er wel zijn excellente voetenwerk en snelle handjes ontwikkeld.”

Op zijn twaalfde neemt hij de familienaam van zijn vader aan – Floyd Joy Mayweather junior – in een poging om de band te verstevigen. Tevergeefs. Zodra de deuren van de club gesloten zijn, is van een normale vader-zoonrelatie geen sprake meer. Vader trekt ’s nachts de straten in en wordt nog dieper in het drugsmilieu gezogen, de familie vlucht naar New Jersey. “Drie ellendige jaren. We sliepen met zeven in een kamer, we hadden niets. Geen verwarming, geen warm water, geen elektriciteit. De hel!”

Achttien jaar ongeslagen

In 1993, zestien jaar jong, neemt zijn leven een beslissende wending. Hij wint de nationale Golden Glove, een competitie voor amateurboksers, maar het succesje verbleekt bij de arrestatie van zijn vader, die voor het dealen van cocaïne vijf jaar de gevangenis in moet. “Geen vader en geen coach meer, een moeder die aan crack verslaafd was.”

Hij woont een tijdje bij zijn oom Roger in Las Vegas, maar de verleidingen in Sin City zijn te groot. “Hij heeft me dikwijls verteld dat ik zijn carrière heb gered. ‘Mocht je niet gekomen zijn, dan was ik net als vader een dealer geworden'”, zegt Don Hale, een zakenman uit Grand Rapids, waar hij drie jaar zal wonen.

Mayweather pakt ook in 1994 en 1996 de Golden Glove en wint 84 van zijn 90 amateurkampen. Met dank aan zijn nieuwe coach – Roger The Black Mamba Mayweather, de broer van zijn vader. Pretty Boy, een bijnaam die hij dankt aan zijn gave gezicht, plaatst zich in 1996 voor de Olympische Spelen, waar hij in de kwartfinale voor de eerste Amerikaanse zege tegen een Cubaan (LorenzoAragón) in twintig jaar tekent. De weg naar olympische roem in de categorie tot 57 kilogram ligt open. Hij domineert wereldkampioen SerafimTodorov, scheidsrechter Hamad Hafaz Shouman steekt na afloop Mayweathers hand in de lucht, maar de jury geeft de overwinning aan de Bulgaar. Amerikaans protest mag niet baten. Opmerkelijk: sinds die dag, 2 augustus 1996, meer dan 18 jaar (!) geleden, zal hij geen kamp meer verliezen.

Twee jaar na zijn profdebuut pakt hij tegen Genaro Hernández zijn eerste wereldtitel, maar de media smullen vooral van de familievete. Vader, na zijn vrijlating in 1998 even zijn trainer, wordt na twee jaar de laan uit gestuurd. “Hij legde me te veel druk op, de chemie tussen mij en oom Roger is beter.”

Senior wordt aan de kant geschoven én vernederd wanneer hij door Floyd uit een restaurant wordt gezet en zijn appartement en auto moet teruggeven. De twee zullen zeven jaar niet met elkaar spreken. “Mijn vader is jaloers op mijn succes. Zijn carrière is niets geworden. Als bokser komt hij niet eens in mijn buurt”, klinkt het in The New York Times.

Mayweather grossiert in overwinningen (37) en wereldtitels in vijf gewichtscategorieën, vader verkast naar Oscar De La Hoya, die in 2007 zijn wereldtitel verdedigt tegen… zijn zoon. In de aanloop naar de kamp knapt De La Hoya af op de vraagprijs van Roger (1,9 miljoen euro), maar de Mayweathers leggen hun meningsverschillen (even) bij.

Pretty Boy gaat na zijn kampen tegen De La Hoya en Ricky Hatton met pensioen en baadt in luxe, maar “het afscheid van het enige wat er echt toe doet”, valt hem zwaar. Met een nieuwe en grotere entourage – The Money Team – wil hij de rijkste sportman ter wereld worden. En het geld rolt. In zijn privéjet liggen tassen volgepropt met biljetten van 100 dollar, Money draagt schoenen slechts één keer en laat ze dan achter voor het hotelpersoneel, hij gokt voor honderdduizenden dollars op college games en stouwt de garages van zijn huizen vol met luxewagens. Opvallend: de auto’s in Miami zijn wit, in Las Vegas zwart. Zijn hagelwitte tanden worden beschermd door een mondstuk van 23.000 euro, integraal uit 100 dollarbiljetten gemaakt… Extravaganza, maar Mayweather kan tegen een duwtje. En op 2 mei is hij minstens 170 miljoen euro rijker. “Manny is een stevige tegenstander, maar ik maak me totaal geen zorgen”, zei Mayweather vorige week op Showtime.

Het pad van God

Aan de andere kant van de Stille Oceaan leeft ook Pacman ontspannen naar de kamp toe. Op 2 maart, twee maanden voor TheFight Of The Millennium, stapt hij zelfverzekerd het Araneto Coliseum binnen. Een mythische plaats, veertig jaar geleden het decor voor de Thrilla in Manila tussen Ali en Frazier.

Vier decennia later is de zaal met 15.000 toeschouwers volgelopen, de sfeer is broeierig, de aanleiding totaal verschillend: een basketbalmatch. En toch trekt opnieuw een bokser alle aandacht: Manny Pacquiao, coach van Kia Carnival en met zijn 168 centimeter de kleinste speler op het wedstrijdblad. Een van de beste boksers van zijn generatie, de eerste die wereldtitels in acht verschillende categorieën won, maar vanavond probeert hij zich voorbij enkele reuzen te dribbelen.

Hij valt even in – onopgemerkt – en aan de rust leiden de Talk ‘N Text Tropang Texters comfortabel. In de kleedkamer spreekt Pacman zijn spelers toe. Offense. Man-to-man defense. De wedstrijd kantelt. “Ik ben nerveuzer dan in de boksring. Basketbal is mijn tweede sport”, klinkt het ’s avonds.

Hij draagt een short, teenslippers en een rood T-shirt van Nike, met daarop de woorden Spirit Soul Body. Aan de muren van zijn mansion hangen citaten uit het Oude Testament. “Ik ben een ander mens geworden toen ik de stem van God hoorde. Ik heb het handboek voor mijn leven gevonden: de Bijbel.”

12 november 2011, wanneer hij Juan Manuel Márquez opnieuw in de ogen kijkt, is een keerpunt. Zijn huwelijk met Jinkee, vicegouverneur van Sarangani, staat op springen. De moeder van zijn vijf kinderen heeft het helemaal gehad met Manny, die nachtenlang op stap gaat, te veel drinkt, meiden opscharrelt, gigantische sommen vergokt en tussendoor ook nog een leven als bokser/politicus/zanger/acteur wil uitbouwen. Ze wil de scheiding aanvragen, Pacquiao is in shock. “Emotioneel was ik dood, ik móést mijn leven veranderen. God toonde me het juiste pad.”

De dood in de ogen

From zero to hero: het levensverhaal van Pacman, op 17 december 1978 als Emmanuel Dapidran Pacquiao geboren in Kibawe, een stadje van 35.000 inwoners in de Filipijnse provincie Bukidnon. Dionesia Dapidran zet nog vijf kinderen op de wereld, maar wanneer Rosalio Pacquiao er een andere vrouw op nahoudt, vraagt ze de scheiding aan en verhuist met haar kroost naar General Santos City.

Moeder werkt in schimmige fabriekjes en leurt met groenten, Manny (12) verkoopt donuts en neemt deel aan illegale kampen. Freestyle, zonder handschoenen. “Levensgevaarlijk. Twee vrienden van mij werden doodgeslagen. En dat voor twee dollar”, vertelde hij in Time.

Op zijn veertiende vertrekt hij met een zeilbootje in het geheim naar Manila, op zoek naar een beter leven. Hij vindt een job in een fabriek, maar stapt ook in de hoofdstad in de ring. En het gaat snel. Bij de amateurs wint hij 60 van zijn 64 kampen. Op zijn zestiende, in januari 1995, debuteert hij bij de profs. “Hij leek op Olive, de vrouw van Popeye, zo mager was hij. Hij moest metalen plaatjes en muntstukken in zijn schoenen en broek stoppen om aan het minimumgewicht te komen, maar bij de eerste rake slag ging Edmund Ignacio neer”, vertelt Ingming Duque Aberia in Story bigger than boxing. Eerste profkamp gewonnen: 25 dollar rijker…

Manny pakt zijn eerste wereldtitel in 1998, wint in zes jaar 32 van zijn 34 kampen, maar deals in de States zijn onbereikbaar. Mondiaal een nobody, tot hij in juni 2001 als vervanger voor een kamp tegen Lehlohonolo Ledwaba wordt opgetrommeld en inLas Vegas zijn tweede grote titel pakt. Een paar weken erna ontmoet hij Freddie Roach, de trainer die het leven van de Filipijn zal veranderen. “Ik bokste één rondje met hem en dacht meteen: Man, can this motherfucker fight!”

Pacman begint aan zijn veroveringstocht, tijdens de rechtstreekse uitzendingen van zijn kampen tegen Marco Antonio Barrera, Juan Manuel Márquez en Óscar Morales zitten miljoenen Filipijnen voor de buis gekluisterd. “Als hij in de ring staat, worden er op onze straten geen misdrijven gepleegd.”

In zijn land is Pacquiao tot een halfgod uitgegroeid, maar in de verkiezingen voor een plaatsje in het Huis van Afgevaardigden van 2007 lijdt hij tegen Darlene Antonino-Custodio een zeldzame nederlaag. “Ik heb gewonnen omdat de Filipijnen vreesden dat ze een boksicoon zouden verliezen.” Drie jaar erna pakt hij alsnog, met een eigen partij, een zitje in het parlement.

In de steek gelaten door vader, armoede, gevlucht naar Manila, wereldkampioen, politicus, zakenman én begaan met de minderbedeelden. “The winner who takes all and gives to all“, zegt Nick Giongco van de Manila Bulletin. “Filipijnen leven in onzekerheid, maar houden ook van sprookjes. En welke sprookje is er mooier dan dat van Manny Pacquiao?”

Terug naar 2 maart 2015. Pacman, de basketbalcoach, begroet zijn spelers met high fives. Zijn Kia Carnival, voorlaatste in het klassement, wint na een onwaarschijnlijk derde en vierde quarter met 106-103 van het nummer twee. David die wint van Goliath. Een gunstig voorteken?

DOOR CHRIS TETAERT

“Andere vaders gingen met hun zoon naar de bioscoop of aten een ijsje, ik kreeg alleen maar slaag. Elke dag opnieuw.” Floyd Mayweather junior

“Die illegale bokskampen waren levensgevaarlijk. Twee vrienden van mij werden doodgeslagen. En dat voor twee dollar.” Manny Pacquiao

“Filipijnen leven in onzekerheid, maar houden ook van sprookjes. En welke sprookje is er mooier dan dat van Manny Pacquiao?” Nick Giongco

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content