Bij de jeugd van Club Brugge was hij een uitblinker, maar in de A-kern stond Franky Van der Elst in de weg. Momenteel is Tony Mols werkzoekend. Zijn schoonbroer heet Herman Brusselmans !

“Ik heb diep gezeten,” vertelt Tony Mols aan het eind van het gesprek, “maar ik ben ook zeer naïef geweest. Ik werd opgeleid als werfleider in een bedrijf. Maar nog voor de opleiding halfweg was, bleek de job bestemd te zijn voor de schoonzoon van de Nederlandse baas. Het geschil werd ‘geregeld’ via zijn advocaat en hij liet me voor alle kosten opdraaien. Daarna heb ik nog een jaar gewerkt in een firma gespecialiseerd in kantoorrenovatie, maar dat bleek uiteindelijk niks voor mij. Het liefst van al zou ik als vertegenwoordiger bij een sportmerk aan de slag gaan. Dat interesseert me enorm en ik denk dat ik er ook de kwaliteiten voor heb. Misschien dat twee van mijn vroegere bazen, Antoine Vanhove en Roger Lambrecht, voor een introductie zorgen en dan ben ik weer vetrokken. Want de hele dag thuiszitten, op vier avondtrainingen na, vind ik ook maar niks.”

Nu en dan gaat hij met zijn schoonbroer Herman Brusselmans (diens vrouw is de zus van de vrouw van Mols) naar het voetbal. “Ik heb intussen al veel van hem gelezen en het is echt wel meer dan alleen maar ‘achter in de poes naaien’. Herman is bovendien een echte voetbalkenner, maar enorm verlegen. Hij komt, zoals hij het zelf vaak in zijn columns schrijft, amper buiten.”

Geregeld krijgt hij te horen dat hij bij Wetteren ver onder zijn niveau voetbalt. “Toch,” zegt Mols, “blik ik tevreden terug op mijn loopbaan in eerste klasse. Ik kon als dertienjarige ook naar Anderlecht, Gent of Lokeren, maar Brugge sprak mij het meest aan, was ook het dichtst bij huis. Elk jaar was ik in mijn jeugdcategorie de beste van de ploeg, maar als je ziet met welke namen ik in de A-kern werd geconfronteerd, dan was een plaats in de basiself erg ver af. Kan ik het helpen dat Franky Van der Elst net deel uitmaakte van mijn generatie deel en op mijn positie stond op het moment dat ik mijn opwachting in de A-kern maakte ?”

Of hij er dan nooit aan gedacht heeft sneller andere oorden op te zoeken ? “Niet echt, want ik heb er ook enorm veel geleerd. Ik kon niet weten dat Franky Van der Elst zo lang zou blijven. Er was elk jaar wel interesse en achteraf bekeken bén ik ook te laat weggegaan. Maar toen ik 23 was, vond ik het wel tijd. Ik werd eerst uitgeleend aan RWDM, nadien aan Lokeren. Daar is mijn carrière pas echt begonnen. Meteen kampioen in tweede onder Fi Vanhoof, waarna Lokeren uitgroeide tot een degelijke middenmoter met aardig wat namen als Ekakia en Remco Torken. In mijn laatste seizoen kreeg ik het aan de stok met Willy Reynders. Na een blessure beloofde hij me altijd opnieuw mijn plaats in de ploeg, maar toch viel ik er telkens naast. Onbegrijpelijk. Op een maandagochtend heb ik hem daarover voor de hele groep zwaar aangepakt. Nadien werd ik nog maar sporadisch opgesteld en zat mijn tijd er bij Lokeren eigenlijk op.”

Het was dankzij voorzitter Roger Lambrecht dat Mols voor een prikje (1,3 miljoen Belgische frank) naar Schotland kon. Via John Depauw, een man uit de streek die de scouting van Celtic op het Europese vasteland doet, kwam hij in de belangstelling van Aberdeen, Motherwell, Heart of Midlothian en Dundee United. Die laatste club was de enige die zijn seizoen in Nederland voorbereidde. Dus tufte Mols er naartoe, trainde enkele keren mee en kreeg een contract voor twee jaar aangeboden.

“Dundee is best een gezellige winkelstad. Zelf woonden we in Brouthy Ferry, een visserdorpje net buiten Dundee. De meeste buitenlandse spelers hadden er hun optrekje, daardoor hadden zij veel contact met elkaar. De beste herinneringen bewaar ik aan Siggi Jonsson, toen de aanvoerder van de IJslandse nationale ploeg, met wie we een prima contact hadden. Spelen in Schotland was fantastisch, ook al moesten wij nooit hoger mikken dan de derde plaats. Celtic en Rangers waren buiten categorie.

“Uiteraard waren de derbies met FC Dundee de hoogtepunten van het seizoen. Twee eersteklasseclubs in dezelfde straat, waar vind je dat nog ? Als we op verplaatsing naar FC Dundee moesten, staken we gewoon tussen de supporters de straat over. Heel raar. De matchen zelf werden op het scherp van de snee gespeeld en ooit is er in de tribune tussen de twee supportersclans zwaar gevochten. FC Dundee was de club van het volk, United die van de betere klasse. Dat was dus een strijd vol nijd en haat, maar qua beleving het einde !

“Er was maar één ding in Schotland dat me niet aanstond : haggis ( de door ondergetekende fel gesmaakte schapenmaag gevuld met slachtafval, nvdr). Eén keer gegeten zonder te weten wat het was. Nooit meer !”

Het tweede seizoen kwam Mols nog amper aan spelen toe bij Dundee. Een enkelblessure, een nieuwe coach en een jong talent dat zijn plaats had ingenomen, deden hem terugkeren naar België, ondanks interesse van de Schotse tweedelassers Ayr United en Ross County. Zijn nieuwe club werd Verbroedering Geel, dat toen onder Paul Put aan zijn eerste seizoen in eerste klasse bezig was. “Een beslissing die we toen hals over kop genomen hebben. Ik ben er met een rechtszaak vertrokken. Bij degradatie kon het contract door één van beide partijen worden opgezegd, maar door een zwaar misverstand is dat niet gebeurd. Daardoor heb ik Geel nog redelijk wat geld gekost. Dat het mijn laatste jaar eerste klasse zou zijn, daar was ik me toen niet van bewust.”

door Stefan Van Loock

‘Als we op verplaatsing naar FC Dundee moesten, staken we gewoon tussen de supporters de straat over.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content