Dieter Verbeke voelt zich thuis in Spanje, minder bij Sant Pere i Sant Pau de Tarragona.

Met veel ambitie tekende de vierentwintigjarige West-Vlaming afgelopen zomer een eenjarig contract bij Club de Voleibol Sant Pere i Sant Pau de Tarragona, zoals de plaatselijke ereklasser voluit heet. Met zicht op de overblijfselen van het Romeinse amfitheater vertelt Verbeke echter over een sportieve teleurstelling aan de monding van de Francolí. Het amfitheater, samen met het 217 meter lange aquaduct even buiten de stad het bekendste klassieke bouwwerk in Tarragona, leek de ideale plaats voor een fotosessie. Maar de stadsautoriteiten beslisten er anders over, want door restauratiewerken is het nog enkele maanden ontoegankelijk, ook voor de pers.

Het volleybal had hij zich anders voorgesteld, zegt Verbeke. “Maar al snel besefte ik dat mijn ambities moest bijschaven. Toen ik hier kwam testen in april vorig jaar, beschikte Tarragona met Gustavo Saucedo nog over een uitstekende opposite. Hij zou blijven, beloofde de club me, maar toch vertrok hij naar Nice. Er zou ook een heel goeie spelverdeler bijkomen – iemand die hier al eens eerder speelde – maar dat ging dan ook weer niet door.”

En dus vechten momenteel twee relatief jonge en kleine spelverdelers – Roger Ferregüela en Enric Bescós – voor een basisplaats in een ploeg zonder vedetten en met naast Verbeke nog één buitenlander, de Macedonische middenman Zafirov. “Ze deden me al die beloftes,” zegt Verbeke, “en toen ik hier in de voorbereiding aankwam, las ik in de kranten uitspraken van de trainer en het bestuur : we zullen al tevreden zijn als we niet zakken. Ik dacht bij mezelf : versta ik nu wel voldoende Spaans ?”

Te weinig kwaliteit, te weinig ervaring, te weinig zinvolle trainingsuren, te weinig spelers met een professionele mentaliteit,… Gevraagd naar de oorzaken van de magere resultaten van Tarragona, weet Verbeke niet waar eerst te beginnen. ” Aguiló, een receptie-hoekspeler van vierendertig, denkt er aan af te haken na dit seizoen, Zafirov spreekt ook over stoppen. Op den duur is iedereen meer bezig met wat hij volgend seizoen gaat doen dan met hetgeen er nú fout loopt. Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt.”

ochtans draait Verbeke al tijdje mee in het volleybal, ondanks zijn jonge leeftijd. Als talentvolle knaap belandde Verbeke al snel van de provinciale selectie in de nationale, onder Jan De Brandt. Na het vereffeningsjaar 1993/94 vroeg toenmalig Roeselarecoach Marc Spaenjers aan De Brandt of hij geen jong Belgisch talent kende dat in het financieel weinig slagkrachtige Roeselare kon meedraaien. “En zo kwam ik op mijn zeventiende bij Roeselare terecht, als receptiehoekspeler, terwijl ik voordien altijd in het midden stond. Ik ben er uiteindelijk drie jaar blijven hangen. Door de operatie van Jacky Vermeulen speelde ik het eerste seizoen zelfs veel meer dan gehoopt.”

De twee volgende campagnes kwam Verbeke veel minder aan de bak, onder meer door de komst van Brecht Rodenburg op de receptie-hoekpositie. En zo verhuisde hij voor aanvang van het seizoen 1997/98 naar Torhout. “Ik was twintig geworden en wilde spelen, wat bij Roeselare, dat stilaan opnieuw aansloot bij de top, niet mogelijk was. Ik had er veel geleerd op training – de foutenlast bleek een pak hoger te liggen in Torhout dan in Roeselare – maar elke volleyballer wil in de eerste plaats toch spélen. Trainen op een hoog niveau, brengt je heel wat bij, maar door te spelen, leer je omgaan met competitiedruk en pik je sneller wedstrijdfases op.”

In vier seizoenen Torhout groeide Verbeke uit tot een absolute publiekslieveling. Maar in zijn laatste jaar als TEW-student aan de universiteit van Gent, besloot hij al snel dat het vierde jaar voorlopig zijn laatste zou zijn aan de Industrielaan. Aan de lokroep van Spanje kon Verbeke niet weerstaan. “Het zat al een tijdje in mijn hoofd om eens van een buitenlands avontuur te proeven. De studies duurden iets langer dan de bedoeling was, maar het was nú dat ik het moest doen.”

Speelde de onzekerheid over het voortbestaan van Torhout dan helemaal geen rol bij zijn keuze ? “Eigenlijk had ik maar twee opties. Ofwel bleef ik in Torhout of een andere middenmoter in België en dan moest ik op zoek naar een parttime job, ofwel ging ik naar het buitenland met de mogelijkheid om professioneel te volleyballen. Misschien werd de keuze wat vergemakkelijkt door de financiële problemen van Torhout, maar ik zou allicht sowieso voor het buitenland geopteerd hebben.”

Hij was dan ook al vanaf nieuwjaar beginnen uitkijken om in Spanje aan de slag te kunnen. “Op dat moment was er nog niet echt sprake van een onzekere toekomst in Torhout.” De pistes Puurs en Marke verbleekten, ook letterlijk, bij de Spaanse interesse. “Las Palmas was het concreetst, maar ja ( zucht)… Hoe komt het dat het Las Palmas dan niet geworden is ? Bij Tarragona drongen ze aan. Ik wist dat de ploeg een moeilijk seizoen achter de rug had, maar ze wilden vooruit, zeiden me ook dat ik beter eerst mijn kans greep bij een subtopper om me op die manier in de belangstelling van de topclubs te spelen. Bovendien stonden de examens voor de deur, wat mij er zelf ook toe aangezet heeft snel te beslissen.”

chteraf gezien, geeft Verbeke toe, had hij beter nog wat gewacht op het voorstel van Las Palmas. “Guaguas Las Palmas doet mee voor de prijzen, terwijl wij zo goed als zeker play-downs moeten spelen om het behoud te verzekeren. Ook qua omkadering zit er een hemelsbreed verschil tussen Las Palmas en Tarragona. Zij hebben twee kinesisten, een sportief en commercieel manager, een trainer, allemaal zaken die wij niet hebben ( grijnst).”

Op de coach, Vladimir Bogoevski, heeft Verbeke het duidelijk niet begrepen. En dat geldt voor de meeste spelers, zegt hij. Maar Bogoevski is een man van het huis – stond al aan het sportieve roer toen de club zes seizoenen geleden de promotie naar de

ereklasse afdwong. “Er wordt vanuit het bestuur dan ook absoluut niet aan hem getwijfeld. Onbegrijpelijk eigenlijk, want bij zijn manier van werken, kan je je serieus vragen stellen. Zo bekeken we bijvoorbeeld nog nooit een video van de tegenstrever.”

Geen tactische raadgevingen dus (“Het enige wat hij doet tijdens een time-out is de spelers de huid vol schelden”) en ook de trainingen bekoren maar weinig. “Er wordt niet gewerkt aan specifieke zwakten, wel bijna iedere keer dezelfde oefeningen. Vliegt een bal tien meter buiten, dan is er niemand die daar iets over zegt. Trainen op service komt erop neer dat je gewoon zo hard mogelijk tegen de bal slaat. Zijn er tien missers bij en sla je de elfde keer een ace, dan word je gefeliciteerd voor die laatste opslag. Volgens mij speel je zoals je traint. Je ziet dat ook terug in onze wedstrijden, waarin we met een hele hoge foutenlast serveren.”

Toch is het zeker niet allemaal kommer en kwel, zelfs op sportief vlak niet. “Soms volleyballen we echt wel goed, is iedereen perfect op elkaar ingespeeld, maar dat duurt nooit een hele wedstrijd. Dan pakken we de eerste set, soms ook nog de tweede en opeens valt alles als los zand uit elkaar. Met Alejandro Vadnov hebben we een gewezen Spaans international in de rangen, iemand die nog altijd iets meer kan. Maar hij werkt in de onderneming van zijn ouders en komt maar twee of drie keer trainen in de week. Je kan hem van hem niet verwachten dat hij de boel op sleeptouw neemt.”

Vreemd genoeg fungeerde middenman Vadnov de laatste weken als opposite. “Dat komt dan weer omdat we iemand missen die de belangrijke bal durft op te eisen. Rubén Antequera heeft klasse, komt uit voor de -23 in Spanje, maar hij is nog veel te wisselvallig. Anderzijds mag je er niet van uitgaan dat een jongen van twintig zich meteen tot de sleutelfiguur van het team ontpopt.”

alf januari trad er met Agustí Gasol een nieuwe voorzitter aan bij Tarragona, maar dat zal de zaken niet veranderen, niet voor de club en zeker niet voor Verbeke. “De vorige voorzitter ( Enrique María, nvdr) had het te druk met zijn werk en zette een stapje opzij. De echte voorzitter blijft de trainer. Ik bedoel daarmee dat hij hier zowat alles regelt. Versta me niet verkeerd : naast het veld heb ik geen problemen met Bogoevski, alleen vind ik hem, hoe zal ik zeggen, niet de beste trainer die ik ooit heb gehad.”

En dus zal het eerste jaar van Dieter Verbeke in Tarragona ook zijn laatste zijn. Maar dat het zijn laatste seizoen in Spanje wordt, is veel minder zeker. Aanpassingsproblemen aan het land had hij niet. Vriendin Liesbet, die van opleiding vertaalster Frans-Spaans is, vond ondertussen ook al werk in een vertaalbureau. “Toch ben ik degene die er het minste problemen mee zou hebben om hier heel mijn leven te blijven”, zegt Verbeke. “Maar zover zal het waarschijnlijk wel niet komen.”

Een verlengd verblijf in de División de Honor ziet hij anders wel zitten. “Ik weet dat ik geen superspeler ben en veel training nodig heb, maar ik weet ook wat ik kan. Als ik nog in Spanje blijf, zal het bij een club zijn die bovenin kan meedraaien. Misschien dat Las Palmas opnieuw een optie wordt, ook Tenerife polste al eens. Graag zou ik nog wat in Spanje blijven, want als ik terugkeer naar België wordt het allicht volleyballen én werken, misschien zelfs alleen werken.”

door Roel Van den broeck,

“Ik zou graag in Spanje blijven, maar dan bij een club die bovenin meedraait.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content