Vorige week vrijdag ontsloeg RC Genk René Vandereycken, deze week begon het de zoektocht naar een opvolger. Niet alleen het profiel van de trainer, maar ook de eigen werking is het die Genk kritisch moet evalueren.

Vierennegentig minuten had RC Genk nodig om op de eerste speeldag tegen FC Brussels het winnende doelpunt te maken in een als ‘niet hoogstaand’ bestempelde wedstrijd. De hele competitie door is het een rode draad gebleven voor RC Genk : gewonnen werd er vaak in de laatste minuten of op een diefje, gevoetbald werd er doorgaans weinig exuberant.

Nochtans was het juist dat laatste, mooi want spectaculair voetbal, wat Jos Vaessen wou zien van de ploeg, maar René Vandereycken is er nooit de trainer naar geweest risico’s in zijn speelwijze te leggen. Niet toevallig waren het drie recupererende spelers die voor zijn komst de club mochten verlaten, die onder Vandereycken tot onmisbare elementen uitgroeiden : Gert Claessens evolueerde van zwalkende middenvelder tot een organiserende centrale verdediger, terwijl Justice Wamfor en SeyfoSoley met hun respectievelijk recupererend en loopvermogen gewaardeerde basisspelers werden. In voetbal, verwoordde Vander- eycken ooit zijn credo, is het namelijk niet de bedoeling om elkaar ruimte te geven. Ook mooi, voor wie ervan houdt en als het goed is uitgevoerd, maar niet volgens Vaessens visie. Wat wenkbrauwen moet doen fronsen bij de ernst van alle uitlatingen over ‘het uittekenen van een profiel van de trainer’ die aan Vandereyckens aanstelling voorafgingen.

Maar meer nog dan het vertoonde spel, waren het de eigengereidheid en het nihilisme van Vandereycken die in het Fenixstadion wrevel wekten. Algemene waarheden dienden eerst zijn logica te passeren. Op rechtstreeks tegen de club gerichte negatieve uitlatingen zal je Vandereycken niet betrappen, maar ’s mans daden en uithalen naar derden waren des te opvallender : van de jongeren die hij bij het begin van het seizoen niet bij de A-kern wou tot de genoegzaam bekende broeksriem waarmee hij tegen Standard naar de scheidsrechter zwaaide of de afgelaste Turkse winterstage waarover hij maar geen overeenstemming bereikte met de club.

Steeds nadrukkelijker kwamen ze, in de categorie amusante faits divers, ondertussen naar voren, de verhalen van hoe spelers zich opzettelijk foutief kleedden om hun trainer een terechtwijzing te ontlokken en zich van dan af ten minste wel gevrijwaard te weten van andere opmerkingen. Of hoe ze het tegengestelde van hun eigen voorkeur ter goedkeuring aan de trainer voorlegden, in de wetenschap dat hij, tegendraads als hij is, dan uiteindelijk toch de optie van hun voorkeur zou kiezen. Steeds meer gleden sommige spelers daardoor uiteindelijk af naar onverschilligheid als manier om met Vandereyckens discipline om te gaan. Dat leek, zeker naar het einde van de competitie toe, voor een bij momenten lusteloos ogende spelersgroep te zorgen. Een beeld dat ook wordt ingegeven door het sluimerende verwijt dat Vandereycken te weinig zou trainen en de grote voorzichtigheid die hij in zijn trainingen aan de dag placht te leggen : waar andere trainers bij bepaalde oefeningen tot voorzichtigheid maanden, schrapte Vandereycken liever meteen het hele onderdeel uit zijn programma.

Al die kritiek ten spijt wist Genk vaak nog in de laatste minuten te scoren, bleef het aantal geblesseerde spelers beperkt, pikte een speler als Kevin Vandenbergh uiteindelijk de raad op om mee te voetballen met de rest van het collectief, kende Koen Daerden, die ook vaak centraal werd uitgespeeld, een van zijn beste seizoenen, waarin hij nog meer naar een leidersrol evolueerde, en eindigde de ploeg op de vooropgestelde derde, Europese, plaats. Maar dat om te kunnen functioneren in een positieve sfeer soms toegevingen zijn vereist, dát onderdeel van het trainerschap wist de onmiskenbare vakman die Vandereycken nochtans is zich dus niet toe te eigenen.

Op en naast het veld is van de mooie warmte, zoals waarmee Vasco, het convectorenbedrijf van Jos Vaessen, adverteert en die de voorzitter zijn club ook graag wil zien uitstralen, daarom in Genk weinig terechtgekomen. Ofschoon de voorzitter zich daar, al zijn uitspraken richting Vandereycken en anderen indachtig, zelf ook een aardig deel in mag aanrekenen : van een verkeerde ploegopstelling tot publieke terechtwijzingen om Vandereyckens commentaar op scheidsrechters en de bondscoach of uithalen naar de bond.

Waarheden liggen doorgaans in het midden en in het midden is het dat Ariël Jacobs zich het voorbije seizoen in Genk heeft opgehouden, als buffer voor de wederzijdse frustraties van trainer en voorzitter. Des te jammer daarom dat het Jos Vaessen maar niet lukt meer zijn technisch directeur in plaats van zichzelf het woord te laten voeren. Maar de voorzitter, die behalve aan zijn leiderschap een deel van zijn autoriteit ook aan zijn financiële inbreng ontleent, is er nu niet bepaald de man naar een gedisciplineerde rol achter de schermen te vervullen. Al zal hij zich, nu spelers zelf al naar buiten treden met de opmerking dat de voorzitter zich eindelijk eens in toom moet houden, toch vragen moeten beginnen te stellen.

Een betere communicatie is waar Genk werk van zal moeten maken, zoals, mochten de resultaten straks tegenvallen, het aan de achterban uitleggen dat de trainer van dat moment toch nog altijd beter is voor de club dan René Vandereycken. Dat vroegtijdig uitlekte dat Hugo Broos al werd gecontacteerd, zelfs al weze het een persoonlijk initiatief van een lid van de raad van bestuur, is bovendien een ronduit pijnlijke vaststelling.

RC Genk is inmiddels met het behalen van Europees voetbal op een nieuw kruispunt in zijn groei naar de top aangekomen : de sterkhouders van de huidige groep proberen te behouden en gericht versterken is een doel, net als het aantrekken van een nieuwe trainer. Het behalen van de Uefacup, waaruit Genk, volgens een eerdere schatting van Jos Vaessen 1 à 2 miljoen euro moet kunnen halen, aangevuld met de 2,28 miljoen euro van de tv-rechten waarop de club recht heeft, bieden de club daarbij een onverwachte steun in de rug om de kloof met de grote twee, Club Brugge en Anderlecht, dicht te fietsen.

Een steun in de rug die Genk in grote mate dankt aan René Vandereycken, van wie de club vrijdag, na een evaluerend gesprek de dag voordien, bekend- maakte dat ze de samenwerking met haar trainer stopzette. De trainer had met andere woorden ook voor zichzelf de ruimte dichtgeknepen : Europees doel bereikt en, hoewel je dat met een trainer die zo’n prestatie realiseert normaal niet doet, toch ontslagen. Hij is, met andere woorden, als logisch gevolg van de derde plaats opgelost in zijn eigen nihilisme. Verduidelijkt werd het ontslag, in tegenstelling tot dat van Sef Vergoossen voordien, niet en wie erin slaagde toch iemand van het Genkse bestuur voor de camera of aan de telefoon te krijgen, werd wandelen gestuurd met een kort “geen commentaar.” Mooie warmte.

door Raoul De Groote

Vandereycken is als logisch gevolg van de derde plaats opgelost in zijn eigen nihilisme.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content