Hij is in Zuid-Afrika (bijna) zo populair als Nelson Mandela, won onder José Mourinho met Porto de Champions League en toch was Benni McCarthy (37) dolblij toen hij assistent-coach bij het ‘kleine’ STVV werd. Na een rijke spelerscarrière de eerste stap richting een nieuwe droom: trainer worden van Manchester United.

‘Alsof er een bom ontploft was, gevolgd voor een hartaanval.’ Zo omschrijft Benni McCarthy het moment toen kersvers STVV-trainer Chris O’Loughlin, een ex-ploegmaat van zijn broer in Zuid-Afrika en al jaren een vriend, hem begin september opbelde. ”Benni, ik wil jou als mijn assistent”, zei Chris. Een schok, maar ik moest niet lang aarzelen. Ik had als vrijwilliger al kijkstages gedaan bij Celtic Glasgow en bij Hibernian FC, onder Neil Lennon en Alan Stubbs, en vorig seizoen ook al tien dagen bij STVV, maar dit zou mijn eerste échte job als coach worden.

‘Vorig seizoen gaf Ajax, mijn ex-club, me de kans om een jeugdploeg te trainen, maar voor die verantwoordelijkheid voelde ik me toen niet klaar. Ik heb weliswaar mijn UEFA B-diploma, maar ben nog bezig met mijn A-cursus, en moet daarna nog het Pro Licencediploma behalen. Bovendien ben ik pas 2,5 jaar gestopt, maak ik nog de transitie van speler naar coach. Daarom ook die stages bij Lennon en Stubbs, twee ex-Premier Leaguespelers in wiens voetsporen ik wil treden. Maar eerst ‘leren’ onder Chris, bij STVV. Ideaal ook om een andere manier van voetballen te ontdekken. Ik kende de Belgische competitie niet, maar de Rode Duivels zijn fantastisch, jullie moeten hier dus iets goeds doen.’

Je zou na een rijke spelerscarrière – zowel financieel als sportief (zie kader) – van het leven kunnen genieten. Toch wil je, bij het ‘kleine’ STVV en voor een ‘gewoon’ loon, je kans als coach wagen. Waarom?

BENNI MCCARTHY: ‘Toen ik in 2013 met pensioen ging en voor mijn vrouw (een Schots model, nvdr) naar Edinburgh verhuisde, nam ik een paar maanden vakantie. Maar ik werd gek zonder voetbal, het enige wat ik heel mijn leven heb gekend. Elke morgen voelde ik dat er iets ontbrak. Dus zei ik tegen mijn vrouw: ‘Jij mag gerust op vakantie gaan’, maar ik wil terugkeren naar het voetbal, als coach. Stacey begreep het, want ze weet ook dat wij ons comfortabele leven aan het voetbal te danken hebben. Ze verhuist zelfs naar Sint-Truiden, maar na Nieuwjaar, want ons dochtertje van twee is in Schotland pas begonnen op school.

‘Zij en mijn drie andere dochters (bij zijn ex-vrouw, nvdr) zijn trouwens ook een motivatie. Ik wil een rolmodel voor hen zijn. Geen ex-speler die elke dag op zijn luie krent zit, maar iemand die hard werkt. Zodat ook zij later beseffen dat ze goed moeten studeren, hun school moeten afmaken – wat ik nooit heb gedaan.’

Dacht je al als speler aan een trainerscarrière?

MCCARTHY: ‘Ja, dat zat altijd in mij. Ik stuurde, zeker op latere leeftijd, mijn ploegmaats voortdurend bij. Sommigen werden zelfs boos: ‘Shut up, jij bent niet de coach’, maar ik probeerde alleen te helpen. Toen ik stopte, vroeg ik ook raad aan enkele van mijn ex-trainers, onder meer José Mourinho, met wie ik toen nog geregeld telefoneerde en sms’te. Of coachen iets voor mij was? Hij zei: ‘Benni, je hebt veel spelinzicht, je begrijpt spelers, je kunt een toptrainer worden.’ Toen wist ik definitief: dít ga ik doen. Want als José zoiets zegt…

Sam Allardyce, mijn ex-coach bij Blackburn, vond wel dat ik mijn karakter moest veranderen. Op het veld was ik wel een monster, maar ernaast lachte ik altijd, klaagde ik nooit – gewoon een aardige kerel. Té aardig, té soft voor een trainer volgens Sam. Toch kan ik heus wel tough zijn. Vraag maar aan de eigenwijze speler tegen wie ik onlangs riep dat hij zijn vinger uit zijn kont moest halen.’ (lacht)

Waar wil je als coach raken?

MCCARTHY: (zonder aarzelen) ‘De Premier League. En het liefst Manchester United, al van jongs af mijn favoriete club. Als speler kon ik er zelfs eens naartoe, maar Blackburn wilde mij niet verkopen. Als trainer wil ik die droom nu wel realiseren.’

Hoeveel tijd geef je jezelf?

MCCARTHY: ‘Drie, vier, vijf jaar? Ik weet het niet. In het onvoorspelbare voetbal kun je moeilijk iets plannen. Het enige waar ik nu op focus is Sint-Truiden. Samen met Chris van deze club een vaste waarde in de top vijf in België maken. Niet simpel, neen, maar AA Gent heeft toch ook de titel veroverd zonder dat iemand dat verwacht had?’

Wat is jouw toegevoegde waarde als assistent-coach?

MCCARTHY: ‘Op voetbalvlak: het torinstinct van onze spitsen aanscherpen, zodat ze alleen nog aan scoren denken. Daarom laat ik hen elke dag trainen op afwerken, positioneren, bewegen… Probeer ik hen te leren hoe verdedigers denken. Door het continu te herhalen, tot ze het beu raken, maar het wel een tweede natuur wordt.

‘Op mentaal vlak kan ik door mijn ervaring makkelijk spelers doorgronden, bij mij moeten ze niet afkomen met valse excuses – ik heb dat meteen door. Weten hoe elke speler in elkaar zit, een hechte band met hen creëren, is misschien wel de belangrijkste kwaliteit van een coach. Daarom probeer ik ook elke dag van één speler iets nieuws te weten te komen, over hun privéleven, gezinssituatie… Dan ziet hij dat ik niet alleen in hem, de voetballer, geïnteresseerd ben, maar ook in de mens. En dan zal een speler bereid zijn om voor jou te vechten, te stérven, zelfs op mindere momenten. Als je dát als trainer bereikt, ben je heel powerful.’

De erfenis van jouw jaren onder José Mourinho bij FC Porto?

MCCARTHY: ‘Absoluut. Iedereen zoekt naar het juiste woord om hem te omschrijven, maar zijn kracht ondervind je pas wanneer je voor hem speelt. Bij Porto ging iedereen – ook de spelers met wie hij, als veeleisende coach, in het begin bewust in de clinch ging – voor hem door het vuur. Omdat Mister Mourinho – zo noemden we hem – altijd voor ons opkwam. Bij het clubbestuur voor meer premies, bij de media toen die kritiek spuiden…

‘Nooit heb ik een trainer gehad die zo in het hoofd van zijn spelers kon kruipen. Als mentor, vriend, vaderfiguur. Het mínste probleem rook hij. Een slechte training en Mister Mourinho riep je bij zich: ‘Benni, wat is er?’ ‘Niets, ik ben oké.’ ‘Benni, ik ken je. Er is iets mis, vertel.’ Waarop ik uiteindelijk toegaf dat ik ruzie gemaakt had met mijn vriendin of dat ik me vermoeid voelde.’

Mourinho staat bekend als een meestermotivator. Hoe deed hij dat bij jou?

MCCARTHY: ‘Voor een belangrijke match gaf hij elke speler vaak een dvd. Vijf minuten: twee met fases over je persoonlijke tegenstander, drie met ‘best-of’-momenten van jezelf. Beelden van hoe ik bijvoorbeeld Rio Ferdinand, John Terry en Paolo Maldini afgetroefd had… Alle ‘schrik’ voor mijn komende tegenspeler verdween. Ook omdat Mister Mourinho op me inpraatte: ‘Hij zal na de wedstrijd om jóúw shirt vragen. Nooit zal hij de spits vergeten die hem heeft vermoord.’ In één klap groeide ik twee meter.

‘Liep het op het veld toch niet – omdat ik Mourinho’s instructies niet opvolgde -, dan kreeg ik soms een papiertje dat hij via mijn ploegmaats doorgaf: ‘Benni, tweemaal stond je niet aan de eerste paal bij de corner. Een derde keer, en ik haal je eraf.’ Of: ‘Benni, je hebt nog tien minuten om te scoren. Zo niet, dan kom je naast mij op de bank zitten.’ Geloof me: dan sprint je de ziel uit je lijf.’ (lacht)

In tegenstelling tot Mourinho was jij wel een topspeler. Die kunnen echter geen goeie trainers worden, zegt men vaak. Waarom ben jij anders?

MCCARTHY: ‘Een topvoetballer die veelal op zijn talent geteerd heeft en begint als coach, denkt vaak: ik weet alles al, dus moet ik niet hard werken. Fout, want dát is het succes van falen. Mij zal dat niet overkomen. Ik wil mijn tijd nemen om te leren en zal blijven proberen tot ik slaag. God houdt van zulke mensen, weet je.

‘Dat ik met spelers moet werken die niet zo veel talent hebben als ik bezat? Ook geen probleem. Integendeel: de grote progressie die Rob Schoofs en Junior Edmilson hier maken, schenkt me óók veel voldoening. Daarvoor hoef ik niet de Champions League te winnen. Nú toch nog niet.’ (lacht)

Welke les wil jij, met al je ervaring, die jongeren meegeven?

MCCARTHY: ‘Dat ze – hoe beroemd ze later (misschien) zullen worden en hoeveel geld ze dan ooit zullen verdienen – altijd nederig moeten blijven. Wat ben je met veel poen als niemand je graag ziet, omdat je een arrogante klootzak bent die zijn medemens niet respecteert? Hét probleem voor veel jonge voetballers: door al dat geld denken ze dat ze de hele wereld bezitten. Als rotverwende snotapen lopen ze met de borst vooruit: ‘I’m the man!‘. Ze luisteren naar niemand, waardoor ze zichzelf verliezen.’

Je hebt het zelf meegemaakt, in één klap rijk worden.

MCCARTHY: ‘Ja, met mijn eerste contract bij Ajax, op mijn negentiende, verdiende ik in plaats van peanuts bij Seven Stars in Zuid-Afrika plots tienduizenden dollars, meer dan mijn ouders in hun héle leven zouden verdienen. A big change, maar gelukkig werd ik bij Ajax uitstekend begeleid. Onder meer door ploegmaat/mentor Sunday Oliseh die me waarschuwde voor alle mogelijke ‘verleidingen’. Ook alle stafleden benadrukten dat ik nederig, respectvol en vooral hongerig moest blijven, dat mijn carrière pas begonnen was. Al besefte ik dat zelf ook al wel: deze kans mag ik niet verknallen. Ik ga nóg harder werken dan voorheen, want ik wil niet terug naar af, naar Zuid-Afrika.’

Een gemakkelijke jeugd heb je daar niet gehad.

MCCARTHY: ‘Neen, ik groeide op in een township in Kaapstad, waar kinderen niet droomden van een carrière als dokter, maar als gangster of drugsdealer. Elke dag bekampten rivaliserende bendes er elkaar. Op zondag na, toen ze in de zogenaamde Bundesliga – de ‘bundes’ waren de blokken van het township – voetbalden. Waarop ’s maandags de moorden, overvallen en gevechten opnieuw begonnen. Een van mijn beste vrienden hebben ze zo voor mijn ogen doodgeschoten – ik was pas elf… Later kreeg ik ook zelf een pistool tegen mijn hoofd, omdat ze verkeerdelijk dachten dat ik bij een rivaliserende gang hoorde. De schrik van mijn leven…

‘Zelf stal ik weleens fruit op boerderijen en sprong ik zonder te betalen treinen op en af, maar verder liet ik me nooit in met criminele zaken. In het township dacht misschien één op de honderd jongeren aan een loopbaan als profvoetballer. Ik was die ene en zou keihard werken om mijn droom waar te maken.’

Met die mentaliteit heb je ook de moeilijke periode bij Celta de Vigo, na je transfer vanuit Ajax, overleefd?

MCCARTHY: ‘Ze hadden mij naar daar gelokt door de onderhandelingen op het strand te voeren, in de zon, bij 30 graden, terwijl ik van het koude Amsterdam kwam. Fantastisch, tot die eerste maanden. Coach Víctor Fernández gaf me geen kans, naast het veld werd ik aan mijn lot overgelaten… En ik kon niemand om hulp vragen, want ik sprak geen Spaans. Ploegmaats maakten me zelfs wijs dat ‘hijo de puta‘ (hoerenzoon, nvdr) ’toffe kerel’ betekende. Waarna ik iedereen met ‘Hello, hijo de puta‘ begroette en een pak scheldwoorden naar mijn hoofd geslingerd kreeg. (lacht) Ik heb dan maar via Engelse ondertitels op tv zelf Spaans geleerd. En vooral: ik ben hard blijven werken. Waarna Mourinho, als coach van Porto, me een reddingsboei toegooide.’

Nog een les die je Rob Schoofs en co kunt meegeven: kies een club voor de juiste reden, niet voor het strand.

MCCARTHY: ‘Toch heb ik geen spijt van die keuze. Een snelcursus volwassen worden. Bij Ajax werd ik zo gepamperd dat ik me geen zorgen moest maken, maar bij Celta moest ik alleen mijn plan trekken. Omdat ik ook vastroestte op de bank, waande ik mezelf in een jungle met leeuwen en slangen, met alleen een botermes om me te verdedigen. Ik ben er echter levend uitgekomen, en kon daardoor ook later in mijn carrière moeilijke momenten makkelijk doorstaan. Zelfs nu denk ik – als het eens tegenzit – nog terug aan die periode. ‘Benni, je hebt bij Celta de hel overleefd, dus kun je nu álles aan.’ Ook een carrière als topcoach, ja.’ (lacht)

DOOR JONAS CRETEUR FOTO’S BELGAIMAGE – LUC CLAESSEN

‘Mourinho gaf me een papiertje: ‘Benni, je hebt nog tien minuten om te scoren. Zo niet, dan kom je naast mij op de bank zitten.” BENNI MCCARTHY

‘Bij mij moeten spelers niet afkomen met valse excuses – ik heb dat meteen door.’ BENNI MCCARTHY

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content