In de aanloop naar het WK neemt Sport/Voetbalmagazine u elke week mee in de wondere wereld van een Rode Duivel. Vandaag: Moussa Dembélé(26), van Berchem Sport en het zaalvoetbal via Nederland en Engeland timmerend aan de weg naar de Champions League.

De geur van amber wierook vult de kamer. “Amber bevordert een goede sfeer”, zegt Tilly met een glimlach die er geen misverstand over laat bestaan waar Moussa Dembélé de zijne vandaan heeft. Ze is net terug van haar tweewekelijkse trip naar Hampstead, de Londense buitenwijk waar haar voetballende zoon woont sinds zijn transfer naar Tottenham Hotspur in de zomer van 2012. De andere weken – wanneer de Spurs uit spelen – gaat haar man Yaya, de Malinese vader van Moussa. Op en af rijdt hij met de auto, in één dag. Tilly begrijpt niet hoe hij het volhoudt: zelf blijft ze telkens een dag of vier. “Ik doe dat graag. En Moussa heeft ook graag dat ik kom.”

Ze kookt, trekt shoppend de stad in met Moussa of ze pikken een filmpje mee. “Hij praat ook veel, steeds meer de laatste tijd. Soms moet ik zeggen: Moussa, stop nu!”

“Moussa discussieert graag”, vertelt zijn twee jaar oudere zus Assita, die erbij is komen zitten. “Altijd op een rustige manier, maar wel oprecht geïnteresseerd én over serieuze dingen. Volgens mij is hij spiritueler geworden. In ieder geval volwassener. Voordien was hij nog meer een jongen. Vooral als zijn vrienden bij hem zijn. Dan is hij net een kind. Nog altijd trouwens.”

Tilly: “Laatst nog. Ik was het niet met hem eens en zei ook waarom. Hij blijft daar dan op doorgaan.”

Assita: “Juist ja, maar als onze mama iets in haar hoofd heeft, ís het zo. Wij willen dat soms veranderen.”

Tilly: “Maar toch geen vier uur aan een stuk?!”

Zoete inval

We zitten aan de keukentafel van het ruime herenhuis dat Moussa vijf jaar geleden kocht. De ouders betrekken het gelijkvloers, waar Assita ook een schoonheidssalon uitbaat. De eerste verdieping is voor Moussa, de tweede voor zijn zus, haar man en hun vijf maanden jonge dochtertje Chloë. Moussa is de peter. “Hij is helemaal verliefd op haar. Elke dag moet ik hem een filmpje sturen. Mijn gsm staat vól, kijk!”

Broer en zus groeiden samen op in Berchem. Schoollopen deden ze in Deurne. Anderhalf is Moussa wanneer hun halfbroer Adama zich vanuit Mali bij het gezin voegt. Adama is dertien jaar ouder en inmiddels allang het huis uit. Tilly verschaft desgevraagd duidelijkheid over dat ene schilderij van haar waarover het al vaker is gegaan. In de bovenste hoeken zij en Yaya, prominent in het midden Assita, links en rechts onderaan twee keer Moussa – en dus niet Moussa in de ene en Adama in de andere hoek. “Dat schilderij was een verjaardagscadeau voor Moussa. Hij staat niet graag in de belangstelling, dus ik dacht: ik zet hem twee keer onderaan. Hij steunt ons heel erg, snap je? Hij dráágt ons.”

De kiem van zijn voetbalcarrière werd gelegd in de woonkamer. Niet zelden sloop de kleine Moussa om zes uur ’s ochtends al de trap af en maakte hij het beneden onveilig met een bal. Vaak was het er de zoete inval. Aan meevoetballende vriendjes was er nooit gebrek. Dat daarbij ooit een televisietoestel sneuvelde, verwijst Tilly naar het rijk der fabelen. “Wat wel klopt, is dat we bijna geen lamp meer heel hadden in huis. Van mij mocht het, dat voetballen binnen. Veel meubels stonden er niet. Dat heb ik hier ook: ik wil geen eettafel. Laat het open, zeg ik altijd, ook voor Chloë. Trouwens, ik deed het niet alleen voor Moussa, ook voor Assita. Er is geen sport die zij niet heeft beoefend.”

“Ik ging overal mee”, zegt Moussa’s zus enthousiast, onderwijl met een oog Chloë in haar wipstoel in de gaten houdend. “Ik moest wel. Onze mama was overbezorgd en liet mij nooit alleen achter als ze Moussa ergens naartoe bracht. Moussa en ik hebben samen aan atletiek gedaan en toen hij zaalvoetbal speelde, deed ik na een tijdje gewoon mee. Ik tenniste ook graag. Tot ze papa vertelden dat ik talent had en hij me begon te zeggen hoe ik het moest doen. Toen ben ik gestopt.”

Te voet

Berchem Sport wordt Moussa’s eerste club. Vijf is hij. Sinds die dag speelt Tilly’s leven zich af aan de rand van het voetbalveld. “Ik heb al veel mensen horen zeggen dat ze zich hebben moeten opofferen voor hun kinderen. Bij mij was dat niet zo: ik heb ervan genoten. We gingen te voet naar Berchem, ik en de twee kinderen, door regen en wind, want met de wagen rijden kon ik nog niet. Doordat ik in die tijd een tentoonstelling had en enkele schilderijen kon verkopen, heb ik een autootje kunnen kopen. Ik was 35 toen ik mijn rijbewijs haalde.”

Anderlecht en Lierse melden zich voor de twaalfjarige Moussa. Dat hij zo goed was, daar stond Tilly nooit bij stil. “Ik vond hem van kleins af aan wauw!

Assita: “Zelfs wanneer hij in zijn eigen doel trapte.”

Tilly: “Hij liep de verkeerde kant op en scoorde. Bij de duiveltjes. Ik juichte.”

Moussa verhuist naar Germinal Beerschot en stapt over naar de topsportschool in Merksem. Zijn parallelle bestaan als zaalvoetballer geeft hij op. Op 24 april 2004 debuteert hij in het eerste elftal, amper 16 jaar en 282 dagen oud. Ingevallen tegen Charleroi, maar tien minuten later alweer geblesseerd afgevoerd. Het moederhart krimpt ineen. “Je zit in de tribune en wilt maar één ding: naar hem toe gaan. Maar dat mag dus niet. Het zou ook affrontelijk zijn geweest voor Moussa.”

Meniscus, luidt het verdict. Moussa ondergaat in zijn jeugd operaties aan beide knieën. Ook zijn rug is een fragiele plek. “Volgens de dokters had het met de groei te maken. Moussa geeft zich ook altijd helemaal. Zo had hij eens ontstekingen aan beide achillespezen. Van de dokter moest hij rusten. ‘Mag ik dan alstublieft vandaag nog spelen?’ Dat vroeg hij dan, ondanks alle pijn. Moussa kan niet zonder bal.”

Gezond koken

Het seizoen 2004/05 wordt zijn eerste volledige in de A-kern van Beerschot. Marc Brys is zijn trainer, Frans Van den Wijngaert de strenge directeur van de topsportschool. “Van de school mocht hij als enige ’s ochtends met de club meetrainen, als hij maar op tijd terug was ’s middags. Maar de chauffeur van GBA was meestal niet zo stipt en dus kwam Moussa vaak te laat, wat tot ruzies leidde tussen Brys en de schooldirecteur. Moussa zat daartussenin. Prettig was dat niet.”

Hij voltooit de middelbare school, maar slaagt niet in zijn laatste jaar. “Terwijl hij heel snel leert en ik altijd veel moeite moest doen”, zegt Assita, nog altijd een beetje boos, net als haar mama: “Als die mensen nu eens hadden samengewerkt!”

Moussa heeft het gehad met Beerschot en maakt zich op voor een volgende stap. Opnieuw trekt Anderlecht aan zijn mouw, maar wanneer hij op een nacht bij zijn ouders in de slaapkamer staat om hen zijn keuze mee te delen, horen zij hem in het halfduister zeggen: Willem II. “Moussa heeft zijn beslissingen altijd zelf genomen. Alleen toen hij als preminiem naar Anderlecht kon, zag ik dat niet zitten. Na de school moest hij direct naar de training vertrekken en wanneer zou hij dan terug thuis zijn? Anderlecht deed veel moeite en we zijn een paar keer daar geweest, maar ik kook graag gezond. Ik vond het dus maar niks dat hij in de auto moest eten.”

Willem II draait uit op een onvergetelijk avontuur. Moussa krijgt er van de club zijn eerste wagen, haalt op een drafje zijn rijbewijs en pendelt braaf tussen thuis en Tilburg. De supporters dragen hem op handen, in een seizoen waarin verder alles misloopt met de ploeg. Op het eind van dat seizoen gunt René Vandereycken hem zijn eerste cap als Rode Duivel, enkele dagen nadat in Antwerpen het Malinese kindermeisje Oulematou op straat is doodgeschoten. Een aangrijpende samenloop van omstandigheden die het geheugen van Tilly noch Assita opfrist. Ook zijn eerste doelpunt in het nationale shirt een half jaar later tegen Azerbeidzjan is niet blijven hangen. De rode kaart enkele minuten later wél. “Dat weet ik nog. Hij kreeg vier matchen, zeker?”

Ti Ta Tovenaar

Moussa schopt het tot lieveling van voetbalminnend Nederland en Louis van Gaal haalt de jonge Belg binnen bij het ambitieuze AZ. “Van Gaal was superstreng,” zegt Tilly, “maar Moussa houdt daarvan. Een zachte hand is niets voor hem. Hij vindt dat er discipline moet zijn en respect voor de trainer. Een trainer is voor hem iemand van wie je iets leert. Geen vriend.” Assita: “In Engeland gaat er het losser aan toe. Daar sturen trainers zelfs berichtjes naar de spelers. Moussa vindt dat keiraar.”

Met Moussa erbij stevent AZ af op de Nederlandse titel. Maar dan slaat de wet van Murphy toe: alles wat fout kan gaan, gaat fout. De Alkmaarders verspelen het kampioenschap op de laatste speeldag aan PSV en ook de bekerschaal gaat verloren na een dramatische penaltyreeks in de finale tegen Ajax. “Toen heb ik geweend”, zegt Assita.

AZ blijft achter met lege handen en ook het volgende seizoen wordt een langgerekte teleurstelling, uitlopend op een twaalfde plaats. Toch wordt het nog een mooie zomer voor Moussa. Met de Belgische olympische ploeg levert hij een hoopgevende prestatie af op de Spelen in Peking. In de met 3-2 gewonnen kwartfinale tegen Italië scoort hij twee keer. Tilly: “Hij vond China geweldig. Aan de telefoon vertelde hij honderduit. Moussa houdt ervan landen te bezoeken. Hij zou heel de wereld wel willen zien.”

In zijn derde Alkmaarse seizoen is het dan toch raak. Op een kwakkelend begin volgt een sterke remonte en AZ mag zich eindelijk landskampioen noemen. Een hoogtepunt in de carrière van haar zoon wil Tilly die titel niet noemen. “Hij wil nóg groeien. Hij kijkt niet zo naar het verleden. Zo steekt Moussa niet in elkaar.”

Op 27 september 2008 – kort voor hij enkele maanden uitvalt met opnieuw een knieblessure – is Moussa de auteur van wat later wordt uitgeroepen tot het doelpunt van het jaar. Tegen zijn ex-club Willem II slalomt hij zich op weergaloze wijze voorbij een half dozijn tegenstanders alvorens de 0-3 aan te tekenen. Het filmpje is een hit op YouTube, Nederland raakt er niet over uitgepraat.

Tilly: “Hoe noemden ze hem ook alweer? Ti Ta Tovenaar. Ik vind hem een artiest. Zoals de bal aan zijn voet blijft kleven: dat is zo mooi.”

Assita: “Hij vertraagt, stopt en dan ineens versnelt hij weer. Ik vind dat hij danst met de bal.”

Tilly: “Een beetje te veel soms. (lacht) Hij zou hem iets vlugger moeten afgeven. Doordat hij de bal bijhoudt en de anderen uitdaagt, krijgt hij veel stampen. Dus als hij iets rapper… Maar ik zeg hem dat niet. Ik ben ook nooit naar een trainer gestapt. Ik vind: je moet nooit denken dat iets de fout is van de trainer. Als je ergens wilt raken, zul je het zelf moeten doen. Dat geldt ook voor Moussa.”

Supporterslied

Zijn vierde seizoen in Alkmaar – Van Gaal is dan opgevolgd door Ronald Koeman, die na zijn snelle ontslag op zijn beurt wordt vervangen door Dick Advocaat – wordt zijn laatste. Moussa breekt met zijn zaakwaarnemer Patrick Vervoort en Rodger Linse loodst hem de Premier League binnen. Fulham past hem als gegoten.

“Moussa zet altijd stapjes”, weet Assita. “Hij kon naar grotere ploegen, maar daar kiest hij dan niet voor. Veel geld verdienen en niet spelen, dat interesseert hem niet. Hij wil iets betekenen voor een ploeg.”

Tilly: “Sfeer is belangrijk voor hem. Moussa lacht veel en maakt graag plezier. Dan mag de sfeer niet koel zijn.”

In zijn tweede seizoen bij Fulham krijgt hij opnieuw een Nederlander als trainer. Martin Jol hakt een knoop door: hij haalt Moussa weg uit de spits en besluit hem uit te spelen in een creatieve rol op het middenveld. “Aan de bal is hij misschien wel de beste speler die ik ooit zag”, laat Jol optekenen in de Britse pers. Tilly: “Ze hebben altijd naar zijn beste positie gezocht. Een doelpuntenmaker is iemand die zegt: ik wil een goal maken. Moussa heeft dat nooit gehad, hij wil spélen. Ik snap niet dat ze dat niet vroeger hebben gezien.”

Ze klinkt nu als een kenner. “Ik ken wel iets van voetbal. Moussa zegt soms: ‘Huh, hoe weet jij dat?!’ Ik vind bijvoorbeeld dat Moussa altijd heel goed speelt. (lacht) ‘Méén je dat, mama?’, vraagt hij dan. Weet je, ik kijk eigenlijk alleen maar naar Moussa, niet echt naar de wedstrijd. Is dat fout?”

Opnieuw groeit de Belg uit tot dé publiekslieveling. “Bij elk van zijn clubs hebben ze een lied speciaal voor Moussa gemaakt. Raar, maar het is zo. Ging hij met AZ naar Willem II, dan zongen de supporters van Willem II voor Moussa. Hetzelfde gebeurt nu opnieuw: als Fulham tegen Tottenham moet, zingen de Fulhamsupporters voor Moussa. Overal waar hij is geweest, blijft het publiek hem dankbaar.”

Wat hij ervoor doet? Niets, zegt Assita. Hij zit niet op Facebook en een twitteraar is hij evenmin. “Mijn broer is heel sociaal, maar hij houdt niet zo van contacten leggen. Moussa is vooral heel geïnteresseerd in het leven van een ander. Over zichzelf praat hij liever niet.”

Vliegangst

Tottenham is de voorlopig laatste etappe in zijn carrière. Vijftien miljoen pond betaalt het voor Moussa, drie keer zoveel als wat Fulham voor hem neertelde. “Ik beoordeel zijn keuzes niet”, zegt Tilly. “Als hij blij is, ben ik het ook. Alleen toen hij nadacht over een Russisch aanbod, was ik een beetje bang. Ze vliegen daar veel en Moussa vliegt niet graag. Het gaat al beter, maar toch. Bij Tottenham moet hij altijd mee met het vliegtuig, maar de terugreis maakte hij in het begin nog in de auto van de materiaalman. Dat zijn telkens ritten van drie, vier uur.”

Bij de Spurs vindt Moussa Jan Vertonghen terug, iemand die hij kent van zijn jeugdjaren bij Germinal Beerschot. In Londen worden ze de beste vrienden. Tilly: “Als Jan geblesseerd is en er is niemand thuis bij hem, dan blijft hij soms bij Moussa logeren. Andersom ook. Ze rijden ook samen naar de training. Meestal komt Jan Moussa halen. Als Jan zegt negen uur, zal Moussa misschien om vijf over negen klaarstaan. Nog altijd ruim op tijd, maar dan wordt Jan toch al wat nerveus. Jan wil altijd nog ietsje vroeger vertrekken.”

Met André Villas-Boas onderhoudt Moussa een moeilijker relatie. De defensieve keuzes gaan soms ten koste van de Rode Duivel. Net wanneer hij zich stilaan zorgen begint te maken, wordt de Portugese trainer ontslagen. Op 29 december 2013 scoort hij nog eens, zijn eerste doelpunt in zestien maanden. Kwalificatie voor de Champions League behoort nog steeds tot de mogelijkheden voor Tottenham. Tilly en Assita zijn het roerend eens: het kampioenenbal is Moussa’s volgende droom. “En altijd spelen, want op de bank is hij slechtgezind.”

Laat dat nu net de plek zijn waar hij tijdens de WK-kwalificatiecampagne vaker zat dan hem lief was. In de beslissende interlands tegen Schotland en Kroatië mocht hij op het eind nog een handvol minuten het veld op. “Toen zat hij er wel efkes door en heb je toch met hem moeten praten”, zegt Assita en Tilly knikt. Het is de enige dissonant in een verder succesvol verhaal dat op een dag misschien wel wordt afgesloten in België. “Ik hoor hem soms toch zeggen dat hij op het eind nog ergens in België wil spelen”, zegt Tilly, van wiens moeke haar zoon de voetbalmicrobe moet hebben geërfd. “Zij voetbalde. Mijn zus ook, en mijn twee broers. Alleen ik niet. Ik heb het in mij gehouden en doorgegeven.”

Moussa is er inmiddels ook aan begonnen. Zijn vriendin Naomi loste het nieuws al op Facebook, dus durft Assita het wel te verklappen: in september wordt hij voor het eerst vader. Van een zoon.

DOOR JAN HAUSPIE – BEELDEN BELGAIMAGE

“Bij Tottenham moet hij mee met het vliegtuig, maar de terugreis maakt hij in de auto van de materiaalman.”

“Van Gaal was superstreng, maar Moussa houdt daarvan. Een zachte hand is niets voor hem.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content