Bedenkingen en avonturen op onze trip door Brazilië. Vijfde en laatste aflevering van ons WK-dagboek.

Maandag 7 juli

Voetballoze dag in São Paulo, tijd voor wat jeugdherinneringen. In een vorig leven hebben we een tijdje de formule 1 gecoverd. Neem gerust aan: er zijn onaangenamere jobs in de wereld. De passage van Jean-Pierre Van Rossem en zijn (gehuurde) Ferrari’s en hostessen in de haven van Monaco, de Italiaanse circuits van Monza en Imola vol met fotomodellen, bijna zelf overkop op de Hockenheimring (snelheid in een bocht fout ingeschat),… Anekdotes genoeg. Het was een klein wereldje, je kruiste dagelijks de snelsten ter wereld. Het was de tijd van de duels tussen Nigel Mansell en NelsonPiquet, of AyrtonSenna, Alain Prost en de jonge Michael Schumacher.

Twintig jaar geleden stierf Senna, een van de snelste, meest professionele rijders aller tijden. Hij ligt begraven op het kerkhof van Morumbi, São Paulo. Een zeer discrete gedenkplaat, weggestopt in het gras, onder een boom. Een begraafplaats zoals ze allemaal zijn: een oase van rust en groen in een kolkende stad, waar arm en rijk mekaars buren zijn. Om er te komen vanaf het metrostation moet je een heuvel over. Favelaland. Geen tweehonderd meter verder, om de hoek, liggen de chicste ommuurde woonwijken, waar dames aan de poort hun poetsvrouw met de auto komen afhalen!

Dat zijn gedenkplaats zo sober is, heeft met zijn geloof te maken, legt de Braziliaanse gids van Frédéric uit. Frédéric is Fransman, uit de buurt van Thionville. Hij had dezelfde droom als Senna: racer worden. Maar hij is epileptisch en bovendien was racen te duur. Frédéric houdt wel van pompeus, hij komt vandaag een pot bloemen bij Senna’s graf zetten en laat elke meter op het kerkhof door zijn Braziliaanse gids filmen. Het was zijn stijve schrijden dat ons opviel.

Het verhaal wil dat de familie het bij deze sobere gedenksteen hield, opdat de laatste rustplaats van Senna geen toeristische trekpleister zou worden. Onzin, zegt de Braziliaan. Andere begraafplaatsen in São Paulo – Consolação is de bekendste – hebben wel rijk gedecoreerde graven. Daar liggen katholieken, voor wie een kerkhof de laatste rustplaats is. Senna maakte deel uit van een andere kerk. Een kerk die gelooft in het wegvliegen van de ziel, naar een ander leven. Daarom hoeft bij hen geen ornament.

Dinsdag 8 juli

Als we ons haasten, kunnen we twee vliegen in één klap slaan: het Museu Pelé in Santos bezoeken, én Brazilië-Duitsland in de fan zone van São Paulo volgen. Er is wat hocus pocus met bus en taxi voor nodig, maar het lukt. Net. Aan voetbalmusea geen gebrek in dit land – Pacaembu heeft er een mooi en de Braziliaanse voetbalbond heeft zijn eigen museum in Rio – maar de grootste voetballer ter wereld moest het tot dusver zonder stellen. Er bestonden plannen, maar het kwam er nooit van. Tot nu, naar aanleiding van het WK. Net zoals veel hier niet tijdig af geraakte, was het net te laat open voor de start van het WK.

Het ligt in het hartje van de oude stad van Santos, in een prachtig gerenoveerd oud gebouw waarvan alleen de antieke voorgevel overeind bleef. Aan de rand van de haven, vlak bij het koffiemuseum en de bolsa de café, de koffiebeurs, waar de prijzen van de koffie werden genoteerd. Hét exportproduct waar de havenstad jaren van leefde.

Het museum zelf valt wat tegen, één verdieping maar met vaste items (onder meer het houten steuntje waarmee schoenpoetser Pelé zijn eerste centen verdiende). Het zijn de tijdelijke tentoonstellingen die het geheel moeten redden. Die van de opening is opgebouwd rond de vier WK’s waaraan Pelé deelnam. Wel vinden we achter glas het bewijs dat we Pelé al jaren bij de verkeerde voornaam kennen. Edson Arantes do Nascimento. Zo heet hij voluit. Wel, dat klopt niet. Het is Edison, niet Edson. Naar Thomas Edison. Er was, toen Pelé werd geboren, net elektriciteit in het dorp en dat vond vader Dondinho fantastisch. Wanneer ergens in zijn leven de ‘i’sneuvelde, weet alleen Pelé. Die noemt zichzelf consequent Edson, maar op zijn spelerslicentie staat duidelijk: Edison.

Wat we daarna meemaken, is Brazilië in het klein. Spurtend om de bus te halen, verliest een tiener zijn gsm. Een i-Phone. Net voor we die van de grond kunnen oppikken, stopt er een wagen. Er ontstaat discussie, we willen de telefoon aan de rechtmatige eigenaar terug bezorgen, maar drie jongeren willen daar niet van weten. Omstanders erbij, politie erbij, met agenten en jongeren naar het busstation, waar de ongelukkige net in zijn zakken staat te tasten. Waarna politie en ‘eerlijke’ vinders elkaar de hand schudden en complimenteren met zo veel eerlijkheid. Achter hun rug krijgen we wel zeer vuile blikken.

’s Avonds écht drama. Om vier uur, een uur voor de aftrap, gaat de fan zone voor Brazilië-Duitsland dicht. Te veel volk. Anderhalf uur later, nog voor de rust, stroomt ze alweer leeg. Te veel tegengoals. Zelden zo’n diepe emotie gezien. Wie blijft, kan slechts met het hoofd schudden. Wat is er met dit Brazilië aan de hand? Neymar ziet de wedstrijd bij hem thuis en zet na de zevende goal van de Duitsers zijn televisie af. “Kom,” zegt hij tegen zijn vrienden, “we gaan pokeren.”

Woensdag 9 juli

Ze hebben er geen woorden voor, tenzij dit: tristeza não tem fin, felicidade sim. Aan droefheid komt geen einde, aan geluk wel. Op de beurs gaan de aandelen van de grootste Braziliaanse bedrijven… de hoogte in. Zo’n kaakslag voor het land, denkt de handelaar, is slécht voor de zittende regering… Op straat zijn alle winkels dicht. 9 juli, nog maar eens een feestdag. We zien nog amper mensen in het gele shirt van Brazilië, de fan fest wordt ingenomen door het hemelsblauw van de Argentijnen, die niet stoppen met het jennen van Brazilië. Zeker niet als zij ook nog eens naar de finale gaan, na strafschoppen.

De manager van Neymar haalt keihard uit naar Felipe Scolari. Volgens Wagner Ribeiro vraagt Scolari beter direct zijn ontslag. Tactisch leek het nergens op. Voor Romário moet de hele bondstop, die al het geld in eigen zakken steekt, achter de tralies.

Hij heeft een punt, het is het drama van het Braziliaanse voetbal. Nu de natuur geen craques meer produceert, is er geen georganiseerd beleid om ze op te leiden. Het gaat de beleidslui vooral om stenen, grote infrastructuurwerken en sponsorgelden. Met het werk aan de basis is de voetbalbond niet bezig, zeggen de analisten unaniem. En vreemd genoeg wordt geld waarvan is bewezen dat het onrechtmatig werd verduisterd, nooit teruggevraagd.

Felipão vindt het allemaal overdreven. Brazilië zat toch in de halve finale, voor het eerst sinds 2002? En oké, daarin waren ze zes minuten het noorden kwijt. Als hij hoort dat ook een van de vicevoorzitters van de Braziliaanse voetbalbond zijn ontslag eist, reageert hij scherp. “Die man is ook voorzitter van het voetbal in zijn staat. Die heeft in zijn geschiedenis één keer één prijs gewonnen met een van zijn clubs. Wie was daar toen trainer? Juist, ik! Hij moet me op zijn blote knieën danken.”

Donderdag 10 juli

Laatste binnenlandse vlucht van dit toernooi: São Paulo-Rio. Een goeie 35 minuten vliegen. Daarna mag het stoppen, want onze ecologische voetafdruk heeft de voorbije maand serieuze proporties aangenomen.

Rio op een donderdag in juli, hartje winter in Brazilië: koud en kil. Ons hotel ligt op een morro, een berg. In een favela op de plaats waar Ipanema en Copacabana elkaar raken. Veilig, zegt de gids. Terwijl de taxi naar boven klimt, houdt een jongetje ons tegen. Of hij mee mag? Zo’n klein plantrekkertje, een jaar of zes. Guitige oogjes. En of we tegelijk ook wat geld voor hem hebben? Buiten klimt pa verder, een beetje hinkend en krom, blik naar de grond gericht. De kasseistenen liggen dan ook zeer ongelijk.

Als we denken dat we er zijn omdat de taxi stopt, is het toch nog een eind klimmen. Via trappen omhoog, valiezen in de hand. Glibberige treden, de regen gutst naar beneden. De kamer is spartaans, het onthaal hartelijk, het uitzicht vanaf het terras adembenemend. In de verte blaffen honden. In de late namiddag begint het pas écht te gieten. Het beeld: een jongetje, dat, benen bungelend op het dak, de regen trotseert en blijft zitten. Urenlang.

Vrijdag 11 juli

We kunnen een deel van ons reisbudget recupereren. Drie Israëlische vrienden zijn op zoek naar kaartjes voor de finale. Ze willen het onze graag kopen. Helaas, het is gratis en gratis geef je niet weg. Welk budget ze ervoor overhebben, vragen we nieuwsgierig. Duizend dollar, meer niet, is het antwoord.

In het hotel logeren ook twee Duitse broers. De ene woont in de buurt van de Franse grens, de andere aan de Oostzee. Ze zien elkaar tijdens het jaar niet zo veel en praten hier bij. En daar hoort ook een pintje bij. En een fles cachaça, de hier zeer populaire witte rum, gedistilleerd uit suikerriet. Het drankje dat Garrincha ten gronde richtte. Dat en een beetje cola kan grote schade aanrichtten, merken we ook ’s anderendaags. Hoofdpijn.

Sinds het WK in 2006 in hun eigen land plaatsvond, hebben de twee broers een liefde voor topvoetbal ontwikkeld. Ze waren in Zuid-Afrika het hele toernooi in het spoor van Duitsland en deden dat hier nog eens. Twee andere Duitsers, uit Keulen, vragen hoe ze aan tickets geraakten. De twee Keulenaars hadden immers alle moeite om twee wedstrijden van de Mannschaft te zien. Zij kopen wel alleen officiële tickets via de website van FIFA en zitten dus een hele dag voor het scherm, constant te refreshen.

De twee broers lachen. Zij hadden zes tickets voor de finale. Twee voor zichzelf gehouden, de rest doorverkocht. Hun geheim? Geluk? Neen. Ze bekennen: het zijn computerexperts en ze hebben gewoon een programma ontwikkeld waarmee ze gegarandeerd binnenraken. Het programma belt constant in, ze kunnen zelf intussen andere dingen doen. Aan de basis van het programma lag veel frustratie. Voor ze het ontwikkelden, probeerden ze in 2006 ook ‘gewoon’ in te loggen op de website van de FIFA. Veel tijdverlies en weinig succes: ze konden maar voor één wedstrijd kaarten krijgen: Iran-Angola in Leipzig! “Omdat niemand die match wilde zien.” Toen hebben ze maar de koppen bij elkaar gestoken.

Zaterdag 12 juli

Op bezoek bij Rocio, in Recreio dos Bandeirantes. Doet die plaatsnaam een belletje rinkelen? De fameuze Belgencamping was hier.

Rocio heeft Spaanse roots (Galicië), maar de Braziliaanse nationaliteit, ze is hier geboren. Een vriendin van een vriendin. Ze heeft wat vrienden opgetrommeld, en paella met zeevruchten klaargemaakt. Haar woonst is een prachtige villa uit de jaren vijftig, met zwembad en een immense tuin. We praten aan tafel nog een laatste keer over politiek. Haar broer is er ook, een helikopterpiloot. Vorige week kreeg hij een verzoek van een Arabische sjeik, die hier is voor de finale. Of hij een uurtje of twee vooraf geen vlucht kon maken boven Maracanã en hem dan ergens in de buurt kon afzetten? Hij lacht: de dag van de match is er een vliegverbod voor iedereen die niet met de FIFA te maken heeft. De sjeik wilde nochtans flink betalen…

Zondag 13 juli

Conclusie na de derde nacht in de favela: Brazilianen gaan laat slapen. Of vroeg. Pas rond een uur of vier valt het leven stil. En geloof ons, heus niet elke muziek valt te pruimen, ook Brazilië heeft mottige rap!

Finale. Morgen nemen we afscheid van Brazilië, als de nacht opnieuw zijn deken spreidt over deze stad. Wat heeft 37 dagen Brazilië ons geleerd? Dat dit een complex land is, een reus. De protesten bleven uit, de chaos ook, de organisatie was top, de veiligheid eveneens. Het heeft allemaal veel geld gekost, veel te veel. Maar indien het niet was gespendeerd aan deze (soms overbodige) projecten, zou het dan wél zijn gegaan naar onderwijs, een betere ziekenzorg, hogere basislonen? In elk geval heeft Brazilië kunnen tonen aan de wereld hoe zijn bevolking is: warm, gastvrij, emotioneel. De tranen waren echt. Nu nog een betere maatschappij, stap voor stap.

Over twee jaar zijn alle ogen opnieuw gericht op Rio, voor de Olympische Spelen. Een eerste tussenstand: er is amper wat af. Klinkt bekend…

DOOR PETER T’KINT IN SãO PAULO EN RIO DE JANEIRO – BEELDEN BELGAIMAGE

De gedenkplaat op het graf van Ayrton Senna is sober.

In elk geval heeft Brazilië kunnen tonen aan de wereld hoe zijn bevolking is: warm, gastvrij, emotioneel. De tranen waren echt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content