De coach van Standard zegt het zelf: ‘Ik neem geen blad voor de mond.’ Ergo: een gesprek zonder taboes.

‘Sinds ik bij Standard ben, lees ik geen pers meer’, zegt Yannick Ferrera. ‘De commentaren zijn soms heel negatief. Soms sturen kameraden een link door en zeggen ze hoe smerig ze het vinden, en dan lees ik dat weleens. Of mijn ouders wijzen me op een positief artikel en dan lees ik dat ook. Voor de rest… Analisten op tv zijn soms heel hard, het is hun job om show te verkopen. Als ze iets zinnigs zeggen, neem ik dat mee. Zijn het onnozelheden, dan laat ik het zo.’

Ferrera kende een moeilijke start in Luik en dat had hij niet verwacht. ‘Als je thuiswedstrijden tegen Lokeren, OHL en Westerlo op de kalender ziet staan, denk je: minder dan zeven op negen halen zou onrustwekkend zijn. En uiteindelijk haal je er maar één!’

Niettemin zit de coach die bij ons aan tafel schuift vol optimisme in maat XXL. Hij heeft alle vertrouwen in wat nog komt.

Je had de zege tegen Anderlecht blijkbaar nodig als referentiewedstrijd?

YANNICK FERRERA: ‘Ik zie dat niet als een referentiewedstrijd.’

Voordien was het toch zoeken? Elke week een andere ploeg, dingen uittesten…

FERRERA: ‘Dat is toch normaal. Als ik de ploeg op 15 juni overneem, dan heb ik daar zes weken voor. Nu kwam ik er onderweg bij en had ik tijd nodig om alles goed te bekijken.’

Jij leeft voetbal, dus kende je Standard toch al goed?

FERRERA: ‘Toen ik hier aankwam, had ik een bepaald systeem in mijn hoofd. Tegen Lokeren pakt dat niet goed uit. Dan trekken we naar Gent en daar speel je nooit zoals je dat wilt, omdat zij offensief zo sterk zijn. Dus verander ik een paar dingen en gaat het goed tot we met z’n tienen vallen. Tegen OHL gaan we terug naar ons gewone systeem, maar bij de rust staan we 0-2 achter en zeg ik: foert, we doen wat anders! We spelen vervolgens een schitterende tweede helft. Dat systeem zetten we door in Genk, maar we verliezen. Op dat moment heb ik tegen de spelers gezegd: ‘De speeltijd is over. Ik hou me aan mijn systeem en jullie passen je aan.’ Die 4-4-1-1, of 4-4-2 als je Anthony Knockaert als aanvaller ziet, ligt ons. Zo werkt de ploeg het best en voelen de spelers zich in hun sas.’

Er moet toch een ogenblik geweest zijn dat je dacht: ‘Was ik maar in Sint-Truiden gebleven!’

FERRERA: ‘Neen! Voor ik bij Standard tekende, maakte ik me de bedenking dat de kern van STVV best oké was, dat daar iets mee te doen viel, maar ik vermoedde ook dat er zeker spelers verkocht zouden worden. En om één goed seizoen te draaien en nadien in de anonimiteit te verzeilen… neen, neen! Als ik op de lange termijn dacht, moest ik naar Standard.’

Vijfde of zesde worden met een club als STVV zou je toch de mogelijkheid geven een stap hoger te zetten?

FERRERA: ‘Ja? Ken je Guido Brepoels nog? Kampioen in tweede met STVV, dan meteen een vijfde plaats in eerste klasse. Vervolgens Dessel, eventjes Waasland-Beveren en tegenwoordig spreekt niemand nog over hem. Ik heb aan Brepoels gedacht toen Standard me contacteerde. Mijn ambitie is titels winnen. Die kans is hier groter dan in Sint-Truiden.’

Maar je bent nog jong, je hebt nog tijd.

FERRERA: ‘Ja, maar voor een trainer kan het gauw gedaan zijn. Hij is zo goed als zijn laatste resultaat. Vandaag ben ik goed omdat we Anderlecht klopten, maar vraag die 25.000 supporters eens hoe goed ze me vonden na Westerlo…’

De reacties in het stadion waren nochtans niet al te negatief. In vergelijking met José Riga werd je nog redelijk gespaard.

FERRERA: ‘Ik heb na Westerlo toch mijn Twitteraccount gesloten… Mijn Twitter was aardig en vriendelijk, maar ik heb hem gesloten.’

TRAINERSKERKHOF

Je zegt zelf dat een trainer snel van het voorplan kan verdwijnen. Als je pakweg achtste wordt met Standard, is dat niet bepaald een opsteker…

FERRERA: ‘Ik ben hier een uitdaging aangegaan, dat is goed. Toen ik hier kwam, zaten ze in de shit. Vijf matchen later zitten we nog altijd in de shit. Beeld je in dat we eruit geraken en toch nog hoog eindigen! Dat zou het mooiste zijn. En naast de uitdaging is er de langetermijnvisie. Ik ben me ervan bewust dat je snel uit beeld kunt verdwijnen, maar ik droom van titels en bekers en het is met Standard dat ik die dromen zal kunnen verwezenlijken.’

Het blijft toch een riskante keuze…

FERRERA: ‘Al mijn keuzes waren riskant. Ik had een vet contract in Saudi-Arabië en ik werkte er samen met Michel Preud’homme, maar ik heb dat achtergelaten om naar Charleroi te gaan terwijl ik heel goed wist dat ik daar na drie matchen weer kon buitenvliegen. Ik kende de reputatie van Abbas Bayat. Charleroi was een trainerskerkhof en betaalde slecht, dus heb ik allicht kunnen profiteren van het feit dat weinig andere coaches er wilden werken. Ik hield me ook voor dat een ontslag niet erg zou zijn, dat ik dan op een andere manier mijn droom zou najagen.’

Klopt het dat je 60.000 euro moest betalen om je vrij te kopen bij Al Shabab?

FERRERA: ‘63.000 euro om precies te zijn. Ik heb een premie moeten terugstorten en ook aan een ander bedrag verzaken.’

Zeg je achteraf niet: dat was waanzin?

FERRERA: ‘Waanzin, of dwaasheid, maar ik heb op dat moment mijn gevoel gevolgd.’

Hoe heb je je terugkeer met Standard naar STVV beleefd? Het had erger gekund, niet?

FERRERA: ‘Toen ik voor de match de voorzitter tegenkwam, hebben we elkaar omhelsd. Toen ik bij STVV tekende in mei 2013, waren de spelers met vakantie, ze hadden de eindronde in tweede niet gehaald. Twee jaar en enkele maanden later verliet ik STVV terwijl het op de derde plaats in eerste klasse stond. Ik ben met opgeheven hoofd weggegaan, in het besef dat ik mijn job gedaan had. Als de mensen dat niet zien en me een judas noemen: spijtig voor hen.’

Raakte het je niet dat de fans van STVV je een verrader noemden?

FERRERA: ‘Eerlijk gezegd heb ik niks gehoord. Ik heb alleen de supporters van Standard mijn naam horen scanderen.’

Marc Degryse denkt dat je de overgang van een club als STVV, waar winnen tof is, naar Standard, waar winnen een must is, hebt onderschat.

FERRERA: ‘Helemaal niet. Ik heb misschien niet goed gecommuniceerd toen ik zei dat ik zes of zeven matchen nodig zou hebben om de ploeg af te stellen, net zoals in een voorbereiding. Maar de competitie was bezig en we moesten dringend punten pakken, dus had ik dat beter anders verpakt. Ik had een heel aantal spelprincipes over te brengen, dat gaat sowieso niet van de ene dag op de andere. Bij sommige spelers gaat het snel, anderen hebben meer tijd nodig.’

Verrast het je dat sommige spelers véél tijd nodig hebben om je ideeën te begrijpen?

FERRERA: ‘Het zijn geen moeilijke principes, maar het is niet altijd gemakkelijk om ze toe te passen. Dat vraagt veel concentratie en inzet. Dat je geen spelers hebt die met één actie een wedstrijd kunnen doen kantelen, maakt het er niet eenvoudiger op. Standard heeft geen Paul-José Mpoku, Imoh Ezekiel, Geoffrey Mujangi Bia, Igor De Camargo of Mehdi Carcela meer. Ik heb nu een Anthony Knockaert of een Mathieu Dossevi die beslissend kan zijn, maar die hebben nog niet de impact op het spel van een Mujangi Bia of Mpoku. Als je wedstrijden door het collectief moet winnen, vraagt dat meer tijd.’

BROEKVENTJES

In Standard Magazine zei je: ‘Op mijn veertiende bezat ik al een gave in het aanvoelen van het spel. Ik kon de zwaktes in de linies van de tegenstander aanduiden. Dat is zeldzaam voor een adolescent.’ De Ferrera’s zijn altijd nogal zeker van zichzelf geweest, maar kunnen zulke uitspraken zich niet tegen jou keren wanneer het wat minder loopt?

FERRERA: ‘Men vroeg me wanneer het allemaal begonnen was en ik antwoordde: rond mijn veertiende. Dat klopt ook. Ik vertelde iedereen op het veld waar hij moest lopen. In België wordt zelfverzekerdheid vaak verward met arrogantie. Ik heb veel zelfvertrouwen, maar ik wil de slimmerik niet uithangen. Wie dagelijks met mij omgaat, weet dat ik niet arrogant ben. Ik weet heel goed dat ik hard moet werken om mijn doelen te bereiken. Ik ben me ervan bewust dat ik er nog lang niet ben. En ik waan me niet beter dan een ander.’

Je uitlatingen over broekventjes en rijkeluiszoontjes na de wedstrijd tegen OHL, hebben je die iets opgeleverd? Ook daar nam je een risico. Het kon de spelers wakker schudden, maar ze konden zich ook tegen jou keren…

FERRERA: ‘Ik heb dat niet achter hun rug verteld, hé! Ik heb hen hetzelfde gezegd tijdens de rust en zelfs veel heviger dan op de persconferentie na de wedstrijd. Ik wilde hen een signaal geven: ‘Vanaf nu beschermt niemand jullie nog. Jullie hebben het verkloot in Molde en we hebben jullie beschermd. Jullie hebben het verkloot in Brugge en we hebben jullie beschermd. Nu staan jullie er alleen voor, zonder dat de coach excuses voor jullie gaat maken.’ Ze zeiden altijd maar hoe goed we samenwerkten, maar in die ene helft permitteerden ze het zichzelf om niet te voetballen.’

Je was je er ongetwijfeld van bewust dat je daar een risico mee nam?

FERRERA: ‘Ja!’

Vooral omdat deze kleedkamer al het hoofd van enkele trainers had doen rollen…

FERRERA: ‘Daar heb ik allemaal niet bij stilgestaan. Ik heb zo niet gesproken om me te doen gelden of om de spelers te tonen dat ik boven hen stond. Ik wou simpelweg zeggen: ‘Steek jullie niet langer weg. Kijk in de spiegel.’ Meer zat daar niet achter. En pas op: ik heb niet gezegd dat ik broekventjes in mijn kern had, ik heb hen gezegd dat ze zich gedroegen als broekventjes – dat is iets anders. De dag erop heb ik opnieuw met hen gesproken en gezegd: ‘Komaan, gasten, wakker worden nu.’ Er waren er die me antwoorden: ‘Je hebt gelijk, coach.’ Ze wisten uiteraard zelf ook wel dat ze er die eerste helft met de pet naar hadden gegooid. Bovendien was hun tweede helft geweldig geweest!’

Provoceren en choqueren, maakt dat deel uit van jouw methode?

FERRERA: ‘Er zijn spelers die je moet vertellen dat ze goed zijn en dat je op hen rekent. Er zijn er anderen die je af en toe een schop onder hun kont moet geven. Dat hangt af van ieders karakter.’

Kun je bevestigen dat de kleedkamer van Standard moeilijk in de hand te houden is?

FERRERA: ‘Dat is het beeld dat de mensen ervan hebben, maar dat is niet de realiteit. Laten we zeggen dat het eventjes duurde voor alle neuzen in dezelfde richting wezen, maar momenteel is dat het geval. De strijd is nog niet definitief gewonnen, dat weet ik, sommigen zullen nog weleens uit de band springen. Maar nu loopt het goed.’

Merkte je het gebrek aan discipline meteen op toen je hier arriveerde?

FERRERA: ‘Ze hebben me een beetje getest. Er waren weinig regels. Momenteel is alles veel strikter, maar nu ook weer niet draconisch! Ze moeten op de Académie zijn om 8.45 uur omdat we trainen om 10.30 uur en ze nog moeten ontbijten: zo erg is dat toch niet… We vragen geen onmogelijke dingen. En je scheenbeschermers moeten dragen op de training, dat is niet alsof men je om te werken naar de fabriek stuurt!’

Je zegt dat je ‘de juiste coach’ bent voor Standard. Wat betekent dat precies, ‘de juiste coach zijn voor Standard’?

FERRERA: ‘Misschien een coach die in de pers geen blad voor de mond neemt en harde woorden durft spreken. Een coach die niet te zacht is voor zijn spelers en hen al eens – met respect weliswaar – durft beledigen. Een coach die er durft invliegen met sterke tactische ideeën. Kortom: ik ben de juiste man op de juiste plaats.’

Voetbalbestuurders staan doorgaans niet bekend om hun geduld. Voelde je na de één op vijftien de grond niet heet onder je voeten worden?

FERRERA: ‘Toen ik hier tekende, sprak men mij over een langetermijnproject, geen project van vijf matchen. In die moeilijke periode heb ik van het hele bestuur steunbetuigingen gekregen.’

Maar je beseft dat alles eindig is…

FERRERA: ‘Tja, met één op dertig had ik wel mijn biezen mogen pakken, dat overleeft niemand.’

DOOR PIERRE DANVOYE – FOTO’S BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

‘Toen ik hier kwam, zaten ze in de shit. Vijf matchen later zitten we nog altijd in de shit. Beeld je in dat we eruit geraken en toch nog hoog eindigen!’ YANNICK FERRERA

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content