Walter Baseggio maakt zijn balans op van het seizoen. En misschien is dit zelfs een afscheidsinterview. ‘Ik ben niet bang van de uitdaging.’

Vorige maandag werd in het casino van Knokke de 20ste Profvoetballer van het Jaar gekozen. Twee jaar geleden ging die bekroning naar Walter Baseggio, die met die eer ging lopen in het Europese koninginnejaar van Anderlecht. Nu hoorde de Force de Clabecq niet bij de genomineerden, want het duurde dit seizoen lang voor zijn motor op toerental raakte. In dit (afscheids- ?)verhaal legt Baseggio (24) uit waarom zowel zijn ploeg als hijzelf dit seizoen twee gedaantes toonden, wat er misliep in Kroatië en waarom hij vanaf komende zomer graag in Italië zou willen voetballen. “Ik ben hier graag en ik kom hier straks ook graag weer terug, maar na zestien jaar mag het eens wat anders zijn.”

Welke balans maak jij op van dit seizoen ?

Walter Baseggio : We begonnen behoorlijk, kenden daarna een terugval, een wederopleving in de maand november, maar een slechte januarimaand en die onregelmatigheid heeft ons uiteindelijk het kampioenschap gekost. Bijzonder slechte gevoelens houd ik over aan de wedstrijd in Brugge. Kijk naar de stand van vandaag en die zes punten maken een groot verschil. Meer druk aan hun kant, misschien nog wat slippertjes. Nu konden ze het allemaal rustig beheersen. We eindigen met een positieve noot, vind ik. De achterstand op Brugge is tot redelijke proporties teruggebracht en we hebben ons geplaatst voor de voorronde van de Champions League. Dit seizoen deed me denken aan het jaar dat Jean Dockx het hier overnam. Een slechte start, maar daarna bijna perfecte wedstrijden, waarin we nauwelijks nog een doelpunt pakten en zelf héél makkelijk scoorden.

Hugo Broos gaf al aan dat hij voor een stuk schuldig moet pleiten, door eerst naar namen te kijken en dan naar een systeem, in plaats van omgekeerd.

Het is nooit makkelijk om namen te negeren als je ergens nieuw bent als trainer, ik begrijp die manier van werken. Anderzijds… met vier spitsen spelen was duidelijk niet de juiste manier van voetballen. Yves Vanderhaeghe en ik stonden er vaak met twee naar te kijken hoe de ballen over ons hoofd vlogen of hoe we werden uitgetikt door een tegenstander die steeds in de meerderheid was. Ik had in die periode het gevoel dat ik tot niks diende. Je rende en rende, maar zag geen bal. Na de nederlaag tegen Moeskroen heeft de trainer het radicaal omgegooid en gingen we voetballen op een manier waarbij elke zone werd bezet.

Hoe veel hoger ging jouw rendement ?

Meer dan dertig procent, minimaal. Op het moment dat we ergens op het veld een bal recupereren, krijg ik die direct en kan ik de spitsen wegsturen. En dat werkt uitstekend.

Jestrovic en Dindane gingen met de meeste eer lopen, maar de trainer liet niet na ook jouw wederopbloei te benadrukken.

Oui, oui. Zij scoren en vallen daardoor meer op, maar dat vind ik allemaal niet zo belangrijk, als ik me maar beter voel op het veld. En dat is de laatste tijd het geval. Ik kan wat technische bewegingen kwijt, in één tijd voetballen of in twee tijden, het is nu gewoon leuk. Je moet trouwens niet alleen de trainer viseren, ook de spelers gingen in de fout, zeker in januari.

Hoe was de sfeer dit seizoen ?

Zoals de resultaten, de ene keer wat killer, een andere keer warmer. Op momenten dat er werd verloren, wees iedereen naar iedereen. Een beetje normaal, denk ik. Maar nu het weer beter gaat, zie je dat iedereen lof krijgt. Ik kreeg zelf mijn portie kritiek, maar reageer daar al jaren niet meer op.

Was de kritiek niet terecht ?

O, jawel, ik heb een slechte periode gekend, dat geef ik toe. Maar die heeft iedereen in een seizoen, je wisselt elk jaar goeie met minder goeie momenten af. Nummer tien zijn in Anderlecht is een functie met veel verantwoordelijkheden en veel druk. Maar ik kan ertegen, dit is mijn zevende seizoen bij de A-kern, niet vergeten.

Had je voor nieuwjaar niet het gevoel dat je die rol niet aankon, dat de trainer te veel van je vroeg ?

Ik weet niet of het zoveel met mij te maken had. Er stonden te veel aanvallende spelers op het veld en dan was het moeilijk om de ruimte die zij lieten, te bestrijken. Ik links, Yves rechts, het was hollen en overal te laat komen. Anderlecht was lang een ploeg met hele grote gaten. In het begin ging het nog, omdat Kolar in de ploeg stond en zich de pleuris liep, maar na amper een maand zat die al door zijn beste krachten heen. En Seol kon niet wegsteken dat hij toch vooral dacht als een aanvaller. Je zag geen beweging in de diepte. Dat is nu helemaal anders. Een bepalende wissel vond ik ook de vrije rol die Aruna kreeg. Tegen de rechterkant was hij beperkt, dribbelde hij zich vaak vast en dat was nefast voor het evenwicht. Voor mij was het ook moeilijk kiezen. Als ik meeging in de aanval, zoals de trainer me vroeg, stond ik bij balverlies uit positie. Als ik bleef hangen, was er de terechte kritiek dat we onvoldoende aansloten.

De trainer vond dat je meer inspanningen moest doen.

Makkelijk gezegd, moeilijk uit te voeren. Negentig minuten houdt niemand dat uit. Elk zijn rol. Middenvelders doen hun ding op het middenveld, niet in de spits.

Waarom lukte het Europees wel ?

Omdat er toen werd bijgestuurd en er een verdedigend ingestelde speler bijkwam. Elke zone werd afgeschermd. Na Moeskroen zijn we dat ook in de competitie gaan doen. Dit is gewoon het beste systeem dat een ploeg als Anderlecht kan spelen, vind ik. Er is altijd iemand dicht in de buurt om een steekje op te rapen als je er eentje laat vallen. Het beste bewijs : onze verdediging heette een zeef te zijn, maar nu hebben we de beste van het land. Dat de verdediging wat minder is in het uitvoetballen, vind ik persoonlijk niet erg. De tijd van Beckenbauer is voorbij. Wij hebben een verdediging die solide is en sterk in de duels en die dat passje naar het middenveld heus wel kan geven. En daar lopen voldoende technici rond. Een verdediger moet vooral goed kunnen verdedigen. Olivier Doll beantwoordt misschien niet aan de definitie van een rechtsachter, maar er stond op die flank toch iemand.

Hoe was je verstandhouding met de trainer ?

Bien. In het begin was het niet makkelijk om aan zijn verwachtingen te beantwoorden. We hadden toen een gesprek of twee, drie en nadien ging het beter.

Je klaagde erover dat hij in de media veel over je zegde, maar weinig tegen jou zelf.

Oui, ik hoorde niks in die moeilijke momenten en las dan tot mijn verbazing dat hij me in de krant afmaakte. Daar stelde ik me vragen bij. Ik ben daarop zelf naar hem toe gestapt en we hebben gepraat. We verstaan elkaar nu op de essentiële punten en dat zie je op het veld.

Duidelijk is intussen dat je geen speler bent die dicht aansluit bij de diepste spits. Broos wilde van jou zo iemand maken, Franky Vercauteren, die je al langer van nabij kent, had daar zijn twijfels over en kreeg gelijk.

Ik verkies inderdaad deze rol, iets minder offensief dan in het begin. Ik keer eigenlijk terug naar de rol die ik in die goeie ploeg onder Aimé Anthuenis bekleedde. Onder Dockx speelde ik zelfs nog defensiever.

Was, wat Broos je vroeg, ondankbaar als rol ?

Niet uit te voeren is misschien iets te zwaar gezegd, maar in elk geval niet makkelijk uit te voeren. Maar nu fixeer je iets te veel op mij, ik denk dat iedereen veel beter gebaat is bij deze manier van voetballen. We spelen nu twee, drie keer beter dan maanden geleden. Anderlecht was lange tijd een ploeg die steunde op individuele acties. Brugge had een beter collectief spel, misschien iets meer geluk ook. Nu is het anders, ik denk dat je nu gerust kan stellen dat Anderlecht op dit moment beter is dan Brugge. Maar Brugge was over de voorbije tien maanden regelmatiger én realistischer. Daarom verdienen zij de titel.

Je scoorde tot dusver acht keer. Is dat voldoende voor jou ?

Mmmm. Ik richt me elk jaar op tien goals en tien assists, ik zit opnieuw binnen die norm, denk ik. Andere jaren zaten daar nog strafschoppen tussen, nu niet. Het belangrijkste vind ik dat ik nauwelijks fysieke problemen kende en de hele tijd heb kunnen spelen. Ik heb de indruk dat het ook bij de nationale ploeg beter begint te vlotten, dus al bij al denk ik dat dit uiteindelijk nog een goed seizoen is geworden. Niet vergeten dat de jongeren die dit seizoen doorbraken, dat deden in het middenveld, ook daar was het voortdurend aanpassen.

In afwezigheid van De Boeck en Crasson werd je aanvoerder. Het viel op dat je in die wedstrijden beter presteerde.

Dat deed me goed, ja, iemand die op 24 jaar al aanvoerder van Anderlecht is… Dat kunnen er niet veel zeggen. Ik ben nu zestien jaar op Anderlecht, was aanvoerder bij de jeugd, aanvoerder van de A-ploeg. Als nummer tien dan nog wel. Ik hecht veel belang aan dat nummer.

Maradona, Maradona…

Oké, ik heb bewondering voor die man, maar als jongere was ik vooral een bewonderaar van Gianfranco Zola. Zijn stijl bevalt me enorm, Zola is geen dribbelaar zoals Maradona, maar iemand die goed in één tijd kan voetballen en over een goeie vrije trap beschikt. Ik heb me altijd aan hem willen spiegelen.

Broos wilde je net in de rol van Zola duwen.

Misschien, maar ik heb het eerder over zijn spel dan over zijn positie. Ik heb ook zijn versnelling niet. Ik ben niet snel, maar ook niet traag, maar ik heb helaas in de eerste meters geen versnelling. Vandaar dat ik zo snel mogelijk wil voetballen. Ik weet al voor ik de bal heb, waar ik die ga geven, waar de ruimte ligt, en technisch ben ik begaafd genoeg om dat uit te voeren. Dat zijn mijn sterke punten, denk ik.

Ben je het eens met de constatering dat je stagneert ?

Ik heb dit jaar hoogtes en laagtes gekend, ben met de ploeg meegegaan, op en neer. De Baseggio van de Champions League was magnifique, die van nu had een grillige vormcurve. Zoals elk individu dit seizoen, denk ik. Maar dit is ook een heel andere ploeg, eentje die geruime tijd te veel naar het offensieve neigde, in plaats van achterin alles dicht te houden.

Maar ga je nog vooruit ? Ben je niet te makkelijk voor jezelf ?

Ik stoor me niet aan die kritiek. Het enige wat me dit seizoen heeft geïrriteerd, is dat men er op een bepaald moment mijn privé-leven ging bijsleuren. Ik ben lief voor iedereen, kan het heel goed vinden met mijn vrouw en besef wat ik thuis heb. Het klopt dat mijn vrouw het lastig had met waar we wonen – in een verloren hoek, wat weg van de familie – maar om daar dingen uit te concluderen… Ik had de indruk dat ze er alles zomaar bijhaalden om dingen uit te leggen. Terwijl het essentiële op het veld te vinden was, in een manke bezetting.

Dat je het makkelijk hebt, komt door de jeugdopleiding van Anderlecht, die niet het uiterste uit een speler haalt.

Dat kan meespelen, geef ik toe. Ik heb het bij de jeugd een aantal keren heel makkelijk gehad. Maar anderzijds hebben ze daar ook veel individueel met mij gewerkt. Ik ben geraakt waar ik nu ben, net omdat er goed wordt gewerkt op Neerpede, met bekwame trainers.

Hoe komt het dat je vrije trap niet meer zo gevaarlijk is ?

Ik heb er voor de rechthoek niet zoveel mogen trappen, hoor. Of ik er veel op train ? Eigenlijk niet. Als ik er een of twee keer per week ga aanstaan, is het veel. Misschien moet ik meer trainen.

Ben je hard genoeg om straks ook Zetterberg af te houden ? Hij zal dat nummer tien misschien terugwillen.

Zetterberg, nog een goeie middenvelder, inpassen wordt geen makkelijke opdracht voor de trainer, denk ik. Ik zou niet graag in zijn schoenen staan. Onder Dockx heb ik in een middenveld gespeeld met Scifo en Zetterberg, met mij als meest verdedigende. Mij maakt het allemaal niet zoveel uit of ik iets offensiever dan wel iets defensiever moet voetballen, als ik mijn spel maar kan uitvoeren.

Maar ben je gedisciplineerd genoeg voor een rol als ‘spelbreker’ ?

Ik heb de power en een goed kopspel. Dat zijn afwegingen die een trainer moet maken. Pär en ik hebben een jaar of drie, vier samen op het veld gestaan, voor mij kan dat ook. Ik hoop alleen dat het weer geen zes maanden duurt voor het in elkaar klikt. Dat zou zonde zijn.

Anderzijds kan het ook dat jij deze zomer gewoon vertrekt.

( Aarzelt.) Mijn droom blijft in Italië voetballen, maar Anderlecht zou me willen houden, hoorde mijn manager. Tenzij er een goeie aanbieding komt. Mijn manager gaat de komende paar weken de markt in Italië verder aftasten. On verra, te laat is het nog niet, ik ben nog steeds slechts 24. Mijn contract loopt nog twee jaar, de club en ik hebben tijd.

Sonck wil weg. Jij ook ?

Als het kan, ja. Na zestien jaar Anderlecht wil ik hogerop. Niet dat dit geen grote club is, maar ik wil de grenzen graag verleggen. Mijn lot ligt evenwel niet in mijn handen, wel in die van de club en bij het werk van mijn manager. En daar heb ik geen moeite mee.

Italië, dat is casino, zegt Paul Courant.

Roulette, noemen wij het. Dat besef ik, alleen zal het dit jaar niet zo zijn. Ook daar zit de markt vast. Misschien dat er twee, drie dagen beweging zal zijn, zaak is om er dan bij te zijn. En dat ik het daar niet cadeau zal krijgen, zelfs met mijn roots, weet ik ook. Maar bang ben ik niet van de uitdaging, ik ben een ambitieus man.

Als international sta je op slechts 19 wedstrijden. Door blessures miste je het EK en het WK. Teleurgesteld ?

Ja. Ik ben op heel slechte momenten geblesseerd geraakt. Dit seizoen leek ik erdoor. Minpunt : een moeilijke wedstrijd tegen Bulgarije én een uur op de bank tegen Kroatië. Ik ben ingevallen toen het 2-0 stond en kon het ook niet meer rechtzetten. Dat was iets te veel gevraagd. Ik was teleurgesteld dat ik in Zagreb niet mocht starten, ja, maar het was om tactische redenen en dan kan je alleen maar je best doen als je toch een kans krijgt.

Maakte Anthuenis in Zagreb dezelfde fout als Broos in de competitie : te veel aanvallende spelers op het veld ? Of eerst de namen en dan de bezetting ?

Dat kan spelen, ja. Buffel, EmileMpenza, Sonck, Goor zelfs, een vrije rechterkant… Het was niet makkelijk om tot een goeie bezetting te komen. Dan vond ik de 4-4-2 tegen Polen iets evenwichtiger. Het gaat niet om namen, wel om bezetting. En evenwicht. De Kroaten speelden 4-4-2, heel klassiek. Op de flanken nepen ze ons dood.

Dus, als het van jou afhangt : geen magische driehoek in Sofia ?

Daarvoor moet je op de bond zijn, ik ben slechts een speler.

door Peter TKint

‘Zetterberg inpassen wordt geen makkelijke opdracht voor de trainer. ”Nummer tien zijn in Anderlecht is een functie met veel verantwoordelijkheden en veel druk. Maar ik kan ertegen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content