NAAM: JAJA COELHO

© BELGAIMAGE

CLUB: Lokeren (spits) – ROOTS: Brazilië

MIJN THUISSTAD

‘Ik kon me als kind geen schoenen van Nike veroorloven, maar er was wel genoeg geld om schoenen te kopen. We kregen thuis niet elke dag zalm op ons bord, maar er was wel iedere dag eten. Ik groeide op in Ipatinga, tussen Belo Horizonte en Vitória. Er leven 250.000 mensen. Ipatinga is een jonge stad. Toen mijn pa naar daar verhuisde, was er nog niks. Veel mensen uit de ruime omgeving werden naar Ipatinga gelokt om de stad mee uit de grond te stampen. Mijn pa werkte er in de staalfabriek van Usiminas. Hij was niet het type dat veel geld aan de kant zette om een auto te kopen. Liever gaf hij zijn centen direct aan mijn twee broers, mijn zus en aan mij. Mijn pa wilde in de eerste plaats dat wij geen honger leden en naar school konden. Mijn broers probeerden ook om hun weg te banen in het voetbal, maar zij schopten het niet tot prof. Mij lukte het wel. Toen dacht mijn pa: ik heb toch goed geïnvesteerd met al dat eten.’ (lacht)

WAT IK MIS

‘Elke vrijdag zie ik foto’s van vrienden in Brazilië die de barbecue aansteken. Dan vind ik het jammer dat ik er niet bij ben. In Brazilië stijgt echt ieder weekend aan elk huis rook op. Of je veel geld hebt of weinig, dat maakt niet uit. De ene brengt 200 gram vlees mee, de andere 500 gram. Meestal leggen Brazilianen vier dingen op de barbecue. Het beste is picanha, een soort steak. Daarnaast heb je ook nog worst, kippenvleugels en het kippenhart. Op de achtergrond moet sambamuziek spelen. Van Grupo Revelação bijvoorbeeld.’

DÉ VOETBALLER VAN MIJN LAND

‘Mijn Braziliaanse idool is Ronaldinho: zó onvoorspelbaar op het veld, echt crazy. Na mijn topperiode bij Westerlo wilde ik per se naar Spanje om eens tegen hem te voetballen. Zo belandde ik bij Getafe. Toen we met Getafe tegen Barcelona speelden, kwam Ronaldinho me even begroeten. Brazilianen kijken altijd na of er landgenoten bij de tegenstander spelen. Later ontmoette ik hem nog eens. Via gemeenschappelijke vrienden belandde ik in zijn huis toen hij bij Atlético Mineiro speelde. Het stadion van die club ligt dicht bij mijn appartement in Belo Horizonte. Ronaldinho is een simpele jongen en blijft heel gewoon.’

MIJN PLEK OM TE RELAXEN

‘Om te ontspannen trek ik graag naar Barra da Tijuca, aan de westkant van Rio. De stranden daar zijn beroemd. Je zit er meer op je gemak dan op Copacabana, dat vlak bij de favela’s ligt en waar je toch op je spullen moet letten. In Barra da Tijuca is er een mooie promenade. Om de honderd meter vind je er een quiosque, een kleine bar met uitzicht op de zee. Daar drink ik graag een Corona. Dat is minder straf dan jullie Jupiler. Wie in Brazilië drie Jupilers drinkt bij 45 graden, is dead.

‘Als je in Brazilië op je eentje iets gaat drinken en verderop zit nog iemand, dan ontstaat er meteen een gesprek. Je spreekt samen over alles, zelfs over je familieproblemen. Daarna neem je afscheid en zie je elkaar nooit meer terug. Jullie, Belgen, zijn op dat vlak veel koeler. Belgen stellen zich pas open als ze je kennen.’

MIJN ZOON

Murilo is nu zeven en woont in Vitória, bij mijn ex. Toen hij nog jonger was, liep het contact met hem niet zo makkelijk, omdat hij nog niet kon praten aan de telefoon. Als ik hem na maanden terugzag, moest hij altijd weer wennen aan mij. Nu kan ik wel regelmatig met hem bellen. En telkens als ik in de zomer weerkeer naar Brazilië, ga ik eerst tien dagen naar Vitória. Dan trek ik met hem naar het strand of voetballen we wat. Maar hij zal niet in mijn sporen treden. Hij neemt de bal altijd met zijn handen op, very bad. (lacht) Het is nu natuurlijk anders dan vroeger. Ik was als kind enorm gefocust op dat voetbal, tegenwoordig hebben de kinderen iPhones en krijgen ze wat ze vragen. Maar dat is niet slecht. Als mijn pa me zo veel had kunnen geven, had hij dat ook gedaan.’

KRISTOF DE RYCK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content