In de aanloop naar het WK neemt Sport/Voetbalmagazine u elke week mee in de wondere wereld van een Rode Duivel. Vandaag: Nacer Chadli, de elegante nummer 11 van de Rode Duivels, die op het punt stond om het voetbal vaarwel te zeggen, tot hij een zekere Rubenilson ontmoette. Wij zochten die voormalige Braziliaanse profvoetballer op.

We schrijven 17 september 2006. Axel Witsel vervangt Steven Defour en debuteert zo bij Standard op het veld van FC Brussels. De toekomstige Gouden Schoen is dan zeventien jaar oud. Zijn beste vriend, Nacer Chadli (nu 24 jaar) zit op datzelfde moment in een dipje. De twee vrienden mogen dan wel samen hun eerste balletjes getrapt hebben in Vottem en allebei opgeleid zijn bij Standard – Axel als nummer 6 en Nacer als nummer 10 – vanaf hun zestiende lopen hun carrières verder uiteen dan ze ooit hadden verwacht. Axel staat op het punt van de doorbraak van zijn carrière, terwijl Nacer doorgestuurd wordt bij Standard door Christophe Dessy. “Meneer Dessy zei tegen mijn coach dat ik volgens hem niet goed genoeg was om naar de junioren te worden doorgeschoven. Ik had het enigszins verwacht aangezien ik rond de kerstperiode al uit de kern was verwijderd. Toen ik hem vroeg waarom, antwoordde hij dat ik op technisch vlak wel voldeed, maar dat ik niet over de mentale kwaliteiten beschikte om het tot profvoetballer te schoppen.”

Tot zover het hoofdstuk Standard. Chadli vindt enig voetbalgeluk terug in Nederland, bij MVV uit Maastricht, al blinkt de Luikenaar vooral uit tijdens wedstrijden met de reserven en verblijft hij dus nog steeds in de anonimiteit. Zijn toekomst ziet er, zeker gezien de financiële problemen van de club, bepaald niet rooskleurig uit, maar zoals in alle mooie verhalen komt er een onverwachte, maar allesbepalende ontmoeting. Net op het moment dat Chadli op het punt staat om zijn profcarrière in te ruilen voor een amateurcarrière met vrienden in combinatie met hogere studies, komt hij Rubenilson tegen. De voormalige speler van RWDM en Antwerp, die nadien zijn voetbalgeluk zocht en vond in Korea, Qatar, Dubai en Roemenië, krijgt op een blauwe maandag telefoon van Amin, een van de broers van Nacer. Rubenilson – Rubi voor de vrienden – is op dat moment de rechterhand en vooral het spiedend oog van Daniel Evrard, Nacers manager. “Amin had al elke Belgische manager opgebeld, maar hij had niemand bereid gevonden om naar de reservewedstrijd van een Nederlandse tweedeklasser te gaan kijken”, vervolgt Rubi. “Ik trok de grens over en had het meteen begrepen: zet Nacer op een voetbalveld en je krijgt een en al elegantie te zien. Zijn manier van lopen en zijn houding deden me overigens denken aan de Braziliaanse topper Rai. Nacers broer stond naast mij tijdens de wedstrijd en ik heb hem meteen gerustgesteld. ‘Je moet niet bang zijn, je broer is een topper in de dop.’ Van dan af aan heb ik Nacer onder mijn vleugels genomen.”

Dat Nacer doorgestuurd was bij Standard schrikte Rubi niet af. “Het is nu eenmaal zo dat er in de meeste clubs beslissingen worden genomen door mensen die weinig of niets van het spelletje afweten. Vaak zijn dat van die gefrustreerde types die hun frustraties uitwerken op jongeren die al eens nonchalant overkomen of hun petje achterstevoren op hun hoofd zetten. In Brazilië denken we alleen in termen van kwaliteit en trekken we ons van al de rest niets aan. Meer nog, als de familie van een spelertje problemen heeft met drugs of de eindjes niet aan elkaar kan knopen, zal de club in kwestie altijd zien of ze niet kan bijspringen. Zo menselijk als het er in Brazilië aan toegaat, zo hard zijn ze hier. Of Nacer nonchalant is? Ik heb dat vaak horen zeggen, maar je moet er als club natuurlijk ook wel in slagen om je spelers te motiveren…”

En Rubenilson weet als geen ander hoe hij de carrière van zijn kersverse poulain weer op de rails moet krijgen. “Ik heb hem de Braziliaanse basis bijgebracht die je nodig hebt om te slagen als voetballer. Respect tonen voor je familie, je geloof belijden en… strandvoetballen! Dat is ideaal om controles, volleys en borstcontroles te perfectioneren. We hebben ooit tegenover elkaar gestaan in de finale van het Belgisch kampioenschap beach soccer in Hasselt. En zoals dat gaat wanneer vader en zoon tegen elkaar spelen, won ik”, lacht Rubi. “Naast die basis heb ik hem ook de typisch Braziliaanse combinatie van creativiteit, harmonie en levensvreugde bijgebracht. En hij moest spierversterkende oefeningen doen. Marokkanen hebben immers een zeer fijne, ietwat pezige bouw. Nacer had dan ook een echte kippenborst. Ik fitneste toen redelijk veel dus ik wist perfect wat hij nodig had. Aanvankelijk dacht hij dat het zou volstaan om wat meer sportdrankjes te drinken, maar dat is uiteraard niet voldoende. Ik heb hem wat proteïnerepen gekocht en ben met hem de gym ingedoken. We gingen ook vaak lopen samen, op Sart Tilman. Ik heb zijn lichaam in de loop der jaren echt zien veranderen. Toen ik hem dit jaar terugzag in Londen, sloeg hij zichzelf op de borst en zei hij: ‘Weet je nog wat voor een kippenborstje ik vroeger had?’ Ik had al snel een goed gevoel bij Nacer. Hij daarentegen geloofde niet echt in een geweldige carrière. Toen hij zeventien was en we samen in de auto zaten, heb ik hem eens gezegd dat hij ooit de Gouden Bal zou winnen dankzij zijn gestalte, zijn kracht en zijn talent. ‘Al die Brazilianen komen snel even naar Europa, winnen die Gouden Bal en keren vervolgens terug naar Brazilië, terwijl jij hier al bent en je twijfelt aan je kwaliteiten?’ Nacer antwoordde dat ik gek was, maar hij zou er wél alles aan doen om te slagen.”

MVV zat al snel op zwart zaad en kon Nacer dus geen profcontract aanbieden. “Ik heb toen de Nederlandse spelersmakelaar van Royston Drenthe opgebeld en hem laten weten dat ik een juweeltje van een nummer 10 in de aanbieding had. Om hem te overtuigen zei ik er nog bij dat ik een kippenkraam in Luik zou openen als ik me vergist had in Nacer.” Snel daarna mocht Nacer een testwedstrijd spelen met AGOVV Apeldoorn tegen het Olympiacos van Rivaldo. “De dag na de wedstrijd stond er een grote foto van Nacer in de krant. Ik vroeg hem of hij een spectaculair goeie wedstrijd had gespeeld en in plaats van dat hij zoals elke jonge gast zou zeggen: ‘Ja, ik heb een paar geweldige dribbels uit mijn sloffen geschud’, zei hij simpelweg: ‘Ik heb simpel gespeeld en veel bewogen’.” De toen net debuterende coach John van den Brom was meteen onder de indruk van Nacer. Maar net als in Maastricht zat het ook bij AGOVV lang niet goed op financieel vlak. “Van den Brom heeft dan maar zelf een sponsor gezocht, zodat Nacer voor de eerste keer in zijn carrière een profcontract kon ondertekenen”, aldus Rubi.

Cristiano Ronaldo

“Na een paar wedstrijden heb ik hem duidelijk gemaakt dat hij nog stappen te zetten had. Ik toonde hem een bepaald fragment uit de wedstrijd tussen Real Madrid en Olympique Marseille, meer bepaald het moment waarop Cristiano Ronaldo het duel aangaat met de stevige Nigeriaanse verdediger Taiwo. Dat is wat jij ook moet doen’, zei ik hem. ‘Als je gaat, moet je doorgaan. Mooi naast je tegenstander blijven lopen en zien wie de snelste is, is voor paarden. Als voetballer moet je het duel aangaan.’ Ik denk dat hij aan die kleine tips veel heeft gehad.”

“In mijn eerste seizoen bij AGOVV heb ik vooral geobserveerd en me aangepast. Het tweede seizoen was ik steeds vaker titularis en het derde seizoen stond ik vast in het team”, weet Chadli nog. Peter Van Vossen, de voormalige Anderlechtspeler en toenmalig assistent-coach bij AGOVV, zag Chadli het liefst op de linkerflank. “Hij zei me dat linksvoor een positie voor specialisten is. Een positie voor spelers die het verschil kunnen maken. En hij voegde eraan toe dat als ik veel geld wilde verdienen als voetballer, ik maar best op die positie kon uitblinken.”

Na drie seizoenen Apeldoorn trekt Chadli naar Twente, waar Michel Preud’homme net Steve McClaren was komen vervangen. Toen MPH liet weten dat hij nog wel naar wat versterking op zoek was, speelde zijn toenmalige assistent hem de naam Chadli door. Preud’homme bekeek meteen elke dvd van Chadli die hij maar kon vastkrijgen en was al snel overtuigd. Ook het publiek van Twente was meteen om. Een invalbeurt tegen Roda en een paar heerlijke dribbels volstonden ruimschoots om de fans op zijn hand te krijgen. En dan was er de Champions League. Of hoe de jonge Chadli op amper drie jaar tijd evolueerde van het profvoetbal vaarwel willen zeggen naar die kippenvelopwekkende hymne van de Champions League. “Zijn eerste wedstrijd was er een tegen Internazionale, met Maicon als rechtstreekse tegenstander. Niet bepaald een cadeau dus”, herinnert Rubi zich. “Preud’homme had Nacer opgedragen om er in eerste instantie voor te zorgen dat Maicon niet te vaak de achterlijn zou halen, maar uiteindelijk was het Maicon die zich de hele tijd de pleuris heeft moeten lopen om Chadli te verhinderen de achterlijn te halen.”

Dankzij die knalprestatie tegen een van de beste backs ter wereld weet heel België dat Preud’homme niet langer de enige attractie boven de Moerdijk is. Georges Leekens bekijkt of hij Chadli kan oproepen, maar ook Marokko wil hem. De Leeuwen van de Atlas worden op dat moment gecoacht door Erik Gerets en die overtuigt Chadli om een vriendschappelijke wedstrijd tegen Ierland mee te spelen. Even later speelt Chadli ook mee in de vriendschappelijke interland tussen België en Finland. “Ik voel me net zoveel Marokkaan als Belg”, verklaart Nacer na die wedstrijden in Sport/Voetbalmagazine. “Het zal een keuze van het hart zijn, maar ik moet ook zien wat carrièregewijs de beste optie is.”

Op 31 januari 2011, enkele dagen nadat hij zijn eerste wedstrijd met België speelde, kondigt Chadli op zijn website aan dat hij heeft gekozen voor het land waarin hij opgroeide. De Marokkaanse fans zijn teleurgesteld en sommigen slingeren Nacer online tal van beledigingen naar het hoofd. “De eerste weken waren niet gemakkelijk”, vertel Nacer. “Men heeft toen zelfs mijn website gehackt. En toen ik met de Rode Duivels tegen Finland speelde in Gent was er een supporter die me de hele opwarming lang beledigd en verwenst heeft. Marc Wilmots heeft dat brandje geblust door die man duidelijk te maken dat als hij niet zou zwijgen, hij hem wel zou weten te vinden. Mijn wedstrijd voor Marokko was op zich wel een interessante ervaring. Het is ook logisch dat ik even getwijfeld heb, aangezien ik wel degelijk Marokkaanse roots heb – mijn familie is afkomstig van Oudja – en ik er niet bepaald als de doorsnee-Albert uitzie.”

“Het is normaal dat die keuze moeilijk was voor zo’n jonge gast”, vervolgt Rubenilson. “Al zijn neefjes duwden hem richting Marokkaanse nationale ploeg. En nadat hij die vriendschappelijke wedstrijd tegen Ierland had gespeeld, beschouwden ze hem in Marokko al als een van hen. Eens Leeuw van de Atlas, altijd Leeuw van de Atlas. Vandaar ook die haat van veel Marokkaanse fans nadat Nacer voor de Rode Duivels gekozen had. Maar zijn keuze is logisch: hij is geboren en getogen in België en heeft dus niet de Arabische mentaliteit. Zelfs ik eet meer couscous dan Nacer. Al betekent dat niet dat hij helemaal geen voeling meer heeft met zijn roots, want hij is wel altijd contact blijven houden met zijn familie.”

Nu de episode rond de nationale ploegen achter de rug is, blijft de ster van Chadli maar klimmen. Na winst in de bekerfinale met Twente wordt de interesse van Fulham wel heel groot. Twente is evenwel nog niet van plan om Chadli van de hand te doen. Rubenilson: “Zijn tweede jaar was iets moeilijker. Je valt van je wolk, je geraakt al eens geblesseerd en er komt al eens een kritische opmerking op je spel. We hebben misschien ook wat te veel gefeest en zijn te veel uitgegaan met vrienden. Maar zijn derde seizoen bij Twente was een voltreffer op alle vlak. Het feit dat hij uit een stabiele familie stamt, is daar niet vreemd aan. Zijn broers en zussen zijn echt goeie mensen. De ene is sociaal assistente, de andere advocaat, nog een andere boekhouder. Dankzij hen ziet hij de dingen ook eens vanuit een ander perspectief. Nacer is een slimme jongen, maar hij is zo goed van inborst dat mensen al eens van hem durven profiteren. Hij spreekt overigens vier talen – Frans, Arabisch, Engels en Nederlands – en trekt zich goed uit de slag in het Portugees. Dankzij mij en Douglas, met wie hij bij Twente vaak optrok.”

Mourinho

Na een paar onschuldige flirts waar nooit een transfer uit voortkwam, ondertekende Chadli vorige zomer een contract dat hem voor vijf jaar aan Tottenham bindt. “Er was ook een interessante aanbieding van Ajax en dat was volgens mij de beste optie”, vindt Rubi. “Maar goed, hij droomde allang van de Premier League en hij wilde weg uit de Nederlandse competitie. Al denkt hij soms wel met enige weemoed terug aan Twente, de club waar hij de vedette was, terwijl hij bij Tottenham gewoon een van de zovelen is. Toen hij bij Tottenham amper aan spelen toekwam, ben ik naar Engeland getrokken om hem opnieuw moed in te spreken. Ik zat met mijn vrouw in het Roemeense Craiova toen Chadli’s broer me belde met de vraag of ik Nacer niet kon gaan bezoeken. Hij zat in zak en as. Ik zei meteen dat ik wel zou gaan, maar dat we dan niet over voetbal zouden praten. Bij zijn vertrek had André Villas-Boas blijkbaar verklaard dat hij niets van Chadli moest weten. Dat is op zich al een klap in het gezicht en als je dan onder Tim Sherwood, de nieuwe coach, ook niet aan spelen toekomt, is het logisch dat je in een dipje geraakt. Het was dan ook pas na mijn periode in Londen, eind februari, dat het een beetje beter is beginnen te gaan met Nacer. Als je het mij vraagt, is Nacers grootste fout dat hij te genereus is op het veld. Daardoor benut hij zijn talent niet ten volle. Soms zie je hem bijvoorbeeld zeer diep terugzakken om de verdediging een handje te helpen. Bij de Rode Duivels hebben we de echte Chadli in ieder geval nog niet gezien. De echte Chadli is degene tegen wie je kunt zeggen: ‘Daar staat de goal, doe je ding maar.’ Geef je een Chadli in vorm de bal, dan kun je er zeker van zijn dat hij er iets goeds mee zal doen.”

“Ik herinner me dat ik ooit eens ben teruggekeerd van een vakantie in Brazilië nadat ik hem op televisie met Twente tegen Schalke 04 had zien spelen. De coach had hem op rechts gezet – een positie waarop hij echt niet graag speelt – en Nacers tweede helft leek nergens naar. Ik zocht hem meteen op en heb hem duidelijk gemaakt dat hij en hij alleen de zaken kon veranderen. Die boodschap heeft hij goed opgepikt want de volgende week werd hij tegen Ajax tot man van de match verkozen. Nochtans begon hij ook die wedstrijd op de rechterflank. Maar hij speelde toen zo goed dat de coach hem niet veel later in het centrum en op de linkerflank uitspeelde. Alles lukte die wedstrijd. Hij was zo goed dat José Mourinho – die Ajax kwam scouten als coach van Real Madrid – hem na de wedstrijd toefluisterde: ‘We volgen jouw prestaties op de voet, vergeet dat niet.'” ?

DOOR THOMAS BRICMONT – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Toen Nacer zeventien was, heb ik hem eens gezegd dat hij ooit de Gouden Bal zou winnen dankzij zijn gestalte, zijn kracht en zijn talent.” Rubenilson

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content