De Allianz Arena, het Emirates Stadium, het Grand Stade de Lille of de Friends Arena in Stockholm worden het vaakst door politici en voetbalbobo’s naar voren geschoven als voorbeelden en inspiratiebronnen voor een toekomstig nationaal stadion.

Een kennersblik merkt dat deze voorbeelden doorslagjes van elkaar zijn. Langs de buitenkant gelijken ze op vliegende schotels zonder veel originaliteit in de architectuur. Aan de binnenkant wordt de ene ring op de andere gestapeld zonder dat de monotonie van de lijnen doorbroken wordt. Het enige verschil tussen deze ‘meesterwerken’ is de kleur van de zitjes. Sportobservatoren zijn er nochtans steevast lyrisch over, alsof eenheidsworst zaligmakend is en architectuur maar beter in een strak keurslijf kan zitten. Het lijkt erop dat ‘mooi’ gelijkstaat aan ‘kitsch’ en dat een nieuw gebouw per definitie mooi is.

Niet alle specialisten delen evenwel dat enthousiasme. Professor Pierre Leclercq, organisator van het colloquium ‘Stadions van de toekomst’ aan de Universiteit van Luik in 2012 is kritisch: “We zijn met meerderen die vinden dat het met dit type van stadion totaal de verkeerde kant op gaat.” Dat is ook de mening van Miranda Kiuri, doctor in de architectuur en onderzoekster aan de faculteit Wetenschappen van de UL. Zij publiceert artikels over dat onderwerp in internationale architectuurbladen en werkt met haar studenten rond stadionprojecten. Zij is dus goed thuis in de materie en vindt: “Stadions in de vorm van een tomaat of een pompoen, wat een achteruitgang is dat! Het zijn arena’s die teruggeplooid zijn op zichzelf, echte bunkers die zich lijken af te keren van hun omgeving, helemaal niet de gemeenschapsplaatsen die de sport vooruit moeten stuwen. Zulke uitgaven voor bouwsels die, buiten enkele manifestaties, ontoegankelijk zijn voor het publiek, dat zijn niet meer dan grillen van de nieuwe rijken.”

Loïc Hamoir, een architectuurstudent, heeft een vergelijkende studie gemaakt tussen het nieuwe en het oude stadion van Bayern en die valt niet zo positief uit voor de Allianz Arena. “De invulling van de ruimte is banaal, het enige dat indruk maakt, is de monumentaliteit. Het Olympisch Stadion daarentegen speelde met het licht, de natuur…” Het is duidelijk dat dit debat niet gaat over het comfort, dat sowieso in elk project aanwezig moet zijn, maar weldegelijk over de vorm. Doctor Kiuri denkt dat jonge architecten heel binnenkort met nieuwe, interessante voorstellen gaan afkomen en dat de huidige ‘moderne’ stadions weldra verouderd zullen zijn.

Natuurlijk kan men zich de vraag stellen of die grote projecten niet voornamelijk het speeltje zijn van grote architectenbureaus en dat die niet in de eerste plaats mikken op wat de toeschouwers fijn vinden, maar eerder hun best zullen doen om iets te construeren dat hun eigen imago ophemelt. Het publiek komt naar het stadion voor de emoties die met zo’n plek gepaard gaan, maar de huidige bouwwerken zijn lichtjaren verwijderd van de magie van hun voorgangers. In veel nieuwe stadions zijn de warmte en de sfeer serieus gedaald. Voor de supporters is het gevoel van het eigen stadion van groot belang, maar wat schiet daarvan over als je de indruk hebt dat je je overal in hetzelfde gebouw bevindt?

Wat infrastructuurwerken betreft, heeft België Euro 2000 compleet gerateerd. Gaan de huidige beleidsmensen opnieuw voor een optie kiezen waarvan eminente specialisten zeggen dat ze binnen korte tijd voorbijgestreefd zal zijn?

DOOR RUDI KATUSIC

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content