De kwalificatie van Charleroi voor play-off 1 is voor een groot stuk aan hem te danken. Neeskens Kebano is een van de rijzende sterren aan het firmament van het Belgisch voetbal. Portret van de Frans-Congolese Carolo.

Op de 26e speeldag was hij tegen AA Gent nog de schlemiel van de avond toen hij in de blessuretijd bij een 0-0-stand een penalty recht op Matz Sels trapte. Neeskens Kebano was er het hart van in, hij wist dat de twee verloren punten Charleroi weleens zuur zouden kunnen opbreken. Maar door de overwinning op de laatste speeldag tegen Mouscron-Péruwelz en het verlies van Genk op het veld van Standard konden de Carolo’s zich toch nog plaatsen voor play-off 1. Met dank aan Neeskens Kebano, want met 9 doelpunten en 6 assists in 22 wedstrijden was hij de meest beslissende pion van trainer Felice Mazzu.

Zijn statistieken spreken voor zich. Met hem op het veld pakten de Zebra’s 66 procent van de punten (41 op 66). Was hij er niet bij, dan zakte het percentage tot 33 procent (8 op 24). Door kleine kwaaltjes en de Afrika Cup miste hij een aantal matchen. Zijn prestaties zijn eigenlijk niet zo verrassend als je even naar zijn visitekaartje kijkt: opgeleid bij PSG, Frans international in de jeugdcategorieën en een handvol wedstrijden met de A-ploeg van de Parijzenaars ten tijde van Mamadou Sakho, Claude Makélélé en Ludovic Giuly. Dat is niet meteen het prototype van voetballers die normaliter in Charleroi terechtkomen, hoewel de Carolo’s gespecialiseerd zijn in het opnieuw lanceren van in ongenade gevallen Franse spelers. Hoe is de Congolese international op Mambourg beland?

Tatami of grasmat?

Als tweede zoon van een Congolese familie met vier kinderen groeit Neeskens op in Montereau-Fault-Yonne, een kleine gemeente in het departement Seine-et-Marne, op een uurtje van Parijs. Met een voornaam als de zijne zal het niet verwonderen dat zijn vader een voetbaldier is. Nestor Kebano, speler in de Congolese eerste klasse, is de dertig al voorbij wanneer hij zich in Frankrijk vestigt. Hij gaat in Surville wonen, de bovenstad van Montereau. Het voetballersbestaan spaart zijn knieën niet. Hij wordt in februari 2008 geopereerd in het ziekenhuis van Pitié- Salpêtrière, waar op dat moment ook een zekere Luis Nazario de Lima, alias Ronaldo, onder het mes gaat.

Montereau kan nog trots zijn op zijn kerk Notre-Dame-et-Saint-Loup en op zijn standbeeld van Napoleon, maar in Surville is er haast niks te zien. De wijk kwam er in de jaren 60 als uitbreiding van de stad. Ze bestaat voornamelijk uit flatgebouwen en sociale woningen en heeft dan ook een slechte reputatie. Zo vonden er in het begin van de eeuw in ‘de vervloekte stad’ drie nooit opgehelderde moorden plaats.

De ouders van de hyperactieve en vechtlustige Neeskens krijgen op school de raad om hem te laten sporten om zich uit te leven. Eerst doet hij aan judo, maar al snel wordt het voetbal: Kebano is niet meteen een krak op de tatami en zijn vrienden voetballen allemaal. De keuze valt op ASA Montereau. Tussen de trainingen door verslijt hij zijn schoenen op de pleintjes met de grotere jongens uit de buurt. Wordt er verloren, dan komt zijn vechterstemperament naar boven. Zijn trainers zien al snel dat de kleine Neeskens heel wat kwaliteiten heeft, maar ze zijn niet de enigen. Het regent uitnodigingen van de clubs uit de Ligue 1: Troyes, Bordeaux, Rennes… Het gezin doorkruist Frankrijk en bezoekt verschillende opleidingscentra.

Wanneer hij bij PSG mag komen testen, steekt hij er meteen bovenuit. Terwijl aan de ouders van andere kinderen wordt meegedeeld dat ze per post een antwoord zullen krijgen, laat de club er wat Kebano betreft geen gras over groeien: vader en moeder worden ter plekke aangeklampt om hun spruit een proefperiode van enkele maanden aan te bieden.

Een onverhoopte kans voor Neeskens, die al van het Parc des Princes droomt sinds Ronaldinho er speelde. Vader Nestor is minder overtuigd: hij vreest de grote concurrentie en is meer gecharmeerd door het aanbod van Stade Rennes. Maar het laatste woord is voor Neeskens, die resoluut voor PSG kiest.

Parijse periode

Loïck Landre, die nu tegen de degradatie vecht met RC Lens, zat al een jaar eerder in Parijs. “Ik heb Kebano voor de eerste keer gezien tijdens een toernooi toen hij dertien à veertien jaar was. Hij had nog geen contract, maar ik zag meteen dat hij genoeg technische bagage had om bij de ploeg te komen. Toen al was hij een nummer 10 die stevig op zijn benen stond, een uitstekende dribbel en een goede pass in de voet had.” De twee zijn nu nog steeds vrienden.

Ook bij PSG zijn ze snel overtuigd en na een testperiode van een paar maanden krijgt hij zijn eerste contract aangeboden. Toch loopt het vervolgens niet allemaal op wieltjes. Neeskens is vaak invaller en hij is het niet gewend om op de bank te zitten. Hij begint harder te trainen en zijn inspanningen worden beloond: hij wordt onbetwistbaar titularis en zal dat blijven in de Parijse jeugdcategorieën.

Thierry Morin, verantwoordelijk voor de schoolgang van de spelertjes op internaat bij PSG, herinnert zich een vriendelijke jongen: “Er is nooit een disciplinair probleem geweest met hem. Op school was hij geen uitzonderlijke leerling. Je moest hem vaak motiveren, maar dat is zo bij de meerderheid van die jonge voetballers. Uiteindelijk studeerde hij voldoende om zijn diploma van de middelbare school te halen.”

Wat Morin vergeet te zeggen, is dat Kebano er wel een jaartje extra voor nodig gehad heeft. Neeskens weet het nog goed: “De dag dat de resultaten bekendgemaakt werden, herinner ik me als gisteren. De lijsten van de geslaagde leerlingen werden uitgehangen. Als je ziet dat jouw naam er niet bij staat, is dat wel een zware slag, maar uiteindelijk heb ik mijn diploma het jaar erop gehaald.”

Nog een reden om trots te zijn, was zijn oproeping voor de U17. Al in zijn eerste wedstrijd tegen Polen scoort Kebano. Hij neemt met Frankrijk ook deel aan het EK U17 in 2009 en zal later bovendien twee keer van de partij zijn op het beroemde toernooi van Toulon, in het gezelschap van spelers zoals Adrien Trebel, Layvin Kurzawa (AS Monaco), Paul-Georges Ntep (Stade Rennes) en Giannelli Imbula (Olympique Marseille).

Eerste doelpunt

In 2010 maakt Kebano de grote sprong naar de A-kern van PSG, destijds getraind door Antoine Kombouaré. Op 2 februari 2011 beleeft hij zijn vuurdoop wanneer hij twintig minuten mag meedoen tegen Martigues in de Franse beker. Ook in de Europa League en de competitie mag hij af en toe van de bank komen, maar zijn beste herinnering is de wedstrijd voor de Franse beker tegen Le Mans. “Op het einde van de match kwam ik Peguy Luyindula vervangen. Na negentig minuten stond het nog 0-0, dus werden er verlengingen gespeeld. Op tien minuten van het einde maakte mijn vriend Jean-Christophe Bahebeck, die nu nog altijd bij PSG zit, zijn eerste goal als profspeler. Ik was heel blij voor hem maar diep vanbinnen had ik gehoopt dat ik het was die zou scoren. Tien minuten later was het echter mijn beurt: ik schiet vanop rechts en de bal belandt diep in de netten. Iedereen juichte op de tribunes, mijn familie was er ook bij. Een onvergetelijk moment!”

Ondertussen zijn de Qatari’s geland in Parijs. In eerste instantie heeft dat geen slechte gevolgen: Kebano tekent zijn eerste profcontract en krijgt speelminuten in de Europa League. “Daarna werd de ene speler na de andere binnengehaald: Kevin Gameiro, Mohamed Sissoko, Salvatore Sirigu, Jérémy Ménez, Javier Pastore… Ik kreeg dus steeds minder speelkansen en eind december werd Kombouaré vervangen door Carlo Ancelotti. Ik vroeg om een uitleenbeurt, maar Ancelotti wou dat ik bij de groep bleef.” Een teken van vertrouwen van de Italiaanse topcoach, maar Kebano speelt wel geen minuut meer.

Het seizoen erop krijgt hij de toelating om uitgeleend te worden. Hij belandt in tweede klasse bij Stade Malherbe de Caen, waar hij geen geweldige statistieken laat optekenen: 15 wedstrijden, 1 doelpunt en 1 assist. “Ik had dat seizoen wat last van kleine kwaaltjes”, legt de Carolo uit. “Toen ik mijn eerste doelpunt maakte, blesseerde ik me aan de meniscus en was ik out voor drie maanden. Toen ik terug uit blessure kwam, was het seizoen al bijna gedaan.”

Alles op alles

Na die weinig overtuigende ervaring gaat het terug naar PSG, waar men nog steeds niet op hem rekent. De transferperiode loopt op zijn einde wanneer het aanbod van Charleroi in de bus valt. Op 31 augustus 2013 komt de Kebanoclan samen: er moet een beslissing genomen worden. Neeskens besluit alles op alles te zetten en verbreekt zijn contract met PSG, dat nog tot 2016 liep. Neeskens: “Als ik het verdiende om bij een grote club te spelen voor een dik salaris, dan zou de tijd dat wel uitwijzen, hield ik mezelf voor. Ondertussen moest ik op het veld maar bewijzen dat ik het niveau heb.”

Na een wisselvallig eerste seizoen op Mambourg is Kebano de afgelopen maanden echt ontploft. Het zal moeilijk worden voor Charleroi om hem na de play-offs te houden. Er wordt gefluisterd dat Anderlecht hem van dichtbij volgt. Kebano als opvolger van Dennis Praet? “De toekomst? Dat weet alleen God.”

DOOR JULES MONNIER – FOTO BELGAIMAGE / CHRISTOPHE KETELS

“Ik vroeg om een uitleenbeurt, maar Ancelotti wou dat ik bij de groep bleef.” Neeskens Kebano

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content