Afgelopen weekend begonnen de vijf titelkandidaten aan de terugronde. Alleen Anderlecht verloor punten. Maar het hoopt straks op een bijkomende troef : Nenad Jestrovic.

Club Brugge : op de counter

Club Brugge, zo had Philippe Clement op de winterstage in Spanje nog aangegeven, zou meer eens op de counter moeten spelen in plaats van almaar systematisch het dominante pressievoetbal te betrachten waar het dagdagelijks op traint. De vroege uitsluiting van Rune Lange volstond daar zaterdag voor. Met tien tegen elf, maar met twee razendsnelle centrumspitsen ( Josip SimicAndres Mendoza, op het eind Josip Simic- Koen Schockaert) in plaats van één boxplayer (Rune Lange) in de punt, maakte de nipte herstkampioen het in Westerlo na de rust haast moeiteloos af op de tegenaanval. Westerlo-Club Brugge : 1-4. Conclusies ?

Timmy Simons : “We kunnen met onze snelle mensen inderdaad ook de bal aan de tegenstander laten en heel efficiënt op de counter spelen. Dat is zelfs met tien man gebleken, maar of het aangewezen is om het zo vaker te doen, betwijfel ik. Het is zeer de vraag of het op die manier nog echt aantrekkelijk wordt voor het publiek, vooral in thuiswijdstrijden dan.

“Ik denk dat we vooral van onze eigen kracht moeten blijven uitgaan, van ons eigen spelsysteem – zoals we het altijd al gedaan hebben. Het is goed om te weten dat we, indien aangewezen, perfect kunnen overschakelen op twee centrumspitsen, maar laten we niet vergeten hoe vaak het ons tot nu toe in 4-3-3 al niet heel goed is gelukt. Ik denk niet dat er veel moet veranderen omdat we in december twee keer verloren.

“Positief voor het vervolg van de titelstrijd is alleszins ook dat we een lastige verplaatsing naar Westerlo tot een goed einde brachten zonder Gert Verheyen, Nzelo Lembi, Sandy Martens, Tjörven De Brul, Peter Van der Heyden en Milan Lesnjak. Maar eigenlijk heb ik er nooit aan getwijfeld dat de jongens die in hun plaats startten of invielen hun taken perfect kunnen uitvoeren. Iederéén weet namelijk perfect wat hij in welke positie moet doen, omdat we altijd met dezelfde principes trainen en de trainer er elke dag op hamert. Zelfs met tien tegen elf was de organisatie haast perfect. Ik denk dat dat ook wel een voordeel is dat ons optimistisch moet stemmen.

“De winterstop kwam op tijd, maar we moeten onze kop niet breken over de voorbije decembermaand, vind ik. Elke ploeg kent op een seizoen wel eens een mindere periode. Wij waren in december aan de beurt, en… in voetbal kan vanalles gebeuren. Iedereen kan eens verliezen, zeker tegen topploegen. In Westerlo werkten we aan een hoog percentage af, maar dat hangt af van details en van wedstrijd tot wedstrijd. Zeker in de topvijf kan iedereen van elkaar winnen. Dat er niet één, maar vier grote concurrenten zijn voor de titel, maakt het er niet makkelijker op. Om kampioen te worden zullen we meer dan 1 op 12 moeten halen in de onderlinge duels, denk ik, en : ook de andere matchen winnen natuurlijk ( lacht). Maar ik denk dat het in de terugronde enkel nog beter kan.”

Standard : scoren op de goeie momenten

Op één fase na, net na de openingsgoal toen Charleroi even dreigde, was van een echte wedstrijd geen sprake. Standard schaatste op een glad veld met de vingers in de neus naar de zege en blijft nog één week mee aan de leiding. Uitblinker was Harold Meyssen die in zijn eentje Standard op 4-0 bracht met drie assists en één goal. Hij liet onbaatzuchtig een eerste Standardgoal aan debutant Cavens.

Harold Meyssen : “Of Standard zo sterk was dan wel Charleroi zo zwak ? We scoorden op de goeie momenten, twee keer op stilstaande fases. Daarna dachten we dat Charleroi zou komen, maar dat lukte ze niet. Er zit een stijgende lijn in bij ons. We hebben moeilijke momenten doorgemaakt in de aanvangsfase van de competitie. Tegen mindere ploegen liepen we onszelf vaak voorbij, soms probeerden we te enthousiast de muur te slopen die kleinere ploegen tegen ons optrokken. Dat liep wel eens mis. Als je op La Louvière verliest, denk je plots niet meer aan de titel of de tweede plaats. Ook omdat we dan tegen een erg zwaar programma aankeken, met uitmatchen bij de belangrijkste titelkandidaten.

“De uitzeges bij Brugge en Gent vormden het keerpunt. Dat we nu op kop staan, danken we ook aan de slechte decembermaand van Club. Nu gaan we voluit voor de eerste twee plaatsen. Alleen moeten we opletten met blessures. Vooral voorin zitten we op dit moment wat krap. Door die blessures wisselt het voorin voortdurend. Dat is voor ons aanpassen, maar ook voor de tegenstander. Mij maakt het niet uit, ik weet hoe ze in elkaar zitten : Cavens en Årst zijn op hun best wanneer ze in de voet aangespeeld worden, Lukunku en Vandooren stuur je het best de diepte in, terwijl Moreira beide combineert. Voor mij maakt het niet uit en zij weten dat ze mogen in de diepte spurten, dat die bal automatisch komt. Zo lang we één speler van elk type kunnen opstellen, waarbij ik afwisselend diep kan spelen en de korte combinatie zoeken, valt het voor ons heel goed mee.

“Door het uitvallen van veel aanvallende spelers zijn we overgeschakeld van een 4-3-3 naar 4-4-2. Verdedigend geven we ook heel weinig weg, maar je kan echt niet zeggen dat het zwaartepunt vooraan dan wel achterin ligt. We hebben collectief een goed uitgebalanceerd geheel, met een beetje van alles. In vergelijking met het begin van het seizoen ben ik nu doorgeschoven van de achterste punt van de driehoek, waar ik alleen instond voor het verdedigende werk, naar de linkerkant. Dat ligt me beter. Tegen Charleroi was het goed, maar over het algemeen haalde ik vorig jaar een hoger niveau. Maar nu scoor ik meer en breng ik meer assists aan. In feite speelde ik bij Aalst indertijd bij momenten even goed als nu in mijn beste dagen, maar hier valt dat meer op, iedereen ziet het. Daar ging het vaak ongemerkt voorbij, het kon in feite niemand wat schelen hoe we daar speelden.

AA Gent : zonder overschot

AA Gent behaalde op Staaien de zoveelste pyrrhusoverwinning, meteen goed voor de achtste uitwinst dit seizoen. Tegen een op kracht en inzet voetballend Sint-Truiden hadden de Buffalo’s een kwartier nodig om op het moeilijk bespeelbaar terrein in de match te geraken met knokvoetbal. Pas na een tactische aanpassing, het omschakelen van een 4-4-2-veldbezetting naar een 4-5-1-systeem, kreeg Matthieu Verschuere als draaischijf en breker de ruimte die hij nodig had. Een opportunistische Alexandros Kaklamanos zorgde met zijn zevende seizoenstreffer voor de fel bevochten zege. Na de voorsprong konden de Buffalo’s op balbezit de wedstrijd rustig controleren en uittikken.

Gunther Schepens : “Het is en blijft een oubollig cliché, maar deze winst kan in de strijd om Europees voetbal van goudwaarde zijn. Wij moeten niet aan de titel denken, weet je. Je mag niet het oog verliezen dat we drie moeilijke verplaatsingen – Charleroi, RWDM en Sint-Truiden – tot een goed einde brengen en onze verdediging al vier opeenvolgende wedstrijden de nul kan houden.

“Of we aantrekkelijker voetbal brengen buitenshuis ? We spelen alleszins niet langer met de handrem op en gaan voluit onze eigen kans. In eerste instantie komt het erop neer uit te gaan van ons eigen spel, maar oog te blijven houden voor een sterke defensieve organisatie. Onder moeilijke omstandigheden slagen we er ook alsmaar beter in een collectief blok te vormen en compacter te spelen. Dan kunnen we een muur optrekken voor onze goal en zijn we moeilijk te ontwrichten, ook al mogen de flankverdedigers offensief hun kans gaan. Maar er wordt dan van de anderen verwacht dat er rugdekking komt.

“Als ik me niet vergis, zijn er dit seizoen nog maar twee wedstrijden geweest waarin we niet scoorden. We hebben ook al minstens vijf maal de nul gehouden. Dat zorgt voor enorm veel puntengewin. Toen we tegen Sint-Truiden na een moeilijk eerste half uur op voorsprong klommen, wist ik dat we vertrokken waren voor een nieuwe zege. Je zag het vertrouwen toenemen na de voorsprong, ook al moest iedereen zich dubbel plooien. Maar je merkt heel goed dat er voldoende ervaring in de ploeg zit. Het is geen probleem meer om negentig minuten lang geconcentreerd te spelen en de wedstrijd te controleren. We speelden nochtans in heel moeilijke omstandigheden. De helft van de ploeg was ziek. We kwamen slechts aan zestien spelers. Als je vrij gemakkelijk het verlies van Nasredine Kraouche, Ahmed Hosny, Djima Oyawolé, Darko Anic en Geri Cipi kan opvangen, dan weet je dat de mentaliteit goed zit. Het moet de basis vormen voor een goede terugronde.”

Frédéric Herpoel : “Weet je wat ons zo sterk maakt ? De enquête onder de aanvoerders en trainers van alle andere eersteklassers. Niemand hield rekening met ons voor de titel. Let maar op, want we zijn sterk geprikkeld. We hebben het artikel in de kleedkamer uitgehangen. Voor de meesten is het een ideale motivatiebron om er straks het maximale uit te halen. De blokvorming en duelkracht, gekoppeld aan een stevige organisatie, opportunisme voor doel en voldoende technisch vermogen : daar schuilt onze grootste kracht momenteel. We kunnen met ons loopvermogen de ruimte tussen de linies heel beperkt houden, waardoor we de tegenstander in een soort wurggreep houden.

RC Genk : niet veel kansen nodig

Met een door het vertrek van Moumou Dagano, Didier Zokora en Akram Roumani naar de Afrika Cup hertekende ploeg was het dat RC Genk zaterdag met 1-6 ging winnen op Beveren. Bestond de verdediging nu uit Justice Wamfor, Juha Reini, Wilfried Delbroek en Stefan Teelen, de meest opvallende wijziging bevond zich voorin, waar naast Wesley Sonck David Paas in de spits stond. Paas, niet langer gewenst bevonden voor dit seizoen en nu toch weer in de ploeg. Hoe deed Genk het met hem in plaats van Dagano ?

Sef Vergoossen : “Tijdens de winterstop hebben we een en ander geëvalueerd en David heeft bij de reserven positieve dingen laten zien. Conditioneel moet hij nog wat bijspijkeren : bij de reserven kreeg hij na zestig minuten een tik van de hamer en hebben we hem daarom nog tien minuten laten doorduwen. Maar in die tien dagen dat hij meetrainde voor de wedstrijd heeft hij laten zien dat hij dingen snel oppikt en dat getuigt toch wel van voetbalintelligentie. Toen hij bij Harelbeke speelde had ik hem al gescout voor Roda, als mogelijke vervanger voor Bob Peeters. Maar David heeft meer dat diepgaan, dus hij was niet zijn vervanger.

“Ik heb hem nu duidelijk gezegd : de ploeg kan zich niet aanpassen aan jou, maar je krijgt er de kansen voor om je in te passen. Men verkijkt zich soms een beetje op Dagano : iedereen denkt dat hij een speler is die met de rug naar doel speelt, maar hij kan evenzeer diep gaan. Net zoals David niet de man is die alleen maar diep kan gaan. Zowel David als Moumou kunnen allebei naar de bal toe spelen én voor diepgang zorgen. David moet maar op een zaak letten : als Wesley ingespeeld kan worden, moet hij daarop reageren door of schuin diep te gaan of terug naar de bal te komen. Ik heb hem daarin wel wat moeten corrigeren, want hij wou vaak te snel diep gaan : op momenten dat er al twee, drie mensen voorin stonden of gewoon te snel. Dan zeg ik : laat je terugvallen, zoek de combinatie en de schuine bal.

“Twintig minuten lang was het voor onze spitsen lopen tegen Beveren en moesten we alle zeilen bijzetten om de tegenstander af te houden. Nadat zij een penalty misten, kwam er door hun manier van spelen meer ruimte, waar wij goed gebruik van gemaakt hebben en waardoor we meer grip op de wedstrijd kregen. Daarom heb ik tijdens de rust ook aangegeven tempo te blijven maken.

“Wij weten dat we over het algemeen niet zoveel kansen nodig hebben om te scoren en dat bleek zaterdag in de nieuwe samenstelling ook weer. En als Moumou straks terugkomt, ja, dan zal de beste spelen. Maar de speelwijze van de ploeg pas ik niet aan hem aan. Dus met David of Moumou is uiteindelijk niet zo’n groot verschil. Dat bleek tegen Beveren en eerder op training. We hebben ook nog andere mogelijkheden, bijvoorbeeld met Beslija, want je speelt niet met elf, maar met de hele kern. En die is jong. Ik zeg wel eens tegen Istvan Brockhauser : al wie daar naast je op de bank zitten, het zouden je kinderen kunnen zijn ( lachje).”

Anderlecht : een juiste uitslag

Vreemd toch, hoe de landskampioen en de Trainer van het Jaar het de eerste helft op Antwerp aanpakten. Drie centrale verdedigers en twee verdedigende middenvelders had Anderlecht lopen in een zone waar de thuisploeg met enige centrumspits Patrick Goots en offensieve middenvelder Tony Sergeant maar twee spelers had. Voluit voetballen om te winnen deed Anderlecht pas na de rust, toen Aimé Anthuenis het met een centrale verdediger minder en dubbele flanken deed, zijn ploeg hoger ging spelen, druk maakte en Antwerp amper nog aan uitvoetballen toekwam. Edoch, Anderlecht kwam een doelpunt te kort voor de overwinning. Antwerp-Anderlecht 2-2. Conclusies ?

Bertrand Crasson : “Jammer van die twee verliespunten, maar het is een juiste uitslag. Je kunt je afvragen waarom we de hele eerste helft met drie centraal achterin tegen één spits bleven spelen, ja ( lacht), maar… de trainer had verwacht dat Antwerp met twee spitsen zou spelen, maar oké… Sedert de wedstrijd op Sint-Truiden besliste de trainer om met twee voorstoppers en een libero te spelen, omdat we veel blessures kenden, veel wissels in de ploeg hadden en te veel doelpunten pakten. Misschien is dat niet het ideale systeem voor Anderlecht, maar het lukte lange tijd wel. Maar het probleem is natuurlijk als je met drie tegen maar tegen één spits speelt… Pas op, zo kan het ook, hoor. Normaal moet je dat kunnen oplossen, dan moet er worden ingeschoven, maar die man meer achterin hebben we maar weinig gebruikt. Het lukte niet. Een reden waarom het slecht was de eerste helft, was ook dat niemand scherp was in ’t begin, een beetje slap. Waarom weet ik niet. Ook het feit dat we de bal zo traag tikten, dat leverde niks op, hé.

“Meteen twee punten laten liggen, het geeft niet zo’n goed gevoel, neen, maar anderzijds : we staan nu op vier punten van de leider, eigenlijk is dat niks. Twee, drie of vier punten, in deze fase van de competitie maakt dat niets uit. Vergeet niet dat we op een bepaald moment elf punten achterop lagen, hé. Het moreel in de groep is na dit ongelukje dan ook niet aangetast. We blijven elke wedstrijd met plezier en zonder druk spelen, omdat we geloven dat we de slechtste momenten van dit seizoen al achter de rug hebben. Pas als we weer meer dan vijf punten achterstand zouden tellen, zou de druk weer een beetje toenemen.

“We weten ook dat we nog tegen de vier andere titelkandidaten moeten spelen, wedstrijden die we dan zullen moeten winnen. Of alle kwalen van de heenronde uitgeroeid zijn, weten we niet. Dat zal dan moeten blijken. Het blijft natuurlijk een eigenaardig seizoen, met veel nieuwe spelers en enorm veel blessures. We zijn dan wel in de bekers uitgeschakeld, maar in de competitie doen we ondanks alles nog mee. Daar zijn we al heel blij om.

Jestrovic kan de komende maanden bovendien een bijkomende troef worden, ja. Iedereen staat achter hem : we zijn heel blij voor hem dat hij scoorde op Antwerp, want hij komt van héél ver terug. Hij is nog niet in vorm, dat zal nog wat tijd vergen, maar hij komt toch stilaan terug. Zijn goal op Antwerp deed hem enorm veel plezier, mentaal was dat zeer belangrijk voor hem. Hij kan de man zijn die we missen. Het is wachten op de bevestiging.”

door Raoul De Groote, Geert Foutré, Christian Vandenabeele en Frédéric Vanheule.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content