‘Hoe meer men op voorhand over Wellens praat, hoe sterker hij wordt. Bij Nys is het net andersom.’ Mario De Clercq ontleedt het mentale strijdplan van de favorieten voor de wereldtitel veldrijden.

Ik ga niet meer graag naar de cross. Het is veel te druk geworden en aan de aandacht van vroegere supporters heb ik geen behoefte. Ik leef niet van de herinnering aan mijn vroegere carrière”, vertelt Mario De Clercq, drievoudig wereldkampioen en ondertussen omgeschoold tot boetiekhouder. Maar het veldrijden kon hém niet loslaten, al zat hij er zelf niet op te wachten. Sinds begin vorig jaar assisteert hij kameraad Hans De Clercq, geen familie trouwens, bij Sunweb-Pro Job. “Manager Jurgen Mettepenningen heeft zes maanden moeten zagen om mij bij de ploeg te krijgen. Ik had het wel gezien in de cross. Nu zit ik er weer in, ook via mijn zoon Angelo, die het goed doet bij de nieuwelingen. Dus sta ik toch weer bij al die koersen aan de kant. Ook al had ik het wereldje graag willen verlaten.” De goede herinneringen koestert De Clercq nog met plezier; zijn kledingzaak heet niet toevallig MiPoZo, naar de drie omlopen waar hij de regenboogtrui veroverde (Middelfart, Poprad en Zolder). Over de mindere momenten, en vooral dan over de zaak Landuyt, praat hij liever niet. “Ik betaal een advocaat om ervoor te zorgen dat ik me daar niet mee bezig hoef te houden”, aldus De Clercq. Voor het overige staat vragen vrij.

Moeten we nog vragen wie je favoriet is?

Mario De Clercq: “Nee, maar toch gaat Sven Nys het niet cadeau krijgen. Er staat nergens geschreven dat de beste ook wereldkampioen wordt. En Treviso nodigt uit tot een open koers. Ik zie zeven kandidaat-winnaars: Nys, Wellens, Mourey, Vervecken, Boom, Stybar en Simunek. Sven Nys staat natuurlijk met stip bovenaan. Je kan dit jaar niet naast zijn overwicht kijken. De anderen hebben elk op een bepaald moment in het seizoen bewezen een bedreiging te kunnen zijn. Alleen Radomir Simunek zal voor veel mensen misschien een verrassende naam zijn, maar pas er toch maar goed voor op. Als het parcours er snel bij ligt, krijgt die Tsjech vleugels. Simunek moeten ze zo rap mogelijk proberen te lossen.”

Iedereen zal het er wel mee eens zijn dat Nys de sterkste lijkt. Maar hij heeft nogal eens pech op een WK.

“Tja, hoe komt dat? Het lot zeker? Ze zeggen: Nys kan de druk niet aan, maar dat is larie. Als je zo veel wint als hij, bewijs je dat je de druk van topkoersen wél verteert.”

Het lot? Is dat niet een te makkelijke verklaring?

“Wat ook meespeelt: op een WK komt Nys situaties tegen die hij niet gewend is. Nys is een heel jaar top. Maar sommige renners kunnen enkel op die ene dag boven zich uitstijgen en bijna het niveau Nys halen. Dat zet het koersverloop dat we op andere dagen zien, helemaal op zijn kop. Nys moet zich daartegen leren weren en ik denk dat hij nu mentaal weerbaar genoeg geworden is. Ik voorspel dat hij nog minstens twee keer wereldkampioen wordt.”

Zie je de twijfelende Nys nog terug, de Nys waar jij destijds tegen koerste?

“Nee, dat is een verschil van dag en nacht. Vroeger was Nys een ventje, nu is het een man geworden hé. Ik kon inspelen op de onervarenheid van Nys om hem mentaal te destabiliseren. Meestal via een straffe uitspraak in de pers. Al weken op voorhand was ik bezig om in de media een bepaalde sfeer te creëren. Af en toe deed ik in de koers ook een bepaalde geste waar men over kon speculeren. Vooral in zijn thuiscross in Baal, waar Nys altijd op hete kolen zit, kon ik zo een zere plek raken. Een kleine pesterij in de dagen voor het WK was ook erg efficiënt.”

De sfeer in het Belgische rennershotel is ongetwijfeld minder gespannen dan in jouw tijd.

“Toen viel dat ook nogal mee hoor. Je bent concurrenten, maar dat wil niet zeggen dat je elkaar het bloed vanonder de nagels moet pesten. Oké, ik deed af en toe wel eens iets ( lacht). Maar dat was ook in een andere context. In mijn tijd gingen de Belgen nog als team naar het WK. Ik en Vervecken probeerden elk de rol van mentale kopman te veroveren. Nu moeten die spelletjes niet meer gespeeld worden, want tegenwoordig zegt iedereen: we rijden puur voor onszelf. Logisch ook, de Belgen tellen te veel favorieten.”

Het WK vindt plaats in Italië. De meeste renners koersen daar niet graag.

“Cross bestaat voor Italianen blijkbaar vooral uit rondjes draaien rond slecht gespannen linten. Je voelt je er een clown in het circus en er is ook weinig sfeer. Ik reed nooit graag in Italië, zoals de meesten in het peloton. De enige die graag naar Italië trekt, is Wellens. Hij werd er al eens wereldkampioen.”

Respect

Wellens zei nog voor er één cross gereden was: “Ik ben favoriet in Treviso, ze zullen allemaal mijn wiel moeten volgen.” Was dat verstandig van hem?

“Je mag altijd je ambitie prijsgeven. En het is in het wereldje goed geweten dat Wellens focust op de kampioenschappen. Vorig jaar zag ik hem tien minuten voor de start van het WK in Hooglede. Ik ben er 100 procent zeker van dat niemand hem daar ging kloppen als de koers min of meer normaal verlopen was. Die blik, de aura die hij uitstraalde. Zonder zijn val had Bart de rest weggeblazen.

“Op het laatste BK vond ik hem trouwens ook indrukwekkend. De week daarvoor was hij toch serieus ziek geweest en hij levert dan zo’n prestatie. Heel knap. Maar Bart heeft dat al van bij de jeugd. Eric De Vlaeminck zei mij altijd: pas op voor die Wellens bij de kampioenschappen, die kan zich daar zó voor opladen … Bart moet voor mij geeneens zeggen dat hij favoriet is, hij is dat automatisch.”

Wellens vindt dat hij nooit beter fietste dan nu. Maar winnen zit er niet vaak in.

“Wellens is bijna 30 en dus fysiek en mentaal op het hoogtepunt van zijn kunnen. ’t Is duidelijk dat Nys nog een trapje hoger staat, maar eerlijk waar: ik doe mijn hoed af voor Bart Wellens. Zegekoning geweest bij de jeugd, veelwinnaar in het begin van zijn carrière en nu bijna iedere week het onderspit moeten delven tegen Nys, maar zich daar toch niet door laten demotiveren: dat verdient heel veel respect. Het publiek en het veldrijden in het algemeen mogen hem dankbaar zijn. De strijd Wellens-Nys maakt de cross groot. Denk Bart eens weg. Dan stort het in hé.

“Nu, dat zal beteren zodra Niels Albert erbij komt. Aan die jongen gaan we nog veel plezier beleven. Albert is een flapuit, durft tegen de pers gerust zijn mondje te roeren. Én hij heeft volgens mij een grotere motor dan al de rest. Ik denk dat hij volgend jaar al volop meestrijdt in alle grote klassementen. Ergens is het jammer dat Albert nu het WK niet meerijdt bij de profs, maar ik versta dat hij eerst beloftewereldkampioen wil worden. Ik geef hem zelfs gelijk: na de carrière onthouden ze alleen de wereldtitels. Een gat in je palmares werkt dan storend.”

De bondscoach tempert ondertussen de verwachtingen en zegt: in Treviso zou het best wel eens een niet-Belg kunnen zijn die met de bloemen gaat lopen.

“Dat kan zeker. En internationaal bekeken zou het voor de cross zeker niet slecht zijn dat een Mourey bijvoorbeeld eens wint. Maar voor ons Belgen zou dat toch steken: als natie hebben we de koers zo gedomineerd dit jaar. Om dan naast de hoofdprijs te pakken? Vroeg of laat komt er een einde aan onze weelde. Maar zijn de buitenlanders wel klaar om écht mee te spelen? Het zou jammer zijn als we een wereldkampioen krijgen die volgend seizoen iedere koers belachelijk wordt gemaakt door Wellens en Nys.”

Was dat dit jaar ook niet het geval?

“Ik vind niet dat je Vervecken mag afrekenen op dit seizoen. Oké, Erwin heeft niet veel gewonnen, maar je moet rekening houden met zijn leeftijd. Erwin wordt 36, natuurlijk kan hij niet meer wat hij een paar seizoenen geleden kon.”

Hij vindt zelf dat zijn seizoen mislukt is.

“Hij zegt dat, maar meent hij dat ook? Erwin weet goed genoeg hoe het wereldje ineensteekt. Ik denk dat hij vorig jaar op het podium van het WK al besefte dat hij in zijn carrière geen tien crossen meer zou winnen. Op zijn leeftijd kan dat simpelweg niet, met kleppers als Wellens en Nys op het toppunt van hun kunnen en een sterke jonge lichting die de fakkel stilaan overneemt.”

Op het Belgische Kampioenschap stak Vervecken weer zijn neus aan het venster.

“( knikt) Erwin is in feite hetzelfde type renner als ik, vandaar dat we zo vaak in de clinch hebben gelegen ook. Wij moeten het van ons tactisch doorzicht hebben en proberen al voor de koers een mentale voorsprong te nemen op de concurrentie. Ik wou álles van mijn concurrenten weten. Hoe ze zich gedroegen tegenover hun ouders bijvoorbeeld. Dat zegt veel over hoe iemand zal reageren in de koers, als je het goed analyseert. Erwin redeneert net op dezelfde manier. Ik probeer me wel eens in zijn hoofd te verplaatsen wanneer ik op tv een cross volg. En als ik denk: dit is het moment om op kop te komen, dan blijkt dat Vervecken vaak tot dezelfde conclusie is gekomen. ’t Is gek. Hoe ouder Vervecken wordt, hoe meer ik mezelf in hem herken.

“Jammer genoeg heeft Erwin één groot nadeel. Vroeger konden tactische spelletjes heel efficiënt zijn, maar bij de toppers van nu pakt dat niet zo gauw meer ( lacht). Nys en Wellens hebben te veel ervaring om zich nog zot te laten maken. Vroeger moest je maar één onverwacht manoeuvre maken – liefst in het zicht van hun supporters – en het spel zat op de wagen.

“Ik begrijp niet dat de bond niet inziet dat ze met Vervecken een gouden transfer kunnen doen. Je zou die nu al assistent van Rudy De Bie moeten maken. Pas op, van mij mag De Bie nog 100 jaar bondscoach zijn. Maar Vervecken is de ideale man om ooit van hem over te nemen. Erwin zou dat heel goed doen. Hij heeft de uitstraling, de rust, is verstandig en een heer bij de pers.”

Grimassen

Vervecken won drie WK’s, net als jij. Hoe groot acht je de kans dat hij je in de zegelijst voorbijsteekt?

“Die kans zit er dik in. En het weze hem gegund. Ik ben niet het type om vast te klampen aan mijn palmares. Wat maakt mij het uit of Vervecken nu een WK meer op de teller zou hebben dan ik? Wat voorbij is, is voorbij.”

Bij je zeven favorieten zitten drie Fidea’s. Gaat het ploegenspel een grote rol spelen?

“Dat denk ik niet. Treviso is normaal gezien een snel parcours, dus jongens die hun jump goed timen, gaan normaal wel voorsprong krijgen, zonder er echt voor te moeten werken. Maar ik geloof niet dat de teams de koers gaan kunnen sturen. Gewoon omdat Wellens en Vervecken geen cadeaus willen geven dit jaar. Stel dat Vervecken wegspringt, dan ben ik zelfs niet zeker of Wellens het gat niet dichtrijdt. In Zeddam schonk hij Erwin de titel, maar gaat hij nu ook zo gul zijn? Nee, Wellens wil veel te graag zelf winnen dit jaar.

“Je moet het Hans van Kasteren nageven: bij Fidea staat iets. Hij houdt drie kandidaat-wereldkampioenen tevreden binnen één ploeg. Ik vind dat knap. Wellens en Vervecken zijn er omringd door talentrijke jongeren, die naar hen opkijken en beter beginnen te leven voor hun vak. De twee toppers trekken de rest langzaam naar hun niveau en Van Kasteren kan beginnen te oogsten. Da’s goed gezien van die Nederlander.

“Bij Sunweb-Pro Job missen we dat, een echte winnaar die de rest meetrekt. Maar ja, hoeveel toppers telt het veldrijden? Nys, Wellens, Vervecken en binnenkort Albert. Dan heb je het al gehad.”

Hoort Sven Vanthourenhout normaal niet in dat lijstje thuis?

“Op basis van zijn potentieel wel. Nys en Wellens zijn in principe de sterksten van het circuit. Maar zodra zij zouden beginnen te verzwakken, werd verwacht dat de iets jongere Vanthourenhout de fakkel zou overnemen. Maar Sven dreigt een renner van net niet te worden. Gaat hij zich volgend jaar laten overklassen door de nieuwe generatie of niet? Dat wordt voor het verdere verloop van Svens carrière de hamvraag. Dit seizoen moet hij zo rap mogelijk vergeten. Die jongen had geen basis en stond in feite voor een onmogelijke opdracht. Hopelijk kan Sven zich optrekken aan Klaas Vantornout, die vanaf volgend seizoen bij de ploeg komt. Ik heb zo het gevoel dat Sunweb-Pro Job aan Klaas nog veel plezier gaat beleven.”

Maken die twee kans in Treviso?

“Zij gaan te kort komen. Het niveau ligt dit seizoen erg hoog. Dan kan je je geen ongemakken veroorloven: Vanthourenhout ondervindt de logische gevolgen van zijn operatie en Vantornout is al weken ziek. Twintig minuten de schijn ophouden, meer zit er voor hen wellicht niet in. Top vijf zou ik al een prachtprestatie vinden.”

Een definitieve pronostiek voor zondag?

“Nys, Boom, Wellens: in die volgorde. Nys bezit, door zijn kracht, de sleutel om de wereldkampioen te leveren. Of hij dat zelf wordt, of iemand anders van zijn inspanningen profiteert, hangt van de omstandigheden af. In ieder geval verwacht ik dat de koers lang op slot zal zitten.

“Als ik Nys zou zijn, dan had ik vorige zondag in Hoogerheide expres de slechtste koers van het jaar gereden. Een hele cross komedie spelen en hoogstens tiende finishen. En dan heel de week jammeren in de pers hoe slecht ik ben ( lacht). De anderen zullen moraal krijgen en in Treviso verschroeiend tekeergaan. Dan moet je een halve koers doen alsof het langs geen kanten gaat om ze vervolgens één na één uit het wiel te rijden ( grijnst).”

De huidige generatie crossers speelt het meestal niet zo berekend.

“’t Is jammer dat er tegenwoordig niet meer toneel wordt gespeeld tijdens de cross. Grimassen horen bij het veldrijden. Nochtans, af en toe zie je Wellens en Nys toch mentale spelletjes spelen met de jonge generatie ( lacht). Wie goed oplet, moet dat al hebben gemerkt.”

Wat zou je doen als je Wellens was?

“Die start sowieso als topfavoriet, daar helpt toneelspelen niet. De anderen weten hoe sterk Bart is op een WK. Wellens heeft die bevestiging ook nodig. Hoe meer men op voorhand over hem praat, hoe sterker hij wordt. Bij Nys is het net andersom.” S

door jef van baelen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content