Nicky Hayen

© belga

Net als een maand geleden gaat Waasland-Beveren met een gelijkspel (1-1) de interlandbreak in. Toen werd die verstoord door corona.

1 Wat was het moeilijkste dit seizoen: de voorbije maand, waarin de groep werd geteisterd door corona, of de lange transferperiode en de onzekerheid van de zomer?

‘Dan denk ik toch het wachten op spelers, de ervaring die we misten, de hele voorbereiding en opbouw naar het seizoen toe. Tot 5 oktober holden we achter de feiten aan. Toen ik in dit verhaal stapte, wist ik dat het niet eenvoudig zou worden. Ik ben dus niet verrast. We doen er alles aan om hier een positief verhaal te schrijven, maar het is er een met veel vallen en opstaan. Zolang we blijven opstaan, is er niet veel aan de hand.’

2 Met Maximiliano Caufriez (STVV) en Daam Foulon (Benevento) verdwenen twee jongens met ervaring. In principe was je de eerste maanden verzwakt en de ploeg had vorig seizoen al geen overschot.

‘Dat klopt. Max had vier jaar voor de club gespeeld, Daam ook. Twee basisspelers die werden vervangen door jongens die ofwel weinig gespeeld hadden of nog geen ervaring op het hoogste niveau. Daarom wilden we er in september nog absoluut ervaring bij. Tegen 5 oktober hadden we die denkoefening rond. Tegen Genk hadden de spelers zichzelf voor alle inspanningen kunnen belonen, een ‘normale’ ploeg staat daar aan de rust 2-0 of 3-0 voor en de wedstrijd is gespeeld. Maar wij scoren niet en moeten 95 minuten keihard werken om uiteindelijk nog een gelijkspel te halen. Toen kwam corona en dat sloeg ons weer achteruit.’

3 Twee wedstrijden, thuis tegen Oostende en uit bij Charleroi, werden uitgesteld. Hoe heb je die periode beleefd?

‘Voor de staf veranderde er weinig. Terwijl je wachtte op de uitslag van de coronatests, moest je de wedstrijd zoals normaal voorbereiden. Voor de spelers was het wél lastig: ze zaten soms in quarantaine, met een individueel programma. Andere keren trainden ze op de club, maar in kleine groepjes. Na de wedstrijd tegen AA Gent (1-4) hebben we de spelers bevraagd wat ze precies hadden gemist en toen hebben ze aangegeven dat net dat heel moeilijk gesimuleerd kon worden. Een heel aantal besmette jongens merkte al vermoeidheid in de opwarming en dat zette zich door in de eerste helft. Ik kan dan boos zijn als trainer, dat ze geen druk zetten hoewel dat werd gevraagd, maar als het lichaam niet mee wil, vraag je eigenlijk op dat moment het onmogelijke. Ik las het ook van andere spelers. Tom Pietermaat is fysiek bij Beerschot een van de beteren, maar ook hij kon met moeite tien minuten lopen zonder vermoeid te zijn. Ik denk dat wij de impact van een besmetting wat onderschatten.’

4 Het gelijkspel bij Eupen wordt nu gevolgd door een break. Hoe ga je die invullen?

‘Wij gaan proberen een nieuwe voorbereiding in te bouwen. Deze twee weken gaan we het fysieke én tactische trainen. Twee keer per dag, een keer individueel om de risico’s toch te beperken, en een keer met aandacht voor het tactische en automatismen. Iedereen ziet ons als degradatiekandidaat, maar ik blijf ervan overtuigd dat we kwaliteiten hebben. Het belangrijkste is op dit moment dat we nog steeds de aansluiting hebben met de ploegen boven ons. Door omstandigheden hebben we nog nooit kunnen uitvoeren wat we in gedachten hadden. We hebben wel in elke wedstrijd gescoord, dat is het goeie, en ik ben ook heel tevreden over de werkethiek en de groepsmentaliteit, maar wat we nu moeten zoeken, is stabiliteit. We incasseren te veel doelpunten. Ik ben zelf verdediger geweest, dat stoot me tegen de borst.’

5 Een Franse CEO en een Spaanse sportief directeur: hoe loopt dát allemaal?

‘Redelijk vlot, veelal in het Engels. Het is een wisselwerking van culturen die de club sterker kan maken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content