NICO, DE STILLE KAMPIOEN

© BELGAIMAGE

Tweede in 2014 en 2015, telkens na Lewis Hamilton, het zat Nico Rosberg hoog. Maar de wraak van de Duitser smaakte zoet. Zondag won hij, 34 jaar na zijn vader Keke, zijn eerste wereldtitel.

Vrienden zullen ze nooit meer worden, Nico Rosberg en Lewis Hamilton, sinds 2013 ploegmaats bij het dominante Mercedes AMG Petronas F1 Team. De 31-jarige Duitser reed sinds 2010 aan de zijde van Michael Schumacher voor het nieuwe en ambitieuze Duitse team, maar Red Bull en Sebastian Vettel waren vier jaar na elkaar oppermachtig. De komst van Hamilton, wereldkampioen in 2008, moest de rollen omdraaien.

Rosberg was not amused met de transfer. Ze reden in 2000, veertien jaar jong en het hoofd vol puberdromen, voor Team MBM.com, maar waren ook toen al rivalen. Hamilton werd Europees kampioen, maar de F1 leek ver weg. ‘Ik geloofde er niet in. Nico zei: ‘Wanneer ik in de F1 rijd.’ Ik sprak met voorbehoud: ‘Als ik óóit in de F1 rijd.’ Nico, wiens vader Keke in 1982 wereldkampioen werd, wíst dat hij zijn droom zou realiseren.’

De rolverdeling was duidelijk, bevestigde teambaas Dino Chiesa aan de BBC. ‘Lewis had meer talent en eindigde meestal voor Nico, die zich gemakkelijk met de tweede plaats kon verzoenen. Lewis niet.’ Naast het circuit ging Rosberg de strijd wél aan. Tafeltennis, voetbal, videogames, wedstrijdjes met een eenwieler of om het meest… pizza’s eten. Maar, zo zei Chiesa: ‘Ze waren vrienden.’

Die vriendschap werd sinds 2013 zwaar op de proef gesteld. In Maleisië pakte Hamilton zijn eerste podiumplaats voor Mercedes, nadat Rosberg de Brit op bevel van de teambaas niet mocht inhalen. In Hongarije (juli 2014) schikte Hamilton zich niet naar de teamorders, een maand erna beschuldigde de Engelsman zijn ploegmaat ervan dat hij in Spa-Francorchamps opzettelijk was aangereden. In oktober 2015, in de Verenigde Staten, dwong Hamilton de Duitser van het circuit en won hij zijn tweede opeenvolgende wereldtitel. Ook dit seizoen was de sfeer bits: een aanrijding in Spanje, waardoor ze alle twee moesten opgeven, én een geforceerd inhaalmanoeuvre van Hamilton – de latere winnaar – in Canada, waar Rosberg slechts vijfde werd. ‘Ik heb veel respect voor Lewis, maar we zijn niet de beste vrienden’, zei de Duitser aan The Guardian.

De rivaliteit deed denken aan de relatie tussen Ayrton Senna en Alain Prost, met Hamilton in de rol van de drievoudige Braziliaanse wereldkampioen: een intuïtieve rijder die álles voor de zege overhad. Rosberg was de nieuwe Prost, Le Professeur, die situaties perfect inschatte en op basis van regelmaat succesvol – vier titels – werd. ‘Dat ik minder talent heb, stoort me niet. Moeten alle wereldkampioenen hetzelfde DNA hebben?’, kaatste Rosberg na de GP van de VS terug.

TWEEDE ‘ZOON VAN…’

Tot het voorbije weekend werden in de 67- jarige geschiedenis van de F1 amper ’twee zonen van…’ wereldkampioen: Damon Hill (1996) en Jacques Villeneuve (1997). Gilles Villeneuve werd weliswaar nooit wereldkampioen, maar de runner-up van het WK van 1979 – na Jody Scheckter – was een legende die tot aan zijn tragische dood in 1982 (32 jaar) tijdens de kwalificaties in Zolder de populariteit van zijn zoon ver oversteeg.

Graham Hill werd wél wereldkampioen. Twee keer zelfs, in 1962 en 1968. Een charismatische persoonlijkheid en een entertainer, in tegenstelling tot zijn introverte zoon, die in de schaduw van Michael Schumacher stond.

Ook Nico en Keke zijn tegenpolen. Vader was een wildebras, die op de grid nog snel een sigaretje rookte en pas dan in zijn bolide stapte. Hij hield van een stevig glas, had lang haar en een indrukwekkende snor. De geboorte van zijn zoon, in 1985, moest hij missen: hij stond aan de start in Detroit en won er zijn eerste grand prix van het seizoen. Hij deelde uit en incasseerde, en kwam onverbloemd voor zijn mening uit.

Op het circuit had Keke geen vrienden. Toen Ayrton Senna hem tijdens de European Grand Prix in Brands Hatch (1985) tijdens een inhaalmanoeuvre tot een vervroegde pitstop dwong, betaalde hij de Braziliaan met klinkende munt terug en blokkeerde de race net zo lang tot zijn ploegmaat Nigel Mansell de Lotus van Senna voorbij kon snellen. Na de eerste overwinning voor Williams-Honda in de GP van Dallas, in juli 1984, zei directeur Patrick Head dat de Fin het onmogelijke had gerealiseerd. ‘Het was een wonder om met deze wagen een race te winnen.’

Zulke complimenten heeft Nico Rosberg nooit gekregen. Hij heeft, zo zeggen sommigen, de genen van zijn (Duitse) moeder Sina. Alleen de vechtlust en de hardnekkigheid herinnert aan zijn beroemde vader.

Rosberg junior rookt en drinkt niet en is een voorbeeldige familieman, die eind augustus 2015 een scenario had uitgetekend toen zijn echtgenote Vivian Sibold hoogzwanger was. De geboorte van zijn dochter Alaïa missen was nooit een optie, ook al was hij ook toen in een hevige strijd met Hamilton verwikkeld. Genieten in rust en stilte.

DE JONGENSDROOM

Nico Rosberg is de meest voorbeeldige leerling van de F1. Een rijder die voortdurend bezig is met zichzelf, met de bolide, met de motor en met zijn mecaniciens. Processen waarmee Keke zich eind jaren zeventig en tachtig, toen techniek een ondergeschikte rol speelde, niet moest bezighouden. Maar: vader was een overlever. Toen hij in 1978 in het F1-circuit debuteerde, leefde hij in een woonwagen om de kosten te drukken.

Keke Rosberg was jaren kansloos. Na vier jaar aanmodderen in matige bolides kreeg de 33-jarige Fin een aanbod van het TAG Williams Team. Hij pakte in het verdoemde jaar 1982, toen Gilles Villeneuve en Riccardo Paletti het leven lieten, meteen de wereldtitel. De kampioen van de regelmaat, die alleen in de GP van Zwitserland als eerste finishte.

Drie jaar erna werd Nico geboren. Hij groeide op in Monte Carlo, het fiscale paradijs voor F1-rijders. Een van zijn oudste herinneringen, liggend op een groot jacht in de haven, was het geluid van de ronkende motoren die tijdens de GP van Monte Carlo de iconische tunnel binnen vlamden. Hij wist hoe goed zijn vader was, gaf hij toe. De trofeeën stonden in de villa, op de speelplaats van zijn school werd er over hem gesproken. ‘Ik zei geregeld: ‘Mijn papa is wereldkampioen.’ Opscheppen, typisch voor kleine kinderen.’

De naam en het netwerk van Keke openden vele deuren. ‘Maar het was aan mij om ze open te houden’, reageerde de nieuwe wereldkampioen onlangs geprikkeld op de suggestie dat zijn carrière hem op een zilveren schoteltje was aangeboden. Vader bezorgde hem in 2006 een zitje bij Williams, dat wel, maar zette jaar na jaar een stapje terug. ‘Advies in de titelstrijd? Neen, eigenlijk niet. We praten veel, maar dan over de gewone zaken in het leven. Een wijze man, die me ook buiten het circuit op de goede weg zet’, zei hij onlangs in het Britse Sport Magazine.

De Duitser is een van de meest welbespraakte renners van het F1-circus, met interesses die zijn sport ver overstijgen. Als adolescent werd hem door het gerenommeerde Imperial College in Londen een beurs in de richting luchtvaartingenieur aangeboden, maar de snelle bolides deden zijn hart nóg harder kloppen. ‘Wereldkampioen worden, net als mijn vader, was een jongensdroom van zo ver ik mij kan herinneren’

OP TITELJACHT

Toen Lewis Hamilton vorig jaar in de Verenigde Staten zijn tweede opeenvolgende wereldtitel won en na de race met een baseballpet met daarop #1 paradeerde, voelde Rosberg zich vernederd. De Engelsman was opnieuw wereldkampioen, hij was nog maar eens tweede. Maar veel minder goed dan in 2014, toen Hamilton pas in de afsluitende GP van Abu Dhabi de wereldtitel pakte. Vorig jaar knalde de champagne veel vroeger, er stonden nog drie races op het programma. ‘2015 was één grote ontgoocheling. Ik zei tegen mezelf: ‘Dit wil ik nooit meer meemaken.”

Hij reageerde onmiddellijk en won de drie laatste races van het seizoen. En, om te bewijzen dat het geen geschenkjes van Hamilton waren, won hij dit jaar de eerste vier grands prix. ‘In het Fins gebruiken we het woord sisu, wat zoveel als fightingspirit betekent. Dat heb ik wellicht wél van mijn vader geërfd. Altijd vechten en na tegenslagen sterker proberen terug te komen. Zoals dit jaar.’

Met het beste team ter wereld en de snelste wagen, een luxe die zijn vader alleen in de tweede helft van het seizoen 1985 had gekend, was hij voorbestemd om ooit wereldkampioen te worden. Twee seizoenen na elkaar greep hij toch naast de titel. Omdat, zo vonden analisten, hij in het rechtstreekse duel met Hamilton de hardnekkigheid miste en tijdens kwalificaties te weinig risico’s durfde nemen. Te weinig smeerlapje, net iets te voorzichtig. Maar: dat was toen.

‘De tweede gemiste titel leidde tot een ommekeer’, zegt Niki Lauda, topadviseur bij Mercedes. ‘Hij vroeg zich af: ‘Wat kan die Hamilton beter dan ik?’ Hij was even snel en werkte net zo hard, maar toch kon hij Lewis niet kloppen. In het begin van zijn carrière keek Nico altijd naar het totaalplaatje, terwijl hij zich de voorbije twee seizoenen meer focuste op het duel met Hamilton. Dat was contraproductief, besefte hij eind vorig jaar. In plaats van zich bij de dominantie van Lewis neer te leggen.’

En, een tweede stap in Rosbergs transformatie: sinds begin dit jaar was alles ondergeschikt aan zijn ultieme missie. Steeds terugkerende vragen over de tussenstand of zijn titelkansen werden hardnekkig genegeerd. Sinds zijn derde opeenvolgende zege, in de GP van China, had hij zijn standaardantwoord klaar: ‘Ik leef van het moment en bekijk het race per race.’

Opdat niets hem uit zijn concentratie zou halen, huurde hij begin dit jaar ex-rijder Gerhard Berger in als vertegenwoordiger. ‘Gerhard moest hem van de contractbesprekingen verlossen. Toen we in juli zijn contract tot eind 2018 verlengden, hadden we amper twee keer met Nico gesproken. Met Gerhard hebben we wellicht vijftig keer rond de tafel gezeten’, zegt Lauda. ‘Nico houdt zich niet meer met zaken bezig waarop hij toch geen invloed heeft.’

Ook daarom verlopen interviews met Rosberg vaak moeizaam. Soms zelfs vervelend, in tegenstelling tot gesprekken met zijn vader, die het hart op de tong droeg. Hij praat zoals hij rijdt: snel, maar gecontroleerd. De stem altijd monotoon. Nooit of uiterst zelden controversiële uitspraken, die alleen maar tot onnodige verspilling van energie kunnen leiden. Toen hij begin oktober tijdens de GP van Maleisië kort na de start door Sebastian Vettel werd aangereden en slechts derde werd, zei hij: ‘Een viervoudig wereldkampioen die de controle over het stuur verliest, dat kan gebeuren.’ Daar was dan toch het vleugje ironie waar vader Keke een patent op had…

DOOR CHRIS TETAERT – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Ik heb veel respect voor Lewis Hamilton, maar we zijn niet de beste vrienden.’ – NICO ROSBERG

‘Op de speelplaats op school zei ik geregeld: ‘Mijn vader is wereldkampioen.’ Opscheppen, typisch voor kleine kinderen.’ – NICO ROSBERG

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content