Hoe kijken ze in de Braziliaanse media naar het WK? We gingen eens langs bij Lance!, de nationale sportkrant met thuisbasis in Rio de Janeiro. Dagelijkse verspreiding: zo’n 80.000 exemplaren.

Rafael Martin reageert blij verrast en brengt direct zijn baas, Carlos Alberto Vieira, op de hoogte. “Lance! krijgt bezoek uit België!”, roept hij aan de telefoon. Op onze vraag of we een half dagje kunnen meedraaien, reageert hij al even enthousiast. “Kom maar af.” Gezien het tijdsverschil met Europa mag het al ’s ochtends vroeg zijn. Dan kunnen we wat input geven bij het nieuws dat uit de grote competities binnenrolt. Hoe laat die vergadering start? Rond elven, klinkt het. Vroeg is relatief…

Het is iets over tienen als we ons melden bij de toegangspoort. Die is niet zo makkelijk te vinden. De gebouwen van deze nationale sportkrant liggen wat verscholen in de rua Santa Maria van de wijk Cidade Nova. Vlakbij wordt er druk gewerkt, de straten liggen bedekt met een flinke laag stof. Om de hoek zijn de laatste voorbereidingen bezig voor het verfraaien van de sambadrome, waar straks carnaval wordt gevierd. Het officiële wel te verstaan, waarvoor toeristen en rijke burgers dure kaartjes kopen. O carnaval do povo, dat van het volk, wordt gewoon op straat gevierd. Minstens tien keer zo leuk en veel spontaner. De toegangspoort, een ijzeren deur, duidt nergens aan dat achter deze anonieme gevel een krant schuilt. Nochtans is het zo. Eenmaal de bewaking voorbij loodst Martin ons via een binnenplaatsje naar binnen. Veel volk is er nog niet, maar de airco zoemt. Het is er zelfs een tikkeltje koud.

Lance! is O Globo niet, dé krant van Rio, in handen van de familie Marinho. De derde generatie al. Gesticht door opa Irineu, maar groot gemaakt door Roberto, de meest gevreesde man van Brazilië. Drie weken nadat het eerste exemplaar van O Globo in de jaren twintig van de persen rolde, stierf Irineu. Roberto, toen 21, nam de krant over en maakte er een heus imperium van, met later nog een radiostation, en nog later televisienetten. Jarenlang was O Globo de stem van het regime, na de val van de dictatuur konden ze er carrières van politici maken of kraken. Of zoals Tancredo Neves, na de dictatuur de eerste president, het ooit stelde: “Met mijn minister van Defensie durf ik ruzie te maken, maar met Roberto Marinho niet.” Marinho was de SilvioBerlusconi van Brazilië, zijn imperium richtinggevend voor het land. De soaps van O Globo zijn vermaard en over de hele wereld verspreid, ze dragen bij tot de imagovorming van Brazilie.

Zo machtig voelen ze zich bij Lance! niet. Ze hebben er nochtans ook hun Roberto Marinho. Walter de Mattos Júnior heet hij. Geen journalist van opleiding, maar iemand die al sinds 1989 met media bezig is. Eerder als crisismanager. Hij zette eerst zijn tanden in O Dia, een krant in Rio met een zeer volks profiel. Volks en gezagsgetrouw. Onder zijn hoede maakte hij er een kritischer product voor de middenklasse van. Met succes. Vervolgens bracht hij, binnen dezelfde groep, een nieuw blad op de markt: A Noticia. Dat richtte zich met succes op het marktsegment dat hij met O Dia eerder had verlaten: volks. Daar verkocht hij zo’n 40.000 exemplaren van.

In 1997 kwam hij met het idee voor een sportkrant aanzetten. Zoiets bestond al in Brazilië. In São Paulo heb je de Gazeta Esportiva en in Rio was er op dat moment ook de Jornal dos Sports. Die laatste werd gedrukt, naar het voorbeeld van de Italiaanse Gazzetta dello Sport, op roze papier. Een van de gewezen eigenaars van die sportkrant, die in 2010 even stopte en vervolgens werd heruitgebracht op tabloidformaat, was Mario Filho, een bekende journalist. Maracanã, het stadion waar straks de finale van het WK wordt gespeeld, kreeg na zijn dood zijn naam.

Ambities om O Globo achterna te gaan had Walter de Mattos Júnior niet. Hij was wel modern. Bij de lancering van het nieuwe blad op tabloidformaat, in oktober 1997, kwam er eerst een website: Lancenet. Pas een week later volgde de papieren versie. De Mattos was mee met zijn tijd. Ook nu lopen website en krant in elkaar over. Wie niet bezig is met de krant, maakt stukken voor de site. Naast schrijvende reporters, legt Carlos me tijdens de kennismaking uit, sturen ze ook videoreporters uit. Die gaan naar trainingen van voetbalclubs en filmen daar dingen, die dan later op de website terechtkomen. Andere stukken komen dan weer in de krant. Het is elke dag puzzelen en veel overleggen, wat waar wordt gelost. Op dit moment van de ochtend is de videoredactie trouwens de meest bemande. Zij zijn aan de slag met beelden die uit het Europese voetbal komen. Er is die week voetbal voor de Champions League en de Europa League en er zijn de prestaties van Brazilianen in Europa die moeten worden belicht. Een monnikenwerk. Buiten de geluidsdichte cel repeteert een jong meisje de tekst die ze zo dadelijk gaat inlezen.

’s Nachts voetballen

Rio de Janeiro is de basis van Lance!, dat pretendeert een nationaal blad te zijn, maar zich toch vooral concentreert op de grote steden Rio, São Paulo, Belo Horizonte en Porto Alegre. In totaal werken er zo’n 120 journalisten, maar de meesten zitten toch hier. Er is een kleinere redactie in São Paulo, waarmee er net overleg start via een videoconferentie. Af en toe valt het geluid weg, of lopen beeld en geluid niet synchroon, maar het is een moderne manier van overleggen. Er worden wat thema’s uitgezet: voor de editie in Belo Horizonte staat het racistische onthaal dat Cruzeirospeler Paulo CésarTinga in Peru kreeg tijdens een wedstrijd in de Copa Libertadores hoog op het prioriteitenlijstje. In São Paulo komt de derby tussen Corinthians en Palmeiras eraan en willen ze wat doen rond het voetbalgeweld in de stadions. En de redactie in Rio wil groot spel maken van de terugkeer uit blessure van Fred, de spits van de nationale ploeg. Beslist wordt om de redacteur die Fluminense volgt zich volledig op Fred te laten concentreren. En de racistische uitlatingen worden in een column die op pagina drie zal verschijnen gekoppeld aan de dood van een fotograaf tijdens een manifestatie tegen de regering de dag voordien.

Een thema als racisme ligt hier zeer gevoelig, zegt Mauricio Louro, een van de editors die erbij is komen zitten. Met hem hebben we het over de plaats van het voetbal in de maatschappij. We merken op dat zijn krant de harde thema’s niet schuwt: voetbalgeweld, racisme, corruptie, machtsmisbruik. Quotes na wedstrijden geeft Lance! ook, maar de 36 pagina’s tellende krant gaat op andere plaatsen dieper in op een aantal onderwerpen. Bovendien kan het voorwoord zo mee in een krant met algemeen nieuws.

Louro knikt. “De wereldbeker is voor ons veel business, het voetbal van vandaag is in het algemeen veel meer onderwerp van gesprek in kranten, op televisie, in commentaarstukken. Het is een staatszaak, misschien wel belangrijker voor de Braziliaan dan politiek. Het blijft ook de sport die hier het meest wordt beoefend. Vroeger veel op straat, maar met de toevloed van het verkeer, nu eerder op afgesloten terreintjes, op de campos publicos. Loop vannacht maar eens rond in de wijk Flamengo langs de oceaan. Daar voetballen ze de hele nacht lang, op elk moment. Ongelooflijk. De overheid zorgt voor verlichting, iedereen kan er terecht. Maar vergis je niet. De steden zijn al lang niet meer de belangrijkste voetballeveranciers van talent. Juist door dat gebrek aan ruimte. Veel meer voetballers komen uit het binnenland.”

Het WK noemt hij een grote kans voor Brazilië, en ook voor hen, “om ons van onze beste zijde te tonen. Er leeft hier veel frustratie, over hoe het loopt in de maatschappij, en we kunnen daar nu wat aan doen. Door niet alleen ons voetbal te tonen aan de wereld, maar ook ons land en onze werking.”

Hij begint over hun trots, en hoe ze steeds weer moeten boksen, op dat continent dat Zuid-Amerika heet. “Hier zijn wij de enigen die Portugees spreken. De rest Spaans. Dat heeft met de kolonisatie te maken – zij Spanje, wij Portugal – maar het leeft nog steeds meer dan u in Europa kan vermoeden. Wij tegen de rest: onze cultuur en onze taal tegen de omstrengeling van het Spaans. Er heerst een soort van competitiegeest.”

De problemen steekt zijn krant niet weg. Louro: “Wij hebben in dit land een zeer groot probleem met oneerlijkheid. Op elk niveau. Ingegeven door een gevoel van straffeloosheid, zo lijkt het. Ik zie Brazilië daarom niet als een macht, maar als een land met mogelijkheden. Dat is een groot verschil. Wij krijgen met dit WK een unieke kans. Internationalisering, grote infrastructuurwerken, niet alleen in de stadions, ook de luchthavens en de wegen worden aangepakt. Over twee jaar zijn er de Olympische Spelen… Protesten, dat ook, het volk dat alles in brand steekt, de manifestaties… Dit land is in volle ontwikkeling. In mijn ogen is het een land dat politiek gezien volwassen is, maar sociaal niet. Nog niet.” (kijkt wat pessimistisch)

Niemand topfavoriet

Met zo’n 25 man zitten ze straks op het WK. Vijftien reporters, één vaste man in elke speelstad, en dan nog een paar bij hun nationale ploeg, vijf fotografen en zes analisten, die in columns elke dag hun mening geven. En dan verder op de werkvloer nog vaste mensen en medewerkers die reageren op wat er gaat gebeuren. In elk van de landen die zich plaatsten, proberen ze ook een vaste correspondent te vinden die meereist met zijn nationale ploeg, om straks ook over die informatie te beschikken.

Net als de Seleção willen ook zij de beste zijn, zegt Carlos Alberto. Wat de Braziliaanse ploeg betreft, heeft hij er een goed oog in. Beter dan pakweg een jaar geleden, bij de start van de Confederations Cup. Carlos Alberto: “Deze Braziliaanse selectie kon op niet zo veel sympathie rekenen bij het volk, tot ze in juli die beker wonnen. Omdat het team tot dan weinig goeie vriendschappelijke wedstrijden speelde. Het volk heeft altijd wel zeer veel vertrouwen gehad in Felipe Scolari. Een succestrainer, iemand die zeer geliefd is bij de gewone supporter in Brazilië. Hij heeft een discours dat de Brazilianen zeer graag horen: ‘Wij zijn de sterkste ter wereld, wij gaan altijd winnen.’ Dat horen we graag. De goeie Copa das Confederações heeft de selectie moed gegeven, zodat er plots veel optimisme is gekomen over de kansen van het land. Qua talent is dit wellicht niet de beste Seleção die al voor een WK is opgeroepen. Maar in die Copa bleek het groepsgevoel veel te compenseren. Zien of het straks volstaat. Ik denk dat we een van de beste WK’s ooit gaan meemaken, omdat andere landen wél sterke selecties hebben. Niemand is topfavoriet, denk ik, behalve wij, omdat we gastland zijn. Het kan weleens zeer complex worden om aan dat verwachtingspatroon te beantwoorden.”

DOOR PETER T’KINT IN RIO DE JANEIRO

“In Brazilië is het wij tegen de rest: onze cultuur en onze taal tegen de omstrengeling van het Spaans.” Mauricio Louro

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content