Niet monddood

© BELGAIMAGE

Twee en een half jaar zit Renaud Emond (26) al in de kern van de Rouches. Nu pas lijkt hij op weg om zijn grote droom te realiseren: doorbreken bij Standard. Over de haat-liefdeverhouding van een ’te brave’ spits.

Standard-Club Brugge eind januari: 4-1. De Luikenaars staan na de heenwedstrijd al met één been in de finale van de beker van België. Dé figuur van de wedstrijd is Renaud Emond, auteur van drie doelpunten. De 26-jarige aanvaller is herboren, als een feniks uit de as herrezen, zoals hij zelf lijkt aan te geven met als vleugels uitslaande armen. ‘Ik zie eindelijk weer de Renaud die ik ken’, zegt Frank Defays. De huidige trainer van Excel Mouscron had Emond onder zijn hoede bij Virton tussen 2011 en 2013. ‘Alleen al aan zijn lichaamstaal en zijn gelaatsuitdrukking merk ik dat hij opnieuw gelukkig is.’

Hij is steviger geworden, heeft meer body gekweekt, merkt Philippe Emond op. ‘Vroeger was hij een frêle jongen, nu is hij een echte atleet’, aldus de vader van de Standardspits. Vader én grootste fan, want Philippe kan exact het aantal doelpunten, assists en gespeelde minuten van zijn zoon citeren. Sinds half januari heeft hij het telraam weer moeten bovenhalen, want Renaud staat niet alleen vaker in de basis bij de Rouches, hij prikt de ballen ook vlot tegen de netten.

Voor het eerst sinds hij in augustus 2015 bij Standard tekende, toont hij weer zijn kwaliteiten en zijn neus voor doelpunten. ‘De ene trainer na de andere kwam hier toe, maar het probleem bleef hetzelfde: de weinige doelkansen die hij kreeg, kon hij niet verzilveren, en hij kon zich ook nooit opwerken tot onbetwistbaar basisspeler. Hij miste vertrouwen’, verklaart Mathieu Dossevi, de voorbije twee seizoenen ploeggenoot van Emond, maar nu door Standard uitgeleend aan het Franse Metz.

Geen joker

Voor Emond was Standard de keuze van zijn hart. ‘Het was voor hem een droom die uitkwam’, vertelt zijn vader’, die tot eind 2016 voorzitter was van Virton. ‘Ook voor de club had hij het ideale profiel: een jonge, vlot scorende Waal met een knap snoetje en de juiste mentaliteit. De toekomst lachte hem toe.’ Ware het niet dat Standard zich in troebel water bevond. Letterlijk de dag voor Emond er neerstreek, verloren de Luikenaars met zware 7-1-cijfers bij Club Brugge. Slavo Muslin was dan al ontslagen. Een week later kreeg Yannick Ferrera de opdracht om Standard uit het slop te halen. Hij koos daarvoor een 4-3-3 met Ivan Santini als diepe spits.

‘We vonden dat er qua intrinsieke kwaliteiten betere spelers waren dan Renaud’, verdedigt Yann Daniélou, toenmalig assistent van Ferrera, die keuze. ‘We konden hem niets verwijten, maar je kan ook niet zeggen dat we ons vergist hebben door Santini op te stellen. Met ons systeem konden we ook de kwaliteiten van onze flankspelers optimaal benutten.’ Emond maakte toch nog twee doelpunten die zijn ploeg punten opleverden, waaronder de winning goal in de immer beladen Waalse derby op Charleroi.’

Het vervolg bleef echter uit. ‘Aanvankelijk had hij misschien wel niet de nodige kwaliteiten om zich door te zetten, maar het lag ook aan de situatie waarin de club zich bevond. We hadden nood aan spelers die streden met het mes tussen de tanden, killers. Dat is niet zijn natuurlijke stijl’, analyseert Will Still, destijds lid van de trainersstaf. ‘Renaud is het soort aanvaller dat een reeks wedstrijden als basispion nodig heeft om te kunnen groeien. Hij is geen joker die je kan inbrengen diep in de wedstrijd om dan nog beslissend te zijn.’ Een week voor de bekerfinale van twee jaar geleden kreeg Emond zelfs te horen dat hij bij de U21 moest gaan trainen. ‘Je voelde dat hij het daar erg lastig mee had, ‘ vervolgt Still, ‘maar hij begreep het ook en hij was vastberaden om niet op te geven.’

Niet monddood

Op het einde van zijn eerste seizoen bij Standard zag Emond met Axel Lawarée de sportief directeur die hem gehaald had, opstappen. Met slechts twee doelpunten in 21 wedstrijden oogde Emonds balans magertjes, maar hoewel er gesprekken waren over een uitleenbeurt aan Lokeren, wilde hij Sclessin niet verlaten op een negatieve manier. Ook toen hij bij het begin van het daaropvolgende seizoen van de nieuwe sportieve baas, Olivier Renard, te horen kreeg dat Standard niet meer op hem rekende, wilde hij niet van wijken weten. ‘Renaud zag het als een signaal om harder te werken. Vertrekken was voor hem geen optie’, weet Mathieu Soucard, een van Emonds jeugdvrienden.

Ploegbelang

Maar ook vorig seizoen verloor hij de concurrentiestrijd met de andere aanvallers Orlando Sá, Ishak Belfodil en zelfs Benito Raman. ‘We maakten een louter tactische keuze’, beweert Aleksandar Jankovic, op dat moment trainer van Standard. ‘De jongens die speelden, deden het goed. Dan houd je daaraan vast.’ Opnieuw bleef de teller van Emond in de reguliere competitie steken op twee doelpunten. Bovendien stond hij slechts twee keer aan de aftrap. ‘Toch onthoud ik vooral zijn positieve ingesteldheid’, besluit Jankovic.

In april nam José Jeunechamps het sportieve roer over van Jankovic. De komst van de voormalige assistent-trainer van Metz en Charlton Athletic en diens 4-4-2-systeem betekenden een zegen voor Emond. ‘Toen ik hier toekwam, was hij mentaal broos. Ik heb veel met hem moeten praten’, zegt Jeunechamps. ‘Van zodra hij besefte dat hij het verleden moest vergeten en zich moest focussen op de toekomst, zag ik een andere speler voor mij.’

In die speler toonden ook andere clubs een meer dan gewone belangstelling. Afgelopen zomer stond Emond dicht bij een overstap naar Willem II, maar de Nederlanders kwamen niet tot een financieel akkoord met Standard. Tijdens de wintermercato trokken Rennes en Kortrijk, gecoacht door Glen De Boeck de man die hem lanceerde bij Waasland-Beveren, aan zijn mouw, maar ook zij visten achter het net. Mathieu Dossevi weet waarom. ‘Hij heeft veel mentale tikken gekregen, maar zijn credo luidde steeds hetzelfde: ze kunnen doen wat ze willen, maar ik zal slagen bij Standard.’ Het lijkt hem onder Ricardo Sá Pinto eindelijk te lukken.

‘Hij had ook in die twee jaar dat ik bij Standard voetbalde, vaker kunnen spelen,’ vindt Dossevi, ‘maar het zit niet in Renauds natuur om met zijn vuist op tafel te slaan. Hij is soms te braaf.’ Liever dan ’te braaf, noemt vader Philippe het ‘een kwestie van waarden en normen’, maar feit blijft dat zijn gebrek aan egoïsme Emond soms parten speelt, stipt Jeunechamps aan. ‘Hij doet alles met het ploegbelang in gedachten, maar een spits moet soms ook aan zichzelf denken.’ Will Still beaamt: ‘Voor een trainer is het niet moeilijk om Renaud Emond op de bank te zetten. Hij zal zijn ongenoegen immers nooit uitspreken in de groep.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content