‘Geluk is het uitsluiten van toeval.’ Het zou een uitspraak van Johan Cruijff kunnen zijn, maar ze komt uit de mond van Jan Olde Riekerink. De trainer van AA Gent blijft op zoek naar goede resultaten.

Goed voor Jan Olde Riekerink dat zijn team niet te hoog in het klassement staat, want zijn voorgangers Henk Houwaart en Patrick Remy werden door voorzitter Ivan De Witte voor minder vroegtijdig de laan uitgestuurd. Blijkbaar gelden bij AA Gent nu andere sportieve criteria, zelfs na een nul op vijftien. De partij van zaterdag tegen Lommel wordt al een cruciaal moment. Waarom hij de motor niet aan de gang krijgt, vroegen wij ons af. En we legden Olde Riekerink acht pijnpunten (het puntentotaal na tien speeldagen) voor.

Stelling 1 : het behaalde puntenaantal staat in schril contrast met de ambitie van de club en de voorzitter bij het begin van het seizoen, die een plaats bij de eerste vijf vooropstelde.

Jan Olde Riekerink : “Dat blijft een reële doelstelling. Een club met traditie en een trouwe aanhang moet die status altijd nastreven. De fundamenten zijn er, alleen de uitvoering liep wat achterstand op. Ik heb zelf ook nooit moeite gehad om die lat zo hoog te leggen. Onze eerste opdracht bestaat er nu in om weer een wedstrijd te leren winnen. Het tussendoel wordt even het hoofddoel. Ik moet nu waken over het zelfvertrouwen, dat de solidariteit binnen mijn groep even groot blijft. Nog altijd heb ik een heel goed gevoel, dat de laatste weken werd versterkt.

“In nood leer je vrienden kennen. Ivan De Witte en Michel Louwagie weten perfect waarmee ik bezig ben. Ik vond het heel indrukwekkend dat de voorzitter onlangs voor de hele spelersgroep zijn helicopterview in drie talen op twintig minuten krachtig weergaf. Een duwtje in de rug doet altijd deugd.

“We zoeken naar een pasfit spelsysteem. Daarbij moet ik kunnen nuanceren en niet te veel gaan variëren. Ik begon het seizoen met een incompleet elftal; de voorbereiding zonder Vasov, Cipi, Herpoel, Peeters en de geblesseerde Schepens en Oyawolé; de competitie zonder Van Handenhoven, Anic en met de schorsingen van Vanic en Faye. Pas tegen Lokeren zag ik voor het eerst mijn voetbalideeën terug, terwijl ik die op training al veel eerder zag. Die bereidheid voltrok zich veel sneller dan ik dacht, want ik ben enorm veeleisend. Wij zijn nog altijd bezig met een aantal fundamentals, zoals balaanname, positiespel, het stoppen en inspelen van de bal. De spelers hebben daar plezier in, merk ik. Daarom zeg ik : laat ons enkele weken na elkaar winnen, de winning mood hebben en je ziet straks een totaal ander AA Gent.”

Stelling 2 : jouw ploeg begint vaak goed te voetballen eenmaal ze op achterstand staat en mist duidelijk een goede verdedigende middenvelder.

“Bij een achterstand kies ik vanzelfsprekend voor een offensievere aanpak. Dat houdt risico’s in maar tot nu toe leverde het vaak een positief resultaat op. De mentale weerbaarheid moet uiteraard hoog blijven, want anders zijn we heel kwetsbaar. Angst komt vaak uit onwetendheid. Als je gewoon open en bloot de vinger op de zere wonde legt en die gedachte uitspreekt, dan hoeven mijn spelers zich niet langer zorgen te maken. We moeten alle mogelijke onrust bannen. Als iemand in de fout gaat, dan wordt die speler daarmee geconfronteerd. Ik heb die verantwoording naar de groep toe.

“Ik vond ook nog geen vaste verdedigende middenvelder die aan al mijn eisen voldoet. Het lukte nog het best op Anderlecht, waar Gaby Mudingayi en Nenad Vanic naast elkaar speelden. Brecht Verbrugghe en Wim De Decker missen net dat stukje ervaring om de last van de ploeg op hun schouders te dragen. Je mag ze dat mentaal niet aandoen, anders breek je hen. Wij noemen dat in Nederland gogme : het inzien van spelsituaties, hoe kantelen, de looplijnen respecteren, op de man of niet, de bal aanvallen. We vinden op termijn wel een oplossing.”

Stelling 3 : een combinatie Nasredine Kraouche-Darko Anic lukt op dit moment niet voor de balans in het elftal, zo verklaarde je zelf al.

“Omdat het in wezen twee creatieve spelers zijn, die naast het creëren van kansen ook oog moeten hebben voor het herstellen : ballen recupereren en meeverdedigen bij balverlies. Op dat moment heeft Nas iets meer fysieke kracht dan Darko. In het spel dat wij voor ogen hebben, controleren op de helft van de tegenstander, kan Darko een nuttige pion zijn. Maar dan moeten we ageren in plaats van reageren. In die fase zitten we momenteel nog niet. Misschien kan Darko in de terugronde wel een belangrijke rol spelen. Op een bepaald moment zullen we wel in staat zijn onze wil op te leggen aan de tegenstander.

“Beide spelers komen het best tot hun recht komen als spelmaker achter een diepe spits. Maar Darko is iets meer gericht op balbezit, terwijl Nas zijn voetbalkwaliteiten meer naar het collectief wil overbrengen. Ik zie Darko ook op training dingen doen waarvan ik zeg ‘goh, fantastisch’, alleen mist hij de spelkracht en sluwheid bij het verdedigen. Momenteel kan ik alleen maar respect opbrengen voor de manier waarop hij zich gedraagt. Ik heb totaal geen probleem met Darko. Wat me opvalt, is dat hij zich heel correct opstelt. Zet nu Jari Litmanen bij ons neer en zijn rendement zal ook niet hoog zijn. Dergelijke spelers zijn pas goed als je ze op de juiste wijze gebruikt.”

Stelling 4 : Aleksandros Kaklamanos loopt vaak alleen op een (Grieks) eiland, terwijl AA Gent voor de doelpuntenproductie sterk afhankelijk is van hem.

“Ik blijf er bij dat Kaklamanos perfect alleen in de spits kan spelen. In de Intertotobeker tekende hij vlot doelpunten aan. Maar in de competitie voelde ik langzamerhand ook aan dat hij zich nog moeilijk kon doorzetten, zeker gezien de kwaliteiten die ik Aleks toedicht. Hij is voor doel een van de gevaarlijkste spitsen die ik ooit ontmoette : met zijn hoofd en lichaam zo ongelooflijk gevaarlijk en sterk ! Het is een heel instinctieve voetballer. Ik vind dat hij altijd voor de goal moet zijn. Zet hem nu bij een Belgische topclub en hij scoort aan de lopende band. Maar je moet Aleks kunnen bereiken met voorzetten vanop de flanken, hetgeen bij ons nog te weinig gebeurt. Hij is enorm krachtig en explosief, beweegt intuïtief heel goed, maar moet ook goed bediend worden.

“Als wij kiezen voor twee spitsen moeten we daarachter zeker twee verdedigende middenvelders hebben. Het is dus altijd een kwestie van compenseren. Djima Oyawolé is een heel beweeglijke spits, sterk met de bal aan de voet en de man van de individuele actie. Maar hij begon met drie weken achterstand.”

Stelling 5 : de verdediging is vaak een zeef – gelukkig is er nog het sterke optreden van Frédéric Herpoel. Geri Cipi stapelt de fouten op en Ibrahima Faye treedt nog altijd even onstuimig op.

“Tomas Vasov en Geri Cipi waren lang geblesseerd, waardoor ze sowieso een terugslag krijgen. Dat had ik ingecalculeerd. Geri is op zijn best als hij in de mandekking mag spelen. Het is een groot verschil als je met twee spelers een man moet dekken of alleen. Je verantwoordelijkheid en alertheid liggen totaal anders.

“Geri heeft me niet de indruk vermoeid of mentaal broos te zijn. Het is gewoon een topverdediger, die momenteel wel wat foutjes begaat. Ik weet dat hij zich daar snel over heen zal zetten. De combinatie tussen Tomas, de betere in de opbouw, en Geri moet altijd werken. Maar het vraagt tijd. Beiden zijn nog altijd leergierig en staan open voor kritiek. Dat is de juiste ingesteldheid. Geloof me maar, ze zullen zich nog wel revancheren.

“Talent is aangeboren geluk. Alleen is de vraag : waar ligt de lat ? Bij Ibou ben ik heel tevreden over zijn ontwikkeling, omdat hij de zaken oppikt die ik hem aanreik. Die onstuimigheid en dat enthousiasme is een kracht, maar moet hij alleen nog beter weten in te schatten. Je kan het niet uit hem willen zuigen, want een ander mens mag en kan je er niet van maken. Faye is iemand die nog niet helemaal aan zijn plafond zit. Mits een beter positiespel en wat meer rust, gaan we nog veel plezier aan hem beleven.”

Stelling 6 : de ingezette verjongingskuur werd al na drie speeldagen gestopt. Dries Bernaert, Brecht Verbrugghe, Patrick Dimbala en Wim De Decker geraken nog met moeite op de invallersbank.

“Een kenmerk van jeugdigheid is wisselvalligheid. Ik denk dat die jongens in de voorbereiding allemaal geweldig presteerden. Dries Bernaert was de revelatie, maar kende net als de anderen een logische terugval. Maar ik schrijf hen helemaal niet af. Als je ziet hoe John Machethe zijn invalbeurten kruidt met lef en dribbelacties, dan ben ik niet bevreesd. Ik heb nog wat achter de hand. Het is ook niet mijn dwingende opdracht om altijd jeugd op te stellen. Ik moet in eerste instantie goed presteren en resultaten voorleggen. Als een jongere op training de potentie toont en de ploeg een meerwaarde kan bezorgen, speelt hij altijd.”

Stelling 7 : Patrick Remy behaalde met bijna hetzelfde materiaal betere resultaten.

“Heb je al even achterhaald hoeveel assists en doelpunten Gunther Schepens de vorige seizoenen aantekende ? Zijn gemis beschouw ik als een heel grote aderlating. Het is dus heus niet alleen het vertrek van Matthieu Verschuere. Een terugkeer van Verschuere is trouwens op dit moment niet aan de orde. Ik mis blijkbaar ook de konijnenpoot van mijn voorganger. Maar geluk is het uitsluiten van toeval. Je probeert iets : dat kan lukken of mislukken. Tegen Antwerp overwoog ik ook even om een centrale verdediger eruit te halen voor een bijkomende spits, maar ik deed het niet. Het leek me niet verstandig. Ik heb het gevoel dat we dicht bij een knalprestatie staan. De gretigheid bij mijn spelers is groot.”

Stelling 8 : je bent een complete nieuwkomer binnen het Belgisch voetbal. Dan bestaan er altijd een aantal zaken waar je je op miskijkt, zoals het ontbreken van echte flankspelers.

“Het idee moet zijn : niet twijfelen, maar doen. Om een bal voor doel te brengen, moet je niet altijd de achterlijn halen, hé. Dat zijn de meest gevaarlijke ballen, maar je kan ook voorzetten voor de tegenstander. Dat zijn capaciteiten waarover Gunther Schepens en Jacky Peeters bijvoorbeeld beschikken. Zij beschikken over een heel arsenaal aan passen. Gelukkig tel ik nu in mijn ploeg heel dynamische vleugelverdedigers, met een groot loopvermogen die dat manco aan diepte goed opvangen.”

door Frédéric Vanheule

‘Zet nu Jari Litmanen bij ons neer en zijn rendement zal ook niet hoog zijn.’

‘Aleksandros Kaklamanos is voor doel een van de gevaarlijkste spitsen die ik ooit ontmoette.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content