Willy Reynders wil bij Lokeren OV met een hoge pressing goede resultaten boeken en spelers individueel verbeteren. ‘Het is mijn bedoeling om de druk van de groep weg te houden.’
Op uitzondering van de zieke Olivier Doll (virale infectie) en het Braziliaanse duo Ademilson– Tailson – volgens aloude Zuid-Amerikaanse traditie te laat terug uit vakantie – hervatte Willy Reynders vorige week maandag als hoofdtrainer de oefensessies met 21 spelers. Daarbij vier doelmannen, want Filip De Wilde en Zvonko Milojevic zijn weer volledig topfit. Ook Valère Billen, de nieuwe beloftentrainer en assistent, tekende present.
Het werd een pittige eerste training, met veel loopwerk en aandacht voor het nauwkeurig inspelen van de bal. “Dat is altijd mijn aanpak geweest”, zegt Reynders. “Ik vlieg er graag eens stevig in met intensieve trainingen. Naast het conditionele aspect is het nu vooral belangrijk het zelfvertrouwen van de spelers op te krikken. Bij een heterogeen gezelschap als Lokeren is dat niet zo eenvoudig. Daar ben ik me goed van bewust. Ze moeten weer enthousiasme uitstralen, met het hart gaan spelen. Maar het is ook mijn bedoeling de druk van de groep weg te houden. We staan nu tiende. Volgende stap is een zo hoog mogelijke plaats in de linkerkolom, het liefst met goed voetbal.”
De conditietests waren even goed als vorig seizoen, al zie je bij het fysieke gedeelte op de eerste training (tegen de tijd inspanningen leveren van honderd en tweehonderd meter) dat Marc Hendrikx en Michael Van Hoey er wat boven uitsteken. Reynders probeert hen wat af te remmen. “Rustig jongens, het tempo niet te hoog leggen, hou nog wat overschot voor de komende dagen.” En dan, met een kwinkslag tegen Runar Kristinsson en Patrick Zoundi, in hetzelfde groepje als haas Hendrikx : “Hou je rustig, niet proberen te volgen. Marc is een oude Belg, hé, die kijkt niet op een inspanning.”
Reynders neemt rustig de tijd om te observeren en komt regelmatig tussen met gevatte opmerkingen. Het is duidelijk dat Reynders kiest voor nieuwe accenten. Zo hamert hij constant op concentratie bij de balaanname, streeft hij naar een goede coaching en maakt hij Lezou Doba er attent op dat er op training alleen maar Nederlands wordt gesproken. “Dwing je lichaam bezig te zijn”, zegt hij tegen Xavier Deschacht wanneer er per twee met de bal gejongleerd moet worden in maximaal twee tijden.
Bij het afsluitende partijtje, op één helft van het terrein met elf tegen acht, vraagt Reynders de spelers om druk uit te oefenen naar de bal toe, maar toch ook de organisatie niet uit het oog te verliezen. “De betrachting is veel hoger te spelen”, weet Reynders. “Ik ben een voorstander van pressing op de helft van de tegenstander. In de heenronde hadden we te weinig diepgang aan de buitenkant. Ik hou alleszins een goed gevoel over aan de eerste trainingen. De respons van de spelers is er, ik zie veel gretigheid. Voor mij is dit een positief signaal, perfect als basis om op verder te werken.”
De vraag om versterking werd ingewilligd met de komst van de 24-jarige Braziliaanse aanvaller Roma Paulo Merabet, slechts 1,69 meter. Hij genoot zijn opleiding bij Flamengo, maar was vorig seizoen aan de slag bij het Koreaanse Chonbuk Hyundai Motors. ” Joao Carlos en Tailson kennen hem. Ik hoop en verwacht dat hij complementair kan zijn met de spitsen die we hebben. Er ontbrak aan de buitenkant iemand met snelheid en een actie die ook sterk is op de korte ruimte. Ademilson heeft die kwaliteiten niet, komt het best tot zijn recht centraal. Het moet ons in staat stellen 4-3-3 te spelen, of eventueel even gemakkelijk te kunnen overschakelen naar een 3-4-3-veldbezetting.”
Ook op links zit Lokeren OV nog wat krap, beseft Reynders. ” Mamadou Coulibali sukkelt al een hele tijd met blessures en heeft moeite om zijn oude niveau terug te vinden. Ik schrijf hem zeker niet af, maar er moet iets bij komen. Daarvoor vind je in België echter niet zo snel een oplossing.” Het experiment met Arnar Vidarsson, zoals op AA Gent, is alleszins niet voor herhaling vatbaar. “Hij komt het best tot zijn recht op zes, als verdedigende middenvelder en in de rug van Runar Kristinsson en Arnar Gretarsson.”
Reynders zal ook de ontwikkeling van de eigen beloften, de groep waar hij tot voor kort mee werkte, op de voet blijven volgen. “We hebben al een belangrijke stap gezet door hun kwaliteiten te erkennen en hen contracten te geven. Het is een unicum voor Lokeren dat er al een achttal jongens van zestien tot achttien stilaan klaar is voor het grote werk. Op die leeftijd kan het snel gaan. Xavier Deschacht kon al tweemaal proeven. Het is nu aan de jongeren om hun waarde te bewijzen. Valère Billen zal hun ontwikkeling van dichtbij volgen.”
R udi Cossey, die zich naast de trainingen vooral zal toespitsen op de wedstrijdanalyses, werkte eerder al samen met Willy Reynders bij de Waaslanders. “Zijn manier van werken moet zeker aanslaan”, zegt de oud-verdediger. “Willy streeft altijd en overal naar aanvallend voetbal, wat Franky Van der Elst ook probeerde. Alleen beschikten we voor de winterstop niet over Lezou Doba en Runar Kristinsson, toch jongens met een meerwaarde voor de groep. Daardoor speelden we vaak iets behoudender. Nu beschikken we over meer kwaliteit. Met deze groep moet een zesde of zevende plaats er inzitten. Laat ons hopen dat de magie werkt, hé. Bij de eerste vijf raken, wordt moeilijk. Club Brugge, Anderlecht en Standard zijn onbereikbaar. Opboksen tegen AA Gent en RC Genk lijkt ook niet gemakkelijk. Alleen van La Louvière verwacht ik een terugval. Het zal alleszins drummen worden in de subtop.”
Willy Reynders kan spelers ook individueel beter maken, zo herinnert Cossey zich. “Maar de spelers moeten eerst zelf de bereidwilligheid tonen. Aristide Bancé en Marel Baldvinsson, die beiden wat vertrouwen kunnen gebruiken, moeten zich maar eens tonen. Ik hoop ook dat Kristinsson zal bewijzen dat hij zijn plaats nog waard is in het elftal. Hij moet toch voor een nieuw contract spelen, hé.”
Arnar Vidarsson is de enige speler van de huidige selectie die al onder Willy Reynders werkte. Hij onthield vooral zijn aanvallende intenties. “We moeten weer naar voren durven denken. Ook bij Paul Put deden we dat”, zegt de aanvoerder. “Maar we mogen ook niet te blind naar voren stormen. Die nieuwe Braziliaan is blijkbaar balvast, een dribbelaar zoals eerder Renatinho. Misschien kunnen we dan met drie spitsen spelen, met Tailson of Baldvinsson diep en Runar daar kort achter.” Arnar Gretarsson vult aan : “Franky Van der Elst was voorzichtig, opteerde liever voor veel spelers achter de bal. Een 1-0-voorsprong moesten we in eerste instantie proberen vast te houden. Ik ben meer voor een offensievere instelling. Opnieuw goed voetbal brengen is onze eerste betrachting.”
door Frédéric Vanheule
‘Met deze groep moet een zesde of zevende plaats er inzitten. Laat ons hopen dat de magie werkt.’
