Nieuwe trainers, niet altijd betere resultaten

© BELGAIMAGE

Zes eersteklassers wisselden de afgelopen maanden van coach. Leverde dat het gewenste schokeffect op en tot welke eventuele trendbreuk leidde dat? Een onderzoek.

Royal Excel Mouscron

Omdat ze wisten dat de Roemeen Rednic niet zou blijven, besliste het bestuur om zich te ontdoen van de oud-international en hem vanaf februari 2018 te vervangen door Defays. De ex-verdediger van SC Charleroi kwam over van Virton en begon op Le Canonnier aan zijn eerste trainerservaring op het hoogste niveau. Er werd Defays gevraagd om vrij snel Engels te leren, gezien het grote aantal profs de Franse taal niet machtig is. Hij deed dat echter niet. Een verwijt dat Defays te horen kreeg eind augustus toen hij werd doorgestuurd. De communicatie verliep daardoor vaak moeilijk.

Verstraete koppelen aan Bizimana in het hart van de ploeg bleek de missing link.

De grootste wijziging met de Duitser Storck betreft het disciplinaire aspect. Hij zit de spelers kort op de huid, laat niks zomaar passeren en legt geregeld de trainingen stil. Die sessies worden systematisch voorafgegaan door een videovoorstelling. Daarin wordt op een kwartier tijd heel gedetailleerd uitgelegd wat hij exact verwacht van de training die daarop zal volgen. Daarnaast steekt de 55-jarige trainer bijzonder veel tijd in individuele gesprekken met zijn profs.

Een puntenloze ploeg nam de ex-bondscoach van Hongarije in handen begin september. Maar bij zijn aanstelling sprak de Duitser over een talentvolle spelersgroep en stelde hij vast dat de sfeer, ondanks de precaire sportieve situatie, nog goed was. Vandaag vertoeft Mouscron nog altijd niet in een veilige positie, maar Les Hurlus pakken wel geregeld punten en lijken niet zwakker dan Waasland-Beveren, Zulte Waregem of Lokeren.

‘Ik ken Storck als mijn broekzak, want hij fungeerde lang als mijn rechterhand’, verdedigt sportief directeur Röber vandaag zijn keuze. ‘Terwijl ik werkte op basis van mijn instinct en gevoel, gaat hij gestructureerd te werk. Bernd gruwelt van improvisatie. Dat zie je ook in ons spel. Mouscron incasseert relatief weinig tegendoelpunten. Het enige wat ontbreekt om te klimmen in het klassement is meer aanvallende efficiëntie.’

KV Kortrijk

Halfweg november werd er bij KVK gewisseld. Onverwacht, omdat het op dat moment weliswaar wisselvallig presteerde na een onorthodoxe voorbereiding en een zware competitiestart, maar er met een gedeelde elfde plaats, met zes punten meer dan Excel Mouscron en Lokeren, helemaal geen reden tot paniek was. Bovendien deed De Boeck het vorig seizoen na zijn overname zowel qua puntenoogst als spelniveau uitstekend.

Enkele botsingen met de clubleiding (over zijn eigen nieuw contract, het niet verlengen bij rechterhand Staelens en de trainingsomstandigheden) lieten sporen na. Toen Vanderhaeghe vrijkwam en geïnteresseerd bleek te zijn om terug te keren naar de club waar hij zijn trainerscarrière begon, werd snel ingegrepen om niet het risico te lopen dat hij elders zou tekenen. De gewezen middenvelder werd voorgesteld als een persoonlijkheid en een coach die veel meer dan zijn voorganger de identiteit en de waarden van de club belichaamt.

Vanderhaeghe pakte meer punten tegen dezelfde tegenstanders in de heenronde onder De Boeck (7 op 18). Met een meer behoudende spelstijl, tactische flexibiliteit en andere spelers. Zo koos hij met Rolland voor meer kracht op het middenveld. Opvallendste feit: de ploeg krijgt veel minder doelpunten tegen, slechts 4 in 6 competitiewedstrijden tegenover 24 in 15 competitiewedstrijden onder De Boeck. Er werd ook nog niet verloren, hoewel het drie ploegen uit de top zes trof, waaronder de top twee.

Onder De Boeck kon KVK thuis slechts één keer winnen. Nu won het al drie van zijn vier thuiswedstrijden. Eén dieptepunt: de 3-0-nederlaag in de kwartfinales van de beker in Mechelen. Maar het jaar eindigde in schoonheid: in de derby tegen Zulte Waregem werd in het laatste halfuur een 0-2-achterstand omgezet in een 4-2-zege. Het geloof in een play-off 1-plaats blijft.

Waasland-Beveren

Een ‘paniekreactie’, zo noemde Ferrera zijn ontslag, als afsluiter van de heenronde en na de derde nederlaag in vier wedstrijden. De ploeg slaagde er maar één keer in om te winnen. De vijf gelijke spelen thuis en acht in totaal wezen er wel op dat ze een moeilijk te ontwrichten blok waren. Maar ook dat er wellicht wat weinig kwaliteit aan boord was. Een andere roerganger dan maar.

De inzet van Custovic was dezelfde als zijn voorganger: werklust en gedrevenheid kon Ferrera niet worden verweten. De ex-aanvaller benadert de spelers wel iets anders. Wat menselijker en gemoedelijker. Maar net als zijn voorganger had ook de Bosniër moeite met puzzelen. De Waaslanders hebben een grote kern, maar die is behalve jong ook zeer evenwaardig.

In een eerste fase probeerde Custovic het scoreprobleem op te lossen, door wat meer offensieve accenten te leggen. Hij greep terug naar een andere spits, Forte, en schoof wat op het middenveld, hopend op een goeie mix. Het viel tegen, eigenlijk probeerde hij wat Ferrera eerder ook al had afgevoerd als onvoldoende. Tegen Club Brugge en Antwerp telde vooral een goeie organisatie, om er dan proberen snel uit te komen. Verstraete koppelen aan Bizimana in het hart van de ploeg bleek de missing link. Het resulteerde in iets meer zelfbewustzijn en geloof in eigen kunnen.

KAA Gent

De druppels die de emmer deden overlopen voor de clubleiding waren de pijnlijke uitschuivers van de Buffalo’s tegen Club Brugge (0-4) en Genk (1-5) in de eigen Ghelamco Arena. Vanderhaeghe had de club op een jaar tijd van een troosteloze veertiende plek naar een vierde plaats en play-off 1-voetbal geloodst, maar het geloof in de West-Vlaamse coach was nooit even groot als in zijn illustere voorganger Vanhaezebrouck. Vanderhaeghe was een coach die graag werkte vanuit intuïtie, een peoplemanager die graag zijn spelers een goed gevoel gaf en rekende op de klasse(flitsen) van zijn sterkhouders. Ook zorgde ‘joker’ David er vaak voor dat er alsnog een zege werd geboekt.

Een stevig contrast met de wetenschappelijke aanpak van Thorup, die graag alle fysieke en medische data verzamelt, bestudeert en interpreteert. Het maakte dat de Deense oud-aanvaller, ooit bij de voetbalbond als jeugdtrainer samenwerkend met bondscoach Olsen, in Gent meteen de spelersgroep screende. Zo gaf hij speelkansen aan de jonge dribbelkont Koita, verplaatste hij raspaardje Tsjakvetadze vanuit het centrum naar de linkerkant en bestrafte hij speelvogel Limbombe na een slechte invalbeurt met wat duels bij de beloften. Ook werd snel duidelijk dat naast de onmisbare strateeg Odjidja – eenmaal honderd procent fit de allesbepalend factor voor eventueel succes – met Esiti een brekerstype de voorkeur krijgt op een betere voetballer als Rode Duivel Verstraete.

Ondanks de vele gesprekken, veelal ondersteund door het herbekijken van wedstrijdbeelden, met Jaremtsjoek, die vaak worstelt met zijn zelfvertrouwen, toont de Oekraïense diepste aanvaller zich onvoldoende productief. Gelukkig kon dat probleem worden gemaskeerd met de hoge efficiëntie op stilstaande fasen, een stokpaardje van Thorup. Daarvoor werd zelfs met Mølby een extra assistent aangeworven.

De afgelopen weken werd de hand van Thorup almaar duidelijker. Naast bepaalde motivatietechnieken, zoals het tonen van een speech uit de film Any Given Sunday met Al Pacino, wil hij zijn ploeg heel dominant voetbal laten spelen. Dat moet gebeuren via een hoge pressing op de helft van de tegenstander, waarbij de volledige ploeg dient op te schuiven en de linies kort bij elkaar horen. Maar ook de flankspelers krijgen een grote verantwoordelijkheid, qua bevoorrading van de aanvallend ingestelde spelers, die de opdracht krijgen veelvuldig op te duiken in de zestien meter van de tegenstander. Alleen bleek dat de spelers dit strakke tempo amper 45 minuten kunnen aanhouden. Thorup is een voorstander van voetbal met veel beweging, wat betekent dat op winterstage in Spanje er veel werk wacht inzake het fysieke gedeelte.

Nieuwe trainers, niet altijd betere resultaten
© BELGAIMAGE

Sporting Lokeren

Als opgejaagd wild voelden de spelers zich, telkens Maes hen langs de zijlijn opjutte en met veel verbaal geweld probeerde aan te zetten tot daden op het veld. Bij veel profs leidde het tot ingehouden woede, enkel de meer ervaren Tirpan kreeg het eens op zijn heupen en ging door het lint, zonder verregaande gevolgen evenwel. Maar het werd meer en meer duidelijk dat de coach citroen had uitgeperst. Bovendien had de clubleiding eind augustus, na een dienstverband van vijftien jaar, afscheid genomen van technisch directeur Reynders, samen met de trainer de persoon die de kortste lijn had met voorzitter Lambrecht. Ook al niet in het voordeel van Maes speelde zijn nachtje in de cel, in het kader van operatie Propere Handen en zijn verwevenheid met makelaar Veljkovic.

Op communicatief vlak is Belhocine een crack. Er is een directe lijn met veel spelers.

Met Sollied werd gekozen voor de complete antipode van Maes. De ervaren Noor, die nog nooit zakte met een ploeg die hij in handen kreeg, blijft altijd koel, beredeneerd en rustig. Zijn enige regel is dat er niet te veel moet worden opgetreden via een strak intern reglement. Hij rekent daarbij vooral op de zelfdiscipline van zijn profs en blijft de apostel van de eenvoud. Sollied overlaadt zijn spelers niet met opdrachten. Bij zijn aanstelling sprak hij wel over een té brave spelersgroep en een gebrek aan smeerlappen, in de goede betekenis van het woord. Maar even snel kwam de voetballeraar bij uitstek tot de vaststelling dat er in zijn A-kern geen killers voor doel zaten. Ondanks de aanwerving van Saroka, een Wit-Rus die geen woord Engels spreekt of verstaat, en de jonge Serviër Jovanovic werd hij gedwongen om flankspeler Miric om te schakelen tot diepe spits. Een bijkomend euvel dook ook defensief op, waar de fysiek sterke Diaby geregeld in de fout ging, ondanks de steun van organisator en routinier Deschacht. Ook de jonge doelman De Wolf zag al eens een foutje cash afgestraft worden, ondanks de vaak hoopgevende prestaties.

Sollied zorgde er met zijn vaste 4-3-3 voor dat Lokeren met offensief combinatievoetbal over de grond altijd de evenknie is van de meeste tegenstanders, zelfs de topclubs. Hij haalt het individuele rendement naar omhoog, door spelers op hun beste positie uit te spelen. Alleen de resultaten volgen (nog) niet. De coach blijft uitgaan van de eigen sterkte, ziet dat er meer kansen worden afgedwongen door het terugvallen op vaste automatismen én kiest zo vaak mogelijk voor dezelfde basisploeg. Hij rekent nu sterk op de voorzitter om de broodnodige kwaliteitsinjectie door te voeren, via de komst van vier nieuwkomers. Alleen zo kan hij voor de organisatie én driepunters zorgen, die nodig zijn om de topprioriteit – de laatste plaats ontlopen – te realiseren.

RSC Anderlecht

Voor paars-wit was 2018 alles behalve een grand cru. En toch slaagde Belhocine erin om het jaar met een positieve noot te eindigen. Zijn eerste opdracht tegen Excel Mouscron betekende een regelrechte sof, vijf dagen later stonden de neuzen wel weer in dezelfde richting. Dat kreeg Vanhaezebrouck op het einde niet meer voor elkaar.

De Frans-Algerijnse coach wist zijn gedrevenheid, vuur en grinta over te brengen. Koppig bleef hij vasthouden aan een tactisch systeem dat lang niet werkte. Hoe zouden ze ongeremd voetballen? Vooral die vraag hield Belhocine bezig. Aan Morioka vertelde hij dat de Japanner moest doen wat hem te binnen schoot. De voorbije maanden stonden veel spelers verkrampt te voetballen omdat ze de overdaad aan informatie uit de theorie niet konden verwerken. Het uitgangspunt veranderde dus. Onder HVH dachten ze vooral na over hun opdrachten, Belhocine verwacht dat ze naast hun voetbalintellect ook terugvallen op het voetbalinstinct. Minder regels en meer utonomie. Daar komt het grof genomen op neer.

Iedereen had de caretaker nodig. Belhocine nam meteen contact op met Kristof Sas, de nieuwe baas van het medische departement, om alles te stroomlijnen. Op communicatief vlak is Belhocine een crack. Er bestaat een directe lijn met veel spelers, ook met de bankzitters en de jongens die vaak op de tribune moesten zitten. Want hij weet dat een speler die links wordt gelaten, met twijfels zit. Door heel dicht bij de spelers te staan, weet Belhocine dus exact wat er omgaat in hun hoofd. Die gave wordt sterk geapprecieerd in de kleedkamer. Bornauw prikkelde hij door op training de spot te drijven wanneer de centrale verdediger voor de zoveelste keer doelpuntenloos achterbleef. Toen het 19-jarige talent tegen Waasland-Beveren voor het eerst scoorde, ging hij ostentatief Belhocine knuffelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content