Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Marek Spilar is eindelijk weer wedstrijdfit. Met de hulp van Lieven Maesschalk vermeed de Slowaakse international van Club Brugge een vierde operatie in anderhalf jaar.

Even nog stelde een angina zijn wederoptreden met de invallers uit, maar vorige week dinsdag op KV Kortrijk was het dan eindelijk zo ver. Van de thuiswedstrijd tegen Lokomotiv Moskou was het geleden dat Marek Spilar nog aan een wedstrijd begon. Na een uur viel hij toen uit met een meniscusletsel. ’s Anderendaags al werd hij geopereerd en drie weken later trainde hij weer, maar toen begon hij zware problemen te krijgen met de buikspieren.

“Eigenlijk was het al begonnen eind vorig seizoen, de laatste drie matchen die ik voor Sigma Olomouc speelde”, vertelt Spilar. “De zomerrust deed mij goed, ik kende hier tijdens de voorbereiding geen last, maar met het drukke programma kwamen de problemen – competitie, Champions League en in die periode ook nog interlands in Turkije en Tsjechië. De dokter gaf mij pijnstillers en tegen Galatasaray en Barcelona kon ik dankzij inspuitingen invallen, maar het werd steeds erger en ik wou zo niet verder sukkelen.

“Er waren er die vonden dat ik geopereerd moest worden, anderen stelden mij Lieven Maesschalck voor. Ik koos voor de laatste optie, zoals Gert Verheyen dat eerder ook al had gedaan, omdat ik vind dat een operatie het allerlaatste is. Maesschalck heeft mij geholpen. Twee maanden lang ben ik ’s ochtends vroeg elke dag met de auto naar Lebbeke of Antwerpen gereden om er met hem te trainen. ’s Namiddags trainde ik dan in Brugge met de kinesist van Club. Dat was dus dagelijks vier uur trainen. Ik was juist nog goed genoeg om in mijn bed te kruipen als ik ’s avonds thuiskwam. Trainen met Maesschalck is niet simpel, weet je, het is lastiger dan een gewone training op de club. Iedere dag kreeg ik een ander programma, met telkens weer andere, moeilijke oefeningen. De eerste week kon ik niet meer met de auto rijden, omdat ik niet meer kon zitten. Zo’n pijn had ik in de zones van de buik, de lage rug en de bovenbenen. Voorheen gebruikte ik die spieren blijkbaar niet zo veel.

“Twee maanden heb ik zeer hard getraind, daarom heb ik nu ook maar tien dagen à twee weken voetbaltraining nodig met de groep om helemaal klaar te zijn, denk ik. Ik wil zo snel mogelijk spelen, want in de tribune ben ik te zenuwachtig – dan blijf ik beter thuis.”

Hij heeft, bekent hij, ook mentaal een zware tijd achter de rug. Spilar is ambitieus, mikt nog hoger dan Club Brugge en zag in de Champions League een uitstekende gelegenheid om zich in de belangstelling te spelen. Tenslotte wordt hij deze week toch ook al 29 jaar. “Ja, it was very heavy“, zegt hij. “Maar wat kan je doen ? Zo is het leven. Ik ken ook geen profvoetballer op dit niveau die nooit geblesseerd is geweest. Vorig seizoen werd ik ook al twee keer geopereerd, aan de neus en de oogkas, maar daarvoor kende ik vijf jaar niet het minste probleem. Ik hoop dat het nu ophoudt en dat ik weer vijf jaar lang fit blijf. Natuurlijk wil ik nog hoger als de kans zich voordoet, maar ik vind ook : beter bij de beste club van België, die ieder jaar Europees voetbalt, dan bij een gewone club in betere competities als de Duitse, Italiaanse en Engelse. Wij zijn hier graag.

“De sfeer is uitstekend. We winnen natuurlijk ook altijd. Een groep kan je het best inschatten als er een paar keer na elkaar verloren wordt, maar wie zegt dat dat hier ooit nog gebeurt ( lacht) ? Het team is psychologisch nog gesterkt uit de Champions League gekomen, het gelooft enorm in zijn kracht. Ik hoop dat ik er zo snel mogelijk weer in sta en dat we de titel en de beker winnen.

“Weet je, van Slowakije en Tsjechië bellen ze mij om uitleg over die voorsprong van veertien punten ( lacht). Mensen vinden het er ongelooflijk. Veel spelers spelen er op de populaire voetbaltoto Niké Fortuna en vragen mij om prognoses voor de competitiewedstrijden van Club Brugge. Tot nu toe is dat vrij makkelijk geweest, moet ik zeggen – op twee keer na altijd winst. Je kunt bijna niet missen ( lacht). Voor de Tsjechische en de Slowaakse competitie moet je inzetten op minstens drie, vier wedstrijden, maar voor buitenlandse competities kan het op één wedstrijd. Je begrijpt dat die mannen daar dus al heel veel geld gewonnen hebben dankzij mij ( lacht).”

door Christian Vandenabeele

‘Lieven Maesschalck heeft mij geholpen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content