Wil Lierse volgend jaar nog eersteklasser zijn, moet het Eupen inhalen én Charleroi van zich afhouden.

Het is halfacht in het Regenboogstadion en aan de zijlijn staat Roel van Hemert flink te balen. Hij neemt niet deel aan het spelletje bal rondtikken waar de andere invallers van Lierse de tijd mee doden, maar staart wezenloos voor zich uit, in zijn hoofd speelt de film van de voorbije dagen. Vier dagen eerder was hij nog een van de sterkhouders in de bewogen inhaalmatch tegen KV Mechelen. De Nederlandse verdediger ging voorop in de strijd, en kreeg na afloop veel complimentjes. Vrijdag stond hij nog in het basisteam tijdens de traditionele shadowgame op de laatste training voor de komende wedstrijd. Hoogst uitzonderlijk is het dat trainer Trond Sollied aan die elf nog sleutelt. Zaterdag gebeurde dat wel. Sollied gaf na de match in Waregem aan dat hij het stilaan tijd vond om Víctor Bernárdez een kans te geven.

Hoe ongelukkig de Hondurese verdediger, in januari geleend van Anderlecht, zich tot dan voelde, weet niemand bij Lierse. Bernárdez spreekt namelijk uitsluitend Spaans. Bij Anderlecht was dat, met een teammanager van Spaanse afkomst en een handvol Argentijnse ploegmaats, geen probleem. Bij Lierse spreekt enkel webmaster Ben Bruynseels (vertaler-tolk van opleiding) Spaans, maar hij is niet bij trainingen en tactische besprekingen aanwezig.

Uiteindelijk is het frappant dat van de zeven nieuwkomers van wie men dacht dat ze de anderen uit het elftal zouden verdrijven, er na vijf wedstrijden (tegen KV Mechelen waren de nieuwkomers niet speelgerechtigd) zich slechts twee basisspeler mogen noemen: linksachter Kenny Thompson en middenvelder Milos Maric. De anderen kwamen niet in actie omdat ze niet op tijd speelgerechtigd, ziek of geblesseerd waren. Nochtans zijn ze bij hun aankomst allemaal medisch gekeurd geweest.

In het basisteam dat vorige dinsdag KV Mechelen klopte, stonden nog altijd vijf spelers van de kampioensploeg uit tweede, waarvan technisch directeur Herman Helleputte eerder opmerkte dat die spelers misschien te vroeg afgeschreven werden en dat men ze wat meer vertrouwen had mogen geven. Zondag waren dat er nog maar twee: Jurgen Cavens en Dodo Elgabas.

B-kern

Happy New Year, Mattia!’, roept Tomasz Radzinski begin februari wanneer hij na een training van het oefenveld stapt en Mattia Notari een dikke knuffel geeft. Andere spelers volgen zijn voorbeeld. Het is pas de eerste keer dat ‘ze’ mekaar zien dit jaar. Van de spelers die bij de voorstelling van Trond Sollied afvielen, blijven er nog vier op het Lisp: de Kameroeners Joseph-Désiré Job en Roudolphe Douala, de Braziliaan Bruno Camacho en Mattia Notari. De Italiaanse verdediger arriveerde pas eind augustus. Slechts drie keer kwam hij in actie: thuis tegen Gent – waar Lierse zijn eerste punt haalde – speelde hij de hele wedstrijd, op Westerlo leidde hij met een rode kaart na een halfuur het afscheid van Aimé Anthuenis in, en op Standard kon hij als invaller bij een 3-0-achterstand aan de rust de organisatie niet herstellen.

Bij de hervatting van de trainingen begin dit jaar kregen de spelers van de zogenaamde B-kern te horen dat ze drie keer daags zouden trainen. Sinds een paar weken is dat nog twee keer, op momenten dat de A-kernspelers niet op Kessel zijn. Jeugdtrainer Daniel Simmes (een ex-speler van Lierse eind jaren tachtig) en jeugdcoördinator Ives Serneels bekommeren zich om hen. Notari, door iedereen die hem leerde kennen ‘een fantastisch goeie gast en een voorbeeldige prof’ genoemd, wil niet over zijn uitzichtloze situatie praten, maar geeft wel aan dat hij de clubleiding voorgesteld heeft om zich op een andere manier nuttig te maken: “Toen ik zei dat ze me de komende maanden best mogen inschakelen bij de jeugdtrainingen – ik volg een trainersopleiding – schrokken ze. Ik heb geen zin om hier zomaar wat rond te hangen, ik wil iets doen voor mijn loon.”

Of Notari nu wel of niet het niveau heeft voor Lierse, durft niemand bij spelers of technische staf te zeggen. Tenslotte speelde de man die met Mantova van vierde naar tweede klasse promoveerde als kapitein wel 170 matchen in de Italiaanse tweede klasse en miste hij met Mantova in de play-offs tegen Torino op één wedstrijd na de promotie naar de Serie A. Toen Mantova in het voorjaar van 2010 failliet ging, kwam Notari, opgeleid bij AC Milan, zonder club te zitten.

Dat zijn verhaal de andere spelers ter harte gaat, komt omdat ze beseffen dat het hen ook had kunnen overkomen. Aan Gunter Thiebaut werd eind augustus gevraagd om dringend te verhuizen, maar Thiebaut wees op zijn nog lopend contract. Maged Samy beloofde dat te respecteren, en sindsdien pendelde de Pajot bij elke hoofdtrainer tussen tribune, bank en basiself. Hij was zelfs een paar keer (kortstondig) kapitein.

Ook Van Hemert werd al een paar keer afgeschreven, maar keerde telkens terug, net als Jurgen Cavens. Een paar weken geleden sprak niemand nog over Mohamed Abdel Wahed. Smaakmaker in tweede, maar te traag voor eerste, heette het in de wandelgangen. De laatste wedstrijden was Mo op het veld een van de lichtpunten bij Lierse. Zaterdag scoorde hij zijn allereerste goal in de hoogste klasse.

Plan B

Sinds een paar weken buigt Lierse zich over de gevolgen van een plan B: wat te doen bij een mogelijke degradatie? Over dat noodscenario wordt niet gecommuniceerd, maar het is er wel. De meeste sponsorovereenkomsten lopen nog door, en qua toeschouwersaantallen is men niet bang dat de grote massa afhaakt. Aan tv-gelden zou Lierse bij degradatie twee miljoen euro verliezen.

Ongeacht de afloop bereidt Lierse de verhuis voor van de A-kern van het jeugdcomplex op Kessel naar een fonkelnieuw trainingscentrum aan Het Sas op weg naar Duffel, en werkt men aan een omvorming van het vzw-statuut naar een nv-structuur. Dat de schulden van de vzw oplopen, zorgt binnenshuis niet voor paniek. De club heeft maar één schuldenaar en dat is eigenaar Maged Samy, die met de gronden in Kessel en Lier een flinke waarborg heeft voor die schulden. Het enige rampscenario waar in Lier niemand aan durft denken, is dat de eigenaar morgen zijn plannen herziet, het project stopzet en de gronden verkoopt om een deel van zijn investering te recupereren.

Wat Zulte Waregem betreft, hoeft Lierse niet te zakken. Zaterdag zat ondanks het hondenweer de bezoekende tribune in het Regenboogstadion afgeladen vol. Weinig ploegen brengen zo veel supporters mee op verplaatsing. Thuis lokt Lierse gemiddeld 9910 toeschouwers. Niet slecht voor een ploeg die voorlaatste staat en nog maar twee van de dertien wedstrijden (tegen Charleroi en Westerlo) kon winnen. Alleen Anderlecht, Genk, Club Brugge, Standard en Gent doen beter.

Op het veld wordt Lierse van week tot week weerbaarder, maar de tijd dringt. Nog altijd ziet de nieuwe trainer Trond Sollied vooruitgang: “Vergeet niet dat deze spelers op een paar weken een totaal andere speelwijze moesten aannemen. Nu corrigeren ze mekaar al op het veld.”

Dat veel oudgedienden het de afgelopen weken zo goed deden, verbaast Sollied niet. “Als ik mijn spelers bezig zie, vraag ik me wel eens af wat hier voor mijn komst gebeurd is. Onbegrijpelijk dat die ploeg zo weinig punten had. Die spelers zijn beter dan ik dacht. Die kunnen voetballen, hoor. Hou er ook rekening mee dat diegenen die tijdens het seizoen gehaald werden, geen competitieritme in de benen hadden of geen voorbereiding meemaakten.”

Onder Sollied haalde Lierse acht punten in zes wedstrijden. Winst tegen Eupen kan volstaan voor het behoud. Zoniet blijft het tot het einde bibberen. Drie weken geleden had Lierse, na de 1-0-zege tegen Charleroi, acht punten voorsprong op de Carolo’s. Vandaag zijn er dat nog drie.

Lierse heeft, zoals Sollied zegt, nog drie bekerfinales voor de boeg. Stiekem hoopt het dat het nog een vierde mag spelen. “Uiteindelijk zijn we maar op vier bekerwedstrijden van Europees voetbal”, zegt een speler. “Als dat lukt, én we redden ons, wordt hier een heel andere conclusie getrokken uit dit seizoen.”

Heeft Lierse pech, speelt het geen drie, maar acht bekerfinales, inclusief vijf harde dobbers tegen Eupen of Charleroi. Wint het die, moet het nog eens wat van de betere tweedeklassers trotseren in de eindronde. Aan hoe dat de vorige keer afliep, wordt niemand op het Lisp graag herinnerd.

DOOR GEERT FOUTRÉ

“Onbegrijpelijk dat die ploeg zo weinig punten had toen ik overnam.”

Trond Sollied

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content