Aan een turbulent seizoen is nu ook nog vroegtijdig een einde gekomen. Olivier De Cock (Club Brugge) staat stil bij de dingen.

O livier De Cock : “Het is een zwaar seizoen geweest, maar misschien ben ik er wel sterker uitgekomen. Winnen op AC Milan en twee dagen later je vader verliezen, veel grotere emotieschommelingen kan een mens niet meemaken, denk ik.

“De dag ervoor was hij bij onze terugkeer op de club nog op televisie geweest. Ik zie er hem ’s avonds bij ons thuis nog om lachen. Hij had dan ook een heel aanstekelijke lach, hé. Een zeer extravert persoon, enorm uitbundig en een krachtige stem. Stond steeds klaar met zijn mening ook, ging voor niemand achteruit. Hij maakte veel mee in zijn leven. Was de jongste van acht kinderen en verloor in zijn jeugd zijn beide ouders. Hij zei altijd : je moet naar jezelf kijken en naar niemand anders ; alleen als je zo redeneert, zal je er komen.

“Mijn pa vond dat ik veel te braaf was, te veel als mijn ma. Uiteindelijk is het toch op mijn manier gegaan, maar met de jaren ben ik wel meer karaktertrekken van hem gaan overnemen. Ik denk dat ik nu een goeie mix gevonden heb tussen mijn ma en mijn pa. Meer en meer begon ik te begrijpen wat hij bedoelde, het respect voor zijn ideeën nam almaar toe. Vroeger botste het wel eens, maar achteraf bekeken, is het toch iemand van wie ik veel geleerd heb. Zijn manier van denken en doen heeft mij geholpen in mijn carrière. Zeker als je in moeilijke momenten hard moet terugvechten, sterkt zo’n redenering je. Als je het allemaal in je schoot geworpen krijgt, krijg je het later bij een tegenslag heel moeilijk.

“Ik was die vrijdagavond samen met Babs(Barbara, zijn vrouw, nvdr) gaan eten in een nieuwe supportersclub in Lichtervelde. Mijn ma paste bij ons op de kinderen. Mijn pa, die dus alleen thuis was, had mijn ma al eens gebeld om te zeggen dat hij zich niet goed voelde. Hij zat in de zetel noten te eten en begon zo wat steken te krijgen. Hij had daarna de dokter gebeld. Die was bezig, maar zei dat hij zeker eens langs zou komen. Toen hij langs kwam, was het al te laat.

“Ondertussen zaten wij in Lichtervelde. Opeens werd Babs gebeld. Ze neemt op en zondert zich wat af, ze roept mij en zegt : het is je ma, er is wat gebeurd met je pa. Een hartinfarct. Als een razende ben ik meteen naar ginder gereden. Dan kom je daar toe, zie je hem liggen… Dood. Vreselijk, als je zoiets moet meemaken. Het vreselijkste moment in mijn leven, hoewel dat dan eigenlijk nog niet helemaal doordringt. Het is precies geen realiteit. Het is net een nachtmerrie, een film die zich afspeelt.

“Je kan het niet geloven, want je hield het niet voor mogelijk. Nooit eerder had hij iets aan zijn hart gehad. Maar aangezien hij een infarct kreeg, moeten er dus toch bloedvaten vernauwd geweest zijn, dus vraag je je af : waarom is daar nooit een foto van genomen, met alle controles die er tegenwoordig zijn ?”

“Je vader ! Het is toch de persoon naar wie je het meest opkijkt, aan wie je steun hebt en met wie je eens kunt praten, kunt bellen en vragen wat hij van de match vond. Ik mis die gesprekken heel erg. Voor mijn ma is het altijd goed, hé ; zo zijn moeders doorgaans. Mijn pa kon kort en krachtig zeggen waar het op stond, al was hij vroeger wel veel kritischer dan de laatste jaren. Zeker als jeugdspeler heeft hij mij soms gekraakt, maar dat is niet slecht geweest. Als hij er niet zo achter had gezeten, had ik het nooit zo ver geschopt. Met Babs was hij mijn grootste supporter, die toch kritiek durfde te geven. Soms sta ik na een wedstrijd nog op het punt om hem te bellen, maar dat kan dus niet meer.

“Een half uur, een uur misschien wel hebben ze geprobeerd hem nog te reanimeren, maar er was niks meer aan te doen. Aanvankelijk dachten ze dat het om een hartaderbreuk ging, maar uiteindelijk bleek het een zwaar infarct op één van de belangrijkste aders. Volgens die dokter was er niets aan te doen, zelfs al was het in het ziekenhuis gebeurd. Daar ben je in het begin constant mee bezig, hé : wat áls ? !

“Ongelooflijk hoe snel het is gegaan. Zo plots. Want hij was nog nooit ziek geweest. Hij was springlevend ! Ging lopen, ging sporten, volgde nog een trainerscursus. Er was geen enkel voorteken en dan… Direct fataal. Dat is zwaar om dragen. Er zijn er zoveel die een tweede kans krijgen, maar hij kreeg die niet. Krijg je een waarschuwing, dan ga je echt opletten en hem misschien ook nooit meer alleen laten. Nu was hij helemaal alleen, hé. Het zijn gedachten die je van je af moet proberen te zetten, om plaats te maken voor positieve zaken. We zijn bijvoorbeeld niet na een woordenwisseling of een ruzie uit elkaar gegaan. Het was voor hem ook een schitterende week geweest. Diezelfde vrijdag was hij op de school van Kevin nog naar het feest voor de oma’s en de opa’s geweest. Daar probeer je je dan aan op te trekken.

“Hij was apetrots op zijn zoon en zijn kleinzoon. Ik ben heel blij dat hij toch nog zijn twee kleinkinderen gezien heeft en er zo gelukkig mee was. Elisa zal het wel nooit beseffen en hij zal haar niet zien opgroeien. En stel dat Kevin voetbalt… Het zou zijn trainer geweest zijn, hé.

“Ik ben wel heel blij dat ik op de begrafenis met een heel persoonlijke speech op een schitterende manier afscheid van hem heb kunnen nemen. Er stond iemand klaar om over te nemen, voor het geval ik niet sterk genoeg zou zijn, maar ik ben geschrokken van mezelf. Ik ben trots dat ik dat heb kunnen doen. Voor mij was die dag toen al geslaagd.”

“Dit is voor mij de eerste keer in mijn leven dat ik van zo dichtbij met de dood word geconfronteerd. Waar ik mij daardoor enorm bewust van ben geworden, is dat je moet genieten van het leven ; genieten van wat je doet en genieten van de mensen om je heen. Want morgen kan het voorbij zijn. Zeker in het begin kon ik absoluut niet verdragen dat mensen klagen, zagen en ruzie maken om wat uiteindelijk stomme dingen zijn. Nooit zal ik mij nog druk maken om pietluttigheden. Wat ik toen ook heel erg had, was : beschermend reageren ten opzichte van mijn familie, bang om nóg iemand te verliezen die mij dierbaar is. Enorm. Nog altijd ben ik daar elke dag mee bezig.

“In het begin was ik daar de godganse dag mee bezig. Voetballen was proberen te vergeten. Een uitlaatklep. En er was die extra stimulans om goed te doen voor mijn pa. De dag na de begrafenis speelde ik op Lokeren één van mijn beste wedstrijden van het seizoen. Ik had daar twee, drie kansen om te scoren, waarvan één bal maar net van onder de lat werd weggetikt. Stel dat die binnengaat… Ik weet niet wat ik dan had gedaan, maar dat er tranen zouden gevloeid zijn, lijkt mij wel zeker.

“Ik speelde voor mijn pa. Zeker de eerste weken stimuleerde zijn dood mij extra. Hij keek precies mee in die matchen en dat zorgde ervoor dat ik mij niet liet gaan. Thuis tegen AC Milan, maar meer nog tegen Ajax voelde ik dat enorm goed. Nooit eerder maakte ik zo’n sfeer mee en toen we op voorsprong kwamen, flitste opeens door mij hoe jammer het was dat hij dat moest missen. Ik had het toen, in volle wedstrijd, zelfs even moeilijk.

“Mijn pa was een enorme voetbalfanaat. Hij is trainer geweest en scheidsrechter. Een beeld dat ik nooit meer zal vergeten, is toen ik een jaar of dertien was en we vernamen dat ik een groeiziekte had aan mijn knieën. Toen de dokter zei dat het daardoor moeilijk zou zijn om later voetballer te worden, kreeg mijn pa tranen in de ogen. Het was duidelijk wat hij het liefst wilde. Ik was ook een goeie student en ik mocht mijn studies zeker niet verwaarlozen, maar zijn droom was dat ik voetballer zou worden en dan nog het liefst bij de Club. Het is uitgekomen. Hij was ook enorm trots toen ik international werd.

“Als ik hem op het kerkhof ga bezoeken, spreek ik tot hem. Ik moet daarvoor wel echt alleen zijn. Je doet het ook om je gedachten te verwoorden, om tot nog dieper inzicht in zijn manier van denken te komen, om zijn antwoorden op jouw vragen te kennen. Soms is dat echt een klik in mijn hoofd : waarom maak je je nu zo druk om die slechte pass ? Komaan, vooruit ! Dat maakt het veel makkelijker dan vroeger. Je bent nog wel ontgoocheld over een slechte wedstrijd, maar je blijft er niet zo lang meer mee bezig. Hetzelfde geldt voor de operaties aan mijn enkels nu. Dan denk je : er zijn er zonder been, waarom zou ik moeten klagen ? Je maakte al erger mee, hé. Dat helpt.”

“Ik denk dat ik nooit eerder zoveel stampen kreeg als ik dit seizoen. Het begon al op de Brugse Metten tegen Monaco, op mijn rechterenkel. De grote problemen begonnen tegen Beveren, toen Boka mij vol op de rechter raakte – of was het Romaric, of (lacht) ? In ieder geval was het een serieuze kneuzing en heb ik hard op de tanden moeten bijten om verder te kunnen spelen. Op maandag waren we vrij, op dinsdag vertrokken we naar Debrecen, op woensdag moest ik de training staken en op donderdag speelde ik met een inspuiting. Op zondag thuis tegen Anderlecht kreeg ik weer een spuit in mijn rechter en verzwikte ik mijn linker op dat patattenveld van ons. Tijdens de rust kreeg ik ook een spuit in mijn linker (lacht).

“Ik heb daarna twee weken niet gespeeld, wat gerust en enkelverstevigende oefeningen gedaan. Ik wou de terugwedstrijd tegen Bordeaux halen. Dat lukte. Ik speelde zelfs zonder verdoving, maar na een uur voelde ik die pijnen links en rechts weer opkomen. Dan was er alweer de bekerwedstrijd tegen Moeskroen en betaalde ik een beetje de tol van twee matchen in drie dagen. Ik had gehoopt aan een regime van één match per week toch het einde van het seizoen te halen, maar uit een scan van beide enkels bleek dat het beter was dat ik zo snel mogelijk geopereerd werd. De dokter maakt zich sterk dat ik na een goeie revalidatie van twee, drie maanden van alle miserie verlost zal zijn.

“Enkels worden net als knieën zwaar belast in voetbal. Bij heel veel voetballers zitten er stukjes bot los, die pas operatief verwijderd worden eens ze zoals bij mij voor irritatie, ontstekingen en zwellingen zorgen. Twee jaar geleden werd ik zo al aan de linkerenkel geopereerd. Toen was het de buitenkant, nu de binnenkant. Ik vond het een goed idee om meteen ook de rechterenkel te laten schoonmaken.

“Ik mis daardoor de bekerfinale, maar als ik moet kiezen tussen de bekerfinale of AC Milan uit, dan is de keuze snel gemaakt. De wedstrijd in AC Milan zal altijd speciaal blijven, ook omdat het de laatste match was die mijn pa meemaakte. Dat vergeet je nooit meer. Daarom ook wilde ik zo snel terugkeren, omdat ik absoluut de terugwedstrijd tegen Milan niet wou missen. Gewoon omdat die voor mij een speciale betekenis heeft.

“Meestal beginnen enkelproblemen met je voet eens om te slaan. Voor het eerst op mijn eerste training met de A-kern alstublieft, na een stamp van Sté-phane Vanderheyden op mijn rech- terenkel. Veel later, onder Erik Gerets, sloeg ik tegen Aalst in een duel met Peter Van der Heyden mijn linker om bij een tackle.

“Ik heb al wel eens lachend gezegd : als mijn zoontje wil voetballen, dan nooit als rechtsachter. Hier kennen alle rechtsbacks namelijk problemen met de enkels. Verjans destijds, Medved, De Brul, Lembi, Cornelis, Maertens en ik. Deflandre is de uitzondering, maar die is dan ook nooit ergens geblesseerd. Laat Kevin dus maar op het middenveld of voorin spelen, zeker als ik zie hoe gelukkig hij is als hij een goal kan maken. Daar gaat het in voetbal tenslotte ook om.”

“Kevin kijkt enorm op naar zijn papa, gaat graag mee en kent alle spelers. Hij kijkt op televisie en hij luistert naar de radio. Toen ik voor de beker tegen La Louvière gescoord had en mijn naam op Teletekst verscheen, begon hij in de zetels te dansen. Hij speelt heel graag met de bal. In onze tuin staat een doel en dan moet ik erin staan en… Dom doen (lacht). Ik zag al dat hij aanleg had toen hij pas kon stappen. Voetbal is de mooiste sport en als hij talent heeft, moet hij er voor gaan, vind ik.

“Hoewel hij nog vier jaar moet worden, beseft hij wat er gebeurd is. Natuurlijk, als hij heel de familie in tranen ziet, zegt hij : wat is er ? In het begin kwam hij ’s nachts wenend wakker, want hij begrijpt natuurlijk dat hij zijn opa niet meer zal zien. Hij is meer met de dood bezig dan je soms denkt.

“Ik heb het zelf ook nog altijd niet volledig verwerkt. Ik merk nu dat ik het moeilijker heb om erover te praten dan in die eerste, hectische week. Dan ben je al direct bezig met de begrafenis te regelen, muziek en een foto te kiezen, terwijl je het nog niet kunt vatten. Pas daarna is het verwerkingsproces begonnen, in de stille momenten. Als ik nu naar een foto kijk, krijg ik het moeilijk. Het liefst zou ik hem mijden, maar dat is ook niet goed, hé. Dat weet ik. Soms geraak ik heel moeilijk in slaap.

“Het komende seizoen wordt hoe dan ook een heel belangrijk, want het is mijn laatste contractjaar. Ofwel kom ik dan tot een nieuwe overeenkomst, waarschijnlijk tot het einde van mijn carrière dan ; ofwel maak ik een transfer, eender welke. Je droomt wel eens van de Premier League en de Bundesliga, maar eigenlijk zou ik het liefst mijn hele leven bij de Club blijven.

“Ach, ik moet mij geen zorgen maken. Na mijn enkeloperatie in 2002 speelde ik mijn sterkste seizoen ooit. Ik heb toen eens alles op een rijtje gezet en er in de voorbereiding echt alles voor gedaan. Na een dubbele operatie wordt de revalidatie nu nog zwaarder, maar met mijn levenservaring weet ik zeker dat ik terugkom. Misschien wel sterker dan ooit, want ik wil álles uit mijn carrière halen.”

door Christian Vandenabeele

‘Soms sta ik na de match op het punt om mijn pa te bellen, maar dat kan dus niet meer.’

‘Je droomt wel eens van de Premier League en de Bundesliga, maar het liefst zou ik mijn hele leven bij de Club blijven.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content