NOSTALGIE IN DE BARMHARTIGE STEDE

© BELGAIMAGE

Vanavond maakt Geel zich op voor de komst van Zulte Waregem in de achtste finales van de Croky Cup. Net zoals in 2005, toen ASV Geel nog gewoon Verbroedering heette en zijn laatste opflakkering kende voor het faillissement. Een roemloze uittocht, vijf jaar eerder ingezet door dat ene seizoen in eerste klasse.

‘TIs stil aan de o-ver-kant, ’t is stil aan de o-ver-kant!’ Minuut 29 in de wedstrijd tussen Allemaal Samen Verbroedering Geel en Vigor Wuitens Hamme, een duel uit de middenmoot van de eerste amateurklasse. Mooie clubnamen zijn het, die meer grootsheid in zich dragen dan de namen op het veld. De thuisploeg is net op voorsprong geklommen dankzij Nicolas Robin en een jonge Geelfan bewijst dat ‘de zotten’ ook humor bezitten. De overkant is immers de bezoekerstribune, waar vijftien man van Vigor Wuitens de koude trotseren. Het groepje waar een meegereisde steward uit Hamme ons een uurtje voordien al lachend voor gewaarschuwd had: ‘Wij wachten onze hooligans op… Die vijftien mensen.’ Het eerste deel bleek gelogen, het tweede niet.

Geel wint uiteindelijk met 3-1. De uitbaatster van de kantine op De Leunen, thuisbasis van ASV Geel, heeft er weer een rustige zaterdagavond op zitten. Ze kijkt uit naar woensdag 30 november, zegt ze. Eindelijk weer wat sfeer en volk. Net zoals toen Standard in de vorige bekerronde op bezoek kwam en Standardsupporters uit de streek talrijk kwamen opdagen. Dat Geel ook nog eens met 2-1 won, maakte het feest compleet. Op de eigen lokale fanbase moet ASV Geel tegenwoordig niet te veel rekenen, ver weg is de tijd dat De Leunen gemiddeld 6000 toeschouwers mocht ontvangen, toen Verbroedering Geel in eerste klasse speelde: het seizoen 1999/2000. De kantine-uitbaatster kent de oplossing: ‘Om meer volk te krijgen, moeten ze beter sjotten.’ Soms kunnen analyses simpel zijn. Intussen doet de kantine dienst als hobbylokaal: voor de jonge cheerleaders die er tijdens de wedstrijd tegen Hamme een film op VTM bekijken, of de plaatselijke katapultclub die er elke vrijdag verzamelen blaast.

In de catacomben van De Leunen, dat tijdens het EK 2000 nog dienstdeed als oefenveld voor de Italiaanse nationale ploeg en waarvan tegenwoordig een deel in de stellingen staat, botsen we op Johan Thielemans, stadionverantwoordelijke en bestuurslid bij ASV Geel. Twee weken voor datum is hij al in de weer met de voorbereiding op het bekerduel tegen Zulte Waregem. Zoals de boarding rond het veld, die moet voldoen aan de eisen van hoofdsponsor Croky. Met De Leunen Invest, een investeringsgroep die 120 miljoen euro ter beschikking stelt en waarvan Thielemans deel uitmaakt, staan er grootse plannen op stapel voor de voetbalsite: het stadion uitbreiden tot 18.000 zitjes en voorzien van een superette en serviceflats. ‘De grote mannen hier dromen nog steeds van eersteklassevoetbal’, vertelt hij haast op fluistertoon, alsof niemand het mag weten.

EEN TRUMPIAANSE MUUR

Terwijl de tribunes van De Leunen karig gevuld zijn, lopen op datzelfde moment de trendy etablissementen op het marktplein van Geel gezellig vol. Hetzelfde plein waar in 1999 een grote tent werd neergepoot om de historische promotie naar eerste klasse te vieren en de spelers als prinsen werden rondgereden in paardenkoetsen. Tegenwoordig wordt er vooral uitgebreid gedineerd op zaterdagavond en geeft men de voorkeur aan een voorstelling in CC De Werft in plaats van anderhalf uur kou lijden in een voetbalstadion.

Cedric Mertens, uitbater van brasserie Flore (ex-Geeltrainers Peter Maes en Paul Put komen er nog geregeld een hapje eten) maakte de tijd mee dat voetbal primeerde. ‘In dat ene jaar eerste klasse hadden we zelfs een extra shift om zes uur, allemaal meegereisde voetbalfans die voor de wedstrijd nog snel iets kwamen eten’, vertelt Cedric. ‘Ik vrees dat die tijden nooit meer zullen terugkomen, er wordt nu met andere budgetten gewerkt op het hoogste niveau. Verbroedering is nostalgie.’ Een onbedoelde filosofische opmerking die op vele manieren geïnterpreteerd kan worden in onze getroebleerde maatschappij.

Deze nostalgie verwijst echter naar het seizoen 1999/2000, toen het voetbal in de provincie Antwerpen nog hoogdagen beleefde. Met Westerlo, KV Mechelen, Lierse, Germinal Beerschot en Geel speelden maar liefst vijf Antwerpse ploegen in de hoogste afdeling. De Leunen, dat zijn 10.000 zitjes geregeld allemaal bezet kreeg, bleek plots volk te lokken uit de aanpalende gemeentes Mol, Dessel en Herentals. Een volksverhuizing waar het naburige Westerlo enkel van kon dromen. Het Albertkanaal, dat Geel van Westerlo scheidt, lijkt wel een trumpiaanse muur waar voetbalfans niet over willen of kunnen. Het succes van Westerlo, dat de voorbije twintig jaar een vaste waarde in eerste klasse werd, is eigenlijk het drama van het voetbal in de Kempen, zo valt te horen in Geel. Het idee om één grote Kempense fusieclub te starten, stierf daardoor al meer dan negen keer een stille dood.

Een fusie, zoals dat eerder in 1999 met Herentals en in 2008 met Meerhout gebeurde, zou nochtans logisch zijn. Geel is qua oppervlakte een van de grootste gemeentes in Vlaanderen, en vooral: op die meer dan honderd vierkante kilometer huist heel veel industrie. Zoals Nike Benelux of Roland, leverancier van muziekinstrumenten en het bedrijf van ex-Verbroederingpreses Vic Keersmaekers. Keersmaekers is volgens velen de enige reden dat club naam kon maken in de voetbalwereld. Door zijn enthousiasme en emotionele karakter wist hij mensen te beroeren, maar zijn naïviteit in sportieve zaken werd ongenadig afgestraft. Nadat hij jarenlang miljoenen in zijn favoriete club had gepompt, bleek dat ene seizoen in eerste klasse eigenaardig genoeg ook de doodsteek van die club. Een samenwerking met het Hongaarse MTK Boedapest werd niet schriftelijk vastgelegd en na de degradatie in 2000 kampte Geel met financiële problemen. Het maakte de club kwetsbaar voor investeerders met slechte bedoelingen. Zoals in 2005, toen ene Zheyun Ye zijn ingang zocht bij de club, maar er ook snel weer de uitgang ontdekte. Twee jaar later ging Verbroedering alsnog ten onder aan omkoopaffaires en gebroken beloftes. In 2008 werd een herstart gemaakt als Geel-Meerhout en sinds 2012 heet de club ASV Geel. Allemaal Samen Verbroedering Geel, naar het beeld dat de stad wil uitdragen: de Barmhartige Stede, gekend en geroemd om zijn uitzonderlijke opvang van mensen met een mentale beperking, zowel in klinieken als in de thuiszorg.

DE HONGAARSE INVASIE

Die hartelijke sfeer is ook het gevoel dat Dimitri Mbuyu, tegenwoordig hoofd scouting bij RSC Anderlecht, overhield aan zijn twee passages bij Verbroedering Geel. Begin jaren negentig als speler en enkele jaren later als sportief directeur. Het maakt dat hem tegelijkertijd een wrang gevoel bekruipt wanneer hij aan de gloriedagen van Verbroedering terugdenkt: ‘Er was zo veel potentieel. De aanwezige industrie, het enthousiasme van voorzitter Vic Keersmaekers… Het voetbal leefde echt wel in Geel. Er is toen, in dat ene jaar eerste klasse, een unieke kans verloren gegaan. In feite was de samenwerking met de Hongaren een strategische fout, kun je achteraf zeggen. Maar ik wil geen steen gooien naar Vic, die enkel het beste met de club voorhad en er veel geld in stak.’

Mbuyu maakte in dat gedenkwaardige seizoen zijn kortstondige debuut als trainer, toen hij in januari 2000 overnam van de ontslagen Paul Put. Verbroedering Geel bengelde op dat moment helemaal onderaan in de eerste klasse. Het bracht nochtans geen slecht voetbal, maar een gebrek aan stootkracht voorin brak hen zuur op. Pocketspits Zefilho woog letterlijk en figuurlijk te licht om de aanval te dragen. Het gevaar moest uit de tweede lijn komen, van mannen als Bruno Versavel in de nadagen van zijn carrière en de jonge talenten Jef Delen en Björn Daelemans. ‘Fysiek stonden wij ons mannetje, Put stond gekend voor zijn harde voorbereiding, sommige jongens moesten zelfs braken tijdens de trainingen’, vertelt Delen. Maar efficiëntie en geluk ontbraken. Pas toen ene Gudmundur Benediktsson uit IJsland arriveerde, werd er iets vlotter gescoord. ‘Een talentvolle spits’, herinnert Delen zich. ‘Nadien helemaal uit het oog verloren, tot ik hem deze zomer weer spotte: als de IJslandse commentator die zo uit zijn dak ging tijdens het voorbije EK in Frankrijk.’

Toen Put tijdens de winterstop in de kranten zijn beklag deed over het transferbeleid en de inmenging van Hongaarse investeerders, was zijn lot bezegeld. Meteen na de stage in Cyprus, die nochtans in een opperbeste sfeer was verlopen, kreeg hij zijn C4. Mbuyu nam drie wedstrijden over als trainer ad interim, tot Gábor Varszegi, voorzitter van MTK Boedapest, zijn eigen mannetje in Geel plaatste: Sándor Popovics.

De dan zestigjarige Hongaar had zijn sporen verdiend in het Nederlandse voetbal en was een kleurrijk personage: zeer direct in zijn communicatie en vaak (onbedoeld) grappig. Bij zijn eerste training op Kempense bodem zette Popovics meteen de toon door al na een halfuur weer naar de kleedkamers te verdwijnen: een spierscheur opgelopen nadat hij een balletje mee wilde trappen. Jef Delen illustreert met nog een andere anekdote: ‘We moesten een zeer belangrijke uitwedstrijd spelen op Charleroi, waarmee we in degradatiestrijd verwikkeld zaten. Iedereen zat supergeconcentreerd in de kleedkamer, tot Popovics daar plots bebloed en met zijn grote retrobril scheef op zijn hoofd ten tonele verscheen. Hij was tegen een balk gelopen. Hij keek ons doodserieus aan en zei: ‘How… die balk ziet er nog een pak slechter uit, hoor!’ Dat was typisch Popovics, die ook met zijn rare Nederlands vaak voor hilariteit zorgde. Anderzijds moest je ook wel overweg kunnen met zijn soms botte opmerkingen. Hij kon je keihard aanpakken voor de groep.’

De inbreng van Popovics en vier nieuwe Hongaarse spelers mocht niet baten: Verbroedering Geel eindigde op een zeventiende plaats, één puntje boven rode lantaarn Lommel en drie punten achter Charleroi, dat zich nipt redde. Dat buur Westerlo ondertussen zowat zijn beste campagne in eerste klasse beleefde en als zesde eindigde, gooide extra zout in de wonde. Na de degradatie trok de Hongaarse investeerder Varszegi zich terug. Spelers als Miklos Lendvai, Csaba Féher, Zoltán Petö, Sándor Preisinger en István Szekér verlieten de club, het beloofde geld (3,7 miljoen euro, zo werd beweerd) kwam er nooit. Niets stond op papier en Vic Keersmaekers bleef samen met zijn ondervoorzitter François Lornoy verweesd achter. Het bleek uiteindelijk het begin van het einde voor Verbroedering. Wat rest, is nostalgie.

DOOR MATTHIAS STOCKMANS – FOTO’S BELGAIMAGE

‘De enige spits die wat kon scoren in eerste was Gudmundur Benediktsson. Juist: de IJslandse commentator die uit zijn dak ging tijdens het EK.’ – JEF DELEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content