Westerlo, een lolbroekenclub ? ‘Wat ik vooral plezant vind, is dat iedereen hier over voetbal praat’, zegt Ronny Gaspercic, wachtend op de wedstrijd tegen Anderlecht. ‘Ik ga ervan genieten.’

R onny Gaspercic : “Ik schat dat het niveau van Westerlo dit seizoen iets tussen dat van de heen- en de terugronde van vorig seizoen zal zijn. Ik denk niet dat wij die hoge pieken zoals met Coelho nog gaan halen. We hebben wel goede alternatieven, maar die moeten op een andere manier uitgespeeld worden. En dat is nog zoeken en tasten.

“Ik denk dat het grootste percentage nederlagen van vorig seizoen te wijten was aan die tussenschakel tussen aanval en verdediging die we kwijt waren. Dan moet je een heel ander systeem spelen en daar hadden we de spelers niet voor. Wij zijn een ploeg die zeker thuis nogal eens snel boven de bal gaat spelen in plaats van erachter. Altijd maar gáán, dat zou eigenlijk ook niet mogen en daar zat het verschil met Jaja : met hem was dat niet echt nodig, want hij forceerde altijd wel iets, waardoor je meer beredeneerd kon aanvallen. Maar nu zit er al iets meer structuur in en zie je dat het beter gaat.

“Nu zal er waarschijnlijk wel meer druk op de verdediging liggen. Maar Wils is erbij gekomen. Hij kan verdedigend op het middenveld of in de verdediging spelen. Ik had niet dadelijk verwacht dat hij in de verdediging zou terechtkomen – ik dacht dat BobsamElejiko zou blijven staan – maar het is tot nog toe goed meegevallen. Dat bewijst dat we nu over meer alternatieven beschikken dan vorig seizoen. Stef Wils praat veel en dat is heel belangrijk. Ik denk dat dat het verschil gemaakt heeft. Hij is ook agressief in de eerste meters naar de bal. Speelt simpel, gaat weinig in de fout, is kopsterk.

Wim Mennes wordt belangrijker om de gaten op te vullen en zal meer het tempo moeten bepalen in een wedstrijd, ook al is hij, net als Tom ( Van Imschoot, nvdr) volgens mij in een wedstrijd van nature niet zo mondig. Tom Van Imschoot speelt nu wat hoger, iets offensiever, om het vertrek van Janssens op te vangen, en we mogen niet vergeten dat PeterUtaka – heb ik de indruk – uit een ander vaatje tapt. Hij heeft best veel mogelijkheden en nu is, denk ik, een beetje de druk van zijn schouders. Dat moest misschien wel. Het hangt niet langer alleen van hem af doordat er andere spitsen bij kwamen. Het terugplooien liet wel eens te wensen over vorig seizoen en als het dan na Coelho niet goed ging, kreeg hij alles over zich heen. Er zat dan ook wat frustratie in de groep omdat we niet meteen die overschakeling konden maken.

“Of de trainer nu duidelijker afspraken maakt ? Misschien wel, ja. Maar het is ook gemakkelijker geworden omdat je meer mogelijkheden hebt. Als je kijkt hoeveel geblesseerden wij vorig jaar in de tweede ronde hadden : als dat bij Anderlecht gebeurt, spreekt heel België erover. Wij hebben constant gaten moeten vullen en spelers op andere posities uitspelen. Positief is daarom nu dat er nog concurrentie is bijgekomen en we met BartVan den Eedeen PatrickOgunsoto vooraan mogelijkheden bij hebben gekregen. Bart is, amai, een tank, hoor. Zulke kuiten ! Twee keer onze beenomtrek ( lacht). Ik heb hem al eens gevraagd hoe hij vooruitkomt ( lacht).”

Video

“Ik heb de indruk dat de competitie versterkt is. Ik dacht vorig seizoen na onze sterke eerste ronde wel eens : met zo weinig, kán dat allemaal wel ? De omschakeling van Spanje naar hier voelde ik enorm : de lagere snelheid van uitvoering, het defensieve en de counter ook. In Spanje probeerden veel meer ploegen mee te voetballen en de tegenstander vast te zetten – we hebben het dan niet over wedstrijden tegen Real Madrid of Barcelona natuurlijk ( grijnst). Dikwijls denkt men dat het in het buitenland allemaal rozengeur en maneschijn is, maar dat is niet altijd waar. Het gaat sneller, waardoor je sneller fouten maakt, maar België heeft nog altijd goede keepers. Ik vind het niveau vrij goed. Je ziet niet echt veel fouten.

“Op elk moment in je carrière is het belangrijk dat je iets opsteekt. Bij Betis en Albaceta heb ik tactisch veel geleerd. De druk werd daar enorm groot. We kregen drie, vier uur per week theorie. Dat is een van de eerste keren dat ik dacht : er is nog iets anders ( lachje). Als je van Harelbeke komt, is het niet gemakkelijk om dan zo professioneel te gaan werken. Niet dat ik andere ploegen wil minimaliseren maar … Ik besef dat je niet bij elke club zo kan werken. Bij Westerlo lopen we na de wedstrijd uit en twee dagen na de wedstrijd hebben we vrij, zoals het in Spanje ook was en in Duitsland. Zegt NicoVan Kerckhoven. Ik voel me daar precies beter bij. De eerste training ben je moe, maar daarna voel je de kracht weer opbouwen en ben je tegen het eind van de week beter uitgerust.

“Ze hebben hier ondertussen geïnvesteerd in een betere sproei-installatie, waardoor het veld perfect ligt. Het is hier zandgrond, hé. Een half jaar hebben we daardoor op een bijna onmogelijk veld moeten trainen. Dus ik vond dit een hele goeie investering. We zijn daarnaast bijvoorbeeld ook begonnen met videobeelden te gebruiken om wedstrijden te analyseren. Op aangeven van de spelers. Herman Helleputte verdraagt veel : hij bepaalt alles, maar je kan als speler óók je ding doen. Heel positief, vind ik. Er wordt geluisterd. Dat vind ik wel plezant, dat geeft wat voldoening. Je probeert dan met videobeelden dingen uit te leggen, terwijl je ze zíét. Soms moet je wel voorzichtig zijn, want beelden verraden, hé ( grijnst). Niet iedereen verdraagt even gemakkelijk kritiek, dus je moet als trainer wel voorzichtig zijn. In Spanje kon je het hard zeggen : je wordt ervoor betaald. Dat zie ik in België niet zo snel gebeuren.”

Nico

“Met Nico Van Kerckhoven kan ik het goed vinden. Je bent wat ouder, allebei in het buitenland gezeten, dus je trekt makkelijker naar mekaar toe. Dat maakt het plezant én het feit dat iedereen hier over voetbal praat. Ik heb jaren meegemaakt in mijn carrière dat ze zeiden : wat kom jij zeveren ? Maar je móét over voetbal praten. Als je fout zit, zit je fout, dat moet je dan durven toegeven.

“Ik praat heel veel met Nico over voetbal en, heel raar, wij begrijpen mekaar daarin perfect. Zelden of nooit moeten we discussiëren omdat we het niet eens zijn. Ik vind dat ongelooflijk. Dat is belangrijk voor een trainer, dat je een paar spelers op het veld hebt staan die tijdens de wedstrijd oog hebben voor de details. Want details maken vaak het verschil in voetbal. Op hoekschoppen bijvoorbeeld spelen wij zonedekking. Vooraan staat er altijd een vrije man, die ervóór moet gaan staan als er iemand van de tegenstander bij komt. In Charleroi vorig seizoen ging bij een hoekschop iedereen van hen achteraan staan. Fijn gezien van Jacky Mathijssen … of geluk geweest. Want ik zeg tegen Tom, die vooraan was blijven staan : ga er maar tussenin staan. Maar dan kijk ik over mijn schouder achterom en zie ik er een van Charleroi naar de eerste paal komen. Doordat hij dat kan doen en doorkoppen, scoort iemand anders. Ik dacht : verdomme, nu heeft Jacky, die ik nog ken van bij Genk, mij toch nog liggen. Een detail, en zo zijn er zoveel in een wedstrijd. Maar je ziet, zelfs al wétend kan je het zitten hebben.

“Vorig jaar waren er die niet graag zone wilden spelen op stilstaande fasen. Maar dat zijn situaties die je perfect kan instuderen. Ik heb in Spanje niks anders gedaan. Ik heb de beste ervaring met zonedekking. Niet dat het waterdicht is, maar als je spelers groot genoeg zijn, moet je dat durven. Zorgen dat er aan de grote backlijn nog altijd iemand staat voor de uitvallende bal.”

Trainerscurus

“Ik ben nu 37 en tot nu toe mag ik niet klagen. Ik kom nog met plezier trainen. Ik hoop dat ik het nog één of twee jaar kan volhouden. Al ben ik daar niet echt mee bezig. Het is niet van móéten. Dit is normaal mijn laatste contractjaar, maar ik ga ervan genieten en plezier maken. In december zullen we wel eens aan tafel zitten. Maar het belangrijkste is nú. Niet dat ik dit seizoen als een afscheidstournee beschouw, maar ik hou er wel rekening mee dat het wel eens het laatste zou kunnen zijn. Ik wil me volledig op voetbal concentreren en niet te veel met de zaak, het hotel van mijn ouders, bezig zijn. Daar is later nog tijd genoeg voor. Dat zegt genoeg over de ambitie die ik in het voetbal nog heb. Ik heb wel al eens met Nico gesproken over een trainerscursus volgen. In mei zijn we daarover begonnen. Raar, want voordien dacht ik altijd : we zien wel. Maar helemaal weg uit het voetbal gaan zou ik erg vinden, net als helemaal weg uit de zaak. Ik zit ergens tussen in. Ik ben graag nog met andere dingen bezig, dat wel, maar niet voor de volle honderd procent en zo vind ik het wel fijn.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content