Volgend weekend keept Frédéric Herpoel voor AA Gent tegen Anderlecht, de club die hij negen jaar geleden met amper vier wedstrijden in de basis verliet.

Zijn buurmeisje uit Saint-Symphorien, het drieduizend inwoners tellende dorpje tussen Mons en Binche waar hij opgroeide, schrok toen hij, Frédéric Herpoel, haar als kind antwoordde dat hij later doelman wou worden. Maar toen hij zijn eerste profcontract tekende, was zij een van de eersten die hem feliciteerde, herinnerde hij zich later. “Ze was het niet vergeten.” Die band met zijn roots en omgekeerd zal Frédéric Herpoel zijn hele carrière bij zich dragen.

Frédéric Herpoel werd in 1993 prof bij Anderlecht, onder Aad de Mos. De keeper was er op dat moment al vijf jaar aangesloten, nadat hij in 1988 op zijn dertiende Havré, zijn thuisclub, had verlaten. Omdat hij geen intern wou worden op de club kwam zijn moeder, die lesgaf, hem om vier uur aan de school ophalen om hem naar Anderlecht te voeren, waar ze vervolgens tijdens de training huistaken van haar leerlingen verbeterde. Jeugdkeeper zijn bij Anderlecht is vreemd, ervaart Herpoel.

In die jaren speelt hij bij de nationale beloften onder Ariël Jacobs in de basis, als enige speler die bij zijn club niet in de ploeg staat of zelfs maar op de bank zit. Want na vier jaar bij de A-kern van Anderlecht blijkt hij nog altijd derde keeper aangezien Filip De Wilde en Peter Maes hem voorgaan. De frustratie groeit. “Ik heb niet langer het gevoel dat ik vooruitgang boek. En straks komt Geert De Vlieger naar hier ( toen zelf nog een jonge keeper, nvdr). Het duurt nog eeuwen voor ik hier een kans krijg.”

Monsieur tout-le-monde

Ofschoon zijn sportieve carrière niet van de grond lijkt te komen, weet Frédéric Herpoel waar het om draait in het leven. Een ernstige ziekte die zich manifesteerde toen ze achter het stuur zat, hield zijn moeder één week in coma en toen ze ontwaakte, bleek ze gedeeltelijk verlamd. Het is een gebeurtenis die de zo al nuchtere Herpoel nog meer wars maakt van alle media-aandacht en ego-tripperij.

Op zijn vierentwintigste pas debuteert Frédéric Herpoel bij Anderlecht in de eerste ploeg. Uiteindelijk zal hij er slechts vier wedstrijden in het doel staan. Dan haalt Johan Boskamp hem naar AA Gent, waar hij titularis wordt en zijn kwaliteiten blijken : door zijn kleinere gestalte zijn de hoge ballen niet zijn grootste troef, maar hét pluspunt is zijn voetballend vermogen, waardoor de ploeg hoog kan spelen. Het grootste nadeel van de bekendheid die hem in Gent te beurt valt, vat de doelman als volgt samen : “Dat je soms niet meer het bestaan van monsieur tout-le-monde kan hebben.”

In januari 2001, halverwege vier seizoenen Gent, vraagt hij zich af : “Wil Gent nog wel verder met mij ?” In een krantenartikel had de doelman vernomen dat Gent hem te duur zou vinden voor een contractverlenging – de onderhandelingen slepen al aan van in september. Maar gedestabiliseerd door wat er gezegd is, voelt hij zich allerminst. “Als je zes jaar in de A-kern van Anderlecht hebt gezeten, heb je wel geleerd hoe het wereldje in mekaar zit.”

In april tekent hij dan ook een verbeterde overeenkomst voor vier jaar, ondanks, naar zijn eigen zeggen toen, aanbiedingen van twee Engelse teams die hij links liet liggen. Hij had er best veel kunnen verdienen, maar daar weer op de bank zitten zoals in Anderlecht wil hij niet. Begin 2004 laat Herpoel optekenen : “Ik vind niet dat ik mijn tijd verdoe bij AA Gent, maar een speler wil altijd hogerop. Alleen ben ik misschien niet goed genoeg voor de top. Drie jaar geleden was ik vrij, maar afgezien van een Nederlandse club kwam er niemand. Begin dit seizoen had Gent geld nodig en mocht ik vertrekken voor 100.000 euro. Alleen Trabzonspor meldde zich. Conclusie : ik ben niet goed genoeg.” In 2005 tekent Herpoel nog eens bij tot 2007.

Tussen de nationale ploeg en Frédéric Herpoel wilde het ondertussen niet zo lukken : na negenendertig selecties, waarvan twintig onder Aimé Anthuenis, hield Herpoel het zelf voor bekeken. Dat de bondstrainer hem na de vriendschappelijke interland tegen Duitsland van 31 maart 2004 had aangewreven dat hij niet genoeg présence in het doelgebied toonde, vond de doelman van een gebrek aan respect getuigen. Bovendien, ervaarde hij, richtte de hele technische staf in een interlandvoorbereiding zelden of nooit het woord tot hem. Toen hij in de zes volgende selecties niet aan spelen toe kwam, liet hij zijn voornemen te stoppen aan Aimé Anthuenis weten en toen die hem de keer daarop toch weer opriep, tegen wil en dank, ook aan de media.

Erevoorzitter

In de tien jaar dat Frédéric Herpoel straks bij Gent speelt, is hij altijd in de buurt van Mons blijven wonen. Daar ziet hij, elke keer als hij weer thuiskomt, de werkloosheid en verpaupering om zich heen. Het houdt hem, zal hij daarover menigmaal zeggen, nog meer met de voeten op de grond. Of zoals hij het ooit verwoordde : “Ik heb in mijn leven altijd een scheidingslijn getrokken. Niet dat ik me niet amuseer in mijn job, maar als ik naar huis rij, is het voetbal voorbij. Ik snap de spelers niet voor wie voetbal blijkbaar oorlog is. Ik heb geen zin om straks als een wrak aan een leven na het voetbal te beginnen.”

Zijn leven na het voetbal ís eigenlijk al begonnen. In Havré heeft Herpoel een nieuwe vzw opgericht om met de door financiële problemen ter ziele gegane club in vierde provinciale te kunnen herbeginnen. Als erevoorzitter en occasioneel jeugdtrainer houdt hij met een paar vrienden in de vereniging honderdvijftig kinderen en jongeren van straat. Honderdvijftig jongeren die spelen om het buurmeisje te imponeren.

Dezer dagen legt de doelman, die uit bewondering voor basketter Michael Jordan altijd met nummer 23 wilde spelen, de bal bij zijn club : hij hoorde, zegt hij, nog niks van AA Gent wat op een nakende contractverlenging kan wijzen, en hij schermt met interesse van een andere club. Een club die hem ook na zijn carrière aan het werk zou houden. AA Gent wacht nog even af alvorens het beslist over een contractverlenging. Michel Louwagie : “Ik zeg niet dat we het niet zullen doen. Maar spelers moeten begrijpen dat we eerst de contracten van de jongste en misschien ook wel de goedkoopste spelers verlengd hebben. Herpoel wordt er 33, Sandy Martens 34, we wachten daar wat mee. Verschuere en De Brul hebben we laten vertrekken omdat ze de dertig voorbij waren, dus als we echt consequent zijn … Maar in voetbal is niet alles zwart-wit, dus, ik herhaal het, zeg niet dat we het níét zullen verlengen.”

RAOUL DE GROOTE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content