Ode aan Mbokani

Een brief aan Dieumerci Mbokani, topschutter van Royal Antwerp FC. Vanwege Tourist LeMC, Antwerpfan en hiphopfenomeen.

Dieumerci,

Amice, écoute bien.

Ik was deze zomer in Bukavu, Congo. En of ze u daar kennen! En of ze na mijn passage ook de Royal Antwerp Football Club kennen!

Met wie ik ook begon te spreken, als de gelegenheid er was, eindigde het gesprek met u als sujet. Elke voorzet die kwam, probeerde ik binnen te koppen: hoe dankbaar dat we God zijn om een tirailleur als Mbokani bij ons in de ploeg te hebben. Hoe de Congolese international, met de handen op de rug en de ogen toe, vlotjes voor de titel van topscorer van het seizoen gaat bij ons in den Belgique.

Topscorer. Mooie titel. Maar voel wat dat betreft bij ons niet te veel druk. Als scoort ge er maar 8 en geen 18. Zolang ge maar die winning goal maakt in de bekerfinale tegen Brugge. Liefst dan nog ergens in de slotminuten. Een laatste offensief van heel het team. Vooruit gestuwd door de supporters: ‘All we are saying, is give us a goal. ‘ De winning goal. Afgewisseld met: ‘Oooh Dieumerci, Mbokani, hij gaat scoren, keeper weet gij dat niet…’

Dieu, ik heb u onlangs horen spreken over Anderlecht. En dat, mocht de interesse concreet worden, je misschien wel terug verhuist naar Bruxelles arrive.

Amice, de hiphopscene mag er dan momenteel wel floreren, in het Lotto Park lukt het allemaal toch wat minder goed. Het Lotto Park. Ik ken een paar internationale helden die er verkeerd op hebben gegokt. Namen worden er vandaag niet langer geëerd, eerder bezoedeld. Bovendien zult ge ondertussen wel gemerkt hebben dat ze daar in het Brusselse district met een paar supporters meer zitten, maar dat uw naam nergens door zoveel decibels wordt gedragen als bij ons. Ik kan me niet inbeelden wat er na het financiële aspect nog belangrijker is dan dat. De naam!

Uw naam zit nu al in de harten van de Antwerpfans. En geloof me, daar zit hij goed. Eens ge daar zit, zit ge er voor altijd. Vraag maar even na bij een Lehnhoff, Cisse, Patje Boem Boem, King Darko… om er maar een paar te noemen uit mijn generatie. Het gaat om respect en erkenning. We eren onze voetbalgoden nog lang nadat ze in onze rood-witte kleuren rondliepen.

Taferelen zoals in Sclessin, waar ge uitgefloten werd, gaat ge bij ons niet meemaken. Ze hebben daar in Luik de juiste kleuren, maar niet de juiste stijl wat dat betreft.

Nu we het toch over karakter hebben, nog twee pareltjes uit onze doos van eigenschappen: zelfvertrouwen – noem het gerust dikke nek – en nonchalance – aldus de arrogantie. Want mocht ge het nog niet weten, Dieu, ge hebt de 5 grote in de Pro League, maar er is maar eentje nummer 1!

Maak nog een hattrick of drie, haal die persoonlijke eretitel binnen, en blijf dan nog wat verder strijden in onze voorhoede… tot ge ook onze club naar de titel knalt.

Antwerp dankt u,

T

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content